Pdf downloaden
Pdf downloaden
Chilipepers zijn er in allerlei varianten onder de Latijnse naam Capsicum annuum. Dit zijn onder andere: Anaheim, ancho, cayenne, jalapeño, habanero en hot banana wax. Chilipeperplantjes kunnen overal groeien, maar ze prefereren zonnige en warme omstandigheden. Na het kweken van deze planten en het genieten van de heerlijke smaak van chilipepers, kun je je alleen maar afvragen waarom je dit niet eerder hebt gedaan.
Stappen
-
Kies een variëteit. Chilipepers zijn één van de meest wonderbaarlijke soorten planten om te verbouwen, omdat er zoveel verschillende kleuren, maten en smaken zijn, en ze sterk kunnen verschillen qua scherpte. Chilipepers kunnen eenjarig zijn (moeten dus elk jaar opnieuw worden gepoot) of vast (groeien elk jaar weer vanzelf). Globaal zijn er daarnaast 3 soorten chili: zoet, heet en ter garnering. Alle 3 de typen hebben een bepaalde scherpte, maar zoete chilipepers zijn het mildst, de pepers bedoeld als garnering hebben prachtige kleuren en vormen (maar kunnen erg scherp zijn), en hete chilipepers worden voornamelijk gebruikt vanwege hun intense scherpte en smaak.
- Chilipepers variëren van groen, botergeel, perzik-oranje en brandweerwagen-rood tot pruim en zeer donkere tinten. De kleuren hebben niet een directe correlatie tot de smaak of scherpte van de chilipeper.
- Ga eens op bezoek bij een lokale kwekerij om uit te vinden welke variëteit het goed zal doen in jouw omgeving.
- Bepaalde chilipepers worden gebruikt in verschillende delen van de wereld voor speciale recepten; bijvoorbeeld, Serrano-chilipepers worden voornamelijk gebruikt in Mexicaanse gerechten, terwijl Calcuttapeper wordt gebruikt in Aziatische curry's. [1] X Bron
-
Zoek de beste locatie om de plantjes te poten. Chilipepers zijn planten en doen het het best op plekken waar veel zon is. Zoek een plek met veel zon of tenminste het grootste deel van de dag zon. Woon je in een woestijngebied, dan kan het zijn dat je een locatie moet vinden waar juist wat schaduw is gedurende de dag, want anders kan het zijn dat ze verbranden door de zon. Woon je in een gebied met veel regen, zorg dan dat je ze poot op een plek waar veel zonlicht komt en de drainage goed is geregeld; een teveel aan water zal alle chilipepers verzuipen en ertoe leiden dat ze minder vrucht dragen.
-
Beslis of je de chilipepers eerst binnen poot. Als je niet in een gebied leeft waar traditioneel chilipepers voor komen (in de buurt van de evenaar), dan kan je er je voordeel mee doen om ze eerst voor te poten in het winterseizoen, waarna je ze verpoot als het weer wat warmer wordt. Hoewel het zeker mogelijk is om de zaadjes meteen in de grond te poten, zal de kans dat ze opkomen niet zo groot zijn dan als je ze eerst binnen zaait en ze daarna als zaailingen verpoot.
- Je kunt chilipepers laten groeien van zaadjes of een kiemplantje kopen, maar er is veel meer variatie als je zaadjes gebruikt.
- Beginnen met zaailingen is gemakkelijk; plan het verpoten naar buiten in ieder geval wel 6 weken van te voren.
-
Verbeter je grond. De grond in je tuin zal misschien iets moeten worden veranderd om de grootste, gezondste en weelderigste chili-oogst te krijgen. Chilipepers geven de voorkeur aan een bodem met een goede drainage en voldoende voeding. Meng daarom een beetje zand door de grond om te helpen bij de afvoer van water en doe er een paar weken voor je gaat planten wat compost bij. Je zal merken dat de groei significant toeneemt als je de hoeveelheid kalium in de bodem ook verhoogt; ga naar een lokale kwekerij om een meststof te kiezen die veel kalium en weinig stikstof bevat (zoals een 0-20-0 mix). [2] X Bron
- Test de pH-waarde van de bodem en stel vast of je nog verdere aanpassingen moet maken; chilipepers houden van een bodem met een neutrale of licht zure pH-waarde van 6.5-7.
- Hoe verder van tevoren je de bodem kunt voorbereiden, des te beter zal het zijn voor de groei van de chilipepers.
Advertentie
-
Bereid de zaden voor. Week de zaadjes eventueel om ze zachter te maken, zodat de spruit gemakkelijker door de buitenste laag van het zaadje kan breken. Vul een kom met lauwwarm water en doe de zaadjes in de kom. Laat ze een volledige 24 uur weken en giet vervolgens het water af, waarna je ze laat drogen. Wacht met het planten van de zaadjes tot ze volledig droog zijn, meestal is dit na 10-12 uur.
- Wil je het ontkiemen wat bespoedigen, week de zaden dan in kamillethee op kamertemperatuur, in plaats van gewoon water.
-
Plant de zaadjes in kleine potten. Je kunt trays aanschaffen voor de zaailingen, of je gebruikt potjes voor elk zaadje. Vul elke tray of pot met grond (waar al meststoffen en compost in zit). Plaats vervolgens een enkel zaadje ongeveer 1 cm onder de oppervlakte van elke pot.
-
Geef de zaadjes water. Zaadjes hebben dagelijks water nodig, zodat de grond voortdurend vochtig blijft. Geef de zaadjes het meest water na de eerste keer dat je ze hebt geplant en geef ze daarna elke dag ongeveer een theelepel water.
-
Zet ze op een locatie met voldoende warmte en zonlicht. Heb je eerder al eens zaadjes geplant, dan heb je misschien wel een hittelamp bij de hand; hittelampen zijn zeer geschikt om je zaadjes te helpen snel te groeien. Zo niet, zet dan de zaadjes op een plek met voldoende zonlicht, zoals een raam op het zuiden, en in de buurt van veel warmte, zoals bij een radiator. Maar let wel op dat ze niet te heet of te koud staan, omdat dit in beide gevallen zal resulteren in weinig of geen groei.
-
Wacht tot de zaadjes gaan spruiten. Het kan een aantal dagen tot meerdere weken duren voor de zaadjes gaan ontkiemen. De zaadjes beginnen met een tweetal blaadjes, ook wel de 'kiemblaadjes'. Na een tijdje zal er een tweede paar blaadjes gaan spruiten; dit zijn de 'echte blaadjes' en die geven aan dat de chilipepers klaar zijn om verpoot te worden. Je kunt wachten tot ze groter zijn en het buiten wat warmer geworden is, of je plant ze meteen nadat de echte blaadjes zijn gegroeid. [3] X Bron
-
Maak de zaadjes bestendiger. Zaadjes die binnen zijn gekweekt zijn gewend aan een constante temperatuur zonder al te veel fluctuaties; wanneer ze te maken krijgen met de omstandigheden buiten, dan kunnen ze dit als een schok ervaren door de variatie in temperatuur, vochtigheidsgraad en de verandering van het zonlicht. Maak de zaadjes hiertegen meer bestand door de potten elke dag een paar uur buiten te zetten. Begin met niet meer dan 2 uur per dag, ongeveer een week lang, en doe daar dan elke keer als ze naar buiten gaan 1 uur bij, tot ze ertegen kunnen om 24 uur per dag buiten te zijn. Op dit punt aangekomen kunnen ze ertegen om buiten te worden geplant, zonder dat je bang hoeft te zijn dat de schok te groot is.Advertentie
-
Plant ze op het juiste moment. Wacht met het verpoten tot de laatste vorst van de lente, meestal ergens rond maart of april, afhankelijk van het lokale weer. Plant ze op een zonnige dag, laat in de ochtend of vroeg in de middag, wanneer het nog niet te heet is, om te voorkomen dat de plant schrikt door het verpoten.
-
Graaf je gaten. Chilipepers hoor je individueel te planten om ruimtegebrek te voorkomen, zelfs al plant je de zaadjes meteen buiten. Graaf kleine gaatjes net iets groter dan het zaadje of de wortelkluit met behulp van een tuinschepje. Deze horen ongeveer 30 cm van elkaar af te worden geplaatst, maar afhankelijk van het type chilipeper die je gaat planten heb je misschien meer ruimte nodig. Ga na welke chilipepers je kweekt te weten hoeveel ruimte er nodig is, perfect voor deze plant.
-
Plant de pepers. Plaats elke plant of zaadje in de gaatjes die je hebt gemaakt. Bedek ze weer met grond zodat er niet meer dan 1 cm aarde op ligt. Druk de aarde niet te veel aan als je klaar bent, omdat de chilipepers beter zullen groeien in losse, waterdoorlatende grond.
-
Geef de peperplantjes water. Chilipepers zullen goed gedijen als de grond vochtig is, maar niet doornat. Na de eerste keer dat je ze hebt geplant geef je de chilipepers wat extra water om de schok van het verpoten niet te groot te maken. Geef ze vervolgens water op een dagelijkse basis, zodat de grond vochtig genoeg is. Als je zoete pepers kweekt, dan kun je ze nog zoeter maken door ze meer water te geven dan gewoonlijk.
-
Onderhoud de plantjes. Het zal een maand of langer duren voor de chilipepers bloemknoppen krijgen en vrucht gaan dragen, dus je zult goed op de gezondheid van de planten moeten letten gedurende deze tijd. Haal onkruid dat je tegenkomt weg, omdat dat na verloop van tijd voedingsstoffen uit de bodem opneemt en ruimte inneemt als je het laat staan. Gebruik compost en kalium als meststoffen in de grond, en doe dit op een maandelijkse basis om ervoor te zorgen dat de grond voedingsrijk blijft. Je kunt ook een laag mulch bovenop de grond aanbrengen, om het vocht vast te houden en onkruid tegen te gaan.
- Afhankelijk van het type chilipepers dat je kweekt, moet je mogelijk een trellis gebruiken. Paprika's doen het bijvoorbeeld beter met de ondersteuning van een trellis.
-
Oogst je chilipepers. De tijd wanneer je de chilipepers kunt oogsten varieert per soort, maar meestal kun je wel zien wanneer ze rijp zijn door te letten op de grootte van de pepers. Chilipepers variëren in kleur, dus behalve als je zeker weet welke kleur de rijpe pepers zullen hebben, kun je daar niet op afgaan als indicator voor de rijpheid. Als je twijfelt of een chilipeper rijp is om te plukken, proef dan even! Je weet daarna of het nog wat langer moet blijven groeien, of dat het klaar is voor zijn debuut in je keuken. [4] X Bron
- Als je chilipoeder of -vlokken wilt maken, laat ze dan verschrompelen en opdrogen aan de eigen tak, voor je ze gaat oogsten.
Advertentie
Tips
- Een ideale bodemtemperatuur voor het verbouwen van chilipepers is 27 graden.
Advertentie
Waarschuwingen
- Geef de plantjes voldoende ruimte om te groeien, omdat de volwassen planten van de chilipeper wel 90 cm hoog kunnen worden.
- Raak je ogen niet aan als je werkt met de chilipepers.
- Draag handschoenen als je de pepers gaat oogsten, want anders kun je je handen verbranden.
Advertentie
Benodigdheden
- Chilipeperzaadjes
- Kleine potjes
- Potgrond
- Water
- Handschoenen
Bronnen
Over dit artikel
Deze pagina is 13.077 keer bekeken.
Advertentie