Pdf downloaden Pdf downloaden

Aarden is een proces waarbij de ontladen energie van een apparaat direct naar de grond wordt geleid, zodat je geen schok krijgt als er een defecte draad is. Hoewel aarden tegenwoordig vereist is, zijn oudere huizen soms niet geaard. Als je wilt controleren als de huis goed geaard is, kun je proberen om de draden aan de basis van een gloeilamp in de gaten van een stopcontact te steken om te zien of de peer oplicht. Als je accurater wilt controleren, gebruik dan een multimeter om metingen te doen.

Methode 1
Methode 1 van 2:

Testen met een peertje

Pdf downloaden
  1. Zoek een peertje met een wattage van 100 W. Zoek dan in een doe-het-zelfzaak naar een losse fitting om het peertje in te draaien. Kies er een die al twee draden bevat, zodat je die niet zelf hoeft toe te voegen. Plaats het uiteinde van het peertje in de fitting en draai het met de klok mee om het in de fitting te bevestigen. [1]
    • Zorg ervoor dat de fitting bedoeld is voor gebruik met peertjes van 100 W. Als de stroomwaarde de hoog of laag is, werkt de test mogelijk niet.
  2. Gebruik een kabelstripper en zoek de maat die overeenkomt met de maat van de draden aan de fitting. Klem één van de draden in de sleuf, zodat er ongeveer één centimeter uitsteekt aan de andere kant. Trek de draad langzaam door de isolatie heen naar je toe en strip hem, zodat de draden blootliggen. Herhaal het proces voor de tweede draad aan de andere kant van de fitting. [2]

    Tip: als je geen kabelstripper hebt, kun je het uiteinde van de draad tussen de helften van een schaar vastnemen. Trek de draad in de tegenovergestelde richting van het deel dat je wilt verwijderen om de isolatie te verwijderen. Pas op dat je niet hard in de schaar knijpt, anders kun je door de draad heen knippen. [3]

  3. Neem één van de draden van de fitting en duw het blootliggende uiteinde in de fase opening van je stopcontact, doorgaans is dat het rechter gat, maar dat is niet in alle gevallen zo. Neem de tweede draad van de fitting en steek die in de neutraal, wat doorgaans het linker gat is, naast de fase. Als je stopcontact goed werkt, zou het peertje direct moeten gaan branden. [4]
    • Het peertje gaat niet branden als het stopcontact dat je controleer niet is aangesloten op de stroomvoorziening.

    Waarschuwing: houd nooit een blootliggende draad of een draad met gebarsten isolatie vast terwijl hij in het stopcontact zit, aangezien je hierdoor een schok kan krijgen of jezelf kunt elektrocuteren.

  4. Trek beide draden uit het stopcontact om te beginnen. Steek dan een van de draden in de aardeopening, wat doorgaans het derde gat in de boven- of onderkant is. Plaats dan de tweede draad weer in de faseopening en bekijk of de peer gaat branden. Als het peertje dezelfde lichtintensiteit heeft als in de eerste test, dan is het stopcontact goed geaard. Als het peertje helemaal niet gaat branden, is het stopcontact niet geaard. [5]
    • Als het peertje minder fel brandt dan in de eerste test, dan is het stopcontact wel geaard, maar is de aarding mogelijk defect. Neem contact op met een elektricien om je elektrische systeem te controleren om de bron van het probleem te vinden.
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 2:

De aarding controleren met een multimeter

Pdf downloaden
  1. Multimeters kunnen verschillende elektrische onderdelen controleren op voltage, stroom en weerstand. Als je een analoge multimeter gebruikt, draai de knop dan naar de letter V waar golvende lijnen naast staan, dat is het symbool voor wisselspanning. Als je een digitale multimeter hebt gebruik je de knoppen om wisselspanning te selecteren. Kies de hoogste drempelwaarde voor het voltage op de meter, zodat je een accurate meting krijgt. [6]
    • Je kunt een multimeter kopen op internet of in een doe-het-zelfwinkel.
    • Sommige multimeters vermelden geen drempelwaarden. In dat geval stel je hem gewoon in op wisselspanning en ga je verder.
  2. Je multimeter heeft zwarte en rode draden die aan de onderkant van het apparaat kunnen worden aangesloten. Bevestig het uiteinde van de rode draad aan de aansluiting waar `V`, `Ω` of `+` bij staat en bevestig de zwarte draad aan de aansluiting waar `COM` of `-` bij staat, zodat je het stopcontact kunt controleren. [7]
    • Voorkom het omgekeerd aansluiten van de draden, aangezien dat voor kortsluiting in het apparaat kan zorgen.

    Waarschuwing: gebruik geen draden die barsten, schade of blootliggende bedrading hebben, aangezien je dan geëlektrocuteerd kan worden wanneer je het stopcontact controleert.

  3. Houd de draden vast aan de isolatie die eromheen zit, zodat je geen schok krijgt terwijl je werkt. Duw het puntige uiteinde van de rode draad in de neutraalopening van het stopcontact, dat is doorgaans de linker opening. Duw dan het uiteinde van de zwarte draad in de faseopening, wat doorgaans de rechter opening is. Lees de meting op de multimeter af en schrijf hem op. [8]
    • Begin door de multimeter te testen op een stopcontact waarvan je weet dat het werkt, zodat je kunt zien hoe een normale meting eruitziet.
    • De openingen waar je de draden insteekt kunnen er anders uitzien, afhankelijk van het soort stopcontact dat je hebt. Bijvoorbeeld, op een type D of M stopcontact zit de faseopening rechts onderin, terwijl de neutraalopening linksonderin zit.
  4. Neem de rode draad uit de neutraalopening en steek hem voorzichtig in de aardeopening. Dit is doorgaans een gat aan de boven- of onderkant van het stopcontact. Lees de meting af om te zien hoeveel Volt er tussen de openingen bewegen. Schrijf de meting op, zodat je de metingen kunt vergelijken. [9]
    • Als je huis geaard is, dan zouden de metingen hetzelfde moeten zijn, met een marge van vijf Volt.
    • Als de meting tussen de fase- en aardingsopeningen bijna nul is, dan is het betreffende stopcontact niet geaard.
    • Als het stopcontact geen aardingsopening heeft, dan is er geen aarde aangesloten en is het stopcontact dus niet geaard.
  5. Steek de rode draad in de neutraalopening en de zwarte draad in de aardingsopening om de meting te controleren. De aantal Volt die op de multimeter wordt weergegeven is laag in vergelijking met de andere metingen. Schrijf de derde meting op zodat je weet hoeveel elektriciteit er tussen de openingen beweegt. [10]
    • Je hoeft de neutraal- en aardingsopeningen niet te controleren als je al bepaald hebt dat het stopcontact niet is geaard.
  6. De aardlekwaarde is het aantal Volt dat van de aardingsopening naar het stopcontact loopt. Trek de eerste meting (fase naar neutraal) af van de tweede (fase naar aarde). Voeg daarna het aantal Volt van de derde meting toe. Als de waarde hoger is dan twee, dan is je aarding mogelijk defect. Zo niet, dan is het stopcontact veilig te gebruiken. [11]
    • Als de eerste meting bijvoorbeeld 230 V was en de tweede meting 231 V was en de derde meting 0,5 V was, dan is de formule (231-230) + 0,5, waar 1,5 V uitkomt.
    • Als de aarding defect is, neem dan contact op met een erkende elektricien om je elektriciteitssysteem te bekijken en het probleem te vinden.
    Advertentie

Tips

  • Stopcontacten die slechts twee openingen bevatten, zijn niet geaard.
Advertentie

Waarschuwingen

  • Bel een geschoolde elektricien als je de aarding niet zelf wilt of durft te controleren.
  • Gebruik nooit een niet geïsoleerde draad of multimeter, aangezien je daardoor ernstige schokken kunt krijgen of geëlektrocuteerd kunt worden.
Advertentie

Benodigdheden

Een testpeertje gebruiken

  • 100 Watt peertje
  • Basisfitting
  • Kabelstripper
  • Elektrisch stopcontact

De aarding controleren met een multimeter

  • Multimeter
  • Elektrisch stopcontact

Over dit artikel

Deze pagina is 61.569 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie