PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Stokjes en vasten zijn de eenvoudigste en meest gebruikte steken in haakwerk. Zodra je deze steken beheerst – en dat hoeft niet lang te duren – kun je ze toepassen in de mooiste truien, dekens, sjaals, woonaccessoires en allerlei andere projecten.

Methode 1
Methode 1 van 4:

Basistechnieken leren

PDF download Pdf downloaden
  1. Watermark wikiHow to Stokjes en vasten haken
    Elke hobby heeft zijn eigen woordenschat, en haken is daarop geen uitzondering. Als je een paar basiswoorden leert wordt het een stuk makkelijker te begrijpen hoe je de verschillende stappen van het haken moet nemen.
    • Losse : de meest elementaire haaksteek, nodig om je eerste toer te maken en om te keren aan het eind van een toer; afkorting "ch. (chain)" in het Engels en "l." in het Nederlands.
    • Vaste : een compacte steek die een stevige, dichte textuur geeft; afkorting "sc. (single crochet)" in het Engels en "v." in het Nederlands.
      • NB: In Britse patronen zul je de term "single crochet" niet tegenkomen; in plaats daarvan noemen zij dat Double Crochet maar daar bedoelen ze dus hetzelfde mee als de Amerikanen met Single Crochet.
    • Stokje : veel gebruikte haaksteek die ongeveer twee keer zo hoog is als een vaste, en een lossere textuur geeft; afkorting "dc. (double crochet) " in het Engels en "st." in het Nederlands.
      • NB: in Engeland is een Double Crochet hetzelfde als een Single Crochet in Amerika. Een stokje noemen de Britten Triple Crochet of Treble. Het is dus belangrijk als je een engelstalig patroon gebruikt om te weten of het Brits of Amerikaans is.
    • Half stokje : een tussenvorm waarvan de hoogte ongeveer tussen die van een vaste en een stokje in zit; afkorting "hdc. (half double crochet)" in het Engels en "hst." in het Nederlands.
    • Lossenketting of opzetketting : een serie lossen die samen de eerste toer van je haakwerk vormen.
    • Haakje : dat deel van de haaknaald dat je achter de draad haakt en waarmee je die draad door een steek trekt.
    • Keerlus : één of meer lossen die je haakt nadat je aan het eind van een toer je werk hebt gekeerd en aan een nieuwe toer gaat beginnen.
    • Omslag : de meest elementaire handeling bij elke haaksteek: je slaat je draad over de haaknaald heen; afkorting "yo.(yarn over)" in het Engels en "o." in het Nederlands.
    • Draadhand : de hand die niet de haaknaald vasthoudt. Meestal houd je de haaknaald in je rechterhand en is de Draadhand dus je linkerhand.
  2. Watermark wikiHow to Stokjes en vasten haken
    Haaknaalden zijn in verschillende maten verkrijgbaar. De maten komen overeen met de grootte van de steken die je maakt. Als je met een patroon werkt staat er meestal bij welke maat haaknaald je nodig hebt. Als je alleen je steekjes wilt oefenen pak je een maat die lekker in de hand ligt en die steken maakt die groot genoeg zijn om te kunnen zien hoe de lussen samen het steekje vormen.
    • Als beginner kun je het beste met een metalen haaknaald werken. Later kun je het ook proberen met houten of plastic haaknaalden.
    • Om het garen makkelijker over de naald te laten glijden kun je proberen je haaknaald in te vetten. Doe een klein kloddertje lotion of handcrème op de haaknaald en veeg het af met een papieren zakdoekje.
  3. Watermark wikiHow to Stokjes en vasten haken
    Katoen werkt over het algemeen erg prettig – geen losse vezels – en heeft een goede steekdefinitie. Voor het oefenen van je steekjes is het dus zeer geschikt.
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 4:

Stokjes haken

PDF download Pdf downloaden
  1. Watermark wikiHow to Stokjes en vasten haken
    Voordat je met je stokjes kunt beginnen moet je een rij steken hebben die als basis kan dienen.
    • Maak een schuiflus en zet die op de steel van je haaknaald.
    • Houd het losse eind van de schuiflus tussen de duim en middelvinger van je Draadhand. Met de wijsvinger van diezelfde hand sla je de draad van achter naar voren over de haaknaald (omslag).
    • Schuif de draad van de omslag in het haakje van de haaknaald. Gebruik je werkhand om de naald een beetje naar je toe te draaien zodat de haak makkelijk door de schuiflus past.
    • Trek de haaknaald voorzichtig door de schuiflus en neem de omslag mee.
    • Je hebt nu één losse gehaakt; als het goed is heb je nu weer één lus op je haaknaald. Maak nog een aantal lossen op deze manier tot je ketting lang genoeg is voor het project dat je gaat maken.
  2. Watermark wikiHow to Stokjes en vasten haken
    Een keerlus heb je nodig om voldoende hoogte te maken voor je volgende toer.
    • Haak drie (3)lossen. Het aantal steken voor je keerlus hangt af van het soort steken dat je gaat maken. Als je stokjes gaat maken, moet je keerlus uit drie lossen bestaan.
  3. 3
    Haak een stokje. Een stokje is twee keer zo hoog als een vaste. Deze hoogte is de reden dat je een keerlus van 3 lossen nodig hebt.
    • Maak een omslag (o.) over de haaknaald, van achter naar voren.
    • Steek je haaknaald in tussen de twee lusjes en onder de achterste bobbel van de vierde losse vanaf de naald.
    • Maak een omslag (o.) en trek voorzichtig je haaknaald met de laatste omslag door de losse heen. In andere woorden, trek de omslag door de eerste steek. Als het goed is heb je nu drie lussen op je haaknaald staan.
    • Maak een omslag (o.) en trek je garen door de eerste twee lussen op je naald. Twee lussen over.
    • Maak opnieuw een omslag (o.) en trek je garen door de twee overige lussen op je naald.
    • Je hebt zojuist je eerste stokje (st.) gehaakt. Als het goed is heb je nu nog 1 lus over op je haaknaald.
      • Als je patroon voorschrijft dat je verder gaat met stokjes, maak je steeds 1 stokje in elke volgende losse van je opzetketting.
      • Als je je steken gaat tellen in een toer van stokjes, let er dan op dat je je keerlus meetelt als het eerste stokje.
      • Als je een aantal toeren stokjes moet haken, vergeet dan niet je werk te keren en een keerlus van drie (3) lossen te maken. Daarna maak je een omslag (o.), sla je de eerste steek direct naast de keerlus over en steek je je haaknaald in de volgende steek om je eerste stokje te maken.
    Advertentie
Methode 3
Methode 3 van 4:

Vasten haken

PDF download Pdf downloaden
  1. Watermark wikiHow to Stokjes en vasten haken
    Voor je kunt beginnen met het haken van vasten, moet je een ketting van steken hebben die als je basis gaat dienen.
    • Maak een schuiflus en zet hem op de steel van je haaknaald.
    • Houd het losse eind van de schuiflus tussen duim en middelvinger van je draadhand. Met de wijsvinger van diezelfde hand sla je de draad van achter naar voren om de haaknaald (o.).
    • Schuif de draad van de omslag in het haakje van de haaknaald. Met je werkhand draai je de haaknaald een beetje naar je toe zodat het haakje makkelijker door de schuiflus past.
    • Trek de haaknaald voorzichtig door de steek heen en neem de omslag mee.
    • Je hebt net je eerste losse gehaakt. Als het goed is staat er één (1) lus op je naald. Maak nog een aantal lossen op deze manier totdat je lossenketting lang genoeg is voor je project.
  2. Watermark wikiHow to Stokjes en vasten haken
    Een keerlus heb je nodig om je garen op de juiste hoogte te brengen voor de eerste steek van je volgende toer.
    • Haak een (1) losse. Het aantal lossen dat je nodig hebt voor je keerlus hangt af van de steken die je gaat maken. Voor een toer van vasten heb je één (1) losse nodig.
  3. Watermark wikiHow to Stokjes en vasten haken
    • Houd het eind van de opzetketting in je draadhand met de goede kant naar je toe. Steek de haaknaald in van voor naar achter, in de tweede steek vanaf de haaknaald.
    • Maak weer een omslag (o.) en draai het haakje van je naald een beetje naar je toe. Trek de naald met omslag en al door de steek. Als het goed is heb je nu 2 lussen op je haaknaald staan.
    • Maak nog een omslag (o.) en draai het haakje van je naald een beetje naar je toe. Trek de haak met omslag en al door beide lussen op je naald.
      • Als je patroon je voorschrijft nog meer vasten te haken, maak je een (1) vaste in elke volgende steek van je opzetketting.
      • Als je een aantal toeren vasten na elkaar moet maken, denk er dan aan je werk te keren en een keerlus van een (1) losse te maken. In de meeste patronen staat dat je een (1) losse moet maken aan het begin van een toer.
    Advertentie
Methode 4
Methode 4 van 4:

Waarschuwingen

PDF download Pdf downloaden
  • Als je engelstalige patronen gebruikt is het van belang om onderscheid te maken tussen patronen van Britse en patronen van Amerikaanse oorsprong.
  • Een Britse Double Crochet noemen wij een vaste
  • Een Amerikaanse Double Crochet noemen wij een stokje
  • De Britten noemen een stokje een Triple Crochet of Treble
  • De Amerikanen noemen een vaste een Single Crochet

Over dit artikel

Deze pagina is 11.853 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie