PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Grammatica is het systeem dat structuur aanbrengt in een taal en elke taal kent haar eigen richtlijnen, zo ook de Engelse taal. Maar grammatica gaat niet zozeer over regels als wel over afspraken die bepalen hoe wij spreken en schrijven en het omvat zaken als spelling, het verbuigen van woorden om diverse redenen en de manier waarop woorden moeten worden gerangschikt om een zin te vormen. Hoewel het goed is om te onthouden dat talen levende dingen zijn die voortdurend veranderen, is het ook belangrijk om te weten dat goede grammatica noodzakelijk blijft bij het communiceren. Gelukkig zijn er genoeg bronnen beschikbaar om mensen te helpen die hun Engelse grammatica willen verbeteren.

Deel 1
Deel 1 van 4:

Leer de basis van de Engelse grammatica

PDF download Pdf downloaden
  1. Dit zijn de woordtypen die een taal vormen in het westerse talen: nouns (zelfstandige naamwoorden), adjectives (bijvoeglijke naamwoorden), pronouns (voornaamwoorden), verbs (werkwoorden), adverbs (bijwoorden), prepositions (voorzetsels), conjunctions, interjections (tussenwerpsels) en soms articles (lidwoorden). [1] Om zinnen op de juiste manier samen te stellen, zal je moeten begrijpen uit welke onderdelen een taal bestaat en wat voor functie die hebben in een zin.
    • Zelfstandige naamwoorden zijn de elementen die meestal een actie ondergaan in een zin, zoals een persoon, plaats, ding, idee, emotie, dier, of een gebeurtenis. Zelfstandige naamwoorden zijn bijv. Sally , Paris , sand , philosophy , happiness , dog en birthday .
    • Bijvoeglijke naamwoorden wijzigen zelfstandige naamwoorden en beschrijven aspecten of kenmerken van zelfstandige naamwoorden. Bijvoeglijke naamwoorden zijn o.a. red , funny , lazy , large en short .
    • Voornaamwoorden nemen de plek in van zelfstandige naamwoorden. Er zijn persoonlijke voornaamwoorden (personal subject pronouns) (zoals I , she en they ), personal object pronouns (zoals us , you , it en them ), personal possessive pronouns (bezittelijke voornaamwoorden zoals mine , yours , his , hers en theirs ) en relative pronouns (zoals who , which , that en whose ).
    • Werkwoorden geven een actie weer of een bepaalde staat van zijn en geeft aan wat het zelfstandige naamwoord doet. werkwoorden zijn o.a run , sing , type , be en walk .
    • Bijwoorden wijzigen werkwoorden, adjective, conjunctions, voorzetsels en andere bijwoorden. Dit zijn woorden zoals, quickly , well , sadly en slowly . Deze woorden eindigen vaak op –ly.
    • Voorzetsels geven een relatie weer in de tijd, ruimte en richting. Voorbeelden van voorzetsels zijn to , in , on , over , of en across .
    • Voegwoorden verbinden zelfstandige naamwoorden, clausules, zinsdelen/frasen en zinnen. Coordinating conjunctions (nevenschikkende voegwoorden) koppelen independent clauses (hoofdzinnen) en dit zijn for , and , nor , but , or , yet en so (onthoud dit als FANBOYS). Subordinating conjunctions (onderschikkende voegwoorden) koppelen dependent clauses (bijzinnen) en hier horen because , if , since , while en although bij.
    • Tussenwerpsels zijn woorden die emoties aangeven. Hierbij horen oh , hey , ouch en wow . Vaak worden deze gevolgd door een uitroepteken.
    • Lidwoorden (articles) worden gebruikt voor het wijzigen en definiëren van zelfstandige naamwoorden. The is een bepaald (definite) lidwoord en a en an zijn de onbepaalde (indefinite) lidwoorden.
  2. Wat betreft grammaticale personen, kent het Engels drie persoonsvormen en elk van deze kan enkelvoud zijn of meervoud. De persoonsvormen zijn: eerste persoon enkelvoud of meervoud, tweede persoon enkelvoud of meervoud en de derde persoon enkelvoud of meervoud. De bijbehorende voornaamwoorden zijn:
    • Eerste persoon enkelvoud: I
    • Tweede persoon enkelvoud: you
    • Derde persoon enkelvoud: he (masculine) / she (feminine) / it (neuter)
    • Eerste persoon meervoud: we
    • Tweede persoon meervoud: you
    • Derde persoon meervoud: they
  3. Engelse zinnen hebben een structuur volgens de volgorde onderwerp (of subject) –werkwoord–object (zoals “Andrea rende naar de deur,” en niet “Ren naar de deur Andrea”). Over het algemeen staan lidwoorden voor bijvoeglijke naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden voor de zelfstandige naamwoorden die ze veranderen. Bijvoeglijke naamwoorden horen altijd zo dicht mogelijk bij hun zelfstandige naamwoorden geplaatst te worden. Bijvoorbeeld:
    • Frank (onderwerp) quickly (bijwoord) mailed (werkwoord) the (lidwoord) long (bijvoeglijk naamwoord) letter (object).
  4. In theorie vervoegt het Engels alleen de tegenwoordige (“I like”) en de verleden tijd (“I liked”), wat inhoudt dat Engelse werkwoorden alleen verbogen worden (andere uitgangen of vormen hebben) voor die grammaticale tijden. Andere werkwoordsvormen echter, zoals de toekomende tijd (“I will like”), worden gecreëerd met behulp van een gemoedstoestand, woorden die een tijd aangeven (zoals “morgen”) en hulpwoorden/-werkwoorden. Gebruikmakend van het werkwoord “to go” als voorbeeld, zijn een paar van de meest voorkomende tijden in het Engels: [2]
    • Tegenwoordige tijd - Simple present (uninflected verb, of verb + s/es in de derde persoon): I go, you go, he/she/it goes, we go, you go, they go.
    • Tegenwoordige tijd - Present continuous (aka progressive) (am/is/are + present participle): I am going, you are going, he/she/it is going, we/you/they are going.
    • Voltooid tegenwoordige tijd - Present perfect (has/have + past participle): I have gone, you have gone, he/she/it has gone, we/you/they have gone.
    • Verleden tijd - Simple past (verb + –ed for regular werkwoorden): I/you/he/she/it/we/you/they went (“to go” is een irregular verb).
    • Verleden tijd - Past continuous (was/were + present participle): I was going, you were going, he/she/it was going, we/you/they were going.
    • Voltooid verleden tijd - Past Perfect (had + past participle): I/you/he/she/it/we/you/they had gone.
    • Toekomende tijd - Simple future (will + uninflected verb): I/you/he/she/it/we/you/they will go.
    • Toekomende tijd - Future continuous (will be + present participle): I/you/he/she/it/we/you/they will be going.
    • Toekomende tijd - Future Perfect (will have + past participle): I/you/he/she/it/we/you/they will have gone.
  5. Interpunctie is een belangrijk onderdeel van de taal, omdat het een begin, einde en relaties aangeeft. Elke zin begint met een hoofdletter en de eerste letter van alle eigennamen (proper nouns; de namen van mensen en plaatsen). De belangrijkste leestekens in het Engels — en hun fundamentele toepassingen — zijn:
    • Komma's scheiden gedachten, ideeën, elementen en zelfstandige clausules.
    • Perioden geven het einde aan van een zin.
    • Puntkomma voegen zelfstandige clausules samen tot een enkele zin, of scheiden afzonderlijke elementen in een lijst.
    • Dubbele punten introduceren items in een lijst, uitleg of definities.
    • Vraagtekens geven aan dat een vraag werd gesteld.
    • Uitroeptekens benadrukken een zin, eis of verklaring.
    • Apostroffen geven bezit aan, of een samentrekking.
    • Aanhalingstekens geven aan dat je andermans woorden direct citeert.
    • Afbreekstreepjes voegen afzonderlijke woorden en getallen samen.
    • Streepjes creëren een pauze, onderbreken een zin, of voegen informatie toe tussen haakjes.
    • Haakjes voegen extra gegevens, verwijzingen en citaten toe.
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 4:

Grammatica oefenen

PDF download Pdf downloaden
  1. Hoewel kinderboeken op zich geen leerboeken grammatica zijn, zijn ze wel bedoeld om kinderen te helpen bij het leren van de basis van taal, waaronder kernwoorden en spelling, regelmatige en onregelmatige werkwoorden en zelfstandige naamwoorden, eenvoudige vervoegingen en zinsstructuur. Kinderen wordt grammatica en de werking van hun moedertaal vaak niet expliciet geleerd, maar meestal pikken ze het op door te lezen en te luisteren naar andere sprekers van de moedertaal. [3]
    TIP VAN EEN DESKUNDIGE

    Christopher Taylor, PhD

    Universitair docent Engels
    Christopher Taylor is universitair docent Engels aan Austin Community College in Texas. In 2014 promoveerde op Engelse literatuur en mediëvistiek aan de Universiteit van Texas in Austin.
    Christopher Taylor, PhD
    Universitair docent Engels

    Christopher Taylor, universitair docent Engels: "Elke dag lezen kan helpen om abstracte grammatica- en schrijftips (regels en richtlijnen) concreet en praktisch te maken."

  2. Verbeter je grammatica door te leren hoe andere auteurs de taal gebruiken. Richt je op verschillende genres en schrijfstijlen, zoals klassieke literatuur, studieboeken, sciencefiction, wetenschappelijke boeken, biografieën, blogs, essays en artikelen. [4] Besteed aandacht aan de zinsconstructie, woordvolgorde, spelling en creatieve variaties waar de schrijvers gebruik van maken.
    • Lees hardop om een beter idee te krijgen van hoe de taal klinkt in een gesprek.
    • Houd tijdens het lezen een woordenboek en thesaurus bij de hand.
    • Lees ook de kranten, luister naar het nieuws op de radio en kijk dagelijks naar nieuwsprogramma's op tv.
  3. Luister hoe andere sprekers hun zinnen construeren, waar ze woorden in de zinnen plaatsen, hoe ze veel gebruikte zegswijzen gebruiken en wat hun vocabulaire is. Engels kent veel regels en uitzonderingen, dus wees niet bang om vragen te stellen, mocht je die hebben.
    • Doe mensen na door te herhalen wat ze zeggen, om te leren begrijpen hoe zinnen worden gevormd en om je woordenschat uit te breiden.
    • Wees gewaarschuwd dat sommige Engelstaligen, zelfs native speakers, geen idee hebben van dat wat correcte grammatica is.
  4. Er zijn veel online games en programma's die je kunt downloaden op je computer of telefoon, waarmee je op een leuke manier grammaticale vaardigheden kunt testen. [5] Omdat het hierbij gaat om educatieve spellen, bieden ze vaak een uitleg voor antwoorden die verkeerd zijn, zodat je van je fouten kunt leren.
    • Bibliotheken, boekhandels en online bronnen bieden vaak ook grammaticalessen, oefeningen en quizzen.
  5. Verbeter je grammatica door het schrijven en oefenen van nieuwe regels en woorden die je hebt geleerd. Houd een dagboek bij, schrijf korte verhalen, of e-mail gewoon met vrienden en familie. Concentreer je op het verbeteren van probleemgebieden die je misschien hebt, of fouten die je vaak maakt.
    • Verlaat je niet louter op grammaticacontrole. Allereerst kunnen ze het mis hebben. Ten tweede leer je niet van je fouten als je het eigen werk niet corrigeert. Als je wel de hulp inroept van grammaticacontrole of een proefleesdienst, neem dan de tijd om de wijzigingen te bekijken, zodat je kunt leren van de fouten die je hebt gemaakt.
    Advertentie
Deel 3
Deel 3 van 4:

Het vermijden van veelvoorkomende fouten

PDF download Pdf downloaden
  1. Het Engels kent veel woorden die er hetzelfde uitzien, klinken of op dezelfde manier worden gespeld, ook al hebben ze een andere betekenis. Deze homografen (woorden die hetzelfde worden gespeld), homofonen (woorden die hetzelfde worden uitgesproken), heteroniemen (woorden die hetzelfde worden gespeld maar verschillend worden uitgesproken) en homoniemen (woorden die hetzelfde worden gespeld en uitgesproken) veel verwarring veroorzaken en leiden tot gemeenschappelijke fouten. [6] Veel voorkomende fouten zijn:
    • Het verwarren van it’s (een samentrekking van it is ) met its (een bezittelijke voornaamwoord).
    • Het verwarren van they’re (een samentrekking van they are ), their (een bezittelijke voornaamwoord) en there (een bijwoord waarmee een plek wordt aangeduid).
    • Het onjuist gebruiken van you’re (een samentrekking van you are ) en your (een bezittelijke voornaamwoord).
    • Het verwarren van too (een optelling), to (een lidwoord) en two (het cijfer).
    • Het onjuist gebruiken van then (een tijdbepaling) en than (een vergelijking).
    • Het onjuist gebruiken van lie (liggen) en lay (iets neerleggen).
    • Het verwarren van farther (een letterlijke afstand) en further (een figuurlijke of metaforische afstand).
  2. Het onjuist gebruiken van interpunctie kan inhouden dat wat je probeert over te brengen niet duidelijk is of verloren gaat in je taalfouten. Er zijn in het Engels veel aan interpunctie gerelateerde fouten die zich kunnen voordoen, waaronder:
    • Doorlopende zinnen, waarbij er geen interpunctie is om hoofdzinnen en bijzinnen van elkaar te scheiden.
    • Kommasplitsing, waarbij zelfstandige bijzinnen in een zin worden samengevoegd met een komma, maar zonder een passend voegwoord.
    • Het gebruiken van apostroffen om meervouden aan te geven (die zijn bedoeld voor het aangeven van samentrekkingen of om een bezit aan te duiden, niet voor meervouden).
    • Het onjuist gebruiken van aanhalingstekens, welke alleen dienen te worden gebruikt om aan te geven dat je een citaat weergeeft van dat wat iemand zegt of heeft gezegd.
  3. In een bedrijvende vorm is het subject het ding dat de handeling uitvoert. In een passieve vorm ondergaat het subject een handeling of actie van buitenaf. Hoewel er niets mis is met de lijdende, passieve vorm, is het minder overtuigend en maakt het zinnen onduidelijk. Daarom is het belangrijk om vaker de actieve vorm te gebruiken, maar het is acceptabel om af en toe de lijdende vorm te gebruiken, zeker om iets te benadrukken. Bijvoorbeeld, let bij deze actieve en passieve zinnen op de nadruk die gelegd wordt op de verschillende onderdelen in de zin:
    • Het actieve “Ik betaalde de rekening” legt het accent op dat wat het subject heeft gedaan.
    • Het passieve “De rekening heb ik betaald” legt het accent op wie de rekening heeft betaald.
  4. De wederkerende voornaamwoorden zijn myself, yourself, himself/herself/itself, ourselves, yourselves en themselves. Deze voornaamwoorden kunnen wederkerend worden gebruikt of als intensive pronoun. Wederkerende voornaamwoorden worden alleen gebruikt als het object in een zin en alleen dan wanneer het object hetzelfde is als het subject. Intensive pronouns (benadrukkende voornaamwoorden) worden gebruikt om nadruk te leggen op een zin en benadrukt dat de handeling door het subject wordt uitgevoerd. Om het verschil te kunnen zien, kun je onthouden dat als het voornaamwoord verwijderd kan worden uit de zin en die zin nog steeds klopt, dan het voornaamwoord benadrukkend wordt gebruikt. Als dit echter niet het geval is en de zin verandert wel in betekenis, dan wordt het wederkerend gebruikt.
    • Wederkerend: “I pinched myself to see if I was dreaming.”
    • Benadrukkend: “She individually picked each gift herself.”
    • Wederkerend: “He asked himself how he’d feel in that situation.”
    • Benadrukkend: “I myself don’t know how I’d react.”
    Advertentie
Deel 4
Deel 4 van 4:

Het vinden van betrouwbare bronnen

PDF download Pdf downloaden
  1. Een van de beste manieren om er zeker van te zijn dat je de grammaticale elementen van een taal goed begrijpt, is door de hulp in te roepen van iemand die gekwalificeerd is om je les te geven. Taalcursussen kun je overal wel volgen, of vraag in je kennissenkring of online of er iemand is (student, native speaker) die genoeg kennis heeft van de Engelse taal om je te helpen en die wat bij wil verdienen.
  2. Boeken over grammatica en stijl zijn er in twee vormen: beschrijvende gidsen die laten zien hoe mensen daadwerkelijk een taal spreken en voorschrijvende gidsen die laten zien hoe je zou moeten spreken. Maar taal verandert en ontwikkelt zich en de regels van de Engelse taal zijn niet in steen gebeiteld. Er zijn veel stijlgidsen die verschillende manieren aanbevelen om grammatica te benaderen, en het is een goed idee om verschillende van deze te lezen. Dit geeft je een idee van de verschillende spellingsvormen (zoals Amerikaans versus Brits), syntax en stijl, het geeft je een beter idee van de grondslagen van de grammatica en laat zien waar de taal aanpasbaar is en welke zaken minder flexibel zijn. Een aantal van de meest gebruikte stijlgidsen zijn:
    • De Chicago Manual of Style, vaak gebruikt voor sociale wetenschappen en historische tijdschriften.
    • De Modern Language Association (MLA) stijl, welke vaak gebruikt wordt voor de geesteswetenschappen, taalstudies en cultuurwetenschap.
    • De Associated Press (AP) stijl, meestal gebruikt in het nieuws en in media-uitingen.
    • De American Psychological Association (APA) stijl, vaak gebruikt voor natuurwetenschappen, academische tijdschriften en sociale wetenschappen.
  3. Samen met de bronnen die in bibliotheken beschikbaar zijn, is het internet overladen met goede grammaticaspellen, lessen, oefeningen, quizzen en tips. Veel universiteiten bieden ook bronnen aan over grammatica, spelling, syntax en veelgemaakte fouten.
    • Purdue OWL is een uitstekende bron met lessen en diverse aanbevelingen voor stijlgidsen. [7]
    • Je kunt je ook aanmelden voor dagelijkse e-mails en blogs over grammatica van iemand als Grammar Girl. [8]
    Advertentie

Tips

  • Maak je niet druk over elke fout die je maakt, en leg de lat niet te hoog. Een taal perfect leren vergt tijd en je zal er zeker van moeten zijn dat je de basis van de taal onder de knie hebt voor je het kunt gaan leren beheersen.
  • Weet je iemand met uitstekende grammaticakennis, vraag dan om begeleiding en lessen.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 6.714 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie