PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Een zelfgemaakt dekentje is een prachtig cadeautje voor een baby, en haken is een prachtige manier om er een te maken. Maak een dekentje voor je eigen baby of als kraamcadeautje volgens een van de onderstaande methoden.

Methode 1
Methode 1 van 6:

Je dekentje voorbereiden

PDF download Pdf downloaden
  1. Je hebt babydekentjes in allerlei verschillende maten. Voordat je begint zul je moeten beslissen hoe groot het moet worden. Hier volgen enkele veelvoorkomende maten voor baby- en kinderdekentjes. De kleine maten zijn fijn om een pasgeborene mee toe te dekken; als je wilt dat je deken lang meegaat kun je beter een grotere maat kiezen.
    • Kraamdekentje – 90 x 90 cm
    • Wiegedekentje – 90 x 135 cm
    • Peuterdekentje – 100 x 150 cm
  2. Er zijn allerlei verschillende garens. Als je pas begint is het het makkelijkst om met glad garen te werken. Garen wordt ook ingedeeld op gewicht, dat wil zeggen de dikte van de draad. De dikte van het garen bepaalt hoe groot je steken zijn, hoe het eindresultaat eruitziet en voelt, en welke maat haaknaald je nodig hebt. Ook de tijd die je nodig hebt om je project af te maken hangt af van de garendikte. De garendikte staat altijd vermeld op de wikkel; hij varieert van kantgaren tot superdik. Hieronder volgen geschikte varianten voor babydekentjes:
  3. Haaknaalden heb je in verschillende diktes. In Nederland worden die aangegeven met nummers, het aantal millimeters dat de haaknaald dik is. Hoe hoger het nummer, des te dikker de haaknaald. Een nummer 6 is dus dikker dan een nummer 4. In het algemeen kies je voor dikker garen ook een dikkere haaknaald. De volgende combinaties zijn gebruikelijk:
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 6:

De basis: beginketting en steken

PDF download Pdf downloaden
  1. Er zijn allerlei verschillende haaksteken en -technieken, maar de meeste zijn een combinatie van twee basissteken: de vaste (v) en het stokje (st) .
  2. Watermark wikiHow to Een babydekentje haken
    Een beginketting of basisketting, is letterlijk de basis van je haakwerk. Elk haakpatroon begint met het aantal steken dat je nodig hebt voor je basisketting. Een ketting haak je door een serie lossen (l) achter elkaar te haken. Om een beginketting te haken volg je deze stappen:
    • Maak een schuifknoop en hang hem over je haaknaald. Laat een los eind van minstens 15 cm aan de ene kant van de knoop.
    • Houd de haaknaald in je rechterhand en je garen in je linker.
    • Sla het garen van achter naar voren over de haaknaald; dit heet omslag (o).
    • Trek de haak en de omslag door de eerste lus op je naald.
    • Je hebt nu één losse gemaakt, en als het goed is staat er opnieuw één lus op de naald.
    • Ga op deze manier verder tot je het gewenste aantal lossen hebt gemaakt.
  3. Watermark wikiHow to Een babydekentje haken
    De vaste is de eenvoudigste steek; het resultaat is een tamelijk dicht weefsel. Zo maak je een vaste:
    • Begin met een beginketting. Om te oefenen kun je beginnen met 17 lossen.
    • Let erop dat de voorkant van de steken naar je toegekeerd is. Dat ziet eruit als een rij in elkaar passende V’tjes. De achterkant van de lossenketting ziet eruit als een serie bobbels.
    • Steek de haaknaald van voor naar achter in de tweede losse vanaf de haaknaald.
    • Sla de draad over de naald.
    • Trek de naald en de omslag door de steek. Je hebt nu twee lussen op je naald staan.
    • Sla de draad nog een keer om de naald.
    • Trek de naald en de omslag door allebei de lussen op je naald.
    • Als het goed is heb je nu nog één lus op je naald; je hebt 1 vaste gehaakt.
    • Ga steeds 1 steek verder naar links, en maak in elke losse een vaste tot je bij het eind van de ketting bent. Je hebt nu een toer vasten gehaakt.
  4. Watermark wikiHow to Een babydekentje haken
    stokjes zijn de meestgebruikte en veelzijdigste haaksteken. Je maakt een weefsel dat stevig is maar toch soepeler en zachter dan je met vasten krijgt. Zo maak je een stokje:
    • Begin met een beginketting. Voor de oefening begin je met 19 lossen.
    • Let erop dat de voorkant van de steken naar je toegekeerd is. De voorkant van de ketting ziet eruit als een rij in elkaar passende V’tjes. De achterkant van de ketting ziet eruit als een rij bobbels.
    • Sla de draad om de naald.
    • Steek de naald van voor naar achter in de vierde steek vanaf de haaknaald en maak nog een omslag.
    • Trek de naald en de omslag door de steek. Je hebt nu drie lussen op de naald.
    • Sla de draad om de naald, en trek de naald en de omslag door de eerste twee lussen. Er blijven twee lussen over op de naald.
    • Sla de draad om de naald, en trek de naald en de omslag door de overige twee lussen.
    • Nu heb je als het goed is nog één lus op de naald; je hebt een stokje gehaakt.
    • Ga steeds één steek verder naar links, en maak stokjes tot je aan het eind van je ketting bent. Je hebt nu een toer stokjes gehaakt.
    Advertentie
Methode 3
Methode 3 van 6:

Dekentje van vasten

PDF download Pdf downloaden
  1. Met dik garen en een 5 mm naald maak je een beginketting. Controleer tijdens het haken elke paar steken of je basisketting niet gedraaid is. Zo nodig recht trekken. Zorg ervoor dat je rij V’tjes altijd aan de voorkant ligt.
    • Voor een dekentje van 90 bij 90 cm maak je een ketting van 150 lossen.
    • Voor een dekentje van 90 bij 135 cm maak je een ketting van 150 lossen.
    • Voor een dekentje van 100 bij 150 cm maak je een ketting van 175 lossen.
  2. Watermark wikiHow to Een babydekentje haken
    Begin met de tweede steek vanaf de haaknaald, maak vasten in alle steken van de basisketting. Probeer je steken zo gelijkmatig mogelijk te houden.
  3. Watermark wikiHow to Een babydekentje haken
    Om van de eerste naar de tweede toer te komen, moet je een keerlus maken. Een keerlus is een soort verticale brug die de twee toeren verbindt. Hoe lang je keerlus moet zijn hangt af van het soort steken dat je gebruikt voor je project.
    • Als je aan het eind van je eerste toer bent, maak je 1 losse. Dit is je keerlus. De keerlus telt als de eerste steek van je volgende toer.
  4. Watermark wikiHow to Een babydekentje haken
    Nu je de keerlosse gemaakt hebt kun je aan de tweede toer beginnen.
    • Keer je werk: de achterkant van het werk is nu naar je toegekeerd, en je haaknaald zit weer rechts. De laatste steek van toer 1 is nu de eerste steek van toer 2.
    • Steek je haaknaald in de eerste steek van toer 2 en haak een vaste.
    • Ga zo door tot het eind van de toer.
  5. Het precieze aantal zal afhangen van jouw vastheid van haken, maar hier zijn wat gemiddelden:
    • Voor een dekentje van 90 bij 90 cm maak je 70 toeren.
    • Voor een dekentje van 90 bij 135 cm maak je 105 toeren.
    • Voor een dekentje van 100 bij 150 cm maak je 110 toeren.
  6. Het is erg verstandig om van tijd tot tijd te stoppen en je werk te controleren. Tel je steken om te weten of je elke toer hetzelfde aantal steken hebt. Kijk of er fouten inzitten. Meet je werk met een meetlint om te kijken hoe ver je al bent. Als je een fout ontdekt kun je het volgende doen:
    • Trek je naald uit zijn lusje en trek voorzichtig aan het garen. Je steken gaan nu los.
    • Blijf voorzichtig trekken tot je bij de fout bent aangekomen. Trek je werk uit tot één steek voor de fout.
    • Steek je haaknaald in het lusje van die steek en haak vanaf dat punt weer verder.
  7. Als je deken de gewenste lengte heeft bereikt, werk je helemaal tot het einde van je laatste toer. Dan kun je een rand maken, je garen afknippen en de losse eindjes wegwerken.
    • Voor een simpele rand draai je je werk om zodat je naar de goede kant kijkt, en dan draai je het 90 graden. Haak 1 losse en steek je naald in de hoek van je werk. Maak 2 vasten in de hoeksteek. Maak vasten langs de hele rand van je werk tot je aan de volgende hoek komt en maak 3 vasten in de hoek. Ga zo door tot je weer bij je beginpunt bent aangekomen. Als je wilt kun je nog een tweede ronde toevoegen.
    • Om af te hechten, maak je 1 losse en trekt die tot een grote lus. Trek je naald uit de lus en knip de draad door op 15 cm afstand van de laatste steek. Trek het eind van de draad door de lus en trek de knoop stevig aan.
    • Om de losse draden af te hechten houd je je werk met de verkeerde kant naar je toe. Steek de draad in een borduurnaald. Steek de naald door de onderkant van een paar steken (ca 5 cm). Sla de tweede helft van de laatste steek over, en steek dan weer terug door de zelfde steken, ongeveer 2,5 cm. Trek de draad door en knip vlak bij het werk af.
    Advertentie
Methode 4
Methode 4 van 6:

Dekentje van stokjes

PDF download Pdf downloaden
  1. Gebruik een 5 mm haaknaald en bijpassend garen. Neem regelmatig even de tijd om te controleren of je basisketting niet gedraaid zit. Corrigeer dat zo nodig, zorg ervoor dat het rijtje V-tjes altijd naar je toe gedraaid is.
    • Voor een dekentje van 90 * 90 cm: 150 lossen
    • Voor een dekentje van 90 * 135: 150 lossen
    • Voor een dekentje van 100 * 150: 175 lossen
  2. Watermark wikiHow to Een babydekentje haken
    Begin in de vierde losse vanaf de haaknaald, en haak in elke volgende losse een stokje. Probeer je steken zo gelijkmatig mogelijk te maken.
  3. Watermark wikiHow to Een babydekentje haken
    Om van de eerste toer naar de tweede te komen, moet je een keerlus maken. Een keerlus is een verticale brug die de verbinding legt tussen twee toeren. De lengte van je keerlus hangt af van het soort steken dat je voor je project gebruikt.
    • Aan het eind van je eerste toer maak je drie lossen. Dit is je keerlus. De keerlus telt als de eerste steek van je volgende toer.
  4. Watermark wikiHow to Een babydekentje haken
    Nu je de keerlus gemaakt hebt kun je aan de tweede toer beginnen.
    • Sla de eerste steek naast je keerlus over. Steek je naald in de tweede steek van toer 1 en haak een stokje.
    • Ga zo door tot aan het eind van de toer.
  5. Het precieze aantal hangt af van hoe strak je haakt, maar hier zijn wat richtlijnen:
    • Voor een dekentje van 90 * 90 cm: 48 toeren
    • Voor een dekentje van 90 * 135: 72 toeren
    • Voor een dekentje van 100 * 150: 80 toeren
  6. Het is verstandig om af en toe even te stoppen en je werk te controleren. Tel je steken zodat je zeker weet dat je elke toer hetzelfde aantal hebt. Speur naar foutjes. Meet je werk op met een meetlint om te weten of je al bijna ver genoeg bent. Als je een fout ontdekt kun je het volgende doen:
    • Trek je naald uit de lus en trek voorzichtig aan het eind van de draad. Je steken gaan los.
    • Blijf voorzichtig trekken tot je bij je fout bent aangekomen. Haal het werk uit tot een steek voor de fout.
    • Steek je haaknaald in de lus van die steek, en ga vanaf daar weer verder met haken.
  7. Wanneer je deken lang genoeg is, ga je door tot het eind van je laatste toer. Dan kun je een rand maken, je draad afknippen en de losse eindjes wegwerken.
    • Voor een simpele rand keer je je werk zo dat de goede kant voor je ligt, en dan draai je het 90 graden. Haak 1 losse en steek je naald in de hoek van je werk. Maak drie vasten in die hoeksteek. Haak vasten langs de hele kant van je werk tot je bij de volgende hoek komt, maak 2 vasten in die hoek. Ga op dezelfde manier verder tot je bij je beginpunt uitkomt. Als je wilt kun je nog een tweede toer haken op dezelfde manier.
    • Om af te hechten haak je 1 losse en trek je een grote lus in het garen. Trek de haaknaald uit de lus en knip de draad af op 15 cm afstand van de steek. Trek de draad door de lus en trek het stevig aan.
    • Voor het afwerken van de losse eindjes houd je het werk met de achterkant naar je toe. Steek de draad door een borduurnaald. Steek de naald door de onderkant van een paar steken, ongeveer 5 cm. Sla de laatste helft van de laatste steek over en steek de naald dan door dezelfde steken terug, ongeveer 2,5 cm. Trek de draad door en knip de draad dicht bij het werk af.
    Advertentie
Methode 5
Methode 5 van 6:

Dekentje van Granny Squares

PDF download Pdf downloaden
  1. Een Granny Square bestaat uit lossen en groepjes stokjes. Hij wordt niet in heen-en-weergaande toeren maar in rondes gehaakt. Door het combineren van een aantal kleine vierkantjes kun je dekens maken en allerlei andere werkstukken. Maar je kunt ook eenvoudig een deken maken die in feite één grote Granny Square is.
  2. Watermark wikiHow to Een babydekentje haken
    Een Granny Square begint met een ring van lossen, die je met een halve vaste tot een ring sluit.
    • Met sportgaren en een haaknaald van 5 mm haak je 6 lossen.
    • Voor een halve vaste (hv) steek je je haaknaald in de eerste losse, sla de draad om de naald en trek de draad door de steek én de lus die al op je naald stond. Er staat nu opnieuw één lus op je naald.
  3. Watermark wikiHow to Een babydekentje haken
    Om de beginronde van een Granny Square te haken, moet je midden in de ring haken in plaats van in de steken.
    • Haak drie lossen (3 l). Dit is net zoiets als een keerlus, en telt als de eerste steek van de ronde. Maak dan een omslag en steek je haak midden in de ring. Haak 2 stokjes en 2 lossen. Haak nog 3 stokjes in de ring en 2 lossen. Herhaal dit nog twee keer.
    • Steek je naald IN de derde losse van je keerlus en sluit de ronde met een halve vaste.
    • Als je nu naar je beginronde kijkt, zie je dat de groepjes van 3 stokjes de zijden van je vierkantje vormen, en de lossenboogjes zijn de hoeken.
  4. De tweede ronde bouwt je eerste hoek verder uit.
    • Maak halve vasten bovenop de eerste drie steken, totdat je bij de eerste hoek bent aangekomen.
    • Je gaat nu in het hoekje werken: steek je naald in het gat en haak 3 lossen (deze tellen als het eerste stokje), 2 stokjes, 2 lossen, 3 stokjes.
    • Je komt nu aan bij een zijde van je vierkantje. Haak 2 lossen om de stokjes van de vorige ronde te ‘overbruggen’. In de volgende hoek haak je (3 stokjes, 2 lossen, 3 stokjes).
    • Haak weer 2 lossen, en ga zo verder tot je weer bij je beginpunt bent aangekomen.
    • Sluit de ronde met een halve vaste in de bovenste steek van je ‘keerlus’.
  5. Watermark wikiHow to Een babydekentje haken
    De derde ronde bouwt het vierkant nog verder uit.
    • Maak halve vasten tot je bij de eerste hoek bent gekomen.
    • Je maakt weer de hoeksteken: 3 lossen, 2 stokjes, 2 lossen, 3 stokjes.
    • Sla het volgende groepje stokjes over. Je komt nu bij het boogje van 2 lossen dat je in de vorige ronde hebt gemaakt. Haak 2 lossen, 3 stokjes in het boogje, 2 lossen.
    • Haak in de volgende hoekboog 3 stokjes, 2 lossen, 3 stokjes. En dan weer 2 lossen,3 stokjes in het volgende lossenboogje, 2 lossen.
    • Ga zo door tot je weer bij het begin van je ronde bent gekomen.
    • Sluit je ronde met een halve vaste in de bovenste losse van je ‘keerlus’.
  6. Je herhaalt de derde ronde steeds weer totdat je dekentje de gewenste grootte heeft.{
  7. Voor de afwerking kun je nog een eenvoudige rand toevoegen. Afhechten en de losse eindjes wegwerken.
    • Voor een eenvoudige rand werk je als volgt: haak 1 losse en steek je haaknaald in de hoek van je werk. Maak drie vasten in de hoek. Haak vasten langs de hele zijkant van je werk tot je bij de volgende hoek bent; haak drie vasten in de hoek; ga zo door tot je weer bij je beginpunt bent. Als je wilt kun je nog een tweede ronde vasten haken.
    • Om af te hechten haak je 1 losse en trek je een grote lus. Trek de haaknaald uit de lus en knip je draad af op 15 cm van het werk. Trek het eind van de draad uit de lus en trek stevig vast.
    • Om de losse draden af te werken houd je je werk met de verkeerde kant naar je toe. Steek het eind van de draad in een borduurnaald. Steek de naald door de onderkant van een aantal steken (ongeveer 5 cm). Sla de tweede helft van de laatste steek over, steek de naald terug door een aantal steken (2,5 cm). Trek de draad door en knip het eind van je draad af kort op het werk.
    Advertentie
Methode 6
Methode 6 van 6:

Versieringen toevoegen

PDF download Pdf downloaden
  1. De aanwijzingen voor een simpele rand kun je hierboven vinden. In dit gedeelte behandelen we een paar spannendere manieren om je dekentje af te werken.
  2. Franje is een heel makkelijke manier om een dekentje af te werken. Een eenvoudige franje maak je als volgt:
    • Bedenk hoe lang je franje moet worden. Zoek een stukje karton of iets anders dat die grootte heeft (bv. een boek of een cd-doosje). Dus als je 7 cm franje wilt hebben zoek je iets dat 7 cm breed is.
    • Wikkel je garen een aantal keren om het karton.
    • Neem een schaar en knip de wikkelingen één keer door. Je hebt nu een bosje draden van dubbele lengte.
    • Steek een haaknaald bovenin een steek aan het eind van je dekentje.
    • Neem twee stukken van het afgeknipte draad en vouw ze samen dubbel zodat je bovenaan een lusje hebt.
    • Steek je haaknaald door dat lusje en trek die lus door de steek van je dekentje.
    • Trek de haaknaald eruit en trek de losse einden van je draden door de lus. Voorzichtig aantrekken.
    • Sla twee steken over en maak nog een franje. Ga zo door tot het eind van je kant. Maak dan ook franje aan het andere uiteinde.
  3. Een simpele rand van vasten ziet er leuker uit met twee kleuren. Hier zie je hoe dat gaat. Volg de instructies hierboven om een vastenrand helemaal om je dekentje te maken. In de laatste steek wissel je van kleur.
    • Om van kleur te wisselen, maak je met kleur A de laatste vaste tot het punt waar je twee lussen op je haaknaald hebt.
    • Laat kleur A los en pak kleur B erbij.
    • Maak een omslag met kleur B en trek de naald door de overige twee lussen om de steek af te maken.
    • Knip kleur A af op 15 cm van het werk.
    • Haak nu vasten met kleur B tot je weer bij het eind van de ronde bent. Maak een halve vaste in de eerste steek van de ronde, hecht af en werk de losse eindjes weg.
  4. Een schulpjesrand is een klassieke en leuke manier om een babydekentje af te werken. Een schulpjesrand maak je zo:
    Advertentie

Waarschuwingen

  • Franje kan gevaarlijk zijn voor baby’s en kleine kinderen. Als je franje gebruikt om je dekentje te versieren, moet het dus heel kort zijn.
Advertentie

Benodigdheden

  • Haaknaalden
  • Garen
  • Borduurnaald
  • Meetlint of liniaal

Over dit artikel

Deze pagina is 104.004 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie