Pdf downloaden Pdf downloaden

Het Portugees (Português, Língua Portuguesa) is een Romaanse taal die sterk verwant is met Spaans en is de officiële taal van meer dan 250 miljoen mensen in o.a. Portugal, Brazilië, Mozambique, Angola, Guinee-Bissau. De Braziliaanse economie groeit snel en wordt steeds belangrijker in de wereld, dus dit is een goed moment om Portugees te leren, zeker als je van plan bent om naar Zuid-Amerika of Afrika af te reizen of er zaken mee te doen. [1] Basiswoorden en eenvoudige zinnen in het Portugees zijn makkelijk te leren, dus waar wacht je nog op? Vamos!

Deel 1
Deel 1 van 3:

Leer groeten

Pdf downloaden
  1. Een goed begin is het leren van begroetingen. Leer de basis en dan kun je al snel Portugees sprekende mensen gedag zeggen. Dit zijn de meest gebruikte begroetingen:
    • Hallo: Olá ( ola )
    • Hi of Hoi: Oi ( oj ) — informeel
    • Dag: Adeus ( adeews )
    • Doei: Tchau ( tsjau ) — informeel
    • Bij sommige woorden staat 'informeel.' In het Portugees kan het onbeleefd overkomen als je mensen die je niet kent, die ouder zijn dan jij of een hogere positie bekleden informeel begroet. Het zijn geen scheldwoorden, maar het is een kwestie van respect. Een goede vuistregel is: gebruik geen informele woorden om mensen te begroeten die geen goede vrienden zijn. [2]
    TIP VAN EEN DESKUNDIGE

    Israel Vieira Pereira, PhD

    Vertaler Portugees
    Israel Vieira Pereira is moedertaalspreker Braziliaans Portugees. Hij werkt als vertaler en proofreader.
    Israel Vieira Pereira, PhD
    Vertaler Portugees

    De beste manier om veelvoorkomende woorden te leren, is door jezelf onder te dompelen in de taal. Meld je aan voor online gesprekken met mensen die Portugees spreken. Er bestaan online services die native speakers uit andere landen aan elkaar koppelen, zodat je elkaar kunt onderwijzen. Je moet jezelf ook opzettelijk in situaties brengen waarin Portugees spreken noodzakelijk is.

  2. Net zoals in het Nederlands, zijn er in het Portugees veel manieren om te groeten. Bij verschillende tijden horen verschillende begroetingen: [3]
    • Goedemorgen: Bom dia ( Bon dia of Bon djiea in Brazilië) — dit betekent letterlijk 'goede dag,' en wordt meestal 's ochtends tot het middagmaal gebruikt.
    • Goedemiddag: Boa tarde ( Boa tardu of Boa tardju in Brazilië) — vanaf 12 uur of na het middagmaal tot zonsondergang.
    • Goedenavond of goedenacht: Boa noite ( Boa noit of Boa noitju in Brazilië) — vanaf zonsondergang tot het ochtendgloren.
  3. Het Portugees verschilt hierin niet zoveel van andere talen: nadat je iemand gedag hebt gezegd, vraag je meestal hoe het gaat. Met deze eenvoudige zinnen kun je hiernaar vragen: [4]
    • Hoe is het?: Como está? ( Como esjta? of Como esta? in Brazilië)
    • Hoe gaat het?: Como vai? ('Como vaai?' (rijmt op 'baai')) — informeel
    • Hoe gaat het ermee? (Alleen in Brazilië) : E aí? ( ie-a-ie (uitgesproken als één lettergreep)) — informeel
  4. Nadat je iemand hebt gevraagd hoe het gaat, is het zeer waarschijnlijk dat die persoon jou hetzelfde vraagt. Met deze zinnen kun je aangeven wie je bent en hoe het met je gaat: [5]
    • Goed / heel goed: Bem / muito bem ( Beng / moeitoe beng )
    • Slecht / heel slecht: Mal / muito mal ( Maw / moeitoe maw )
    • Het gaat wel: Mais ou menos ( Mais o menoes )
    • Ik heet...: Me chamo [je naam] ( Mee sjamo )
    • Aangenaam: Prazer em conhecê-lo/a ( Prazer eng conjeselo/la )
    • N.B.: conhecê-lo/a kan op een o of op een a eindigen. Gebuik o wanneer je tegen een man praat en gebruik a wanneer je het tegen een vrouw hebt. Dit principe komt in dit artikel nog een paar keer terug.
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 3:

De basis voor een gesprek

Pdf downloaden
  1. Als je net begint met Portugees, zul je van tijd tot tijd moeite hebben om uit je woorden te komen. Maak je hier geen zorgen over, niemand leert in zeer korte tijd een nieuwe taal. Maak gebruik van deze handige zinnen om de situatie uit te leggen:
    • Ik spreek geen Portugees - Não falo Português ( Nao faloe portoegees met een Engelse g)
    • Ik spreek Engels: Falo Inglês ( Faloe ingleesj met een Engelse g)
    • Spreekt u Engels?: Fala inglês? ( Fala ingleesj ) — formeel
    • Spreek je Engels?: Você fala inglês? ( Vosee fala ingleesj ) — informeel
    • Ik begrijp het niet: Não percebo ( Nao perseboe )
    • Kunt u dat herhalen?: Pode repetir? ( Podje repetir )
  2. Het is belangrijk om te weten hoe je beleefd kunt zijn in het Portugees, want je wilt toch niet dat ze denken dat Nederlanders onbeschoft zijn wanneer je per ongeluk iets onbeleefds zegt? Gebruik deze woorden en uitdrukkingen om mensen niet voor het hoofd te stoten:
    • Alstublieft: Por favor ( Poer favor )
    • Dank u wel: Obrigado/a ( Obrigadoe/da ) — gebruik de mannelijke vorm als je een man bent en de vrouwelijke vorm als je een vrouw bent.
    • Geen dank: De nada ( Djie nada ) — informeel
    • Graag gedaan: Não tem de quê ( Nao teng djie kee ) — formeel
    • Pardon: Desculpe ( Dieskoelpie )
  3. Met een paar basisvragen kun je al een gesprekje houden en ben je goed op weg om nieuwe vrienden te maken. Met deze vragen en antwoorden kun je een basisgesprek opbouwen:
    • Hoe heet u?: Como o/a senhor/a se chama? ( como oe/aa senjor/aa sie sjama ) — formeel. N.B. In dit geval eindigt het mannelijke woord senhor niet op een 'o'.
    • Wat is je naam?: Qual é o seu nome? ( Koe-al è oe seew nomie ) — informeel
    • Mijn naam is...: Me chamo [je naam] ( Mee sjamo )
    • Waar komt u vandaan?: De onde o/a senhor/a é? ( Djie ondjie oe/aa senjor/senjora è )
    • Waar kom je vandaan?: De onde você é? ( Djie ondjie vosee è )— informeel
    • Ik kom uit...: Eu sou de [je stad] ( Eeuw soo djie )
    • Hoe gaat 'ie?: O que aconteceu? ( Oe kee akonteseeuw )
  4. Niet elk avontuur loopt zoals je het hebt gepland. Als je in een situatie bent beland waar je in het Portugees om hulp moet vragen, kunnen deze zinnen je uit de penarie helpen:
    • Hoe laat is het?: Que horas são? ( Kee horas sao )
    • Ik ben verdwaald: Estou perdido ( Esjtoo perdido / Estoo perdido (in Brazilië))
    • Kunt u me alstublieft helpen?: Pode ajudar-me, por favor? ( Podju azjoedarmie, poer favor? )
    • Help!: Socorro! ( Socogo! ) — voor als je in gevaar bent
    Advertentie
Deel 3
Deel 3 van 3:

Je woordenschat uitbreiden

Pdf downloaden
  1. Vragen komen vaak voor in je dagelijkse communicatie, je kunt er informatie mee vergaren over de wereld om je heen. Met deze vraagwoorden kom je veel te weten: [6]
    • Wie?: Quem? ( Keing? )
    • Wat?: O que? ( Oe kee? )
    • Wanneer?: Quando? ( Koeando? )
    • Waar?: Onde? ( On-djie? )
    • Welke?: Qual? ( Koeal? )
    • Waarom?: Porquê? ( Poer kee? )
    • Omdat: Porque ( Poerkee )
    • Hoeveel?: Quanto? ( Kwanto )
    • Hoeveel kost dit?: Quanto custa? ( Kwanto coesta? )
  2. Gebruik onderstaande woorden om personen mee te beschrijven die belangrijk zijn in jouw leven en dat van anderen:
    • Vader: Pai ( paaj )
    • Moeder: Mãe ( maaj ) — formeel
    • Mam: Mamãe ( mamaai ) — informeel
    • Man: Homem ( O-meng )
    • Vrouw: Mulher ( Moe-jer )
    • Vriend/in: Amigo/a ( Amiego/a met een Engelse g)
    • Vriendin (in een relatie): Namorada ( Namorada )
    • Vriend (in een relatie): Namorado ( Namoradoe )
  3. In het Portugees is het gebruikelijk om voor oudere mensen of personen in een hogere positie aanspreekvormen te gebruiken. Wanneer twee mensen goede vrienden worden, worden deze vormen meestal niet meer gebruikt. Hier kan wat tijd overheen gaan, dus de vuistregel is: noem mensen niet bij hun voornaam totdat ze dat zelf aangeven. [7]
    • Meneer: Senhor ( Senjor ) — dit kun je ook gebruiken als formele vorm voor 'jij' voor mannen
    • Mevrouw: Senhora ( Senjora ) — dit kun je ook gebruiken als formele vorm voor 'jij' voor vrouwen
    • Mejuffrouw: Senhorita ( Senjorita ) — voor jongere vrouwen (meestal ongetrouwd)
    • Dame: Dona ( Dona ) — een formele aanspreekvorm voor vrouwen
    • Doctor: Dotour/a ( Dotor/a ) — voor mensen met een universitaire doctorstitel, niet per se medische doctoren.
    • Professor: Professor/a ( professor/a ) — voor mensen met een doctoraatstitel; niet per se universiteitsdocenten.
  4. Dierennamen kunnen je goed van pas komen in het Portugees, zeker wanneer je een reis gaat maken naar het regenwoud in Brazilië of Angola. Dit zijn de namen van de meest voorkomende diersoorten: [8]
    • Hond: Cão ( Kao )
    • Hond (alleen in Brazilië) : Cachorro ( Casjogo )
    • Kat: Gato ( Gatoe )
    • Vogel: Pássaro ( Passaroe )
    • Vis: Peixe ( Peisju )
    • Aap: Macaco ( Makako )
    • Hagedis: Lagarto ( Lagarto met een Engelse g)
    • Insect: Percevejo ( Persevezjo )
    • Spin: Aranha ( Aranja )
  5. Het is erg handig om verschillende delen van je lichaam te kunnen beschrijven voor als je pijn hebt en gewond raakt in een ander land. Dit zijn woorden waarmee je over je lichaam kunt praten: [9]
    • Hoofd: Cabeça ( Cabesa )
    • Arm: Braço ( Braso )
    • Been: Perna ( Perna )
    • Hand: Mão ( Mauw )
    • Voet: Pé ( Pee )
    • Vinger: Dedo ( Dedo )
    • Teen: Dedo (hetzelfde als vinger) — je kunt ook 'Dedo do pé' ( Dedo doe pee ) zeggen, wat letterlijk 'vinger van de voet' betekent.
    • Ogen: Olhos ( Oljoes )
    • Mond: Boca ( Boka )
    • Neus: Nariz ( Naries )
    • Oren: Orelhas ( Oreljas )
  6. Het is niet leuk om in het buitenland ziek te worden of gewond te raken. Maak het makkelijker door deze woorden te leren, zodat je kunt aangeven wat er scheelt:
    • Ik heb pijn: Estou magoado ( Estoo magoeadoe met een Engelse g)
    • Mijn [lichaamsdeel] is gebroken: Meu [lichaamsdeel] está quebrado ( Meew braso esta keebradoe )
    • Ik bloed: Eu estou sangrando ( Eeuw estoo sangrando met een Engelse g)
    • Ik voel me slecht: Me sinto mal ( Mie siento mauw )
    • Ik voel me ziek: Sinto-me doente ( Sientomee do-entje )
    • Ik heb koorts: Estou com febre ( Estoo cong febre )
    • Ik ben verkouden: Estou com tosse ( Estoo cong tossie )
    • Ik kan niet ademhalen: Eu não posso respirar ( Eeuw nao posso respirar )
    • Dokter!: Médico! ( Meedieko )
  7. Nu dat je al wat Portugese woorden en zinnen kent, kunt je je woordenschat uitbreiden met spreektaal. Portugees sprekenden praten niet de nette, strakke taal die je in een leerboek vindt. Elk land waar Portugees wordt gesproken heeft zijn eigen slang. Dit zijn een paar van de meest voorkomende woorden uit de spreektaal (ze zijn allemaal zeer informeel. ) [10]
    • Cool! (Alleen in Europa en Afrika) : Fixe ( Fiesj )
    • Cool! (Alleen in Brazilië) : Legal ( Leegaw met een Engelse g)
    • Wauw!: Nossa ( Nossa )
    • Verdorie!: Puxa / Puxa vida ( Poe-sja / Poe-sja vieda )
    • Houd je mond!: Cale-se! / Cala a boca! ( Calie see / Cala a boka )
    • Hoe is het?: Beleza? ( Beleza )
    • Vriend/in (geen relatie): Parceira/o ( Parseira/o )
    • Knap meisje of knappe jongen: Gatinha/o ( Gatienja/joe met een Engelse g)
    • Geld, contant: Grana ( Grana )
    • Buitenlander: Gringo ( Griengoe met een Engelse g)
    Advertentie

Tips

  • Geef niet op als je het moeilijk vindt. Het kost tijd om een nieuwe taal te leren en het kan even duren voordat je de basiswoorden onder de knie hebt. Als het niet meteen lukt, blijf dan oefenen, oefenen en oefenen!
  • De 'm' in het Portugees klinkt meestal een beetje als de Nederlandse 'ng'.
  • De Portugese combinatie 'nh' klinkt in het Nederlands als 'nj' (zoals in 'oranje').
  • Luister naar muziek in het Portugees om aan de taal te wennen. Voor Braziliaans-Portugees kun je muziek luisteren uit São Paulo en Brasilia, waar het meest 'standaard' wordt gesproken en ze het meest voorkomende accent hebben.
  • 'L' aan het einde van een woord klinkt als een lange 'w'.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 73.487 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie