Pdf downloaden Pdf downloaden

Veel mensen denken dat ze hun fotografie kunnen verbeteren door een splinternieuwe camera te kopen. De werkelijkheid is dat bij fotografie de techniek veel belangrijker is dan de apparatuur. En goede foto's nemen is iets dat iedereen kan doen met elke camera, als je genoeg oefent en veel voorkomende fouten vermijdt.

  1. Je moet tenminste weten hoe je de flitser inschakelt, uitschakelt en automatisch zet, hoe je moet in- en uitzoomen, en hoe je de sluiterknop gebruikt. Sommige camera's hebben een kleine handleiding voor beginners in een boekje, maar bieden ook een grotere handleiding gratis aan op de site van de fabrikant.
  2. Afbeeldingen met lage resolutie zijn later veel moeilijker digitaal aan te passen; het betekent ook dat je niet zo enthousiast kunt bijsnijden als met een versie van hogere resolutie (zodat je het resultaat nog kunt afdrukken). Als je een kleine geheugenkaart hebt, neem dan een grotere; als je dat niet wilt of je kunt geen nieuwe kopen, gebruik dan de "fine" kwaliteitsinstelling, als je camera die heeft, met een kleinere resolutie.
  3. Het nuttigst is de modus "Program" of "P" op digitale spiegelreflexcamera's. Negeer het advies dat je je camera volledig handmatig moet gebruiken; de vooruitgang in de laatste vijftig jaar, in automatisch focussen en lichtmeting heeft niet voor niets plaatsgehad. Als je foto's slecht gefocust of slecht belicht zijn, ga dan bepaalde functies handmatig gebruiken.
  4. Als je je camera altijd bij je hebt, zul je de wereld anders gaan zien; je zoekt en vindt gelegenheden om geweldige foto's te nemen. En natuurlijk zal je meer foto's nemen ; en hoe meer je er neemt, hoe beter je wordt als fotograaf. [1] Daarbij, als je foto's neemt van je vrienden en familie, zullen ze gewend raken aan het idee dat je altijd je camera bij je hebt. Daardoor zullen ze zich minder ongemakkelijk of geïntimideerd voelen als je je camera te voorschijn haalt; dit leidt tot meer natuurlijke, minder "geposeerde" foto's. Vergeet ook geen reservebatterijen, of laadt hem op als je een digitale camera hebt.
  5. Motiveer jezelf om buiten foto's te nemen in natuurlijk licht. Neem gewoon een paar foto's om een gevoel te krijgen voor het licht op verschillende tijdstippen van de dag en nacht. Ga op verschillende tijden naar buiten, vooral wanneer normale mensen slapen, eten of TV kijken; het licht op deze tijdstippen is vaak dramatisch en ongewoon voor veel mensen, juist omdat ze het nooit zelf zien !
  6. Ja, het ligt voor de hand, maar het kan een foto compleet ruïneren. Dit is niet zo'n probleem met moderne digitale camera's waarbij je ziet wat de lens ziet, en zelfs nog minder met een spiegelreflexcamera. Maar mensen maken soms nog steeds dit soort fouten.
  7. Eenvoudig gezegd, het menselijke oog compenseert automatisch voor verschillende soorten licht; wit ziet er voor ons in bijna elke licht uit als wit. Een digitale camera compenseert hiervoor door de kleuren op bepaalde manieren te verschuiven. Bijvoorbeeld, bij licht van gloeilampen zal het de kleuren naar blauw opschuiven om te compenseren voor de roodheid van dit soort licht. De witbalans is een van de meest belangrijke, en te weinig gebruikte, instellingen op moderne camera's. Leer hoe je die moet instellen, en wat de verschillende instellingen betekenen. Als je niet bij kunstlicht werkt, is de instelling "Schaduw" (of "Bewolkt") meestal een goede keuze; je krijgt dan erg warme kleuren. Als het er te rood uitziet, is het erg makkelijk om later met software te corrigeren. "Auto", de standaardinstelling voor de meeste camera's, werkt soms goed, maar heeft soms ook te koele kleuren als resultaat. [2]
  8. , als de omstandigheden het toelaten. Dit is minder een probleem met digitale spiegelreflexcamera's, maar vooral belangrijk bij compacte digitale camera's (die meestal kleine sensoren hebben die gevoeliger zijn voor ruis). Een tragere ISO-snelheid (lager getal) zorgt voor minder ruis in foto's; maar je moet daardoor ook tragere sluitersnelheden gebruiken, wat ervoor zorgt dat je bijvoorbeeld minder goed bewegende onderwerpen kunt fotograferen. Voor stilstaande onderwerpen in goed licht (of bij weinig licht, als je een statief en afstandsbediening gebruikt), gebruik je de traagste ISO-snelheid die je hebt.
  9. Kader de foto in je hoofd in voordat je dat doet met de camera. Denk aan de volgende regels, maar vooral de laatste:
    • Gebruik de regel van derden, waar de belangrijkste punten in je scène op de "derde" lijnen zitten. Probeer geen horizon of andere lijnen "het beeld in tweeën te laten splitsen." [3]
    • Vermijd afleidende achtergronden en rommel. Als dit betekent dat jij en je vriendin een beetje moeten opschuiven zodat het niet lijkt alsof er een boom uit haar hoofd groeit, doe dat dan. Als er een schittering van de ramen van het huis aan de overkant komt, verander je hoek dan een beetje om het te vermijden. Als je vakantiefoto's neemt, laat je gezin dan alle spullen die ze dragen neerzetten, en rugzakken en heuptasjes afdoen. Houd die rommel buiten het kader van de foto, dan krijg je veel mooiere en minder rommelige foto's. Als je de achtergrond in een portret kunt vervagen, doe dat dan. Enzovoort.
  10. Zie het bovenstaande als wetten , die meestal werken maar altijd onderhevig zijn aan juridische interpretatie - en niet als absolute regels. Als je je er teveel aan houdt zal dat leiden tot saaie foto's. Rommel en scherpe achtergronden kunnen bijvoorbeeld context, contrast en kleur toevoegen; perfecte symmetrie in een opname kan dramatisch zijn, enzovoort. Elke regel kan en moet soms worden gebroken voor een artistiek effect. Zo worden veel prachtige foto's gemaakt.
  11. Wees niet bang om dichter bij je onderwerp te komen. Aan de andere kant, als je een digitale camera gebruikt en genoeg megapixels over hebt, kun je later bijsnijden met software.
  12. In plaats van het voorwerp recht van voren te fotograferen, kun je erop neerkijken, of bukken en omhoog kijken. Kies een hoek die maximale kleur en minimale schaduw laat zien. Om dingen langer of hoger te laten lijken, kan een lage hoek helpen. Als je een opvallende foto wilt, kun je het best gelijk met het voorwerp zijn. Of je wilt het voorwerp misschien kleiner laten lijken, of alsof je erboven zweeft; om dat effect te krijgen houd je de camera boven het voorwerp. Een ongebruikelijke hoek zorgt voor een interessantere foto.
  13. Slecht focussen is een van de meest voorkomende manieren waarop foto's worden verpest. [4] Gebruik de automatische focus van je camera, als je die hebt; meestal wordt dit gedaan door de sluiterknop half in te drukken. Gebruik de "macro" modus van je camera voor foto's van heel dichtbij. Focus niet handmatig tenzij je autofocus kuren vertoont; net als bij lichtmeting, doet de automatische focus het meestal veel beter dan jij.
  14. Veel mensen zijn verrast door hoe wazig hun foto's zijn bij een close-up, of als ze van een afstand fotograferen. Om vervaging te minimaliseren: Als je een grote camera gebruikt met zoomlens, houd dan de camera vast (met je vinger op de sluiterknop) met één hand, en ondersteun de lens door je andere hand eronder te houden. Houd je ellebogen dicht bij je lichaam, en gebruik deze houding om jezelf goed vast te zetten. Als je camera of lens stabilisatiemogelijkheden heeft, gebruik ze dan (dit heet IS bij Canon-apparatuur, en VR, voor Vibration Reduction, op Nikon-apparatuur).
  15. Als je handen beverig zijn, of je gebruikt erg grote (en trage) telelenzen, of je probeert foto's te nemen bij weinig licht, of je moet een aantal identieke foto's achter elkaar nemen (zoals bij HDR fotografie), of je neemt panoramische foto's, dan kun je maar beter een statief gebruiken. Voor erg lange sluitertijden (meer dan een seconde), kun je een draadontspanner (voor oudere camera's met film) of een afstandsbediening gebruiken; je kunt de zelfontspanner van je camera gebruiken als je deze spullen niet hebt.
  16. Een statief beperkt je in je bewegingsvrijheid, en de mogelijkheid om snel je kadering te veranderen. Het is ook extra gewicht om mee te sjouwen, wat ontmoedigend werkt om überhaupt naar buiten te gaan om foto's te nemen. Als stelregel [5] heb je alleen een statief nodig als je sluitersnelheid gelijk is aan, of trager dan de reciproque van je brandpuntafstand. [6] Als je het gebruik van een statief kunt vermijden door snellere ISO-snelheden (en dus snellere sluitersnelheden) te gebruiken, of door beeldstabilisatiemogelijkheden van je camera te gebruiken, of gewoon door ergens heen te gaan met beter licht, doe dat dan.
  17. Als je in een situatie bent waarin je eigenlijk een statief zou willen hebben, maar je hebt die niet bij de hand, probeer dan een of meer van de volgende suggesties om bewegen te verminderen:
    • Zet beeldstabilisatie aan op je camera (niet alle digitale camera's hebben dit) of lens (alleen een aantal dure lenzen hebben dit).
    • Zoom uit (of gebruik een wijdere lens) en ga dichterbij. Dit zal het effect in een kleinere verandering in de richting van de camera verkleinen, en vergroot je maximum diafragma voor een kortere belichting.
    • Houd de camera vast op twee punten uit het midden, zoals het handvat bij de sluiterknop en de tegenoverliggende hoek, of bij het eind van de lens. (Houd een gevoelige inklapbare lens op een compactcamera niet vast, houd niets voor de camera dat deze zelf wil bewegen zoals een focusring, en houd niets voor de voorkant van de lens.) Dit zal de hoek verkleinen waarin de camera beweegt als je handen heen en weer gaan.
    • Druk de sluiterknop langzaam, geleidelijk en voorzichtig in, en stop niet tot nadat de foto is genomen. Probeer je wijsvinger boven de camera te houden, en druk de sluiterknop in met het tweede gewricht van de vinger voor een gelijkmatigere beweging (je drukt hierbij al die tijd op de bovenkant van de camera).
    • Zet de camera ergens tegen vast (of doe dat met je hand als je je zorgen maakt om krassen), en/of houd je armen vast tegen je lichaam of ga zitten en zet je armen vast tegen je knieën.
    • Zet de camera ergens op (een tas of een riem) en gebruik de zelfontspanner om de beweging te vermijden van het indrukken van de knop als de camera op iets zachts rust. Er is een kleine kans dat de camera omvalt, dus let op dat die niet te ver valt, en vermijd dit met een erg dure camera of eentje met accessoires zoals een flitser die kapot kan gaan of stukken van de camera kan breken. Als je van plan bent dit vaker te doen, kun je een zitzak meebrengen, die hier goed voor werkt. Er zijn ook "beanbags" verkrijgbaar speciaal voor dit doel, zakken met gedroogde bonen zijn goedkoop en de inhoud kan worden opgegeten als de zak gaat verslijten of je een nieuwe koopt.
  18. Probeer de camera ook niet te lang omhoog te houden; hierdoor worden je handen en armen bibberig. Oefen met je camera naar je oog brengen, focussen en lichtmeten, en de foto nemen in één snelle, soepele handeling.
  19. Rode ogen worden veroorzaakt wanneer je ogen verwijden bij weinig licht. Wanneer je pupillen groot zijn, zal de flitser de bloedvaten achterin je oogbal verlichten, daarom lijkt het rood. Als je een flitser moet gebruiken in slecht licht, probeer dan te zorgen dat de persoon niet direct naar de camera kijkt, of gebruik een indirecte flitser. Richt je flitser boven de hoofden van je modellen, vooral als de muren rondom licht zijn, om rode ogen te voorkomen. Als je geen apart flitskanon hebt dat je zo kunt aanpassen, gebruik dan de functie op je camera om rode ogen te verminderen, als je die hebt - die flitst een paar keer voordat de sluiter opengaat, waardoor de pupillen van je modellen samentrekken, waardoor rode ogen verminderen. Nog beter, neem geen foto's waar een flitser voor nodig is; zoek een locatie met beter licht.
  20. en niet wanneer het niet hoeft. Een flitser kan bij slecht licht vaak voor lelijke reflecties zorgen, of het onderwerp van je foto er bleekjes uit laten zien; dit laatste is vooral het geval bij foto's van mensen. Aan de andere kant is een flitser erg nuttig voor het invullen van schaduwen; bijvoorbeeld om het "wasbeeroog"-effect in helder daglicht te voorkomen (als je een flitssynchronisatiesnelheid hebt [7] die snel genoeg is). Als je het gebruik van een flitser kunt vermijden door naar buiten te gaan of de camera stil te houden (waardoor je zonder bewegen een tragere sluitersnelheid kunt gebruiken), of een tragere ISO-snelheid in te stellen (voor snellere sluitersnelheden), doe dat dan.
    • Als je niet wilt dat de flitser de primaire lichtbron wordt in de foto, stel die dan in om de juiste belichting te geven op een diafragma ongeveer een stop wijder dan die welke anders correct zou zijn en die je eigenlijk zou gebruiken voor de belichting (wat afhangt van de intensiteit van het omgevingslicht en de sluitersnelheid, wat niet boven de flitssynchronisatiesnelheid kan liggen). Dit kan worden gedaan door een specifieke stop te kiezen met een handmatige of elektronenflitser, of door "flitsbelichtingscompensatie" te gebruiken op een moderne camera.
  21. Kijk wat ze het best maakt en blijf de methodes gebruiken die de beste foto's opleverden. Wees ook niet bang om foto's weg te gooien. Wees meedogenloos; als je het geen erg mooie foto vindt, gooi hem dan weg. Als je, zoals de meeste mensen, een digitale camera gebruikt, kost het niets meer dan je tijd. Bedenk dat je, voor je ze verwijdert, veel kunt leren van je slechtste foto's; ontdek waarom ze er niet goed uitzien, en doe dat dan niet .
  22. 22
    Oefen, oefen, oefen. Neem heel veel foto's -- probeer je geheugenkaart te vullen (of gebruik zoveel film als je kunt laten ontwikkelen, maar gebruik geen film totdat je met een eenvoudige digitale camera veel goede foto's kunt maken: tot die tijd moet je nog veel fouten maken om van te leren, en het is prettig om ze gratis te maken en het meteen te zien, wanneer je meteen kunt ontdekken wat je deed en waarom het onder die omstandigheden verkeerd was). Hoe meer foto's je neemt, hoe beter je wordt, en hoe meer jij (en iedereen) van je foto's zal houden. Gebruik nieuwe of verschillende hoeken, en zoek nieuwe onderwerpen om te fotograferen, en blijf bezig; je kunt zelfs het meest saaie, alledaagse ding er geweldig laten uitzien als je het maar creatief genoeg fotografeert. Leer ook de grenzen van je camera kennen; hoe goed die presteert bij verschillende soorten licht, hoe goed autofocus presteert op verschillende afstanden, hoe goed die omgaat met bewegende onderwerpen, enzovoort.
    Advertentie

Tips

  • Om een interessante hoek te vinden op een toeristische plek, kijk je waar iedereen z'n foto neemt, en dan ga je naar een compleet andere plek. Je wilt niet dezelfde foto hebben als iedereen.
  • Haal je foto's zo snel mogelijk van je geheugenkaart af. Maak backups; maak zo mogelijk verschillende backups. Iedere fotograaf heeft weleens het verlies meegemaakt, of zal dat meemaken, van een mooie foto of foto's tenzij hij of zij deze gewoonte ontwikkelt. Dus maak backups!
  • Als je foto's maakt van kinderen, doe dat dan op hun niveau! Foto's waarbij je omlaag kijkt naar de bovenkant van een kinderhoofd zijn meestal nogal suf. Wees niet lui en ga op je knieën.
  • Installeer fotosoftware en leer hoe je het moet gebruiken. Zo kun je kleurbalans corrigeren, belichting aanpassen, je foto's bijsnijden en nog veel meer. De meeste camera's worden geleverd met software om deze eenvoudige aanpassingen te doen. Voor meer gecompliceerde handeling kun je Photoshop kopen, het gratis programma GIMP downloaden en installeren, of Paint.NET gebruiken, een gratis lichtgewicht fotobewerkingsprogramma voor Windows-gebruikers.
  • Als de camera een draagriem heeft, gebruik die dan! Houd de camera zo dat de riem zo ver mogelijk wordt uitgerekt, wat zal helpen de camera stabiel te houden. Het voorkomt ook dat je de camera laat vallen.
  • Koop een krant of een tijdschrift van National Geographic en kijk hoe professionele fotojournalisten verhalen vertellen met beelden. Je kunt ook kijken op fotosites als Flickr of deviantART voor inspiratie. Probeer Flickr's camerazoeker om te zien wat mensen doen met de goedkoopste compactcamera's. Kijk naar de Camera Data op deviantART. Maar besteed niet zo veel tijd aan het vinden van inspiratie dat je niet meer zelf naar buiten gaat.
  • Houd een notitieboekje klaar en schrijf op wat goed werkt en wat niet. Lees je notities regelmatig door terwijl je oefent.
  • Upload naar Flickr of Wikimedia Commons en misschien zie je op een dag je foto's terug op wikiHow!
  • Je camera maakt niet uit. Bijna elke camera kan onder de juiste omstandigheden goede foto's maken. Zelfs een moderne cameratelefoon is goed genoeg voor veel soorten foto's. [8] Leer de grenzen van je camera kennen en omzeil die; koop geen nieuwe apparatuur totdat je exact weet wat deze grenzen zijn, en zeker weet dat ze je hinderen.
  • Als je digitale foto's maakt is het beter om de foto onderbelicht te laten, want dit kan later worden gecorrigeerd met software. Detail in schaduw kan worden teruggehaald; opgeblazen highlights (de witte gebieden in een overbelichte foto) kunnen nooit worden teruggehaald, want er is niets om terug te halen. Bij film is het andersom; schaduwdetail is meestal slecht in vergelijking met digitale camera's, maar opgeblazen highlights zijn zeldzaam, zelfs bij gigantische overbelichting. [9]
Advertentie

Waarschuwingen

  • Als je foto's neemt van mensen, hun huisdieren, of zelfs hun huis, vraag dan toestemming. De enige uitzondering is als je een misdaad vastlegt. Het is altijd beleefd om te vragen.
  • Pas op als je foto's neemt van standbeelden, kunst, en zelfs architectuur; zelfs als het op openbare plekken staat, kan het in veel rechtsgebieden neerkomen op een overtreding van het auteursrecht in deze werken.
  • Beware of taking photographs of statues, artwork, and even architecture; even if it is located in public places, in many jurisdictions this can often constitute a violation of the copyright in these works. [10]
Advertentie

Benodigdheden

  • Een camera. Welke je ook hebt, of kunt lenen, zal goed genoeg zijn.
  • De grootste geheugenkaart die je kunt krijgen als je digitaal gaat, of anders zo veel film als je kunt laten ontwikkelen.

Bronnen

  1. Zie 5 Reasons to Take Your Camera Everywhere in 2008 .
  2. Zie voor meer informatie over witbalans How to Set White Balance door Ken Rockwell.
  3. Zie het [1] Wikipedia-artikel over het onderwerp] voor een meer uitgebreide uitleg.
  4. Van Seven Common Mistakes When Taking Digital Photos .
  5. Shutter speed and the difference between fast and slow shutter speeds .
  6. Bijvoorbeeld, als je een 300mm lens hebt, wil je een sluitersnelheid sneller dan 1/300ste seconde.
  7. Zie Ken Rockwell's pagina over synchronisatiesnelheid voor meer details hierover.
  8. Zie Waarom je camera er niet toe doet door Ken Rockwell.
  9. Zie Film vs. Digital voor een uitgebreidere discussie.
  1. See deze pagina op Wikipedia voor een bespreking van de wetten in Nederland en België.
  2. Google Picasa - Software voor het ordenen en bewerken van foto's
  3. 7 Common Mistakes When Taking Digital Photos
  4. http://library.thinkquest.org/28146/composition.html Bron

Over dit artikel

Deze pagina is 19.435 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie