Pdf downloaden Pdf downloaden

De achtergrond is een van de drie hoofddelen van een verhaal, samen met personages en plot. De achtergrond is de plaats en tijd van je verhaal. De achtergrond versterkt en ondersteunt je plot en personages, en helpt om belangrijke punten en thema's te openbaren en benadrukken.

Deel 1
Deel 1 van 3:

De achtergrond omschrijven

Pdf downloaden
  1. Wanneer je begint met het vormgeven en beschrijven van je achtergrond, begin dan met de 6 W's. Noteer op een stuk papier de antwoorden van elk van deze vragen om te helpen een overtuigende en effectieve achtergrond te creëren.
    • Waar is het verhaal?
    • Wanneer speelt het verhaal zich af?
    • Wat voor weer of klimaat heerst er?
    • Wat zijn de sociale of gemeenschapsomstandigheden?
    • Wat voor landschap is er?
    • Welke speciale details maken het levendig? [1]
  2. Hoe beschrijf je je achtergrond? Gebruik je een groothoeklens of zoom je in? Besluit wat je verhaal nodig heeft. Is het nodig om de hele stad te beschrijven? Of hoef je alleen het huis te beschrijven? Bepaal welke beschrijving jouw verhaal de levendigheid geeft die het nodig heeft.
    • Probeer de bredere achtergrond te beschrijven en geleidelijk te versmallen naar een specifieke locatie. Begin met een beschrijving van het land/staat/regio, ga dan naar de stad, dan de buurt in de stad.
    • Je kunt ook van een fysieke achtergrond overstappen naar de populatie door het soort mensen te beschrijven die in de stad wonen. Dit is een veel voorkomende manier om over te stappen van levenloze objecten naar levende wezens die denken, voelen en zorgen. Hiermee begin je het verhaal betekenis te geven. [2]
  3. Gebruik de vijf zintuigen: aanraking, zicht, geur, geluid en smaak. Veel schrijvers gebruiken alleen zicht, maar dit is een vergissing omdat dit het verhaal tweedimensionaal maakt. Natuurlijk moet je beschrijven hoe iets eruit ziet, maar je moet ook beschrijvingen van de andere zintuigen opnemen.
    • Denk na over hoe de kamer ruikt. Hoe voelt het zand onder de voeten van de personages? Snijdt de rand van de berg in de handen van het personage? Beschrijf hoe de favoriete maaltijd van het personage smaakt. [3]
    • Bij voorbeeld: Ze kwam binnen in de voorkamer. Lady MacDougall zetelde als Queen Victoria op een met blauwe chintz bedekte canapé en gebaarde naar Elizabeth dat ze de bijpassende leunstoel ertegenover moest nemen. De zalmroze geschilderde muren zorgden ervoor dat het witte haar van de hertogin een roze gloed kreeg. Elizabeth kromp ineen toen een houtblok verplaatste in het hoog opgelaaide vuur in de enorme open haard, omlijst met het marmer dat de voorgaande Lord MacDougall persoonlijk had meegebracht uit Egypte. [4]
  4. De achtergrond moet het verhaal versterken, niet blokkeren. Dit kan gebeuren als je midden in een scene stopt om een langdradige omschrijving te geven van de wereld rond de personages. In plaats van midden in een scene een aparte omschrijving van de achtergrond te geven, kun je de achtergrond door middel van de handelingen van de personages beschrijven. De achtergrond moet geïntegreerd worden, samen met wat de personages doen. [5]
    • Als de personage bijvoorbeeld wegrent van een vampier in de bossen, stop dan niet om te beschrijven hoe angstaanjagend de bossen zijn. Laat het personage opmerken hoe donker het is en dat er geen geluiden te horen zijn. Laat het personage struikelen over een blootgelegde wortel en een snee in haar wang krijgen van een tak. Richt je op hoe het personage niets kan zien, maar de voetstappen achter haar kan horen. Dit verenigt de achtergrond met de handelingen zodat dit het verhaal niet blokkeert.
  5. Laat de achtergrond zien in plaats van erover te vertellen. Zeg niet: De woestijn was heet . Laat in plaats daarvan zien dat de woestijn heet was door te beschrijven hoe de zon op de huid van het personage brandt, hoe de hitte in golven opstijgt van het zand, en hoe de dikke lucht het moeilijk maakt om te ademen.
    • Gebruik levendige taal om dit te doen. Kies zelfstandige naamwoorden en beschrijvende bijvoeglijke naamwoorden om de achtergrond te beschrijven. Gebruik werkwoorden voor concrete handelingen.
    • Vertellen: De meisjes waren opgewonden.
    • Laten zien: Gegiechel en gegil vulden de arena. De zachte krullen waren nu vochtig van de transpiratie en in afwachting van de gebeurtenissen. Ze hielden elkaar stevig vast in een schijnpoging om zich te beheersen. Armen zwaaiden omhoog en stemmen echoden in diverse tonen. Het moment was gekomen. [6]
  6. Er bestaat zoiets als een teveel aan achtergrondinformatie. Laat het na om dingen te beschrijven die niet van belang zijn voor het verhaal en de thema's. Maak in plaats daarvan een bewuste keuze over alles wat je beschrijft. Elke beschrijving van de achtergrond moet een reden hebben om in het verhaal opgenomen te worden.
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 3:

De achtergrond in je verhaal kiezen

Pdf downloaden
  1. De achtergrond omvat vele dingen, maar het meest belangrijke om mee te beginnen is de locatie. Je moet kiezen waar het verhaal plaatsvindt. De keuze van de locatie is extreem belangrijk. Het bepaalt de stemming en brengt connecties en stereotypes met zich mee waar je uit kunt kiezen om je verhaal te ondersteunen, of waar je je personages tegen kunt laten vechten.
    • Begin met het kiezen van een land, staat, regio, stad of dorp. Je kunt ook specifieker zijn, bijvoorbeeld een buurt of straat beschrijven. Besluit of je locatie een stedelijk gebied, een boerderij, eilanden of een berggebied is. [7]
  2. Geef de fysieke details van het huis, de tuin of de kamer. Gebruik deze fysieke details om de personage(s) te beschrijven. Je kunt de fysieke details ook gebruiken om het thema, de waardes en houdingen verder uit te werken. [8]
    • Wanneer je dit doet helpt de achtergrond om betekenis te geven aan je verhaal.
    • Bij voorbeeld: De muren waren gemaakt van donkere stenen, schaars verlicht door toortsen. Lege banken verrezen aan beide zijden, maar voor hem uit, op de hoogste banken van allemaal, zaten vele schaduwachtige figuren. Ze waren aan het praten met zachte stemmen, maar terwijl de zware deur dichtzwaaide achter Harry, viel er een onheilspellende stilte. [9]
  3. Tijdsbepaling is een belangrijk deel van je verhaal. Dit kan je plot beïnvloeden en het gedrag van je personages. De volgende tijdsbepalingen zijn belangrijk om rekening mee te houden:
    • De tijd van de dag. Speelt je verhaal zich af in de ochtend, het midden van de dag, of 's nachts? Elk moment van de dag heeft een specifieke associatie erbij. Houd ook in gedachten op welke verschillende manieren personages kunnen handelen op verschillende momenten van de dag.
    • De tijd van het jaar. Speelt jouw verhaal zich af in de zomer, de winter, of de lente? Speelt het zich af rond een feestdag, zoals kerst of Sint-Maarten? De tijd van het jaar kan ook de viering van een belangrijke historische of persoonlijke gebeurtenis zijn.
    • Verstrijken van tijd. Denk na over de transitie van tijd in jouw verhaal. Dit omvat uren en zelfs maanden. Je moet beschrijven hoe de tijd passeert door de achtergrond. Dit kan tijd zijn die voortgaat terwijl het verhaal zich ontvouwt, of de lezer in een flashback plaatsen. [10]
  4. Het weer kan helpen de stemming te bepalen van je personages. Het kan ook het plot beïnvloeden. Beschrijf de temperatuur, of het regent of winderig is, en zelfs de helderheid van de zon.
    • Als je verhaal plaatsvindt in een hard klimaat, dan zul je dit moeten beschrijven aan je lezer. Beschrijf de problemen van het leven in de woestijn of bij arctische temperaturen. Of verklaar het gemak waarmee iemand leeft in het strandhuis. [11]
    • Bij voorbeeld: En tenslotte was het weer ideaal. Ze konden zich geen betere dag wensen voor een tuinfeest, alsof ze het besteld hadden. Windstil, warm, een onbewolkte lucht. Alleen het blauw had een sluier met een vleugje lichtgoud, zoals dat soms het geval is in de vroege zomer. De tuinman was al wakker sinds zonsopgang, het gras maaiend en schoonvegend, tot het gras en de donkere, platte rozetten waar de madeliefjes gestaan hadden leken te glanzen. [12]
  5. De geografie van een verhaal is belangrijk. Als er bepaalde bomen, bloemen of voedselsoorten zijn die in dat gebied groeien, beschrijf ze dan. Denk na over waarom het belangrijk is voor het personage en de plot om in deze geografie te leven. [13]
    • Denk na over geografische formaties, zoals bergen, rivieren, meren of bossen. Het personage moet hier interactie mee hebben en ze moeten belangrijk zijn voor het verhaal. Vraag je anders af waarom je het verhaal zich daar af laat spelen.
  6. Als je een historisch verhaal schrijft, dan moet je de achtergrond beschrijven binnen het model van de historische periode. Dit omvat het uiterlijk van de wereld op dat moment, maar ook hoe de technologie was en hoe mensen zich gedroegen.
    • Denk na over sociale en politieke achtergronden. Dit is belangrijk voor een modern of historisch verhaal. Deze zaken beïnvloeden de waardes en daden van de personages.
    • Culturele achtergronden kunnen zaken omvatten als religie, tradities en gemeenschapszin. De populatie van je locatie kan hier ook in meespelen. Is de plek dichtbevolkt, of is het afgelegen? [14]
    Advertentie
Deel 3
Deel 3 van 3:

Een personage gebruiken om achtergrond te beschrijven

Pdf downloaden
  1. Gebruik je personage om de achtergrond te beschrijven. Terwijl het personage zich door een scene beweegt, laat je haar de omgeving opmerken. Wat merkt ze direct op? Wat merkt ze later op? Laat je personage fysiek contact maken met de omgeving, in plaats van alleen te stellen dat er iets in de kamer staat. [15]
    • Laat het personage reageren op de achtergrond. Dit kan belangrijke ontwikkelingen geven in het personage en de plot.
  2. Verschillende mensen zullen dingen anders zien. Besluit hoe jouw specifieke personage iets zal beschrijven. Dit beïnvloedt de manier waarop je de achtergrond omschrijft. [16]
    • Een geboren New Yorker zal de metro heel anders beschrijven dan iemand van een zuidelijke afgelegen boerderij. Besluit vanuit wiens gezichtspunt je de scene wilt beschrijven en waarom het belangrijk is om het perspectief van juist dat personage te krijgen.
  3. De stemming en de persoonlijkheid van je personage beïnvloeden de manier waarop je de scene beschrijft. Denk na over hoe het personage de achtergrond zal zien en hoe hij zich erbij zou voelen. [17]
    • Denk na over hoe een eerstejaars en een laatstejaars van de middelbare school een schoolfeest zouden ervaren. De eerstejaars zal waarschijnlijk opgewonden zijn omdat dit haar eerste feest is, terwijl een laatstejaars zou kunnen mopperen en klagen omdat ze daar is. Een kind dat gepest is kan bang zijn om naar het feest te gaan, omdat de mensen die hem pestten daar kunnen zijn, terwijl de populaire klasse voorzitter opgetogen is om al haar vrienden te zien op het feest.
    • Plotgebeurtenissen kunnen ook de stemming van het personage beïnvloeden. Een wandeling in het bos in de middag kan voor het ene personage een ontspannen gebeurtenis zijn, terwijl een ander personage verdwaald raakt in het bos en bang is.
    Advertentie

Tips

  • Kies een achtergrond voor je verhaal niet uit omdat je denkt dat het goed klinkt. Het kan geschikter zijn voor je verhaal als je een klein huis gebruikt als achtergrond in plaats van een extravagante plaats zoals een kasteel.
  • Plaats je achtergrond achter je personages. Hoewel het atmosfeer en context toevoegt, zijn lezers meer gesteld op de bewegingen van de personages en de plot. De achtergrond moet de personages en de plot versterken.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 5.160 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie