In de lente vallen veel vogeltjes uit hun nest. Hun zielige gepiep maakt bij zelfs bij de meest hardvochtige mensen het moederinstinct los. Iedereen wil een zielig vogeltje meenemen en ervoor zorgen totdat hij weer beter is. Maar voordat je dat doet, moet je de situatie goed bekijken en beslissen wat het beste is voor het vogeltje. Is hij echt alleen? Is er een opvangcentrum in de buurt dat er beter voor kan zorgen? In Nederland (en in de rest van de EU) is het verboden wilde vogels op te voeden. [1] X Bron Als je ervoor kiest om zelf voor het vogeltje te zorgen, moet je je ervan bewust zijn dat het veel tijd en moeite kost. Jonge vogeltjes zijn erg zwak en moeten bijna constant gevoed worden. Als je denkt dat je het aankunt, kun je in dit artikel alles lezen wat je moet weten om een jong vogeltje te voeden en ervoor te zorgen.
Stappen
-
Bepaal of het jonge vogeltje een nestblijver of een nestvlieder is. Kijk eerst of je te maken hebt met een nestblijver of een nestvlieder. Nestblijvers worden geboren met dichte ogen, zonder veren en zijn volledig afhankelijk van hun ouders voor voeding en warmte. De meeste zangvogels en boomvogels (met kromme tenen), zoals roodborstjes en blauwe gaaien, zijn nestblijvers. Nestvlieders zijn verder ontwikkeld wanneer ze uit het ei komen. Ze hebben hun ogen open en hebben zachte, donzige veren. Ze kunnen lopen en beginnen direct hun moeder te volgen, terwijl ze naar eten pikken. Voorbeelden van nestvlieders zijn eenden en ganzen.
- Nestvlieders zijn veel makkelijker te verzorgen dan nestblijvers, maar ze hebben minder vaak hulp nodig. Nestvlieders maken hun nest meestal op de grond, dus de jongen kunnen er niet uit vallen of uit gegooid worden. Als je een verdwaald nestvliederjong vindt, probeert hem dan eerst bij de moedervogel terug te brengen voordat je hem meeneemt.
- Nestblijvers die net uit het ei zijn gekropen zijn helemaal hulpeloos en hebben daarom hulp nodig. In groene wijken zie je vaak nestblijvers die uit hun nest zijn gevallen of gestoten. Je kunt er ook voor kiezen om de vogel achter te laten en de natuur haar gang te laten gaan. [2] X Bron
-
Kijk of het jong nog nestgebonden is of al oud genoeg is om uit te vliegen. Als je een jonge boom- of zangvogel hebt gevonden die waarschijnlijk uit een boom is gevallen of in de steek is gelaten, moet je eerst bepalen of het jong een nestblijver of een nestvlieder is. Nestblijvers zijn vogeltjes die nog niet het nest kunnen verlaten, omdat hun vleugels zich nog niet ontwikkeld hebben en ze misschien zelfs nog niet hun ogen hebben geopend. Nestvlieders zijn wat ouder, hebben al ontwikkelde vleugels en zijn sterk genoeg om te leren vliegen. Ze kunnen het nest verlaten en kunnen op een tak zitten.
- Als het jong dat je hebt gevonden een nestblijver is, hoort hij in het nest. Als hij zich buiten het nest bevindt, is er iets mis. Hij is er misschien uitgevallen of eruit geduwd door sterkere broertjes en zusjes. Een nestblijver die alleen is, heeft bijna geen kans om te overleven.
- Als je echter een nestvlieder vindt, bekijk dan eerst de situatie goed, voordat je de held uit gaan hangen. Als hij op de grond fladdert en piept, lijkt het soms of hij uit een nest is gevallen of is achtergelaten, terwijl hij misschien bezig is te leren vliegen. Als je het jong lang genoeg in de gaten houdt, zie je vanzelf of de ouders van tijd tot tijd eten komen brengen. Als dit zo is, laat hem dan met rust. [3] X Bron
-
Zet, indien mogelijk, het jong terug in zijn nest. Als je er zeker van bent dat je een nestblijver hebt gevonden, die hulpeloos op de grond ligt, kun je hem terugzetten in zijn nest. Kijk eerst of je in de nabijheid een nest kunt vinden in een boom of struik. Het kan goed verstopt zijn en moeilijk te bereiken. Pak het vogeltje vervolgens op. Zet hem in je ene hand en bedek hem met je andere hand, zodat hij warm wordt. Controleer of hij gewond is. Als hij in orde lijkt, kun je hem voorzichtig in het nest terugzetten.
- Het is een fabeltje dat de ouders het jong niet meer accepteren als het naar ‘mens’ ruikt. Vogels hebben trouwens een erg zwak reukorgaan en identificeren hun jongen vooral op het zicht en gehoor. In de meeste gevallen wordt het jong weer in het nest geaccepteerd.
- Ga weg zodra je het jong terug in zijn nest hebt gezet. Blijf niet toekijken of de ouders terugkomen, want je jaagt ze alleen maar weg. Je kunt wel het nest vanachter je raam gadeslaan met behulp van een verrekijker.
- Als een jong in het nest terug wordt gezet, is dat nog geen garantie dat hij het overleeft. Als hij het zwakste jong is, is het te verwachten dat hij weer uit het nest wordt gegooid door de sterkere jongen, omdat ze wedijveren om voedsel en warmte.
- Als je dode jongen in het nest ziet, is het nest verlaten en heeft het geen zin om het gevallen vogeltje terug te zetten. In dit geval moet je voor het jong zorgen, samen met zijn nog levende broertjes en zusjes, als je ze wilt helpen overleven. [4] X Bron
-
Maak eventueel een vervangend nest. Soms valt een heel nest uit een boom of struik door harde wind, snoeien of roofdieren. In dit geval kun je misschien het nest redden of een nieuw nest bouwen en de jongen daarin overzetten. Als het nest nog intact is, kun je het in een aardbeiendoosje of een boterkuipje zetten (met gaatjes in de onderkant, zodat water weg kan lopen) en het nest met metaaldraad aan een boomtak hangen. Probeer het nest op zijn oorspronkelijke plek terug te plaatsen. Als dat niet kan, is een tak in de nabijheid ook goed. Zorg er in ieder geval voor dat de plek beschut is tegen direct zonlicht.
- Pak de jongen op en verwarm ze eerst in je handen voordat je ze weer in het nest zet. Ga weg, maar probeer het nest vanaf een afstandje in de gaten te houden. De ouders kunnen het nieuwe nest eerst wantrouwen, maar hun instinct om voor de jongen te zorgen is meestal sterker.
- Als het originele nest helemaal kapot is, kun je een nieuwe maken door een aardbeiendoosje met keukenrolpapier te bedekken. Ook als het nest eerst van gras was, mag je je eigengemaakte nest niet met gras bedekken, want het bevat vocht, waar de jongen van afkoelen. [2] X Bron
-
Als je er zeker van bent dat het vogeltje in de steek is gelaten, kun je de vogelopvang bellen. Het is belangrijk om eerst zeker te weten dat een vogeljong echt achtergelaten is voordat je hem meeneemt. De meest voorkomende situaties waarin jongen hulp nodig hebben zijn de volgende: je vindt een of meerdere nestblijvers, maar je kunt het nest niet vinden of bereiken; wanneer de nestblijver gewond, zwak of bevuild is; of wanneer je het nest meer dan twee uur lang in de gaten hebt gehouden en de ouders nog steeds niet zijn teruggekomen om hun jongen te voeden.
- In deze gevallen kun je het beste een vogelopvang bellen, die voor het vogeltje kan zorgen. Dit soort centra heeft ervaring in het verzorgen van jonge vogeltjes, waardoor ze daar de grootste kans op overleven hebben.
- Als je niet weet of er een vogelopvang in de buurt is, bel dan de dierenarts of een boswachter die je kan informeren. Soms is er geen vogel- of dierenopvang, maar misschien is er iemand met een vergunning om vogels op te vangen die de taak op zich kan nemen.
- Als bovenstaande opties niet mogelijk zijn, of als je de vogel niet naar de opvang kunt brengen, moet je misschien zelf voor het jonge vogeltje zorgen. Doe dit alleen als het niet anders kan, want het vergt veel moeite en tijd om voor een jong vogeltje te zorgen en zijn overlevingskansen zijn klein.
- Daarbij is het tegen de wet om een wilde vogel in gevangenschap te houden, behalve als je er een vergunning voor hebt. [5] X Bron
Advertentie
-
Voed de jonge vogel van zonsopkomst tot zonsondergang elke 15 tot 20 minuten. Jonge vogeltjes hebben strikte etenstijden, de vader- en moedervogel vliegen letterlijk honderden keren per dag uit om eten te zoeken. Als je dit schema wilt nabootsen, moet je het vogeltje elke 15 tot 20 minuten voeden, van zonsopgang tot zonsondergang.
- Als het jonge vogeltje zijn ogen open heeft en al wat veertjes heeft, kun je 30 tot 45 minuten wachten tussen het voederen. Vervolgens kun je per keer de hoeveelheid voeding verhogen en evenredig het aantal voedingen verminderen.
- Wanneer het vogeltje sterk genoeg is om het nest te verlaten en rond begint te huppen in de buurt van de doos, kun je hem om het uur eten geven. Daarna kun je de tussentijd verruimen naar 2 tot 3 uur en voeding in de doos leggen, zodat hij er zelf van kan eten.
-
Zoek uit wat je het vogeltje te eten moet geven. Er zijn verschillende meningen over wat een jong vogeltje precies moet eten, maar de meeste experts zijn het erover eens dat zolang het de basisvoedingsstoffen binnenkrijgt, het er niet zo toe dat wat het precies eet. Alhoewel volwassen vogels verschillende eetgewoontes hebben (sommige eten insecten, andere eten zaden en bessen), hebben jonge vogeltjes dezelfde voedingsbehoeften, namelijk voeding die rijk is aan eiwitten.
- Een goed beginmenu voor een nestblijver die net uit het nest is gevallen bestaat voor 60% uit brokjes voor puppy’s of katjes, 20% hardgekookte eieren en 20% meelwormen (die kun je online kopen). [3] X Bron
- De brokjes kun je met water vochtig maken, totdat ze sponsachtig worden, maar ze moeten niet druipen van het water, want het vogeltje kan verdrinken als het te veel vloeistof binnenkrijgt. De hardgekookte eieren en de meelwormen moeten in kleine stukjes worden gesneden, zodat het vogeltje het kan doorslikken.
-
Verander het menu naarmate het vogeltje groter wordt. Wanneer hij ouder wordt en rond gaat huppen, kun je hem het soort voedsel geven dat hij als volwassen vogel zal eten.
- Geef vogels die insecten eten regenwormen, sprinkhanen en krekels, die in hele kleine stukjes zijn gesneden, samen met andere insecten die op een “insectenvanger” achterblijven. [4] X Bron
- Geef vogels die fruit eten bessen, druiven en rozijnen die in water zijn geweld.
-
Zoek uit welke vogelsoorten speciale voedingsvereisten hebben. De uitzondering op bovenstaand menu wordt gevormd door vogels als duiven, papegaaien, kolibries, visetende vogels, roofvogels en nestvlieders.
- Duiven en papegaaiachtige vogels eten zogenaamde “duivenmelk”, een substantie dat door de moeder wordt uitgebraakt. Als melkvervanger kun je voor deze jonge vogeltjes melkpoeder kopen dat speciaal voor papegaaien is gemaakt (te koop bij dierenwinkels) en toedienen met een plastic spuit waarvan de naald is verwijderd.
- De kans is klein dat je de andere soorten tegenkomt. Dit zijn hun voedingsvereisten: kolibries hebben een speciale bijvoeding met nectar nodig, visetende vogels eten voorns, in kleine stukjes gesneden (verkrijgbaar bij hengelsportwinkels), roofvogels eten insecten, knaagdieren, kuikens, en jonge nestvlieders groeien goed als ze gevoed worden met kalkoen of speciaal samengestelde voeding voor jonge vogels. [3] X Bron
-
Geef de jonge vogel geen brood of melk. Veel mensen maken de fout jonge vogeltjes melk of brood te voeden. Vogels zijn geen zoogdieren en melk vormt geen natuurlijk onderdeel van de voeding van een vogel, ze hebben melkintolerantie. Brood zit vol lege calorieën en geven de jonge vogels niet de voedingsstoffen die ze nodig hebben om te overleven. Let er goed op dat het eten dat je de vogel geeft op kamertemperatuur is. [2] X Bron
-
Gebruik de juiste voedingstechniek. Jonge vogels moeten zeer voorzichtig gevoed worden. De beste manier is met een onscherp pincet of een plastic tangetje. Als je die niet hebt, kun je ook eetstokjes gebruiken die smal genoeg zijn om in de bek van het vogeltje te passen. Pak een klein beetje voedsel met de pincet of het tangetje, of op het einde van de eetstokjes, en doe het voedsel in de bek van de vogel. [4] X Bron
- Maak je geen zorgen dat het vogeltje zich zou kunnen verslikken, want zijn glottis sluit zich automatisch wanneer hij eet.
- Als het vogeltje zijn snavel niet open heeft, tik dan voorzichtig met het voedingsinstrument tegen de snavel of wrijf de voeding langs de rand van de snavel. Dit is een teken voor de vogel dat het voedertijd is. Als hij nog steeds de bek niet open doet, doe hem dan zelf voorzichtig open.
- Ga door met voederen totdat de vogel zijn snavel niet meer opendoet of de voeding begint te weigeren. Het is belangrijk om de vogeltjes niet te veel voeding te geven.
-
Geef het vogeltje geen water. Jonge vogeltjes mogen geen water drinken, want dan vullen de longen zich met vloeistof en verdrinken ze. Ze mogen pas water krijgen wanneer ze groot genoeg zijn om in de doos rond te huppen. Dan kun je lage bakjes in de doos neerzetten, zoals deksels van potten, waar de vogel zelf uit kan drinken.
- Je kunt een steen of een paar knikkers in het bakje leggen om te voorkomen dat de vogel erin gaat staan.
- Als je vermoedt dar de vogel uitgedroogd is, breng hem dan naar een dierenarts of vogelopvang, waar ze hem vloeistof kunnen inspuiten.
Advertentie
-
Maak een tijdelijk nest voor het vogeltje. Om een vervangend nest te maken, kun je het beste een kartonnen doos met een deksel nemen, zoals een schoenendoos. Maak een paar gaten in de bodem. Zet een kleine plastic of houten kom in de doos en leg en ongekleurd keukenpapier in. Zo bouw je een knus nestje voor het jonge vogeltje.
- Leg nooit draadachtig of versnipperd materiaal in het nest, want dat kan om de vleugels en nek van het vogeltje vast komen te zitten. Gebruik ook geen gras, bladeren, mos of takjes, want die kunnen vochtig zijn en gaan schimmelen.
- Ververs het nest wanneer het nestmateriaal vochtig of vuil wordt. [3] X Bron
-
Houd het vogeltje warm. Als de jonge vogeltjes vochtig of koud aanvoelen, moet je ze opwarmen wanneer je ze in de doos zet. Dit kun je op verschillende manieren doen. Als je een warmtepad hebt, kun je die met een niet te hoge temperatuur op de doos leggen. Je kunt ook een afsluitbaar plastic zakje met warm water vullen en in de doos leggen of een lamp van 40 watt boven de doos hangen.
- Het is erg belangrijk om het vogelnest op een goede temperatuur te houden. Het is handig om een thermometer in de doos te leggen. Als het vogeltje minder dan een week oud is (dan zijn de ogen nog dicht en heeft hij nog geen veren), moet de temperatuur ongeveer 35 graden Celsius zijn. Elke week die voorbij gaat kan de temperatuur 2,8 graden naar beneden.
- Het is ook belangrijk om de doos niet in de volle zon te zetten en niet op de tocht. Jonge vogeltjes zijn erg gevoelig voor kou en oververhitting, omdat ze een relatief groot lichaamsoppervlak hebben in vergelijking met hun gewicht en ze nog geen isolerende verenlaag hebben. [2] X Bron
-
Zorg voor een rustige omgeving. Jonge vogels doen het alleen goed in een rustige omgeving zonder stress. Wanneer jonge vogeltjes te veel spanning voelen, gaat hun hartslag omhoog en dat is slecht voor hun gezondheid. Zet de doos in een rustige omgeving waar geen huisdieren en kinderen komen. Vermijd de volgende situaties:
- Overmatig of verkeerd oppakken, luide geluiden, verkeerde temperatuur, te veel vogeltjes op elkaar (wanneer je er meerdere hebt), onregelmatig voeden of verkeerde voeding.
- Probeer de vogel op ooghoogte te observeren en vast te houden, want vogels houden er niet van om van boven bekeken te worden. Door ze op ooghoogte te houden, lijk je minder bedreigend.
-
Houd de groei van de vogel bij. Je kunt de vooruitgang van de vogel controleren door hem elke dag te wegen om te kijken of hij aankomt. Je kunt hiervoor een keuken- of brievenweegschaal gebruiken. Het vogeltje moet elke dag zwaarder worden en na 4 tot 6 dagen moet het gewicht van toen hij uit het ei is gekropen verdubbeld zijn.
- Je kunt een groeitabel raadplegen om te controleren of de jonge vogel goed groeit voor een vogel van zijn soort.
- Als de vogel erg langzaam zwaarder wordt, of helemaal niet aankomt, is dat een teken dat er iets mis is. Breng de vogel direct naar de dierenarts of de vogelopvang, anders gaat hij waarschijnlijk dood. [3] X Bron
-
Laat de vogel vliegen en laat hem dan vrij. Wanneer de vogel een volgroeid kuiken is geworden, heeft hij een grotere doos nodig of een afgesloten en beschutte plek in de tuin, waar hij zijn vleugels kan spreiden en kan leren vliegen. Maak je hier geen zorgen over, want een vogel leert instinctief te vliegen en na een paar mislukte pogingen zal hij binnen 5 tot 15 dagen kunnen vliegen.
- Als hij eenmaal makkelijk en hoog kan vliegen, is het tijd om hem buiten vrij te laten. Breng hem naar een plek waar je andere vogels van dezelfde soort hebt gezien en waar er voldoende voedsel is en laat hem vrij.
- Als je de vogel in de tuin vrijlaat, kun je de kooi buiten zetten met het deurtje open. Dan kan het vogeltje zelf beslissen of hij er klaar voor is om te vertrekken.
- Hoe minder tijd de vogel gevangen wordt gehouden, hoe meer kans hij heeft om te overleven in het wild, dus stel de datum dat je hem loslaat niet langer uit dan strikt noodzakelijk. [4] X Bron
Advertentie
Waarschuwingen
- Vogels kunnen je bijten en pikken. Wees voorzichtig, want het zijn wilde dieren.
Bronnen
- ↑ https://www.vogelbescherming.nl/bescherming/juridische-bescherming/soortbescherming
- ↑ 2,0 2,1 2,2 2,3 http://www.messingerwoods.org/babybirds.htm
- ↑ 3,0 3,1 3,2 3,3 3,4 http://www.2ndchance.info/insecteater.htm
- ↑ 4,0 4,1 4,2 4,3 http://aviary.owls.com/baby_bird.html
- ↑ http://www.marathonwildbirdcenter.org/baby_birds.html