Pdf downloaden Pdf downloaden

Met de interkwartielafstand bereken je de spreiding van een gegevensverzameling. De interkwartielafstand wordt in statistische analyses gebruikt om conclusies over een gegevensverzameling te kunnen trekken. Men geeft vaak de voorkeur aan het berekenen van de interkwartielafstand in plaats van het bereik, omdat de meeste uitschieters dan niet mee worden genomen. Lees verder om erachter te komen hoe je de interkwartielafstand kunt bepalen.

Methode 1
Methode 1 van 3:

De interkwartielafstand begrijpen

Pdf downloaden
  1. Het is in essentie een manier om de spreiding van een gegevensverzameling te kunnen begrijpen. [1] De interkwartielafstand is het verschil tussen het hoogste kwartiel (de hoogste 25%) en het laagste kwartiel (de laagste 25%) van een gegevensverzameling. Het laagste kwartiel wordt doorgaans aangeduid met Q1 en het hoogste kwartiel met Q3, wat Q2 theoretisch gezien het midden van de gegevensverzameling maakt, en Q4 het hoogste punt. [2]
  2. Om een kwartiel te visualiseren, deel je een lijstje met getallen op in vier gelijke delen. Elk van deze delen is een "kwartiel." [3] Bekijk de volgende gegevensverzameling eens: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8.
    • 1 en 2 vormen het eerste kwartiel, ofwel Q1.
    • 3 en 4 vormen het tweede kwartiel, ofwel Q2.
    • 5 en 6 vormen het derde kwartiel, ofwel Q3.
    • 7 en 8 vormen het vierde kwartiel, ofwel Q4.
  3. Om het verschil tussen het hoogste en laagste kwartiel te bepalen, moet je het 75e percentiel aftrekken van het 25e percentiel. De formule wordt als volgt geschreven: Q3 – Q1 = interkwartielafstand. [4]
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 3:

De gegevensverzameling ordenen

Pdf downloaden
  1. Als je dit voor school moet leren en je er een proefwerk over krijgt, dan krijg je waarschijnlijk een kant-en-klare gegevensverzameling, zoals 1, 4, 5, 7, 10. Dit is je gegevensverzameling, ofwel de getallen waarmee je zult gaan werken. Het kan echter zijn dat je zelf de getallen moet ordenen aan de hand van een tabel of een verhaaltjessom. Zorg ervoor dat elk getal naar hetzelfde verwijst, bijvoorbeeld het aantal eieren dat in elk nest ligt binnen een groep vogels, of het aantal parkeerplaatsen dat elk huis in een bepaalde straat heeft. [5]
  2. Dat betekent dat je de gegevens ordent van het laagste naar het hoogste getal. Kijk eens naar de volgende voorbeelden:
    • Voorbeeld met een even aantal getallen (verzameling A): 4 7 9 11 12 20
    • Voorbeeld met een oneven aantal getallen (verzameling B): 5 8 10 10 15 18 23
  3. Om dit te kunnen doen, moet je het middelpunt van de gegevens bepalen: het getal of de getallen die zich precies in het midden van de gegevensverzameling bevinden. Als je een oneven aantal getallen hebt, kies dan het getal dat precies in het midden ligt. Als je een even aantal getallen hebt, zal het middelpunt liggen tussen de twee middelste cijfers.
    • Voorbeeld met een even aantal getallen (verzameling A), waarin het middelpunt tussen 9 en 11 ligt: 4 7 9 | 11 12 20
    • Voorbeeld met een oneven aantal getallen (verzameling B), waarin (10) het middelpunt is: 5 8 10 (10) 15 18 23
    Advertentie
Methode 3
Methode 3 van 3:

De interkwartielafstand berekenen

Pdf downloaden
  1. Bepaal de mediaan van de onderste en de bovenste helft van je gegevensverzameling. De mediaan is het "middelpunt," ofwel het cijfer in het midden van een gegevensverzameling. [6] In dit geval ben je niet op zoek naar het middelpunt van de gehele gegevensverzameling, maar het relatieve middelpunt van zowel de bovenste als de onderste helft. Als je een oneven aantal getallen hebt, neem het middelpunt daarvan dan niet mee. Bij gegevensverzameling B zou je bijvoorbeeld een van de tienen niet meenemen. [7]
    • Voorbeeld met een even aantal getallen (verzameling A):
      • Mediaan van de onderste helft = 7 (Q1)
      • Mediaan van de bovenste helft = 12 (Q3)
    • Voorbeeld met een oneven aantal getallen (verzameling B):
      • Mediaan van de onderste helft = 8 (Q1)
      • Mediaan van de bovenste helft = 18 (Q3)
  2. Nu weet je hoeveel getallen er liggen tussen het 25e en het 75e percentiel. Je kunt dit gebruiken om te begrijpen wat de spreiding van de gegevens is. Als je op een proefwerk bijvoorbeeld maximaal 100 punten kunt halen en de interkwartielafstand van de behaalde cijfers 5 is, dan kun je aannemen dat de meeste mensen die dit proefwerk gemaakt hebben ongeveer evenveel van de leerstof wisten. Er is namelijk weinig verschil tussen de hoge en lage cijfers. Als de interkwartielafstand van de behaalde cijfers echter 30 is, dan zou je je kunnen afvragen waarom sommige mensen zo'n hoog cijfer hadden en anderen juist zo'n laag cijfer.
    • Voorbeeld met een even aantal getallen (verzameling A): 12 - 7 = 5
    • Voorbeeld met een oneven aantal getallen (verzameling B): 18 - 8 = 10
    Advertentie

Tips

  • Het is belangrijk om dit helemaal zelf te leren berekenen, maar er zijn een aantal online calculators die je kunt gebruiken om te controleren of je de interkwartielafstand juist hebt berekend. [8] Vertrouw niet te veel op een calculator-app als je dit voor de wiskundeles op school moet leren. Als er op een proefwerk naar de interkwartielafstand wordt gevraagd, zul je dit uit je hoofd uit moeten kunnen rekenen.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 29.751 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie