Pdf downloaden
Pdf downloaden
Een stokje met een haakje eraan en een berg garen lijken niet veel bijzonders, maar als je begint met haken zijn de mogelijkheden eindeloos. Volg deze simpele aanwijzingen om te leren haken en binnen de kortste keren maak je truien, sjaals en theedoeken als de beste!
Stappen
-
Ken je verschillende garens. Je kunt met allerlei verschillende garens haken. Welk garen je kiest hangt af van het soort werkstuk dat je gaat maken. Als je nu voor het eerst begint met haken, kun je het beste kiezen voor een simpel garen van katoen of zacht acryl. Kies garen met een effen kleur. Dan kun je, nu je nog weinig ervaring hebt, beter zien hoe de steken eruit zien. Bij garen met afwisselende kleuren is dat moeilijker. [1] X Bron- Zacht acrylgaren: Dit soort garen is minder duur dan andere soorten, daarom is het erg geschikt voor beginners die nieuwe patronen willen leren. Voor werkstukken die je cadeau wilt geven kun je beter niet de allergoedkoopste soorten nemen; die kunnen soms nogal kriebelig zijn (en niemand wil een kriebelsjaal!).
- 100% katoenen garen. Katoen is geschikt om werkstukken te maken die vaak gewassen zullen worden, zoals bijvoorbeeld theedoeken. Katoen is absorberend en makkelijk te wassen.
- Fantasiegaren: Hier zijn heel veel soorten van, en het is meestal ook het duurst. Fantasiegaren kan gemaakt zijn van heel zachte dunne wol waarmee je heerlijk zachte truien en sjaals kunt maken. Houd er wel rekening mee dat dit soort garen niet zo goed tegen de was kan als katoen.
-
Kijk op de wikkel van het garen voor de maat van je haaknaald. Tegenwoordig hebben bijna alle garens een wikkel waarop staat welke maat haaknaald geschikt is. Als je nog geen haaknaalden hebt en je voor het eerst gaat haken, koop dan de maat haaknaald die wordt aanbevolen voor het garen waarmee je wilt gaan werken. De maat van haaknaalden wordt aangegeven in millimeters of inches.
- Hoe dikker de haaknaald, des te dikker het garen dat je gebruikt.
-
Houd de haaknaald vast zoals dat voor jou prettig voelt. Er is niet één ‘goede manier’ om een haaknaald vast te houden. Er zijn twee basismethodes die je ook kunt spiegelen naar gelang je links- of rechtshandig bent. Een verkeerde greep kan tot een verkrampte hand leiden. [2] X Bron
- De bovenhandse greep: Houd de haaknaald zo vast dat de steel tegen je handpalm rust. Je hand is boven de haaknaald, en je duim en wijsvinger rusten aan weerskanten van de duimgreep (het platte stukje in de steel).
- De onderhandse greep: Houd de haaknaald vast zoals een potlood. Je hand is onder de haaknaald en je duim en wijsvinger rusten aan weerskanten van de duimgreep.
Advertentie - De bovenhandse greep: Houd de haaknaald zo vast dat de steel tegen je handpalm rust. Je hand is boven de haaknaald, en je duim en wijsvinger rusten aan weerskanten van de duimgreep (het platte stukje in de steel).
-
Maak een proeflapje. Als je nog niet zoveel ervaring hebt, kan je draadspanning variëren. Maak daarom een proeflapje, voordat je aan een werkstuk begint. Met een proeflapje oefen je een bepaalde steek zonder direct echt iets te maken. Je bent dan gewoon bezig met het oefenen van de steek en ondertussen aan het uitvinden hoe strak of los je de steek het liefst wilt hebben.
-
Een losse haken. Ieder haakproject begint met lossen. In patronen wordt dit meestal afgekort als l. Oefen door 10 tot 15 minuten een ketting van lossen te haken tot het je lukt het garen zo vast te houden dat het niet te los of te strak wordt.
- Maak een beginlus om de haaknaald en sla de draad om de naald. Om een beginlus te maken, leg je een lus in je garen met het losse eind van de draad achter de lus. Steek de haaknaald door de lus onder de losse draad door en dan weer terug door de lus. Trek de draad aan, daardoor wordt de lus om de haaknaald strakker en vormt zich de beginlus. [3]
X
Bron
- Houd (als je met rechts haakt) met duim en middelvinger van je linkerhand de schuiflus op zijn plaats. Gebruik je linkerwijsvinger om de draad van achter naar voor om de voorkant van de haaknaald te leiden. Trek dan met de haak de draad door de lus op de haaknaald; je hebt nu één losse gehaakt. Herhaal deze stappen om een ketting van lossen te haken. [4] X Bron
- Maak een beginlus om de haaknaald en sla de draad om de naald. Om een beginlus te maken, leg je een lus in je garen met het losse eind van de draad achter de lus. Steek de haaknaald door de lus onder de losse draad door en dan weer terug door de lus. Trek de draad aan, daardoor wordt de lus om de haaknaald strakker en vormt zich de beginlus. [3]
X
Bron
-
Een halve vaste haken (afgekort hv. ). Deze steek wordt gebruikt om delen aan elkaar vast te maken, steken af te hechten, hoeken te versterken of garen mee te nemen naar een nieuwe start zonder extra hoogte toe te voegen.
- Maak een ketting van 6 lossen. Steek de haaknaald door de eerste losse die je hebt gehaakt. Hierdoor ontstaat een ring. (De eerste losse ligt het verste van je naald af, het is immers de eerste die je gehaakt hebt). [5]
X
Bron
- Sla de draad van achter naar voren rond de naald met je linkerhand (als je met rechts haakt). Draai de haaknaald een beetje zodat het puntje van de haak aan de voorkant zit.
- Trek draad en haak terug door de steek en ook door de lus op de haaknaald. Je hebt nu een halve vaste gehaakt.
- Maak een ketting van 6 lossen. Steek de haaknaald door de eerste losse die je hebt gehaakt. Hierdoor ontstaat een ring. (De eerste losse ligt het verste van je naald af, het is immers de eerste die je gehaakt hebt). [5]
X
Bron
-
Een vaste haken (v. ). Trek een nieuwe omslag door de losse (maar niet door het lusje dat al op de haaknaald staat). Nu heb je als het goed is twee lussen op de haaknaald staan. Trek nu een nieuwe omslag door allebei de lussen op de haaknaald, je houdt nu weer één lus over. Herhaal deze stappen.
- Een vaste is een nogal compacte steek en geeft een tamelijk dicht resultaat.
- Stokjes. Stokjes zijn erg geschikt om truien en sjaals te haken omdat ze een beetje losser zijn dan andere steken, dus je trui wordt soepeler.
- Maak een ketting van 15 lossen. Sla de draad van voor naar achter over de haaknaald. Steek je naald in tussen de eerste twee voorste lusjes en onder de vierde losse vanaf de haaknaald. Sla opnieuw de draad om de naald.
- Trek de omslag door de losse door de haaknaald voorzichtig door de losse te leiden. Als het goed is heb je nu drie lussen op de haaknaald staan.
- Maak een omslag, trek deze door de eerste twee lussen op je naald. Maak weer een omslag en trek die door de laatste twee lussen op je naald. Je hebt nu je eerste stokje gemaakt. Herhaal deze stappen.
Advertentie
-
1Een keerlus maken. Keerlussen komen van pas als je van richting wilt veranderen met je steken.
-
2In het rond haken. In het rond haken maakt het mogelijk om ronde werkstukken als mutsen en onderzetters te maken.
-
3Haak een Granny square. Dankzij Granny squares kon je oma in een oogwenk een gehaakte deken in elkaar zetten.
-
4Haak een voddenkleedje. Heb je stapels oude kleren en dekens die je dierbaar zijn maar erg versleten? Houd de herinnering in ere door er een kleedje van te maken!
-
5Maak een duurzame schuurspons. Een schuurspons die eindeloos gebruikt kan worden geeft je keuken dat stukje duurzaamheid dat we allemaal graag willen.
-
6Een ouderwets rozenonderzettertje maken. Onderzetters maken alles waar ze worden neergelegd eleganter, zelfs de meest versleten tafels! Geef je huis die extra klassieke touch met gehaakte onderzetters.
-
7Wat is schattiger dan een baby met een handgemaakt slabbetje? Een baby die een slabbetje draagt dat je zelf hebt gehaakt.Advertentie
Bronnen
- ↑ http://www.mamaandbabylove.com/2012/01/17/how-to-choose-the-right-yarn-and-crochet-hook/
- ↑ http://www.dummies.com/how-to/content/how-to-hold-a-crochet-hook.html
- ↑ http://www.stitchdiva.com/tutorials/crochet/slip-knot
- ↑ http://www.lionbrand.com/faq/109.html
- ↑ http://www.dummies.com/how-to/content/how-to-crochet-the-slip-stitch.html
Advertentie
Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief van wikiHow!
Je vindt dan elke week handige handleidingen in je inbox.
Meld me aan!
