PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Om bij het verspringen te winnen, moet je verder springen dan al je concurrenten. De beste manier om dat te doen is om voor de wedstrijd te trainen zodat je sneller en beter wordt in het springen en landen. Je moet er ook zeker van zijn dat je je verspringhouding goed onder de knie hebt. Zodra je dat goed hebt, kun je gaan werken aan verspringtechnieken die je helpen om verder te springen.

Methode 1
Methode 1 van 3:

Trainen voor het verspringen

PDF download Pdf downloaden
  1. Je aanloop (je sprintje naar de bak) maakt een groot verschil in hoe ver je zult springen. Je moet op snelheid raken in je eerste paar sprintjes en dan je snelheid vasthouden tot je springt. Oefen dit door op de baan aanloopsprintjes te doen. Ga niet echt door met de sprong, maar richt je op het op snelheid komen en die vast te houden.
    • Wijs een punt aan op de baan als springpunt en stop daar dan als je er bent. Ga terug naar waar je bent begonnen en probeer het opnieuw. [1]
  2. Oefen springen zonder de aanloop. Sta klaarstaan en buig je knieën, met een voet voor de andere. Buig je lichaam zodat de bovenkant van je romp evenwijdig aan de grond is. Houd je armen langs je zijden en strek ze uit naar achteren zodat ze ook evenwijdig zijn aan de grond. Als je klaar bent, til je je lichaam op en beweeg je je voort in een sprong. Til beide armen omhoog en boven je hoofd. Land met beide voeten plat op de grond. [2]
    • Iedere keer dat je de oefening doet markeer je waar je bent geland. Bij je volgende keer probeer je dat steeds te verbeteren.
  3. Zoek een verspringbak om te oefenen. Neem een korte aanloop van 2-3 stappen en spring als je de balk bereikt. Werk aan je benen omhoog en voor je te krijgen. Je hielen moeten het eerste onderdeel van je lichaam zijn dat contact maakt met de springbak. Herhaal de oefening tot je je comfortabel voelt bij je landingen. [3]
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 3:

Je houding beheersen

PDF download Pdf downloaden
  1. Vaak is deze voet je niet-dominante voet, maar gebruik wat voor jou het beste voelt. Leun naar voren onder een hoek van ongeveer 45 graden als je je aanloop begint. [4]
  2. Na een paar passen over het aanloopgedeelte moet je lichaam rechtop zijn. Buig je armen 90 graden. [5]
  3. Zet je leidende voet plat op de front en buig je enkel en knie. [6]
  4. Je moet blijven versnellen als je de afzet ingaat. Als je op de laatste stap afremt, verstoort dat je vaart en verkort het de afstand die je springt. Als je je laatste stap neemt voor de afzet, zet dan je voet kort plat op de balk.
  5. Dit is de voet die je op de balk hebt gezet. Blijf rechtop als je springt. Zwaai je leidende knie en de tegenovergestelde arm de lucht in om meer hoogte te krijgen. Blijf recht naar voren kijken. [7]
    • Zorg ervoor dat je voet plat op de grond is als je springt. Je springt verder vanaf een platte voet dan vanaf je tenen of je hak. [8]
  6. Met je benen gebogen trek je je knieën op naar de bovenkant van je romp. Zwaai je armen voor je naar beneden.
  7. Je voeten moeten als eerste het zand raken aan het eind van de aanloop. Als de rest van je lichaam in contact komt met het zand, zet je armen dan in de bak en houd jezelf omhoog zodat je niet terugvalt.
    Advertentie
Methode 3
Methode 3 van 3:

Je afstand vergroten

PDF download Pdf downloaden
  1. Als je de balk nadert, hou je hoofd dan omhoog en kijk recht naar voren. Als je naar de balk kijkt tijdens je aanloop, zal je je lichaamshouding aanpassen waardoor je langzamer gaat lopen en minder ver gaat springen. [9]
  2. Aarzel niet en ga niet langzamer lopen als je bij de balk bent. Blijf versnellen tot je van de grond los bent. Je kunt voorkomen dat je snelheid verliest bij de balk door je laatste twee stappen zo kort en snel mogelijk te maken. [10]
  3. Zodra je van de balk afzet en je in de lucht bent moet je je benen gaan bewegen alsof je aan het fietsen bent. Breng beide armen in de lucht achter je zodat ze volledig uitgestrekt zijn. Je borst moet naar voren uitsteken en je rug gebogen zijn. [11]
    • Als je je voorbereidt op de landing moet je stoppen met fietsen en je knieën omhoog brengen naar je borst. Breng je uitgestrekte armen naar voren en naar beneden naar je benen zodat je klaar bent om jezelf op te vangen als je landt.
  4. Gelijk na de afzet til je beide armen in de lucht en duw je je borst naar voren. Strek je armen zo hoog mogelijk boven je, achter de rest van je lichaam. Tegelijkertijd buig je je knieën en trek je je benen terug zodat ze net als je armen achter je lichaam zijn. Je borst moet je leiden als je door de licht vliegt. [12]
    • Als je de landing nadert, moet je je benen en armen naar voren brengen, terwijl je benen zover naar voren uitstrekt als je kan.
  5. Na je afzet moet je je benen optrekken zodat ze bijna evenwijdig met de grond zijn en je tenen tegen elkaar. Breng je armen naar beneden naar je zij en houd ze uitgestrekt achter je. Je moet je lichaam zo lang en smal mogelijk maken zodat het door de lucht vliegt. [13]
    Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 7.472 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie