PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Een router is een apparaatje dat meerdere elektronische apparaten, zoals computers en smartphones, met een netwerk verbindt. Als je onlangs een nieuwe TP-Link router hebt gekocht en je moet hem nog configureren, lees dan hieronder hoe je dat heel eenvoudig kunt doen met behulp van Quick Setup oftewel het snelinstallatie-proces via de gebruikersinterface, die je kunt openen via een willekeurige webbrowser op je pc. Als je niet alle benodigde gegevens hebt, kun je om te beginnen proberen je draadloze netwerk aan de praat te krijgen met behulp van een basisconfiguratie. Je kunt de webinterface ook gebruiken om ouderlijk toezicht op je router in te stellen en port forwarding oftewel het doorsturen van poorten aan een specifiek apparaat toe te wijzen. In dit artikel lees je alles over het opzetten van een TP-Link router.

Methode 1
Methode 1 van 5:

De router instellen

PDF download Pdf downloaden
  1. Als je een aparte modem hebt, koppel hem voordat je hem uitschakelt dan eerst los. Als je modem een reservebatterij heeft, moet je die ook verwijderen.
  2. Je hebt hiervoor een ethernetkabel nodig. Sluit de router aan op het internet via één van de stappen hieronder.
    • Sluit als de router een ingebouwde modem heeft gewoon de internetkabel van je internetprovider aan op de ‘WAN’- of de ‘Internet’-poort aan de achterkant van de router.
    • Verbind als je een losse modem hebt de internetkabel in huis met de ‘WAN’- of de ‘Internet’-poort van de modem. Sluit vervolgens een ethernetkabel aan op een beschikbare ‘LAN’-poort aan de achterzijde van de modem. Sluit vervolgens het andere uiteinde van de ethernetkabel aan op de ‘WAN’- of de ‘Internet’-poort aan de achterkant van de router.
  3. Als je een afzonderlijke modem hebt, sluit die dan opnieuw aan en doe de batterij weer in de modem zodat je hem weer aan kunt zetten.
  4. Gebruik altijd de netadapter die met de router is meegeleverd. Sluit de wisselstroomadapter aan op de voedingsingang; meestal zit die aan de achterkant van de router. Steek vervolgens de netspanningsadapter in het stopcontact. Als het goed is gaat de router nu aan. Wacht tot de lampjes aan de voorkant van de router permanent branden; je weet dan dat de router klaar is met opstarten.
  5. Hiervoor heb je een andere ethernetkabel nodig. Sluit een ethernetkabel aan op een beschikbare ‘LAN’-poort op de router. Sluit vervolgens het andere uiteinde aan op een beschikbare ethernetpoort op je computer.
    • Als je computer geen ethernetpoort heeft, kunt je een USB-naar-ethernetadapter kopen en die gebruiken om de ethernetkabel op je computer aan te sluiten via een beschikbare USB-poort.
    • Je kunt met je router ook een draadloze verbinding tot stand brengen, met behulp van het standaard SSID en wachtwoord. Die gegevens staan op de onderkant van de router, of in de handleiding.
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 5:

De router configureren met behulp van de snelinstallatie

PDF download Pdf downloaden
  1. Je kunt hiervoor iedere webbrowser die je maar wilt gebruiken, waaronder Google Chrome, Safari, Firefox en Microsoft Edge.
  2. Zo open je de gebruikersinterface van de router. Meestal staat het standaardtoegangsadres op de onderkant van de router of in de gebruikershandleiding, en is normaal gesproken één van de volgende opties: [1]
  3. Dit is niet het wachtwoord voor Wi-Fi, maar het wachtwoord dat je zult gebruiken om in te loggen op de router en wanneer dat nodig is de instellingen te wijzigen. Een goed, sterk wachtwoord bestaat uit minimaal acht tekens en is een combinatie van letters, cijfers en speciale tekens. Zorg ervoor dat je een wachtwoord kiest dat je makkelijk kunt onthouden . Voer het wachtwoord twee keer in en klik daarna op Aan de slag om verder te gaan.
  4. Deze optie leidt je door het proces van het instellen van je router. Klik op het tabblad Snelinstallatie bovenaan, als het nog niet geselecteerd is.
    • Klik als je een wat ouder type TP-Link gebruikt op Snelinstallatie (Quick Setup) bovenaan in het menupaneel aan de linkerkant.
  5. Selecteer je huidige tijdzone met behulp van de vervolgkeuzelijst naast ‘Tijdzone’. Klik vervolgens op Volgende om verder te gaan.
  6. Klik op het keuzerondje naast het type internetverbinding. Je kunt kiezen uit ‘Dynamische IP’, ‘Statische IP’, ‘PPPoE’, ‘L2TP’ en ‘PPTP’. Als je niet zeker weet welk verbindingstype je hebt, klik dan op Automatische detectie bovenaan op het scherm. Klik zodra je klaar bent om verder te gaan op Volgende .
    • Het kan zijn dat de functie ‘Automatische detectie’ niet helemaal goed werkt. Neem als je niet precies wat jouw type internetverbinding is contact op met je internetprovider.
    • Als je internetprovider je de benodigde gegevens niet kan geven, kun je proberen je internet aan de gang te krijgen met behulp van de basisinstallatie .
  7. Afhankelijk van het type internetverbinding dat je hebt geselecteerd, kan het zijn dat je je IP-adres, subnetmasker (meestal ‘255.255.255.0’), standaardgateway en primaire en secundaire DNS moet invoeren. Als je niet zeker weet wat die gegevens precies zijn, neem dan contact op met je internetprovider. Voer de informatie in en klik op Volgende .
    • Als je de vraag krijgt of je het MAC-adres van je computer wilt klonen, ga dan bij je internetprovider na of je internettoegang beperkt is tot een specifiek MAC-adres. Zo ja, controleer dan of je de computer gebruikt die dat MAC-adres heeft en klik op het keuzerondje om het MAC-adres van je computer te klonen. Klik als je het niet zeker weet op het keuzerondje naast ‘Het MAC-adres van mijn computer NIET KLONEN’ en daarna op ‘Volgende’.
  8. De netwerknaam is de naam die mensen zullen zoeken als ze verbinding met je draadloze netwerk proberen te maken. Het wachtwoord is de code die ze moeten invoeren om verbinding te kunnen maken met je netwerk. Voer de netwerknaam in onder ‘Netwerknaam (SSID)’ en voer het wachtwoord in bij ‘Wachtwoord’. Klik dan op Volgende om verder te gaan.
    • Als je van plan bent gasten toestemming te geven om verbinding te laten maken met je netwerk, zorg er dan voor dat je een wachtwoord gebruikt dat niet ook voor andere apps of diensten gebruikt wordt. Gebruik een wachtwoord waarvan je het niet erg vindt dat andere mensen het ook kennen.
    • Als je een zogenaamde dubbelbandrouter hebt, moet je een aparte netwerknaam (SSID) verzinnen voor zowel de 2.4 GHz als de 5 GHz band. De 2.4 GHz band levert trager internet, maar heeft een groter bereik. De 5 GHz band heeft sneller internet, maar een kleiner bereik. Je kunt voor beide hetzelfde wachtwoord gebruiken, maar ze moeten wel allebei een unieke netwerknaam hebben.
    • Klik als je niet wilt dat jouw netwerknaam op de apparaten van mensen te zien is als een draadloos netwerk zoeken op het selectievakje naast ‘SSID verbergen’. Je moet dan om verbinding met het draadloze netwerk te maken de netwerknaam en het wachtwoord handmatig invoeren.
    • Als je router Smart Connect oftewel Slim verbinden ondersteunt, kun je die functie inschakelen door het betreffende vakje te selecteren. Apparaten kunnen dan automatisch overschakelen van de 2,4 GHz- naar de 5 GHz-band, afhankelijk van hoe ver ze van de router verwijderd zijn. [2]
  9. De overzichtspagina geeft alle informatie weer die je tot op dat moment hebt ingevoerd. Controleer de pagina en zorg ervoor dat de informatie correct is. Klik zodra je klaar bent om verder te gaan op Opslaan .
  10. Op de volgende pagina worden je netwerknamen en wachtwoorden weergegeven. Maak van dit moment gebruik om je draadloze apparaten op het netwerk aan te sluiten. Klik als je klaar bent op Volgende .
  11. Als je een TP-Link ID hebt, voer dan het betreffende e-mailadres en wachtwoord in en klik op Aanmelden om verbinding te maken met clouddiensten en je router te registreren. Als je geen TP-Link ID hebt, kun je er een aanmaken door op Nu registreren te klikken, een e-mailadres in te voeren, een wachtwoord aan te maken en akkoord te gaan met de voorwaarden. Je kunt ook op Later inloggen klikken als je deze stap nu over wilt slaan.
  12. Gefeliciteerd! Je hebt zojuist je TP-Link router ingesteld. [3]
  13. Zodra je klaar bent met het instellen van je router, is het verstandig om de firmware van je router bij te werken. Het bijwerken van je router kan een paar minuten duren. Zodra de update voltooid is, wordt de router automatisch opnieuw opgestart. Volg om de firmware van de router bij te werken de volgende stappen:
    • Voer in een webbrowser naar keuze het standaard toegangsadres in.
    • Meld je aan met het admin-wachtwoord.
    • Klik op Bijwerken in de rechterbovenhoek.
    • Klik op Upgrade onder ‘Online Upgrade’, als een update beschikbaar is.
    • Klik op Ja om te bevestigen.
    • Wacht tot de update voltooid is.
    Advertentie
Methode 3
Methode 3 van 5:

De router configureren met behulp van basisinstellingen

PDF download Pdf downloaden
  1. Je kunt op je computer iedere webbrowser die je maar wilt gebruiken, waaronder Google Chrome, Safari, Firefox of Microsoft Edge.
  2. Zo open je de gebruikersinterface van de router. Meestal staat het standaard toegangsadres op de onderkant van de router of in de gebruikershandleiding. Meestal is het één van de volgende opties:
  3. Dit is niet het wachtwoord voor Wi-Fi, maar het wachtwoord dat je gaat gebruiken om in te loggen op de router en wanneer dat nodig is de instellingen te wijzigen. Een goed, sterk wachtwoord bestaat uit minstens acht tekens en is een combinatie van letters, cijfers en speciale tekens. Zorg ervoor dat je een wachtwoord maakt dat je makkelijk kunt onthouden . Voer het wachtwoord twee keer in en klik daarna om verder te gaan op Aan de slag .
  4. Dit is het tweede tabblad bovenaan op het scherm. Hiermee kunt je je router configureren met behulp van een paar basisstappen, terwijl je maar heel weinig gegevens nodig hebt.
  5. Het is de derde optie in het menupaneel aan de linkerkant. Hiermee kunt je je draadloze instellingen aanpassen.
  6. De meeste draadloze dual-band routers hebben twee netwerken die je kunt activeren en waarmee je verbinding kunt maken. De 2.4-GHz-band levert langzamer internet, maar een groter bereik. De 5-GHz-band heeft sneller internet, maar een kleiner bereik. Klik op het selectievakje naast de netwerken die je wilt inschakelen. Je kunt beide netwerken tegelijkertijd activeren.
  7. De netwerknaam is de naam die mensen zullen zoeken als ze verbinding met je draadloze netwerk willen maken. Het wachtwoord is de code die ze moeten invoeren om verbinding met het netwerk te kunnen maken. Je moet voor zowel het 2.4-GHz- als het 5-GHz-netwerk een wachtwoord invoeren, maar je kunt als je wilt voor beide netwerken hetzelfde wachtwoord gebruiken.
    • Als je van plan bent gastgebruikers verbinding te laten maken met je netwerk, kies dan een wachtwoord dat niet ook voor andere apps of diensten gebruikt wordt. Gebruik een wachtwoord waarvan je het niet erg vindt dat andere mensen het ook kennen.
    • Als je een wat ouder type TP-Link gebruikt moet je op Wireless 2.4 GHz en Wireless 5 GHz klikken in het menu aan de linkerkant om beide netwerkbanden te configureren.
    • Als je niet wilt dat je netwerknaam te zien is op apparaten van mensen als ze een draadloos netwerk zoeken, klik dan op het selectievakje naast ‘SSID verbergen’. Je zult de netwerknaam en het wachtwoord in dat geval handmatig moeten invoeren om verbinding met het draadloze netwerk te maken.
  8. Dat is de blauwe knop rechtsonder in de hoek. Zo sla je de netwerkinstellingen op.
  9. Als je de naam en het wachtwoord van je draadloze netwerk wijzigt, worden je computer en eventuele andere apparaten automatisch afgemeld. Log weer in op het netwerk met de netwerknaam (SSID) en het wachtwoord die je in de routerinstellingen hebt ingevoerd. Als het goed is kun je nu verbinding maken met het internet.
  10. Zodra je klaar bent met het instellen van je router, is het verstandig om de firmware van je router bij te werken. Het kan een paar minuten duren voordat de router is bijgewerkt. Zodra de update voltooid is, wordt de router automatisch opnieuw opgestart. Volg om de firmware van de router bij te werken de stappen hieronder:
    • Voer in een webbrowser naar keuze het standaard toegangsadres in.
    • Meld je aan met het admin-wachtwoord.
    • Klik op Bijwerken in de rechterbovenhoek.
    • Klik op Upgrade onder ‘Online Upgrade’, als er een update beschikbaar is.
    • Klik op Ja om te bevestigen.
    • Wacht tot de update voltooid is.
    Advertentie
Methode 4
Methode 4 van 5:

Ouderlijk toezicht instellen

PDF download Pdf downloaden
  1. Je kunt op je computer elke webbrowser die je maar wilt gebruiken, waaronder Google Chrome, Safari, Firefox of Microsoft Edge. Je kunt de webinterface gebruiken om ouderlijk toezicht voor je TP-Link router te configureren. Je kunt ouderlijk toezicht gebruiken om websites of trefwoorden op specifieke apparaten te blokkeren en om voor specifieke apparaten tijdslimieten in te stellen.
  2. Zo open je de gebruikersinterface van de router. Meestal staat het standaard toegangsadres op de onderkant van de router of in de gebruikershandleiding. Meestal is het één van de opties hieronder:
  3. Dit is het wachtwoord dat je hebt ingesteld toen je de gebruikersinterface voor het eerst opende tijdens de eerste installatie van de router. Voer het administratieve wachtwoord in en klik op Inloggen .
    • Als je nog geen administratief wachtwoord hebt ingesteld, voer dan een nieuw wachtwoord in en klik op Aan de slag . Klik vervolgens op Snelinstallatie en voltooi de eerste installatieprocedure.
  4. Dit is het tweede tabblad bovenaan op de pagina. Hiermee kunt je je router configureren met behulp van een aantal basisstappen, terwijl je maar heel weinig gegevens nodig hebt.
  5. Dit is de vijfde optie in het menu aan de linkerkant. Je herkent hem aan het figuurtje dat de vorm heeft van een groter en een wat kleiner poppetje.
  6. Voer de naam voor het profiel voor ouderlijk toezicht in naast ‘Naam’.
  7. Volg hiervoor de volgende stappen:
    • Klik op het grote plusteken (+) onder ‘Apparaten’.
    • Klik op het selectievakje naast het apparaat (of de apparaten) waarop je de instellingen wilt toepassen.
    • Klik op Opslaan in de hoek rechts onderaan.
  8. Klik als de apparaten onder ‘Apparaten’ correct zijn op ‘Volgende’ in de hoek rechtsonder om verder te gaan.
  9. Je kunt een trefwoord invoeren om precies die inhoud te blokkeren van elke website die dat trefwoord bevat, of je kunt de naam van een specifieke website of app invoeren.
    • Je kunt net zoveel trefwoorden of websites toevoegen als je wilt blokkeren.
  10. Klik als je alle trefwoorden hebt ingevoerd die je wilt blokkeren op Volgende om verder te gaan.
  11. Klik hiervoor op het selectievakje naast Inschakelen onder ‘Tijdslimieten.’ Gebruik vervolgens de schuifbalk om een dagelijkse tijdslimiet in te stellen. Zo bepaal je hoe lang het apparaat per dag precies verbinding met internet mag hebben. Je kunt een aparte dagelijkse tijdslimiet instellen voor doordeweek (maandag t/m vrijdag) en voor het weekend (zaterdag en zondag).
  12. Hiermee blokkeer je de toegang tot het internet op het toestel tijdens bedtijd. Klik om een bedtijdlimiet in te stellen op het selectievakje naast Inschakelen onder ‘Bedtijd’. Gebruik vervolgens de vakjes naast ‘Van:’ en ‘Tot:’ om een tijdsperiode in te stellen waarbinnen de toegang tot internet op het apparaat wordt geblokkeerd (bijvoorbeeld: ‘van: 21:00 uur, tot: 06:00 uur’). Je kunt aparte bedtijden instellen voor doordeweeks en voor het weekend.
  13. Zo wordt het profiel opgeslagen. Je kunt meerdere profielen toevoegen om verschillende beperkingen in te stellen. [4]
    Advertentie
Methode 5
Methode 5 van 5:

Het doorsturen van poorten instellen

PDF download Pdf downloaden
  1. Je kunt op je computer iedere webbrowser die je wilt gebruiken, zoals Google Chrome, Safari, Firefox of Microsoft Edge. Als een computer of apparaat toegang nodig heeft tot een specifieke poort of extern webadres, kunt je de functie poorten doorsturen instellen op je router om het apparaat rechtstreeks verbinding te laten maken met het externe internet. Je kunt poorten doorsturen instellen in de webinterface.
  2. Zo open je de gebruikersinterface van de router. Meestal staat het standaard toegangsadres op de onderkant van de router of in de gebruikershandleiding. Normaal gesproken is het een van de volgende opties:
  3. Dit is het wachtwoord dat je hebt ingesteld toen je de gebruikersinterface voor het eerst opende tijdens de eerste installatie van de router. Voer het administratieve wachtwoord in en klik op Aanmelden .
    • Als je nog geen administratief wachtwoord hebt ingesteld, voer dan een nieuw wachtwoord in en klik op Aan de slag . Klik vervolgens op Snelinstallatie en voltooi de eerste installatieprocedure.
  4. Dit is het derde tabblad bovenaan op het scherm. Hier kunt je geavanceerde configuraties instellen voor je TP-Link router.
  5. Je openbare IP-adres staat naast ‘IP-adres’ in het vakje ‘Internet’. Je privé-IP-adres staat naast ‘IP-adres’ in het hokje met de tekst ‘WAN’. Noteer beide nummers.
  6. Klik hiervoor op Netwerk in het menupaneel links om het Netwerkmenu uit te breiden. Klik vervolgens op DHCP Server in het menu onder ‘Netwerk’.
  7. Scrol hiervoor omlaag naar de tabel ‘DHCP-klantenlijst’. Hierin staan alle apparaten die op je netwerk zijn aangesloten. Identificeer het apparaat waarop je poorten instellen wilt instellen op basis van de naam van het apparaat. Noteer vervolgens het toegewezen IP-adres en het MAC-adres.
  8. Voer het MAC-adres in of kopieer het en plak het naast MAC-adres . Voer vervolgens het IP-adres in naast IP-adres . Voer als je dat wilt een beschrijving in en klik vervolgens op Opslaan . Zo zorg je ervoor dat de router altijd dat IP-adres aan dat apparaat zal toewijzen.
  9. Scrol daarvoor naar beneden en klik op NAT Doorsturen in het menupaneel aan de linkerkant. Klik vervolgens op Virtuele Servers .
  10. Klik om een bepaald type server te selecteren op Bestaande servers bekijken naast ‘Type server’. Klik vervolgens op Kies naast het type server dat je wilt selecteren. Het poortnummer voor dat type server zal dan automatisch worden ingevuld.
    • Als de server waarmee je verbinding wilt maken een ander poortnummer gebruikt dan het nummer dat automatisch is ingevuld, zul je om achter het juiste poortnummer te kunnen komen contact op moeten nemen met de server.
  11. Voer hetzelfde IP-adres in dat je eerder aan het apparaat hebt toegewezen naast ‘Intern IP-adres’. Klik als je klaar bent op Opslaan in de rechterbenedenhoek. Zo wijs je de optie poorten doorsturen aan het apparaat toe.
    • Je kunt de server die je zojuist hebt toegevoegd in een webbrowser op je netwerk of buiten je netwerk bezoeken door het openbare IP-adres in de adresbalk in te voeren, gevolgd door een dubbele punt (:), gevolgd door het poortnummer (d.w.z. 119.139.172.01:80). [5]
    Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 14.198 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie