PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Schaken is een ontzettend leuk en verslavend spel waarbij vaardigheden en strategieën nodig zijn. Het spel wordt al eeuwen door intellectuelen en academici gespeeld. Je hebt er wel degelijk verstand voor nodig, maar het betekent niet dat volwassenen het altijd zullen winnen van kinderen. Lees verder om dit eeuwenoude spel, dat als één van de beste bordspellen aller tijden wordt beschouwd, te leren spelen.

Deel 1
Deel 1 van 3:

Het spel, het bord, en de stukken begrijpen

PDF download Pdf downloaden
  1. Elk stuk beweegt mag op een andere manier bewegen. Hier zijn de namen van alle stukken. Ook wordt erbij verteld hoe ze zich kunnen voortbewegen (met één uit of twee uitzonderingen daargelaten, hier gaan we later op in).
    • De pion : Dit is het eenvoudigste stuk van het spel (je hebt er hier acht van). Pionnen mogen bij hun eerste zet één of twee vakjes opschuiven. Vervolgens mag het er telkens slechts een stap vooruit doen. De pion mag alleen aanvallen als er een ander stuk schuins tegenover staat. De pion mag niet naar achter bewegen.
    • De toren : Deze ziet eruit als een kasteeltoren. De toren kan zowel horizontaal als verticaal bewegen, en mag zoveel vakjes opschuiven als mogelijk. De toren kan stukken slaan die hij op zijn pad treft.
    • Het paard : Dit is het ingewikkeldste stuk. Het beweegt in een 'L'-vorm: hij mag twee stapjes horizontaal zetten, en vervolgens eentje verticaal; of twee stapjes verticaal, en vervolgens eentje horizontaal. In welke richting dan ook. Het paard is het enige stuk dat over andere stukken heen kan springen. Hij kan alleen stukken slaan waar hij op landt.
    • De loper : Dit stuk mag diagonaal bewegen, en mag een willekeurig aantal vakjes schuin afleggen. De loper kan ook alleen schuins aanvallen. Hij ziet eruit als de mijter van een bisschop.
    • De dame : Zij is het sterkste stuk van het hele spel (en heeft doorgaans een iets vrouwelijker kroontje dan de koning). Ze kan zowel horizontaal, verticaal, of diagonaal bewegen. Ook mag ze zo veel vlakjes oversteken als mogelijk is, en kan ze horizontaal, verticaal, en diagonaal aanvallen.
    • De koning : Ook hij kan zich in elke richting voortbewegen, maar hij mag slechts één stap per beurt zetten. De koning is het stuk dat je absoluut niet wilt verliezen. Doe je dat wel, dan verlies je het spel namelijk ook.
    • Onthoud de sterke punten van ieder stuk.
      • De koning is van onschatbare waarde, en moet beschermd worden.
      • De dame is het meest veelzijdige stuk van het spel, en is het meest geschikt om andere stukken mee te ondersteunen. Ze wordt ook vaak gebruikt om mee te "vorken". De dame is in feite een combinatie van een loper en een toren ineen. Op de koning na is de dame het meest waardevolle stuk.
      • Paarden zijn ook goed om mee te vorken, en zijn uitstekend geschikt om verrassingsaanvallen mee op te zetten. Hun bewegingspatroon wordt vaak niet goed gezien, waardoor beginnende spelers gauw verward kunnen raken.
      • Lopers fungeren het beste in een open positie. De meeste beginners onderschatten de kracht van de lopers echter, en benutten ze dus niet ten volste.
      • Torens zijn sterk, en kunnen lange afstanden afleggen. Ze werken het beste op open rijen.
      • Pionnen lijken misschien nogal onbeduidend, maar ze kunnen uitstekende vallen zetten. Zo kun je ze opofferen om waardevollere stukken te veroveren. Als je het goed speelt kan een pion zelfs de koning schaakmat zetten!
    TIP VAN EEN DESKUNDIGE

    Vitaly Neimer

    Internationaal schaakmeester
    Vitaly Neimer is internationaal schaakmeester en gecertificeerd professioneel schaakcoach, en heeft meer dan 25 jaar ervaring als schaker. Hij heeft meer dan 15 jaar ervaring als trainer en heeft lesgegeven aan meer dan 3500 leerlingen.
    Vitaly Neimer
    Internationaal schaakmeester

    Begrijp wat je doel is wanneer je leert schaken. Misschien wil je lid worden van een vereniging of misschien wil je wel grootmeester worden. Hoe je leert schaken hangt af van je doelen. Als je van plan bent om grootmeester of wereldkampioen te worden, schakel dan een coach in om je door het proces te leiden. Er zijn tevens boeken en YouTube-kanalen, en je kunt zelfs partijen bekijken op Twitch.

  2. Als je koning schaak staat, dan wordt hij aangevallen door een van de vijandelijke stukken. Als je koning schaak gezet wordt, dan moet je je direct daarop volgende zet gebruiken om het schaak op te heffen. Je kunt op drie manieren onder schaak vandaan komen:
    • Door je koning naar een veilig veld te bewegen. Een veilig veld is er een waar je koning niet schaak zal staan.
    • Door het schaakzettende stuk te slaan.
    • Door de aanval met een van je eigen stukken te blokkeren. Voor pionnen en paarden gaat dit advies niet op.
      • Als je niet één van bovenstaande kunt doen, en je koning staat dus nog steeds schaak, dan is er sprake van schaakmat en heb je verloren.
  3. Met schaken probeer je de koning van de tegenstander te veroveren; de tegenstander probeert jouw koning te pakken te krijgen. Dat is je primaire missie. Je secundaire missie is om je eigen koning te beschermen. Dit kun je door óf zoveel mogelijk van de vijandelijke stukken te veroveren, óf te voorkomen dat je eigen stukken geslagen worden.
    • Schaken is een spel van intelligentie en strategie. Er zijn veel regels en zetten die beginners niet direct zullen verwachten of begrijpen. Wees geduldig! Hoe meer je speelt, hoe leuker het wordt!
  4. Nu je de stukken kent, is het tijd om ze op het bord te zetten. Zet het bord zó neer dat elke speler in de rechterbenedenhoek een licht vlakje heeft. Zo zet je de stukken neer:
    • Zet alle stukken op de tweede rij voor je, zodat er een muur van pionnen tussen jou en je tegenstander staat.
    • Zet de torens in de hoeken van het bord.
    • Zet de paarden naast de torens, en de lopers weer naast de paarden.
    • Zet de dame op het overgebleven vakje dat overeenkomt met haar eigen kleur. Als je wit bent, dan dient je dame dus op een wit vakje te staan; als je zwart bent, dan moet je dame op een zwart vakje staan.
    • Zet de koning op het laatste overgebleven veld. Zorg ervoor dat de tegenstander zijn stukken op dezelfde manier neergezet heeft. De dames en de koningen dienen precies tegenover elkaar te staan.
  5. Elk vakje op het veld is een eigen letter en cijfer toegekend. Als iemand dus iets zegt als "Paard naar C3", dan heeft hij zijn paard naar vakje C3 bewogen. Zo werkt het. Het maakt verwijzen naar het spel een stuk eenvoudiger.
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 3:

Het spel spelen

PDF download Pdf downloaden
  1. De witte speler mag zelf een stuk uitkiezen waarmee hij wil beginnen. Hiermee zet hij de eerste aanval, de opening, op touw. Wit beweegt een stuk, en zwart reageert daar op. De opening is een van de belangrijkste onderdelen van het spel. Er is geen eenduidige manier die daarvoor het beste is—iedereen heeft een eigen stijl, en jij moet er zelf achter komen wat jouw stijl is. Maar er zijn wel wat dingen die je in je achterhoofd kunt houden:
    • Begin nog niet gelijk met aanvallen. De opening draait erom om je stukken naar de best mogelijke posities te begeven. Je wilt dat ze op goede en veilige vakjes komen te staan.
    • Normaal gesproken maak je de eerste, of de eerste twee, zetten met je pionnen. Richt je daarna op je krachtige stukken—je lopers, je paarden, de dame, en de torens. "De ontwikkeling" (je stukken naar actieve velden bewegen, zoals het midden van het bord) is niet voltooid voor al je stukken zijn bewogen.
    • Veel openingszetten hangen af van je tegenstander. Je moet gewoon even kijken hoe het spel zich ontvouwt. Observeer dus goed, en probeer erachter te komen wat zijn plan is. Schaken draait voornamelijk op het voorzien van, en anticiperen op bedreigingen.
  2. Als je wilt, natuurlijk. Veel beginners maken zich hier niet zo druk om. Maar als je nieuwsgierig bent hoe je het spel wat Franser kunt maken, of nog een beetje lastiger dan het al is, dan doe je dat zo:
    • Zoals je je kunt herinneren mag je pion, als hij voor het eerst beweegt, twee stappen voorwaarts doen. Stel dat je dat doet, en je landt daarmee naast de pion van je tegenstander. Op dezelfde rij dus. Als de beurt aan je tegenstander is, en alleen als die beurt direct op die van jou volgt, mag hij jouw pion en passant (in het voorbijgaan) slaan. Normaal gesproken mogen pionnen alleen een vakje schuins van hen aanvallen. Dit is een uitzonderlijk geval waarbij de pion in het voorbij gaan een andere pion mag slaan. De aanvallende pion zal landen op het vakje achter de geslagen pion.
    • Nogmaals, deze zet is alleen toegestaan als hij direct volgt op de tweestap van de andere pion. Als er een beurt overheen gaat, dan is de kans verkeken. Alleen pionnen mogen elkaar op deze manier slaan. Je kunt een dame of paard dus niet en passant slaan.

  3. En zo gaat het spel! Jij en je tegenstanders maken om de beurt een zet, proberen elkanders koning te veroveren, en slaan andere stukken in het voorbijgaan. Als jij je tegenstander's koning of dame onder druk kunt zetten, waardoor hij de verdedigende stellingen moet innemen, dan ben jij in het voordeel. Maar er zijn oneindig veel mogelijkheden om mee te winnen.
    • Soms lijkt het erop alsof je pionnen alleen maar in de weg staan. Geef niet aan de verleiding toe om ze gelijk op te offeren. Als je pion de overkant van het speelveld bereikt, dan is er sprake van pionpromotie. Hiermee mag je je pion promoveren tot welk ander stuk dan ook (alleen niet de koning!) Over het algemeen kiest men voor de dame, maar je mag natuurlijk ook een toren, loper, of paard kiezen. Als je stiekem een pion naar de overkant van het bord weet te loodsen, dan kun je het spelverloop volledig veranderen.
  4. Als jij je paard daar en daar zet, wat gebeurt er dan? Stelt het andere stukken bloot aan een mogelijke dreiging? Heb je tijd om aan te vallen, of heeft je koning (of misschien je dame) bescherming nodig? Wat is je tegenstander precies aan het bekokstoven? Hoe denk je dat het spel eruit zal zien over een paar zetten?
    • Dit is geen spelletje waarbij je je stukken klakkeloos maar overal neer kunt zetten. Al je zetten hebben invloed op het spel. Je kunt het aanvalsplan van je loper dwarsbomen door er een pion voor te zetten, bijvoorbeeld. Of de toren van de tegenstander kan je dame slaan als je je paard er niet voor zet. Bereid je volgende zet, en de zet daarna dus alvast goed voor. En probeer de zetten van je tegenstander ook in de smiezen te krijgen. Om te winnen moet je tactisch en strategisch te werk gaan!
    • Probeer ook altijd comeback-zet achter de hand te hebben. Je kunt het lot van je pion in de handen van een vijandelijke loper leggen, maar zorg er dan wel voor dat jij die loper op jouw beurt weer kunt slaan met je paard. Soms moet je weloverwogen opofferingen doen.
  5. Er is nog een speciale zet, waarbij de koning en een toren betrokken zijn. De rokade is de enige zet waarbij je twee stukken tegelijk mag verplaatsen. Samen met en passant slaan zijn dit de twee enige bijzondere zetten. Bij een rokade verplaats je de koning twee vakjes naar links of rechts, en verplaats je de toren naar de andere kant van de koning. De toren springt als het ware over je koning heen. Met een rokade bied je je koning extra bescherming, door deze beter in de bouwen. Bovendien stel je je toren in staat om aan het spel deel te nemen. Over het algemeen is het verstandig om te "rokeren".
    • Je kunt alleen rokeren als:
    • De koning noch de toren reeds verzet zijn
    • De koning niet schaak staat
    • Er geen andere stukken tussen de koning en de toren staan
    • De koning tijdens het rokeren geen veld passeert dat door een vijandelijk stuk bezet wordt
    • Je kunt met een rokade dus in één zet zowel je koning als je toren bewegen. Als je een korte rokade maakt zet je je koning twee vakjes naar rechts, en zet je je rechtertoren links van je koning (ook die beweegt dus twee vakjes). Als je een lange rokade maakt, dan beweeg je je koning twee vakjes naar links, en zet je je linkertoren recht van je koning (en maakt die dus drie stappen).
  6. Dit houdt in dat je de koning schaak gezet hebt, en dat er dit keer geen tijd is om te ontsnappen. Als dit gebeurt kun je "schaakmat" zeggen, maar het hoeft niet. Je tegenstander tikt nu zijn koning om, en het spel is uit.
    • Er kan ook een patstelling veroorzaakt worden—hiermee eindigt het potje in een remise. Je staat pat als je niet schaak staat, maar ook niet naar een ander veilig vakje kunt bewegen.
    • Er zijn nog een paar andere manieren waarop een spel in een remise kan eindigen.
      • Door overeenkomst. Als beide spelers erkennen dat ze niet kunnen winnen, of geen mogelijkheid zien waarop gewonnen kan worden, dan kunnen ze een remise overeenkomen.
      • Door herhaling. Als precies dezelfde bordstelling drie keer herhaald wordt, dan kan een remise aangevraagd worden. Bijvoorbeeld: als beide spelers steeds hun paard heen en weer zetten, dan is er sprake van remise.
      • Door de vijftigzettenregel. Als er in de laatste vijftig zetten geen stuk geslagen, en geen pion verzet is. Dit voorkomt dat spelers voor eeuwig door kan gaan, en dat gepoogd kan worden de tegenstander te vermoeien.
      • Door onvoldoende materiaal. Als beide spelers niet over voldoende materiaal beschikken om de koning schaakmat te zetten, dan wordt een remise getrokken. Alleen een paard en een koning kunnen er bijvoorbeeld niet voor zorgen dat de eenzame vijandelijke koning schaakmat gezet wordt.
      • Als er alleen nog twee koningen op het bord staan. Dit is een voorbeeld van onvoldoende materiaal. Een koning kan niet namelijk niet de andere koning schaakmat zetten zonder zichzelf schaak te zetten. Het spel eindigt in een remise.
    Advertentie
Deel 3
Deel 3 van 3:

Strategie toepassen

PDF download Pdf downloaden
  1. Blijf niet alleen je paard gebruiken om de ander schaak mee te zetten. Gebruik je hele leger! Een van de grootste beginnersfouten is om slechts een paar stukken in het spel te betrekken. Als daar sprake van is, dan zal het voor je tegenstander makkelijker worden om jouw stukken te slaan. Houd het bord levendig, en houd je tegenstander scherp.
    • In de opening kun je een paar pionnetjes naar voren zetten, om je andere stukken in staat te stellen om te bewegen. Zodoende kunnen meerdere stukken de eerste rij oversteken, en gemakkelijk in het spel betrokken worden. Hierdoor krijg je meer aanvalskracht.
  2. Aangezien de meeste stukken zowat elke kant op kunnen bewegen is het voordelig om het midden van het bord onder controle te krijgen. Als je het centrum domineert, dan zijn je stukken mobieler dan als ze aan de zijkant of in een hoek gepositioneerd staan. Het paard, bijvoorbeeld, heeft slechts twee opties als hij in de hoek staat; hij heeft acht mogelijkheden als hij op een centraal vlak staat. Probeer het centrum zo snel mogelijk onder controle te krijgen.
    • Hierom openen de meeste mensen het spel met hun middelste pionnen. Pas wel op dat je je koning niet aan dreiging blootstelt. Let op dat je niet voortijdig schaakmat gezet wordt door een goed opgestelde loper of dame!
  3. Dit spreek voor zich. Toch geven de meeste mensen, en zelfs grootmeesters(!), hun stukken soms te gemakkelijk op. Als je ze echt weg moet geven, probeer dan om zelf een ander stuk te kunnen pakken. Ruil stukken voor elkaar in. Geef er nooit zo maar eentje weg. Al je stukken zijn waardevol, je dame, maar je pion ook. Er is ook een puntensysteem. Hoe waardevoller een stuk is, hoe meer punten het waard is: [1]
    • Een pion is 1 punt waard
    • Een paard is drie punten waard
    • Een loper is drie punten waard
    • Een toren is vijf punten waard
    • Een dame is negen punten waard
      • De koning is van onschatbare waarde. Als je hem namelijk verliest, dan verlies je daarmee gelijk het spel.
  4. Hier dien je speciale aandacht aan te besteden. Als je niets anders doet—als je niet het type bent dat vol voor de aanval wilt kiezen—dan moet je je koning beschermen. Probeer je koning in een hoek te zetten door te rokeren. Bouw een fort van stukken om hem heen. Zorg ervoor dat hij een vakje heeft om naartoe te vluchten, voor het geval dat je tegenstander hem schaak wil zetten. Je wilt liever dat je tegenstander op de vlucht moet slaan, en dat hij niet zo snel mogelijk aan zal vallen.
    • Je koning kan zelf niet zoveel uitrichten. Maar hij kan zijn hachje wel redden. In de openings- en middelfase van het spel, heeft hij altijd ten minste een of twee andere stukken nodig om hem voor 'schaak' te kunnen behoeden. In de eindfase van het spel, als er nog maar een paar stukken en pionnen over zijn, dan wordt de koning een vechtstuk. Zet hem in die fase zo centraal mogelijk.
    Advertentie

Tips

  • Ga niet te gauw op zoek naar schaakmat. De kans is groot dat je tegenstander je hiervoorzal afstraffen.
  • Deze richtlijnen zijn niet in steen gebeiteld. Er is geen enkele specifieke manier waarop je zult winnen.
  • Soms kan rokeren een desastreuze zet zijn, die eindigt in schaakmat. En soms kan een rokade ervoor zorgen dat jij je tegenstander 'mat' zet! Beoordeel zelf of je positie geschikt is, en zet je beste beentje voor.
  • De middelste vier vakjes van het bord zijn de beste. Als je je stukken op deze vlakken hebt weten te zetten, dan kunnen ze meer dreiging vormen dan wanneer ze aan de zijkant gekluisterd zijn. Door het aantal mogelijke zetten te vergroten, beperk je de opties voor je tegenstander.
  • Leer een aantal veelvoorkomende vallen. Probeer stiekem een val te zetten voor je tegenstander, maar leer ook hoe je kunt voorkomen dat je er zelf in trapt!
  • Leer van je fouten. Als beginner zul je ongetwijfeld wat vergissingen maken. Zelfs de allerbeste grootmeesters maken blunders, en verliezen daardoor potjes.
  • Let goed op de zetten van je tegenstander. Zij bepalen wat jij dient te doen. Het gaat niet om het plan dat jij in je hoofd had, het gaat erom wat je tegenstander doet.
  • Probeer altijd zo veel mogelijke geavanceerde stukken in het centrum te hebben staan. Hoe meer pionnen je achter laat, hoe beter je je koning ermee kunt beschermen.
  • Raak niet gefrustreerd als je vaak verliest. Leren schaken vergt tijd. Veel van de beste schaakmeesters hebben minstens tien jaar ervaring!
  • Je ontwikkeling is voltooid als je koning gerokeerd heeft, je lopers en paarden niet op hun beginposities staan, en je torens met elkaar verbonden zijn.
  • Beweeg je pionnen wijselijk. De pion kan immers niet terugkeren naar de plaats waar hij eerder stond. Ze zijn nagenoeg statisch, en kunnen de speelstijl bepalen.
Advertentie

Waarschuwingen

  • Schaakstukken kunnen gevaarlijk zijn als ze door kinderen ingeslikt worden.
  • Snelschaak is niet voor beginners. Het is moeilijk, competitief, en enorm frustrerend voor mensen die pas met het spel begonnen zijn.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 13.141 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie