Pdf downloaden
Pdf downloaden
Delen door een decimaal getal kan op het eerste gezicht moeilijk lijken. Niemand heeft je immers de tafels van '0,7' geleerd. Het geheim is om het deelprobleem te wijzigen in een indeling waarbij alleen gehele getallen worden gebruikt. Zodra je het probleem op deze manier hebt herschreven, wordt het een gewone staartdeling.
Stappen
-
Schrijf het deelprobleem op. Gebruik een potlood voor het geval je wijziging aan wilt brengen in je werk.
- Voorbeeld: Wat is 3 ÷ 1,2 ?
-
Noteer het gehele getal als decimaal. Schrijf een decimale komma na het gehele getal, en schrijf daarna nullen achter de komma. Doe dit totdat beide getallen hetzelfde aantal cijfers aan de rechterkant van de decimale komma hebben. Dit verandert niets aan de waarde van het gehele getal.
- Voorbeeld: In de opgave 3 ÷ 1,2, is het gehele getal 3. Omdat 1,2 een decimaal heeft, herschrijven we 3 als 3,0, waardoor het ook een kommagetal is geworden met een decimaal. Nu luidt de opgave 3,0 ÷ 1,2 .
- Waarschuwing: Plaats geen nullen links van de decimale komma! 3 is hetzelfde als 3,0 of 3,00, maar niet hetzelfde als 30 of 300.
-
Verplaats de komma naar rechts totdat je gehele getallen hebt gemaakt. In deelproblemen mag je de komma verplaatsen, maar alleen als je ze in dezelfde mate voor elk getal verplaatst. Hiermee maak je van getallen in de opgave gehele getallen.
- Voorbeeld: Om 3,0 ÷ 1,2 om te zetten naar hele getallen, verschuif je de komma één plek naar rechts. 3,0 wordt dan 30 en 1,2 wordt 12. Nu luidt de opgave 30 ÷ 12 .
-
Noteer het probleem als staartdeling . Plaats het deeltal (meestal het grotere getal) onder het symbool van de staartdeling. De deler schrijf je erbuiten. Nu heb je een gewone staartdeling met gehele getallen. Als je niet meer weet hoe je een staartdeling moet doen, lees dan het volgende gedeelte.Advertentie
-
Bepaal het eerste cijfer van het antwoord. Begin met het uitwerken van deze opgave zoals je dat gewend bent, door het vergelijken van de deler met het eerste cijfer van het deeltal. Bereken het aantal keren dat de deler in dit getal gaat, en schrijf dit getal boven dat cijfer.
- Voorbeeld: We proberen 12 in 30 te passen. Vergelijk 12 met het eerste cijfer van het deeltal, 3. Omdat 12 groter is dan 3, past dit 0 keer. Noteer 0 boven de 3 op de antwoordlijn.
-
Vermenigvuldig dat cijfer met de deler. Noteer het product (het antwoord op het probleem van de vermenigvuldiging) onder het deeltal. Schrijf het direct onder het eerste cijfer van het deeltal, want dit is het cijfer dat je zojuist hebt bekeken.
- Voorbeeld: Omdat 0 x 12 = 0, noteer je 0 onder de 3.
-
Trek af wat is overgebleven. Trek het product dat je zojuist hebt berekend af van het cijfer onmiddellijk daarboven. Schrijf het antwoord eronder, op een nieuwe regel.
- Voorbeeld: 3 - 0 = 3, dus noteer je 3 direct onder de 0.
-
Breng het volgende cijfer naar beneden. Breng het volgende cijfer van het deeltal omlaag naast het getal dat je net hebt genoteerd.
- Voorbeeld: Het deeltal is 30. We hebben al gekeken naar de 3, dus is de 0 het volgende cijfer dat naar beneden gehaald moet worden. Breng deze naar beneden naast de 3 om er 30 van te maken.
-
Kijk of de deler past in het nieuwe nummer. Herhaal nu de eerste stap van deze sectie om het tweede cijfer van je antwoord te vinden. Ditmaal vergelijk je de deler met het getal dat je zojuist op de laagste regel hebt opgeschreven.
- Voorbeeld:' Hoe vaak gaat 12 in 30? Het antwoord dat daar het dichtstbij komt is 2, omdat 12 x 2 = 24. Noteer 2 op de tweede plek van het antwoord.
- Als je niet zeker weet wat het antwoord is, probeer dan enkele keersommen totdat je het grootste getal hebt gevonden dat past. Bijvoorbeeld, als het lijkt alsof 3 ongeveer klopt, vermenigvuldig dan 12 x 3 en je krijgt 36. Dit is te groot, omdat het getal binnen 30 moet passen. Probeer de volgende, 12 x 2 = 24. Dit past, dus is 2 het juiste antwoord.
-
Herhaal de stappen hierboven om het volgende getal te vinden. Dit is dezelfde staartdeling als hierboven (en ook een gewone staartdeling):
- Vermenigvuldig het nieuwe cijfer op je antwoordlijn met de deler: 2 x 12 = 24.
- Noteer het product op een nieuwe regel onder je deeltal: Schrijf 24 direct onder de 30.
- Trek het onderste getal af van het getal erboven: 30-24 = 6, dus schrijf je 6 op een nieuwe regel eronder.
-
Ga door totdat je bij het einde van het antwoord bent gekomen. Als er nog een cijfer links van het deeltal staat, breng die dan naar beneden en blijf het probleem op dezelfde manier oplossen. Als je het einde van het antwoord hebt bereikt ga je naar de volgende stap.
- Voorbeeld: We hebben 2 als laatste cijfer van het antwoord geschreven. Ga naar de volgende stap.
-
Voeg een decimaal toe om het deeltal uit te breiden, indien nodig. Als de getallen deelbaar zijn, geeft de laatste minsom '0' als antwoord. Dat betekent dat je klaar bent en een geheel getal het antwoord is van de opgave. Maar als je het einde van het antwoord hebt bereikt terwijl er nog iets is om door te delen, dan moet je het deeltal uitbreiden met een komma gevolgd door een 0. Vergeet niet, dit verandert niets aan de waarde van het getal.
- Voorbeeld: Het einde van het antwoord is bereikt, maar het antwoord van onze laatste minsom is '6.' Voeg een nul toe aan de '30' onder de staartdeling. Schrijf ook een komma op dezelfde plek op de antwoordregel, maar schrijf er niets achter.
-
Herhaal dezelfde stappen om het volgende cijfer te vinden. Het enige verschil hier is dat je het decimaalteken (de komma) op dezelfde plek moet plaatsen in het antwoord. Zodra je dat hebt gedaan, verloopt het vinden van de resterende cijfers van het antwoord precies hetzelfde.
- Voorbeeld: Breng de nieuwe 0 naar beneden, naar de laatste regel, om '60' te maken. Omdat 12 precies 5 keer in 60 gaat, schrijf je 5 als laatste cijfer op de antwoordlijn. Vergeet niet dat wij een komma hebben geplaatst in het antwoord, dus 2,5 is het definitieve antwoord op ons probleem.
Advertentie
Tips
- Je kunt dit ook schrijven als rest (dus het antwoord op 3 ÷ 1,2 wordt '2 rest 6'). Maar nu je met decimalen werkt, verwacht je leraar waarschijnlijk dat je het decimale deel van het antwoord ook oplost.
- Als je de staartdeling goed doet, krijg je uiteindelijk altijd een decimaalteken in de juiste positie (of geen komma als de nummers deelbaar zijn). Probeer niet te raden waar het decimaalteken komt; het is vaak anders dan waar het decimaalteken staat in de getallen waar je mee bent begonnen.
- Als het een lange staartdeling is, dan kun je op een gegeven moment stoppen en het antwoord afronden naar een getal dat het dichtstbij ligt . Bijvoorbeeld om 17 ÷ 4,20 op te lossen, berekenen je tot het antwoord 4.,047... en rond je het antwoord af op 'ongeveer 4,05.'
- Vergeet de rekenregels voor het delen niet: [1]
X
Bron
- Het deeltal is het getal dat wordt verdeeld.
- De deler is het getal waardoor je deelt.
- Het quotiënt is de oplossing voor het rekenprobleem.
- Allemaal samen: Deeltal ÷ Deler = Quotiënt.
Advertentie
Waarschuwing
- Vergeet niet, 30 ÷ 12 zal precies hetzelfde antwoord geven als 3 ÷ 1,2. Probeer niet om je antwoord achteraf te 'corrigeren' door met de komma te gaan schuiven. [2] X Bron
Bronnen
Over dit artikel
Deze pagina is 5.655 keer bekeken.
Advertentie