Pdf downloaden
Pdf downloaden
Een regelmatige zeshoek of hexagoon heeft zes gelijke zijden en zes gelijke hoeken. Je kunt een perfecte, regelmatige zeshoek tekenen met een liniaal en een passer. Een wat ruwere versie met een rond voorwerp en een liniaal en natuurlijk één uit de losse pols met alleen een potlood. Als je wilt weten hoe je op verschillende manieren een regelmatige zeshoek kunt tekenen, hoef je alleen maar de volgende stappen te volgen.
Stappen
-
Teken een cirkel met een passer. Vouw de benen van de passer zover uit elkaar als nodig is voor de maat van de zeshoek die je wilt tekenen. Plaats nu de scherpe punt van de passer midden op je papier en trek met de potloodkant een cirkel op je papier, door de passer rond te draaien.
- Soms is het makkelijker om eerst een halve cirkel in de ene richting te tekenen, terug te gaan naar het beginpunt en dan een halve cirkel in de andere richting te tekenen.
-
Haal nu de scherpe punt van je passer uit het papier en zet hem op de cirkel die je net hebt getekend. Verander niets aan de instelling van je passer.
-
Draai nu met je passer zo dat je een streepje zet op de cirkel die je zojuist hebt getekend. Vergeet niet dat je niets mag veranderen aan de instelling van je passer, de hoek moet hetzelfde blijven.
-
Verplaats de scherpe punt van je passer nu naar het streepje dat je op je cirkel hebt gezet, precies op het kruispunt.
-
Zet nu een tweede streepje. Zet de streepjes steeds in dezelfde richting. Als je met de klok mee ging, met de klok mee. Als je tegen de klok in ging, tegen de klok in.
-
Zet de laatste vier streepjes. Als het goed is eindig je daar waar je begonnen bent. Is dit niet het geval, dan kan het zijn dat je passer niet de hele tijd in dezelfde stand is blijven staan.
-
Verbind de punten met een liniaal. De zes plekken waar je met je passer streepjes op de cirkel hebt gezet, zijn de hoekpunten van je zeshoek. Gebruik een potlood en een liniaal om iedere punt met een rechte lijn met zijn buurman te verbinden.
-
Gum nu alle hulplijnen uit. Dus, de cirkel en alle streepjes die je hebt gezet om de hoekpunten aan te geven. Als je alle hulplijnen hebt uitgegumd houd je, als het goed is, je perfecte, regelmatige zeshoek over.Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 3:
Tweede Methode: Teken een ruwe zeshoek met een rond voorwerp en een liniaal
-
Teken een cirkel door met een potlood langs een glas te gaan dat je midden op je papier hebt gezet. Je kunt hiervoor ook andere ronde voorwerpen gebruiken, zoals een beker, een glazen pot of een schoteltje. Het is belangrijk dat je een potlood gebruikt, want deze lijn gum je straks weer uit.
-
Teken een horizontale lijn door het midden van je cirkel. Hiervoor kun je een liniaal, boek of iets anders met een rechte rand gebruiken. Als je een liniaal hebt, kun je het midden vinden door te kijken waar de cirkel het wijdst is en die waarde door twee te delen.
-
Teken een X over de gehalveerde cirkel, waardoor je hem in zes gelijke stukken verdeeld. Aangezien je al een lijn door het midden van de cirkel hebt lopen, zal de X breder moeten zijn dan hij hoog is om de parten even groot te laten zijn. Zie het maar als een taart die je in zes gelijke stukken verdeeld.
-
Maak nu van alle zes de delen driehoeken. Dit doe je door met een liniaal een rechte lijn te trekken die de andere twee zijden van de driehoek met elkaar verbindt. Herhaal dit zes keer.
-
Gum je hulplijnen uit. De hulplijnen zijn de cirkel en de drie lijnen die je cirkel in zes gelijke stukken verdeelden.Advertentie
Methode 3
Methode 3 van 3:
Derde Methode: Teken een vrije, ruwe zeshoek met alleen een potlood
-
Teken een horizontale lijn. Om een rechte lijn zonder liniaal te tekenen, teken je een begin en eindpunt voor de lijn. Dan plaats je je potlood op het beginpunt en trek je de lijn, terwijl je het eindpunt goed in de gaten houdt. Je kunt zelf bepalen hoe lang je de lijn maakt.
-
Teken twee diagonale lijnen vanaf beide eindpunten van je horizotale lijn. De linker diagonaal wijkt naar links, de rechter naar rechts. Deze lijnen vormen een hoek van 120 graden met je horizontale lijn. Alle drie de lijnen moeten even lang zijn.
-
Teken nog twee diagonale lijnen die beginnen bij de eindpunten van de eerste twee diagonalen. Je laat ze spiegelen aan de eerste twee. Dus, waar de eerste twee diagonalen naar buiten gericht waren, zijn deze twee naar binnen gericht. Laat deze twee diagonalen elkaar niet dichter naderen dan de lengte van de eerste horizontale lijn. Blijf ervoor zorgen dat alle lijnen even lang zijn.
-
Teken nu weer een horizontale lijn die de laatste twee diagonalen met elkaar verbindt, het liefst parallel aan je eerste horizontale lijn. Nu is je regelmatige zeshoek klaar.Advertentie
Tips
- Als je bij de passermethode om het andere punt met elkaar verbindt, in plaats van alle zes, houd je een gelijkzijdige driehoek over.
- De potloodpunt van je passer moet altijd goed scherp zijn, zodat je precies kunt werken en onnauwkeurigheidsfouten kunt voorkomen
Advertentie
Waarschuwingen
- Een passer heeft een scherpe punt; wees voorzichtig, om verwondingen te voorkomen.
Advertentie
Waarom Dit Werkt
- Elke methode werkt om een regelmatige zeshoek te creëren door 6 gelijkzijdige driehoeken te tekenen, waarvan de zijden net zo lang zijn als de straal van de cirkel. De zes stralen hebben allemaal dezelfde lengte en de zes verbindingslijnen zijn net zolang als de straal, omdat je de hoek van de passer niet veranderd hebt. Omdat de zes driehoeken allemaal gelijkzijdig zijn, zijn de hoeken tussen de stralen (in het midden van de cirkel) allemaal 60 graden. De hoeken aan de buiten kant van de zeshoek zijn dus 120 graden.
Benodigdheden
- Papier
- Potlood
- Liniaal
- Een passer of een glas/beker
- Een onderlegger voor onder je papier, zodat je de punt van de passer stevig kunt neerzetten.
- Gum
Advertentie