Pdf downloaden
Pdf downloaden
Een datum opschrijven in het Spaans is gemakkelijk. Je hebt een aantal woorden nodig die met data te maken hebben. Lees verder om meer te weten te komen.
Stappen
-
De volgorde van de datum is dag, maand, jaar . Schrijf de maand voluit wanneer je de "lange versie" van de datum opschrijft, maar gebruik cijfers voor de dag en het jaar. [1] X Bron
- De verschillende onderdelen van de datum worden gescheiden door het woord "de," het Spaanse woord voor "van."
- Bijvoorbeeld: "3 de octubre de 2010."
- Dit voorbeeld betekent "3 oktober 2010."
-
Je kunt de datum ook korter opschrijven door alleen maar cijferwaarden te gebruiken. Wanneer je de "korte versie" van de datum gebruikt, worden alle onderdelen omschreven door cijfers.
- De volgorde van de datum is nog steeds dag, maand, jaar.
- Tussen de verschillende onderdelen staan punten.
- Gebruik het woord "de" niet in de korte versie.
- Bijvoorbeeld: "3.10.2010"
Advertentie
-
Leer hoe je in het Spaans de maanden opschrijft.
- "Januari" is "enero."
- "Februari" is "febrero."
- "Maart" is "marzo."
- "April" is "abril."
- "Mei" is "mayo."
- "Juni" is "junio."
- "Juli" is "julio."
- "Augustus" is "agosto."
- "September" is "septiembre."
- "Oktober" is "octubre."
- "November" is "noviembre."
- "December" is "diciembre."
-
Leer hoe je de cijfers 1 tot en met 31 opschrijft. [2] X Bron Je hoeft niet te leren hoe je de datum helemaal voluit schrijft. Maar als je weet hoe je deze deze cijferwaarden schrijft, kun je de datum correct lezen en ook makkelijker hardop zeggen.
- De eerste dag van de maand wordt opgeschreven als "uno" ("één"), "el primer día" of "el primero," wat respectievelijk "de eerste dag" of "de eerste" betekent.
- Naar de andere dagen van de maand wordt verwezen met hoofdtelwoorden.
- "Twee" is "dos."
- "Drie" is "tres."
- "Vier" is "cuatro."
- "Vijf" is "cinco."
- "Zes" is "seis."
- "Zeven" is "siete."
- "Acht" is "ocho."
- "Negen" is "nueve."
- "Tien" is "diez."
- "Elf" is "once."
- "Twaalf" is "doce."
- "Dertien" is "trece."
- "Veertien" is "catorce."
- "Vijftien" is "quince."
- "Zestien" is "dieciséis." De nummers 16, 17, 18 en 19 bestaan uit combinaties: "diez y seis" ("tien en zes"--> zestien), "diez y siete", "diez y ocho" en "diez y nueve".
- "Zeventien" is "diecisiete."
- "Achttien" is "dieciocho."
- "Negentien" is "diecinueve."
- "Twintig" is "veinte." De cijfers in de twintig worden gevormd door het combineren van "veinte" en het tweede cijfer. De laatste "e" van "veinte" valt weg en wordt vervangen door een "i."
- Dus 21 t/m 29: "veintiuno," "veintidos," "veintitrés," "veinticuatro," "veinticinco," "veintiséis," "veintisiete," "veientiocho," en "veintinueve."
- "Dertig" is "treinta."
- "Eenendertig" is "treinta y uno."
-
Leer het jaar voluit te schrijven. [3] X Bron Net zoals voor de dagen geldt, hoef je het jaar nooit voluit op te schrijven in het Spaans. Maar als je weet hoe het wordt geschreven, kun je het jaar correct zeggen in je hoofd en kun je het ook makkelijker hardop zeggen.
- In het Spaans wordt het jaar altijd in duizendtallen en honderdtallen uitgedrukt. Bijvoorbeeld het jaar "1900" wordt geschreven als "mil novecientos," wat letterlijk "duizend negenhonderd" betekent. Je kunt in het Spaans niet "negentienhonderd" zeggen.
- Om "2000" te zeggen, zeg je "dos mil."
- Na de duizendtallen en honderdtallen volgen de tientallen en eenheden. Bijvoorbeeld "1752" wordt geschreven als "mil setecientos cincuenta y dos."
- Leer de tientallen uit te schrijven. Zoals hierboven staat is 20 "veinte" en 30 is "treinta." De andere tientallen zijn "cuarenta" (40), "cincuenta" (50), "sesenta" (60), "setenta" (70), "ochenta" (80), en "noventa" (90).
- Je moet ook de honderdtallen voluit leren schrijven: "cien" (100), "doscientos" (200), "trescientos" (300), "cuatrocientos" (400), "quinientos" (500), "seiscientos" (600), "setecientos" (700), "ochocientos" (800), en "novecientos" (900).
Advertentie
-
Leer de dagen van de week te schrijven. [4] X Bron
- "Maandag" is "lunes."
- "Dinsdag" is "martes."
- "Woensdag" is "miércoles."
- "Donderdag" is "jueves."
- "Vrijdag" is "viernes."
- "Zaterdag" is "sábado."
- "Zondag" is "domingo."
-
Leer hoe je naar dagen van de week kunt verwijzen zonder een datum te noemen. Soms is het handiger om naar een dag te verwijzen met woorden als "vandaag," "morgen," of "het weekend." Leer deze en vergelijkbare woorden om je geschreven communicatie minder gekunsteld te maken en makkelijker te begrijpen.
- "Vandaag" is "hoy," "gisteren" wordt vertaald met "ayer," en "morgen" is "mañana."
- "Het weekend" is in het Spaans "el fin de semana." De term "el fin" betekent "het einde," "de" betekent "van," en "semana" betekent "week". Letterlijk vertaald betekent de hele zin dus "het einde van de week."
- Om naar "deze week" te verwijzen, schrijf je "esta semana." De term "esta" betekent "deze" en "semana" betekent "week."
- Wanneer je het hebt over "verleden week," schrijf je "la semana pasada." De term "la semana" betekent "de week" en "pasada" betekent "verleden".
- Om te verwijzen naar "volgende week," schrijf je "la semana que viene." De term "la semana" betekent "de week" en "que viene" betekent "die komt." Deze hele zin betekent dus "de week die komt."
-
Leer hoe je seizoenen kunt benoemen. De beschrijving van de datum kan worden uitgebreid met het seizoen, of "la estación del año," waarin de datum plaatsvindt.
- Schrijf "la primavera" om naar de lente te verwijzen.
- Schrijf "el verano" als je het over de zomer hebt.
- Schrijf "el otoño" als je over de herfst schrijft.
- Schrijf "el invierno" als je de winter noemt.
Advertentie
-
Schrijf "¿Cuál es la fecha de hoy?" Letterlijk vertaald betekent deze vraag: "Wat is de datum van vandaag?"
- De term "cuál" betekent "wat."
- De term "es" is een vervoegde vorm van "ser," wat "zijn" betekent. In deze vorm betekent het "het is" of alleen "is."
- "La fecha" betekent "de datum."
- Het zinsdeel "de hoy" betekent "van vandaag."
- Je kunt ook "de hoy" weglaten. De vraag klopt dan nog steeds.
-
Probeer "¿Cuántos somos hoy?" Letterlijk vertaald betekent deze zin: "Hoeveel zijn we vandaag?"
- De zinsnede "cuántos" betekent "hoeveel."
- "Somos" is een vervoegde vorm van het werkwoord "ser," wat "zijn" betekent. In deze vorm betekent het "zijn we."
- "Hoy" betekent "vandaag."
- Het woord "hoy" kan worden weggelaten. De vraag betekent dan nog steeds hetzelfde.
-
Vraag "¿Qué día es hoy?" [5] X Bron Letterlijk vertaald betekent deze zin "Welke dag is vandaag?"
- Deze vraag wordt meestal gebruikt om naar de dag van de week te vragen ( domingo, lunes, enz.), maar hij kan ook worden gebruikt om naar de datum te vragen.
- "Qué" betekent "welke."
- "Día" betekent "dag."
- De term "es" is een vervoegde vorm van "ser," wat "zijn" betekent. In deze vorm betekent het "het is" of "is."
- "Hoy" betekent "vandaag."
-
Oefen het antwoorden wanneer iemand je naar de datum vraagt. Je kunt je antwoord beginnen met "Hoy es..." gevolgd door de datum.
- "Hoy" betekent "vandaag" en "es" betekent "is."
- Je kunt ook "hoy" weglaten en "Es..." schrijven of zeggen, gevolgd door de datum.
- Bijvoorbeeld: "Hoy es 3 de octubre de 2010."
- Bijvoorbeeld: "Es 3 de octubre de 2010."
Advertentie
Bronnen
- ↑ http://www.studyspanish.com/lessons/months.htm
- ↑ http://www.donquijote.org/spanishlanguage/spanish-numbers/spanish-1-to-100.asp
- ↑ http://www.ctspanish.com/tyl/time/tyl/multi/date.htm
- ↑ http://www.europa-pages.com/lessons/spanish-dates.html
- ↑ http://www.elearnspanishlanguage.com/vocabulary/dates.html
Advertentie