PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Kunnen bepalen in welke toonsoort een nummer of muziekstuk staat is een waardevolle muzikale vaardigheid. Door de toonsoort te kennen kun je de muziek transponeren (de toonsoort wijzigen) zodat die beter past bij je stem. Het geeft je de mogelijkheid om te experimenteren met het geven van een andere klank aan een nummer (een goede vaardigheid bij het maken van een interessante cover van een nummer). Om de toonsoort van een nummer of muziekstuk te kunnen bepalen zal je wat basiskennis moeten hebben van muziektheorie. Een piano is het beste instrument om te gebruiken bij het geven van voorbeelden voor het begrijpen en uitleggen van deze concepten.

Deel 1
Deel 1 van 3:

Bekend raken met een paar muzikale begrippen

PDF download Pdf downloaden
  1. Halve afstanden en hele toonsafstanden zijn beide intervallen , ofwel de afstand tussen twee noten. Dit zijn de bouwblokken van toonladders. [1]
    • Een toonladder is een groep noten in oplopende volgorde. Ze zijn verspreid over een octaaf , een reeks van acht noten (afgeleid van het Latijnse woord octavus of acht). Bijvoorbeeld, de majeur toonladder in C gaat als volgt C D E F G A B C. De onderste noot van een toonladder heet de 'tonica' of grondtoon.
    • Als je de bovenstaande toonladder voorstelt als een daadwerkelijke ladder, dan is elke halve toonsafstand een trede boven de vorige. Dus is de afstand tussen B en C een halve toonsafstand omdat er geen andere treden tussen liggen. (Op een piano zijn de B en C de witte toetsen die direct naast elkaar liggen, zonder een zwarte toets ertussen.) De afstand van C naar D is echter een hele toonsafstand, omdat er een extra trede aanwezig is tussen die noten op de ladder (bijv. de zwarte toets op de piano tussen de C en D-toets is een C# of een Db).
    • In de C majeur toonladder zijn de enige halve toonsafstanden die tussen de B en C en tussen E en F. Alle andere intervallen zijn hele afstanden, omdat de C majeur toonladder geen kruis (#) of mol bevat (â™­).
  2. De majeur toonladder volgt altijd hetzelfde patroon van hele toonsafstanden (1) en halve toonsafstanden (½): 1 - 1 - ½ - 1 - 1 - 1 - ½. Dus is de C majeur toonladder de reeks C D E F G A B C. [2]
    • Je kunt elke andere majeur toonladder maken door de beginnoot te veranderen – de grondtoon -- en dezelfde intervalreeks te volgen.
  3. Mineur toonladders zijn wat complexer dan majeur toonladders en kunnen diverse patronen volgen. De meest gebruikte volgorde van noten voor mineur toonladders is de natuurlijke mineur toonladder. [3]
    • De natuurlijke mineur toonladder kent een patroon van hele en halve toonsafstanden die als volgt verloopt: 1 - ½ - 1 - 1 - ½ - 1 - 1.
    • Je kunt deze toonladderreeks transponeren (naar een andere toonhoogte omzetten) door op een andere noot te beginnen en vanaf de grondtoon volgens dezelfde intervallen omhoog te werken.
  4. Tertsen en kwinten zijn bepaalde intervallen (afstanden tussen de noten) die zeer veel voorkomen in muziek. Ze zijn handig voor het bepalen van de toonsoort van de muziek. Mineur-intervallen hebben een halve toonsafstand minder dan majeur intervallen, waardoor de klank ervan verandert. [4]
    • Een terts wordt gevormd door het interval tussen de eerste noot in de ladder en de derde noot. Een grote terts kent twee hele toonsafstanden tussen de noten, terwijl een kleine terts drie halve toonsafstanden kent.
    • Een kwint wordt gemaakt door de eerst noot van de ladder en de vijfde noot. Een 'reine' kwint heeft zeven halve toonsafstanden.
    • In het nummer 'Hallelujah' van Leonard Cohen wordt gezongen over de intervallen, in de volgende regel: 'It goes like this, the fourth, the fifth, the mineur fall, the majeur lift, the baffled king composing ‘Hallelujah’.' In veel popmuziek (vaak geschreven in C majeur), is een bijzonder prominente akkoordenprogressie die van de 'vierde' naar de 'vijfde' wat een 'opgewekt' klinkende beweging is. In het nummer worden de woorden 'minor fall' begeleid door een mineurakkoord, en de woorden 'major lift' door een majeurakkoord.
  5. Een standaard akkoord is opgebouwd uit drie noten, een drieklank , welke in tertsen zijn gerangschikt (zie Stap 4). Deze akkoorden zijn meestal gebaseerd op een toonladder, zoals de C majeur. Majeurakkoorden hebben twee hele toonsafstanden tussen de eerste en tweede noten van de drieklank. Een majeurakkoord bevat een grote terts (derde) en een reine kwint (vijfde). De eerste noot van een akkoord heet de grondtoon van het akkoord. [5]
    • Bijvoorbeeld, om een akkoord te maken op basis van een C majeur toonladder, kun je beginnen in C, de 'tonica', en deze gebruiken als de 'grondtoon' van je akkoord. Ga vervolgens verder met de derde/terts van die toonladder (4 halve toonsafstanden omhoog) naar de E, en daarna naar de vijfde/kwint van die toonladder (3 halve toonsafstanden verder omhoog naar de G). De drieklank van het majeurakkoord is dus C - E - G.
  6. De klank van de meeste akkoorden wordt bepaald door de derde noot, de terts of middelste noot in de drieklank. Mineurakkoorden hebben drie halve toonsafstanden tussen de eerste en tweede noot van de drieklank, tegenover de vier halve toonsafstanden (of twee hele toonsafstanden) van majeurakkoorden. Een mineurakkoord bevat een kleine terts en een reine kwint. [6]
    • Bijvoorbeeld, als je je vingers een toonsoort hoger speelt vanaf de 'grondtoon' van het C majeurakkoord, dan speel je dit akkoord: D - F - A. Dit akkoord heet een D mineurakkoord, omdat de interval tussen de eerste en tweede noten van het akkoord (D en F) 3 halve toonsafstanden is.
  7. Deze akkoorden komen minder vaak voor dan de majeur- en mineurakkoorden, maar worden soms gebruikt om bepaalde effecten te creëren. Vanwege de verandering van bekende drieklanken, creëren ze een melancholische, onheilspellend of zelfs spookachtig gevoel in de muziek. [7]
    • Het A verminderd-akkoord bevat een kleine terts en een verminderde kwint (een kwint die met een halve toonsafstand is verlaagd). Bijvoorbeeld, een verminderd C akkoord is als volgt opgebouwd: C - Eâ™­ - Gâ™­.
    • Een overmatig akkoord bevat een grote terts en een overmatige kwint (een kwint die met een halve toonsafstand is verhoogd). Bijvoorbeeld, een overmatig C akkoord ziet er dan uit als: C - E - G#.
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 3:

Noten lezen om de toonsoort te bepalen

PDF download Pdf downloaden
  1. Heb je gedrukte bladmuziek, dan kun je de sleutel van een nummer herkennen door naar de voortekens te kijken. Dit zijn de markeringen tussen de voortekens (hetzij de vioolsleutel of de bassleutel) en de maat (de cijfers die eruit zien als een breuk). [8]
    • Hier zie je hetzij een kruis # (voor de verhoogde noten) of een mol â™­ (voor de verlaagde noten)
    • Zie je geen # of â™­, dan staat het nummer in C majeur of A mineur.
  2. Bij voortekens met mollen, is de toonsoort de op een na laatste mol (de tweede van rechts) van links naar rechts gezien.
    • Bij een nummer met mollen Bâ™­, Eâ™­ en Aâ™­, is Eâ™­ de op een na laatste mol, en dus staat het muziekstuk in de toonsoort E mol.
    • Staat er slechts één mol, dan staat het nummer in D mineur of F majeur.
  3. Bij voortekens met kruisen, is de toonsoort de noot een halve toonsafstand omhoog vanaf het laatste kruis.
    • Wanneer een nummer de kruisen F# en C# heeft, dan is de volgende noot omhoog vanaf de C#, de D, en dus staat het stuk in D.
  4. Speel je gitaar, dan maak je waarschijnlijk liever gebruik van akkoorddiagrammen wanneer je nieuwe muziek wilt leren spelen. Veel nummers beginnen en eindigen met het akkoord welke past bij de voortekens. Als een muziekstuk eindigt met een D akkoord, dan staat het waarschijnlijk in de toonsoort D.
    • De drie basisakkoorden in de toonsoort C majeur zijn C majeur (C - E - G), F majeur (F - A - C), en G majeur (G - B - D). Deze drie akkoorden vormen de basis van veel popnummers.
  5. Door een paar van de meer gebruikelijke toonladders te leren binnen het soort muziek dat je speelt, kun je achterhalen in wat voor toonsoort een nummer staat. De noten in je akkoord passen allemaal in de toonladder.
    • Bijvoorbeeld, het F majeurakkoord is F - A - C, en elk van deze noten hoort bij de C majeur toonladder, dus hoort het F majeurakkoord in de toonsoort C.
    • Het A majeurakkoord (A - C#- E) zit niet in de toonsoort C, omdat de C majeur toonladder geen kruisen heeft.
  6. De meeste populaire muziek gebruikt slechts een paar veel gebruikte toetsen, omdat die het gemakkelijkst zijn om op de gitaar of piano te spelen, (die vaak worden gebruikt als begeleiding).
    • C is verreweg de meest gangbare toonsoort voor popnummers. [9]
    • Zoek in de muziek naar de volgende noten die samen de C majeur toonladder vormen: C - D - E - F - G - A - B – C. Passen de noten van de muziek bij de noten in de toonladder? Is het antwoord 'Ja', dan staat het nummer waarschijnlijk in C.
  7. Vergeet niet dat muziek soms ook voortekens bevat, de noten met een â™­, # of een herstellingsteken, ook al geven dergelijke voortekens niet aan dat die noot altijd een â™­, # of een herstellingsteken krijgt.
    • Voortekens in de muziek wijzigen niets aan de toonsoort van het muziekstuk.
    Advertentie
Deel 3
Deel 3 van 3:

De toonsoort op het gehoor achterhalen

PDF download Pdf downloaden
  1. De tonica, of de eerste noot van de toonladder, klinkt zo ongeveer overal in het nummer wel goed. Met behulp van een piano of je eigen stem, speel je één noot per keer, tot je een noot aanslaat die precies goed 'voelt' bij het nummer. [10]
  2. Door andere noten in de drieklank te spelen kun je horen of het akkoord lijkt te passen in het nummer. Speel de kwint boven de noot waarvan je denkt dat het bij de tonica is. De kwint hoort ook zo te klinken alsof het in het grootste deel van het nummer past, omdat het de op een na meest stabiele noot is van een toonladder.
    • Speel de noot op een halve toonsafstand onder de tonica, ook wel de zevende noot of de septiem. Er klinkt spanning door in de context van het nummer, alsof deze noot graag op wil lossen in de tonica.
  3. Speel de noot een grote terts omhoog vanaf de tonica. Als deze noot past binnen het nummer, dan is de kans groot dat het in een majeur-toonsoort staat. Zo niet, speel dan een kleine terts (3â™­) en luister of dit beter past.
    • Probeer het verschil te horen tussen een majeur- en een mineurakkoord, door de volgende drieklank te spelen: C – E – G is een majeurakkoord met C als de tonica. Verander de E nu in Eâ™­. C - Eâ™­- G. Luister naar het verschil in gevoel en toon.
    • Je kunt mogelijk raden of het een majeur of mineur is, simpelweg door hoe het nummer aanvoelt, omdat in de Westerse muziek nummers in een mineur-toonsoort verdrietig of bedachtzaam overkomen.
  4. De meest gebruikte akkoorden van een toonladder horen ook voor te komen in de reeksen van het muzieknummer. Een veel gebruikte toonladder is de G majeurladder, die het patroon van een majeur toonladder volgt: G - A - B - C - D - E - F#- G. De akkoorden ervan zijn G majeur, A mineur, B mineur, C majeur, D majeur, E mineur en F# verminderd.
    • Nummers in de toonsoort G majeur zullen akkoorden hebben die met deze noten overeenkomen.
    • Bijvoorbeeld, het nummer van Green Day, '(Good Riddance) Time of Your Life' begint met een G majeurakkoord (G - B - D), welke gevolgd wordt door een C majeurakkoord (C - E - G). Deze akkoorden staan beide in de G majeur toonladder, en dus staat het nummer in de toonsoort G majeur. [11]
  5. Let op de nummers die je gemakkelijk vindt om mee te zingen, versus nummers die ongemakkelijk aanvoelen omdat ze te hoog of te laag zijn. Let op de toonsoort toetsen van nummers die gemakkelijk zijn om te zingen en muzieknummers die moeilijk zijn om te zingen.
    • Na verloop van tijd zal je je gaan realiseren dat sommige toonsoorten gemakkelijk binnen dat bereik vallen, terwijl bij andere toonsoorten het moeilijker voor je kan zijn om alle noten te halen. Hiermee kun je een redelijke inschatting maken over de toonsoort, voor je ook maar begint met het uitkiezen van een instrument.
  6. Maak een afspeellijst van een aantal van je favoriete nummers om mee te zingen, of gebruik de radio om te proberen in welke toonsoort het nummer staat. Wellicht begin je patronen te onderscheiden. Nummers die in dezelfde toonsoort staat kunnen dan herkenbaar worden.
    • Houd een lijst bij van de nummers die je hebt bestudeerd, en sorteer die op toonsoort.
    • Luister achter elkaar naar verschillende nummers in dezelfde toonsoort, om een gevoel te krijgen voor die toonsoort.
    • Luister naar het contrast tussen nummers in verschillende toonsoorten, om na te gaan of je gehoor het verschil op kan pikken.
  7. De basis van de muziektheorie begrijpen is een uitstekend idee wanneer je je eigen nummers wilt schrijven of de muzieknummers van anderen aan je eigen stijl wilt aanpassen, maar soms heb je gewoon even een snelle toonsoort-controle nodig. Er zijn een aantal apps voor je mobiel en websites die je kunnen helpen bij het bepalen van de toonsoort van een nummer. [12]
    • Een zoektocht naar de naam van een nummer en de toonsoort, kan je al snel een antwoord opleveren.
    • Wanneer je begint met leren hoe je op gehoor een toonsoort kunt herkennen, is het een goed idee om goed te controleren of je antwoord wel klopt.
    Advertentie

Tips

  • In dit artikel staan veel verwarrende termen uit de muziektheorie, maar zodra je toonladders en akkoorden op een echt instrument gaat oefenen, zal het veel duidelijker worden.
  • Luister naar een nummer waar je de toonsoort van kent, en probeer de akkoorden in dat nummer eruit te halen. Hoe meer je oefent en je 'oor' verfijnt, des te gemakkelijker het zal worden om de toonsoort van het nummer te achterhalen.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 19.607 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie