PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Om een karakteranalyse te kunnen schrijven, zul je een literair werk aandachtig moeten doornemen om te zien wat de auteur over een karakter onthult in bijvoorbeeld het narratief, de dialogen en het plot. Een literaire analist schrijft over welke rol ieder personage in het verhaal speelt. De protagonist is het belangrijkste personage en de slechterik die met het hoofdpersonage in conflict is, wordt de antagonist genoemd. Grote schrijvers geven hun personages allerlei verschillende facetten en de karakteranalyse moet deze vele kanten van een karakter dan ook belichten. In dit artikel lees je waar je bij het schrijven van je eigen karakteranalyse aan moet denken.

Deel 1
Deel 1 van 3:

De karakteranalyse voorbereiden

PDF download Pdf downloaden
  1. Moet je je karakteranalyse voor een schoolopdracht schrijven, dan kan het zo zijn dat in de opdracht staat welk personage je moet toelichten. Mag je zelf kiezen, zorg dan dat je een personage kiest dat een dynamische rol in het verhaal speelt. Karakters die vlak overkomen (eendimensionaal - iemand die alleen goed of slecht is, heeft vaak geen diepgaande motivaties die je kunt benoemen) zijn bijvoorbeeld geen goed onderwerp voor een karakteranalyse. [1]
    • Ben je Mark Twain's klassieker " Huckleberry Finn" aan het lezen, dan kun je als onderwerp van je karakteranalyse bijvoorbeeld Huck of de gevluchte slaaf Jim nemen. Deze personages nemen namelijk actief deel aan het verhaal en ervaren bovendien verschillende emoties, waardoor ze vaak onverwachte dingen doen en het plot zo voortstuwen.
    • Personages die je beter niet kunt kiezen zijn de hertog of de koning en de bedriegers die Huck en Jim in Arkansas ontmoeten. Deze karakters spelen immers maar een kleine rol in het verhaal en laten geen emoties zien. Het zijn karakters die als enig doel hebben een bepaalde functie in het verhaal te vervullen (het verhaal heeft bijvoorbeeld wat humor nodig en Jim en Huck moeten op de een of andere manier uit elkaar gedreven worden zodat Huck zijn beroemde moment van inzicht kan hebben. De hertog en de koning vervullen deze rol).
  2. Zelfs als je het verhaal al gelezen hebt, doe je er goed aan om dit nog eens te doen. Als je extra goed op je personage let, zullen je waarschijnlijk dingen opvallen die je normaal gesproken niet zou zien. Lees elke scène waarin je personage voorkomt en vraag je de volgende dingen af:
    • Hoe beschrijft de auteur het personage?
      • Huckleberry Finn wordt bijvoorbeeld omschreven als een jongen die in de bossen is opgegroeid, maar duidelijk met grotere problemen worstelt, zoals slavernij en het geloof.
    • Welke relatie heeft je personage met andere karakters?
      • Huck kan zich bijvoorbeeld goed verplaatsen in de gevluchte slaaf Jim, zowel aan het begin als het einde van het verhaal. Denk aan Hucks relatie met zijn dronken vader die hem mishandelde en vraag je af hoe dit zijn ontwikkeling heeft beïnvloed.
    • Hoe stuwt het gedrag van je personage het verhaal voort?
      • Huck is het hoofdpersonage en dus is zijn gedrag natuurlijk erg belangrijk. Maar wat is er precies bijzonder aan de manier waarop Huck zich gedraagt? Hoe verschilt zijn gedrag van dat van iemand anders in zijn situatie? Je zou het kunnen hebben over hoe Huck besluit Jim te redden van de mensen die hem wilden verraden omdat hij slavernij afkeurt, hoewel dit idee behoorlijk afwijkt van wat de maatschappij hem geleerd heeft.
    • Welke moeilijkheden heeft je personage meegemaakt?
      • Denk aan Hucks jeugd en wat hij gedurende het verhaal leert. In het begin heeft hij de neiging mensen voor de gek te houden (zoals toen hij zijn eigen dood in scène zette), maar later haalt hij dat soort geintjes niet meer uit omdat hij ziet wat het met mensen doet (als hij bijvoorbeeld van de hertog en de koning probeert af te komen).
  3. Schrijf tijdens het lezen alle dingen op die je aan je karakter opvallen. Let hierbij vooral op details op het vlak van de ontwikkeling en de persoonlijkheid van je personage. Onderstreep eventueel stukken tekst of schrijf dingen in de marges van je boek.
    • Je kunt tijdens het lezen ook een notitieblok bij de hand houden zodat je opvallende elementen netjes op volgorde kunt bijhouden.
  4. Neem al je notities over je personage nog eens door en probeer de hoofdgedachte erachter te bedenken. Maak van deze gedachte de thesisverklaring van je karakteranalyse. Denk na over de dingen die je personage doet, de motivaties die achter het gedrag van het personage steekt en de ontwikkeling die het personage doormaakt. Je hoofdgedachte kan bijvoorbeeld zijn dat je hoofdpersonage perfect illustreert welke moeilijkheden er met het opgroeien als jongen gepaard gaan, of dat ieder mens in de basis goed is. Misschien laat je personage wel zien dat zelfs mensen die enorme fouten maken, tot verandering in staat zijn en vergiffenis verdienen.
    • In het geval van Huckleberry Finn kun je bijvoorbeeld iets over de hypocrisie van de maatschappij schrijven, aangezien het boek over een jongen gaat die geleerd heeft slavernij te accepteren, maar na zijn ervaringen met Jim besluit Jim als een vriend en niet als slaaf te zien. Bovendien is Huck het "eigendom" van zijn vader en wordt hij door hem als slaaf gebruikt, waardoor hij des te meer begrip voor Jims verlangen naar vrijheid heeft. De maatschappij ziet de ontsnapping van Huck als moreel en juist, maar die van Jim als een misdaad tegen de dorpsbewoners. Deze tegenstelling is een belangrijk aspect van het verhaal.
  5. Als je eenmaal een hoofdgedachte hebt uitgekozen, kun je deze uitwerken door je materiaal systematisch te ordenen en zo puntsgewijs een samenvatting van je analyse te maken. Schrijf uit op welke plekken in de tekst je personage bepaalde karaktereigenschappen laat zien en ondersteun hiermee je hoofdgedachte. [2]
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 3:

De karakteranalyse schrijven

PDF download Pdf downloaden
  1. Houd je hoofdgedachte in je achterhoofd en schrijf een introductieparagraaf over het personage dat je gekozen hebt en de rol die hij of zij in het literaire werk speelt.
  2. Beschrijf hoe je personage eruitziet en leg uit wat dit over hem of haar als persoon zegt. Zorg dat je hierbij stukken uit de tekst quote of parafraseert.
    • Denk aan de vodden waarin Huck gehuld is en wat dit over zijn karakter zegt. Benoem de scène waarin Huck zich als meisje verkleedt om achter het laatste nieuws te komen en hoe zijn andere uiterlijk je analyse van Huck beïnvloedt.
  3. Mocht het verleden van je personage in het boek besproken worden, licht dit dan ook toe in je karakteranalyse. Het verleden van mensen kan hun persoonlijkheid en persoonlijke ontwikkeling behoorlijk beïnvloeden en dus is het belangrijk om dit aspect van het leven van je personage zo mogelijk toe te lichten. Waar en wanneer werd je karakter geboren? Waar is hij of zij opgegroeid? Heeft je personage een opleiding gevolgd? Hoe beïnvloedt het verleden van je personage hem of haar in het verhaal?
    • Bespreek Hucks band met zijn vader en met de weduwe Douglas en mevrouw Watson, die hem in huis nemen. Hoe hebben deze personages invloed op Hucks ontwikkeling? Het contrast tussen Hucks dronken vader en de conservatieve dames die later voor Huck zorgen is erg interessant. Ook kun je je afvragen waar Hucks sociale gedrag op gebaseerd is; op de band met zijn vader of die met de dames.
  4. Analyseer de taal die het personage gedurende het verhaal gebruikt. Blijft zijn of haar taalgebruik continu hetzelfde of verandert de taal van het personage naar mate het verhaal vordert?
    • Huck gebruikt voor een jongen van zijn leeftijd aardig grove woorden en weduwe Douglas keurt zijn taalgebruik dan ook regelmatig af. Hij doet zijn best om zich te verbeteren en zich in de kerk te gedragen, maar valt regelmatig terug in zijn oude maniertjes; die van iemand die lang niet zo beschaafd is als hij zich voordoet, of als de weduwe graag wil dat hij is.
  5. Hoe gaat het personage met emoties om en waarom? Wat vindt het personage volgens jou belangrijk, gezien zijn gedrag en woordgebruik? Heeft het personage bepaalde doelen? Wees zo specifiek mogelijk en zorg dat je voorbeelden uit de tekst geeft.
    • Huckleberry Finn probeert zich aan de regels van de maatschappij te houden, maar uiteindelijk komt zijn gedrag voornamelijk voort uit emoties. Hoewel hij hiermee de wet breekt, besluit hij Jim te redden omdat hij vindt dat Jim niet als een slaaf behandeld moet worden. Hij besluit dit zelf, ondanks de dingen die de maatschappij hem geleerd heeft.
  6. Denk na over hoe je personage gedurende het verhaal met andere mensen omgaat. Is hij of zij min of meer een meeloper of juist een leider? Heeft het personage vrienden en familie met wie hij veel omgaat? Gebruik voorbeelden uit de tekst om je bevindingen toe te lichten.
  7. De meeste hoofdpersonages zullen gedurende het verhaal met een bepaald conflict moeten omgaan. [3] Soms is dit een extern conflict (bijvoorbeeld met de mensen om hem heen), maar in andere gevallen gaat het om een intern conflict (persoonlijke problemen die met gevoelens of gedrag te maken hebben). [4] Is het personage aan het einde van het verhaal een beter of slechter persoon? Memorabele karakters veranderen of groeien meestal in de loop der tijd.
    • Hucks externe conflict heeft te maken met de gebeurtenissen die tijdens zijn reis plaatsvinden - de fysieke moeilijkheden, dingen die onderweg misgaan, verschillende schandalen en bedriegerij, enzovoorts. Zijn interne conflict bereikt zijn hoogtepunt als Huck besluit Jim te helpen aan zijn positie als slaaf te ontsnappen. Dit is een cruciaal moment in het verhaal waarop Huck zijn hart volgt en zijn sociale bewustzijn laat varen.
  8. Zorg dat je specifieke voorbeelden uit de tekst geeft om je bevindingen zo overtuigend mogelijk te maken. [5] Voeg ook quotes toe. [6] Als de auteur een personage als slordig beschrijft, zul je moeten laten zien waar deze eigenschap naar buiten komt door de tekst te quoten of parafraseren.
    Advertentie
Deel 3
Deel 3 van 3:

Je tekst met bewijzen ondersteunen

PDF download Pdf downloaden
  1. Verwerk hiervoor directe quotes uit het boek in je werk.
  2. PIE staat voor Point, Illustration en Explanation. Dat wil zeggen dat je eerst een punt maakt, dit vervolgens illustreert met een voorbeeld uit de tekst en tot slot uitlegt hoe de quote je bewering ondersteunt. [7]
    • Je kunt bijvoorbeeld schrijven: Huck Finn meet zichzelf bij zijn werk als vlotter een totaal nieuwe identiteit aan. Hij zegt dat hij "voor een ambacht als dit een soort vlotter moet zijn." Dit laat zien dat hij zijn werk met een bepaalde vrijheid en trots associeert.
  3. Zorg dat je quotes altijd inleidt en toelicht. Zo wordt een citaat deel van je tekst en staat hij niet plompverloren in je analyse.
    • Fout: "Voor een "ambacht" als dit moet je een soort vlotter zijn."
    • Goed: Hij zegt dat hij "voor een ambacht als dit een soort vlotter moet zijn."
    • Goed: "Voor een ambacht als dit moet je een soort vlotter zijn," zei Huck.
  4. Zorg dat je analyse minimaal 90% van je tekst opmaakt. De overige 10% mag uit citaten bestaan.
    Advertentie

Tips

  • Schrijf een ruwe versie om je gedachten op een rij te zetten. Verbeter deze versie vervolgens voordat je hem inlevert.
  • Gebruik specifieke details uit de tekst om elk punt te ondersteunen.
  • Zorg dat je de analyse goed opbouwt. Schrijf een introductie die de lezer aanspreekt en nieuwsgierig maakt. Zorg dat elke paragraaf over een bepaald onderwerp gaat. Sluit je werk vervolgens af met een duidelijke conclusie.
  • Personages hebben ook slechte eigenschappen. Analyseer ook deze punten om zo een compleet beeld van je personage te vormen.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 7.337 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie