Pdf downloaden
Pdf downloaden
BBP staat voor Bruto Binnenlands Product en is een waarde om alle goederen en diensten weer te geven die een land in een jaar produceert. Het BBP is een economische term en wordt veel gebruikt om de import en export van landen met elkaar te vergelijken. Het BBP kan berekend worden vanuit de finale bestedingen, waarbij de totale bestedingen van een land worden berekend en via de inkomensbenadering, waarbij het totale inkomen van een land wordt berekend. Met informatie uit het CIA World Factbook is het mogelijk om het BBP van ieder land ter wereld te berekenen.
Stappen
Methode 1
Methode 1 van 3:
De berekening van het BBP met gebruik van de finale bestedingen
-
Begin met de consumentenbestedingen. Dit zijn de totale consumentenuitgaven van goederen en diensten in een land per jaar.
- Voorbeelden van consumentenbestedingen zijn de aankoop van gebruiksartikelen zoals eten en kleding, duurzame artikelen zoals gereedschap en meubilair, en diensten zoals een knipbeurt bij de kapper en een huisartsenbezoek.
-
Voeg investeringen toe aan het bedrag van de consumentenbestedingen. Bij de berekening van het BBP worden investeringen niet gezien als de aankoop van aandelen en obligaties, maar als bedrijfsuitgaven voor goederen en diensten die het bedrijf ten goede komen.
- Voorbeelden van investeringen zijn materialen en diensten voor de bouw van een nieuwe fabriek, de aanschaf van bedrijfsuitrusting en efficiënte software.
-
Voeg het verschil tussen export en import toe. Tot het BBP behoren alleen de producten uit eigen land. Importgoederen vallen hier niet onder en moeten dus van de consumentenbestedingen afgetrokken worden. Exportgoederen worden echter verkocht in het buitenland en moeten daarom bij de consumentenbestedingen worden opgeteld. Neem de totale waarde van de export en trek hier de totale waarde van de import van af om het verschil tussen export en import te berekenen. Voeg dit bedrag toe aan de consumentenbestedingen en de investeringen.
- Het is mogelijk dat de importwaarde van een land hoger is dan de exportwaarde. In dit geval is het verschil tussen export en import negatief en moet het bedrag worden afgetrokken van de vergelijking.
-
Voeg overheidsbestedingen toe aan de vergelijking. Het bedrag dat de overheid van een land uitgeeft aan goederen en diensten moet worden toegevoegd om het BBP te kunnen berekenen.
- Voorbeelden van overheidsbestedingen zijn het uitgekeerde loon aan ambtenaren, uitgaven voor infrastructuur en defensie. Uitgaven voor de sociale zekerheid en werkloosheidsuitkeringen worden beschouwd als overdrachtsuitgaven en vallen niet onder overheidsbestedingen. Dit komt omdat deze bedragen worden herverdeeld onder mensen.
Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 3:
De berekening van het BBP met gebruik van de inkomensbenadering
-
Begin met de werknemerscompensatie. Dit is het totaal van het salaris, de inkomsten, tegoeden, pensioensuitkeringen en sociale verzekeringspremies bij elkaar opgeteld.
-
Voeg huur toe. De huur is niets meer dan het totaal aan inkomsten uit eigendomsrecht.
-
Voeg rente toe aan de vergelijking. Alle rente, dat wil zeggen de inkomsten uit kapitaal, moet worden toegevoegd.
-
Voeg de winst uit onderneming toe. Dit zijn de inkomsten uit eigen bedrijf. Ook de inkomsten uit dochterondernemingen, vennootschap en eenmanszaak vallen hieronder.
-
Voeg winst uit aandelen toe. Dit is het inkomen verdiend door aandeelhouders.
-
Voeg de indirecte zakelijke belastingen toe aan de vergelijking. Hieronder vallen winstbelasting, eigendomsbelasting uit bedrijven en licentiekosten.
-
Tel hier de inflatie bij op. Dit is de waardevermindering van goederen.
-
Voeg ten slotte de netto inkomsten uit het buitenland toe. Neem om dit te berekenen de totale inkomsten uit het buitenland en trek hiervan de totale kosten van binnenlandse productie aan het buitenland af.Advertentie
-
Maak een onderscheid tussen het nominale en het reële BBP om een nauwkeurig beeld te krijgen van de stand van zaken in een land. Het grootste verschil tussen het nominale en het reële BBP heeft te maken met inflatie: het reële BBP neemt inflatie mee in haar berekening en het nominale BBP doet dit niet. Het niet meenemen van de inflatie kan de indruk wekken dat het BBP van een land stijgt, terwijl in werkelijkheid de prijzen in het land stijgen.
- Stel je voor: land A heeft in 2012 een BBP van $1 miljard. In 2013 wordt er $500 miljoen bijgedrukt en in circulatie gebracht, wat er natuurlijk voor zorgt dat het BBP van land A in 2013 hoger is dan in 2012. Deze stijging is echter geen goede afspiegeling van de goederen en diensten die in land A geproduceerd zijn. Het reële BBP compenseert voor deze stijging van de inflatie.
-
Kies een basisjaar. Het maakt niet uit of dit één, vijf, tien of zelfs honderd jaar terug is; je hebt een basisjaar nodig waarmee je de inflatie kan vergelijken. Het reële BBP is immers een vergelijking en een vergelijking mag alleen een vergelijking genoemd worden wanneer twee of meer dingen (jaren en figuren) tegen elkaar afgewogen worden. Om de berekening simpel te maken voor jezelf, kun je het beste het jaar voorafgaand aan het jaar waar je het BBP voor wil uitrekenen nemen als basisjaar.
-
Bereken met welk percentage de prijzen zijn gestegen ten opzichte van het basisjaar. Dit getal wordt ook wel de deflator genoemd. Als de prijzen in het huidige jaar met bijvoorbeeld 25% zijn gestegen ten opzichte van het basisjaar, wordt de inflatieratio 125. Dit getal verkrijg je door middel van de volgende rekensom: 1 (100%) + 0.25 (25%) X 100 = 125. In het geval van inflatie zal de deflator altijd hoger zijn dan 1.
- Wanneer er sprake is van deflatie in een land, zal de deflator lager zijn dan 1. Bij deflatie is er een stijging van de koopkracht in plaats van een daling. Als de prijzen in het huidige jaar met bijvoorbeeld 25% zijn gedaald ten opzichte van het basisjaar, betekent dit dat je met hetzelfde bedrag 25% meer kan kopen dan in het basisjaar. De deflator zal in dit geval 75 zijn, oftewel 1 (100%) min 0.25 (25%) keer 100.
-
Bepaal het nominale BBP aan de hand van de deflator. Het reële BBP is gelijk aan de waarde van het nominale BBP gedeeld door 100. In een vergelijking ziet dat er zo uit: Nominaal BBP ÷ Reëel BBP = Deflator ÷ 100.
- Oftewel, bij een huidig nominaal BBP van $10 miljoen en een deflator van 125 (dit betekent een inflatie van 25% ten opzichte van het basisjaar) stel je als volgt een vergelijking op:
- $10.000.000 ÷ Reëel BBP = 125 ÷ 100
- $10.000.000 ÷ Reëel BBP = 1.25
- $10.000.000 = 1.25 X Reëel BBP
- $10.000.000 ÷ 1.25 = Reëel BBP
- $8.000.000 = Reëel BBP
Advertentie - Oftewel, bij een huidig nominaal BBP van $10 miljoen en een deflator van 125 (dit betekent een inflatie van 25% ten opzichte van het basisjaar) stel je als volgt een vergelijking op:
Tips
- Een derde manier om het BBP te berekenen aan de hand van de benadering van toegevoegde waarde. Deze methode berekent de totale toegevoegde waarde van goederen en diensten per stap in het productieproces. Een voorbeeld: wanneer van rubber autobanden worden gemaakt, stijgt de waarde van rubber. Wanneer deze banden vervolgens worden toegevoegd aan andere auto-onderdelen en er een auto wordt geproduceerd, stijgt de waarde van ieder afzonderlijk auto-onderdeel. De som van de toegevoegde waarde van alle stappen uit het productieproces worden bij elkaar opgeteld en vormen samen het BBP. Deze methode voor het berekenen van het BBP wordt echter niet vaak gebruikt, omdat de kans dat waardes dubbel geteld worden groot is en er een te hoge marktwaarde van het BBP wordt berekend.
- Het BBP per hoofd van de bevolking meet de gemiddelde productie per persoon in een land. Het BBP per hoofd van de bevolking wordt gebruikt om de productiviteit tussen landen met verschillen in bevolkingsaantal te vergelijken. Het BBP per hoofd van de bevolking wordt gemeten door het BBP van een land te delen door de bevolking van het land.
Advertentie
Bronnen
Advertentie