Pdf downloaden Pdf downloaden

Het voeren van een paard kan verwarrend zijn. Er is een groot aantal verschillende voersoorten beschikbaar en geen twee paarden zijn hetzelfde. De hoeveelheid en het soort voer dat gegeven wordt zal afhangen van het soort paard, leeftijd, gewicht, gezondheid, activiteitenniveau, klimaalt en wat er plaatselijk beschikbaar is. Blijf lezen om te leren hoe je een paard voert.

Deel 1
Deel 1 van 3:

De voedingsbehoefte van een paard begrijpen

Pdf downloaden
  1. Paarden hebben tussen de 20 en 55 liter water per dag nodig. Zorg er als het mogelijk is voor dat je paard te allen tijde toegang heeft tot water. Als dat niet mogelijk is, moet je ervoor zorgen dat je paard minstens tweemaal daags water krijgt, en geef hem daar een aantal minuten de tijd voor. [1]
    • Zorg ervoor dat het water in de trog van je paard schoon is en niet bevroren. Houd de trog ook schoon, door het elke dag met de slang uit te spuiten. [2]
  2. Structurele koolhydraten, zoals hooi en gras, zijn essentieel voor het dieet van een paard. [3] Paarden eten grote hoeveelheden hooi en gras als hoofdvoedselbron. In feite moeten paarden elke dag ongeveer 7 tot 10 kilo, of 1-2% van hun lichaamsgewicht in hooi eten, dus zorg ervoor dat je paard altijd ruim voldoende hooi heeft om op te kauwen. [4]
    • Zorg ervoor dat het hooi dat je je paard voert vrij is van schimmel en stof. [5]
  3. Niet-structurele koolhydraten, zoals haver, maïs en gerst zijn ook essentieel voor de voeding van een paard. Bied je paard kleine hoeveelheden granen aan, verdeeld over de dag. Paarden kunnen elke dag ook 200 gram granen krijgen per 50 kilo lichaamsgewicht. Voer je paard de granen gelijkmatig verdeeld over twee tot drie voermomenten over de dag verspreid. [6]
    • Zorg ervoor dat je de graanporties die je voert aan je paard afweegt, om ervoor te zorgen dat je haar de juiste hoeveelheid geeft. [7]
    • Als het heet weer is, voer je paard dan de granen op de koelere momenten van de dag, zoals vroeg in de ochtend en later op de avond.
  4. Hoewel je paard de meeste van zijn calorieën binnenkrijgt uit hooi en gras, moet je je paard ook wat verrijkte voeding geven om eventuele voedingstekorten aan te vullen. Proteïne, vet, vitamines en mineralen zijn belangrijke onderdelen van de voeding van je paard, maar ze zijn niet in grote hoeveelheden nodig. [8]
  5. Als je denkt dat je paard niet alle noodzakelijke vitamines en mineralen binnen krijgt uit zijn voer, dan kun je aanvullen met speciale vitamines voor paarden. Wees voorzichtig dat je niet te veel vitamines aan je paard voert. Een teveel aan vitamines kan problemen veroorzaken, net als een tekort aan vitamines dat kan. [9]
  6. Snoepjes aan je paard geven als je haar wilt belonen is ook een goede manier om contact te maken met je paard. Zorg er alleen voor dat je niet overdrijft met snoepjes, anders kan je paard leren om ze te verwachten of zelfs proberen om in je kleren te graaien voor snoepjes. [10]
    • Verse appels, wortels, sperziebonen, watermeloen en selderij zijn heerlijke lekkernijen voor je paard. [11]
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 3:

De voedingsbehoeften van je paard bepalen

Pdf downloaden
  1. Een weegbrug is veel preciezer en als die beschikbaar is, dan moet die gebruikt worden in plaats van een lint. Conditiescore is de beste vorm van opnemen van gewichtsveranderingen. Weeg je paard elke 2 weken en breng de veranderingen in kaart op een grafiek.
  2. De behoefte is tussen de 1,5 en 3% van zijn lichaamsgewicht, gemiddeld 2,5% Gebruik de volgende berekening om te bepalen hoeveel je je paard elke dag moet voeren: Lichaamsgewicht/100x2.5=Totale Dagrantsoen
  3. Wil je jouw paard op het niveau houden waar het nu is (onderhoudsdieet)? Wil je het gewicht van je paard verminderen vanwege gezondheidsproblemen (reductiedieet)? Of, wil je het lichaamsgewicht van je paard verhogen vanwege een ziekte in het verleden of omdat je paard te licht is?
    • De beste strategie om te gebruiken bij het ontwerpen van een voerplan voor je paard is om te voeren op basis van het gewenste gewicht, in plaats van op het huidige gewicht. Bijvoorbeeld een paard is te licht en weegt 300 kg. Als het ideale gewicht van het paard 400 kg is, voer hem dan geen 2,5% van 300 kg. Voer 2,5% van 400 kg.
    • Gebruik dezelfde strategie voor een paard dat overgewicht heeft. Voer, gebaseerd op het gewenste gewicht, en niet op het huidige, wat betekent dat je in feite minder zult voeren dan de hoeveelheid van het overgewicht, wat betekent dat de omvang van de middel zal verkleinen bij je paard.
  4. Verschillende soorten ruwvoer hebben verschillende hoeveelheden VE (verteerbare energie), dit hangt af van het soort ruwvoer (gras,voordroogkuil, hooi, haverstro) en het soort gras (Engels raaigras, timotheegras, kropaar of weidegras). Bij grazen heeft ook de tijd van het jaar effect op de VE. Lentegras heeft een hoog gehalte terwijl wintergrazen heel arm is. Voor gekweekt gras heeft de “snede” effect op de VE. Een vroege snede bevat meer VE dan een late snede. Haverstro bevat heel weinig VE. De beste manier om de voedingswaarde in je ruwvoer te weten is door het te laten analyseren.
  5. Sommige paarden zijn snel geneigd heet te worden (overenthousiast en schrikkerig worden). Het voeren van langzaam vrijgegeven energievormen (vezels en olie) zal helpen, dit is de veiligste vorm van energie en veroorzaakt de kleinste hoeveelheid gezondheidsproblemen. Andere paarden zijn lui en missen “sprankeling”. Het kan helpen als je snel vrijkomende energie voert (zetmeel uit granen zoals haver en gerst). Zetmeel is in verband gebracht met een aantal gezondheidsproblemen en moet voor sommige paarden beperkt blijven.
  6. Als je niet zeker weet hoeveel je je paard moet voeren, praat dan met de veearts van je paard. Sommige voerfabrikanten hebben ook hulplijnen die je kunt gebruiken om voeradvies te krijgen voor je paard.
    Advertentie
Deel 3
Deel 3 van 3:

De voerroutine van je paard aanpassen

Pdf downloaden
  1. De voedingsbehoeften van je paard zullen variëren naar gelang de hoeveelheid vers gras die ze gegeten heeft terwijl ze in de wei stond en de hoeveelheid beweging die ze gehad heeft. Kijk dagelijks naar de behoeften van je paard om te bepalen of je haar dagelijkse hoeveelheden moet verminderen of vermeerderen. [12]
    • Als je paard de hele dag in de wei geweest is en heel veel gras gegeten heeft, dan zal ze niet veel hooi nodig hebben.
    • Als je paard een zware werkdag gehad heeft, waarbij er veel gereden is, dan zul je meer voer moeten geven om te helpen de extra calorieën aan te vullen die ze verbrand heeft.
  2. Voer je paard niet vlak voor of nadat ze iets inspannends gedaan heeft, omdat de bloedstroom weg van haar organen geleid zal worden en dat kan de spijsvertering hinderen. Plan de voedingen rond de geplande activiteiten van je paard. [13]
    • Als je paard iets extra inspannends zal moeten doen, zorg er dan voor dat ze drie uur voor de activiteit haar eten krijgt.
  3. Als je het voer van je paard moet veranderen, schakel dan niet gewoon over naar het nieuwe voer. Begin met 25% van het oude voer te vervangen door het nieuwe voer. Vervang na twee dagen 50% van het oude voer door het nieuwe voer. Vervang na weer twee dagen 75% van het oude voer door het nieuwe voer. Twee dagen daarna zul je je paard 100% van het nieuwe voer kunnen geven.
    • Naast het geleidelijk van voersoort veranderen, moet je je paard ook elke dag ongeveer op dezelfde tijd eten geven. Paarden presteren beter wanneer ze een regelmatig voerschema hebben.
    • Drastische veranderingen in het voerpatroon aanbrengen kunnen leiden tot koliek en hoefbevangenheid. Koliek is een aandoening die ernstige buikpijn veroorzaakt en er kan zelfs een operatie nodig zijn. [14] Hoefbevangenheid is een aandoening die een slechte bloedcirculatie veroorzaakt en zelfs kan leiden tot het loslaten van het hoefbeen van de voet. Hoefbevangenheid is vaak fataal. [15]
    Advertentie

Tips

  • Als je regelmatig toegang hebt tot een weegbrug, houd de conditiescore dan ook bij. Het kan zijn dat een paard zwaarder geworden is, maar niet in vet, maar in spieren.
  • Voer weinig en vaak - de maag van een paard is klein vergeleken met zijn lichaamsformaat, en kan niet veel voer bevatten.
  • Weegbruggen zijn duur en niet iedereen heeft daar de beschikking over. Vraag dierenartsen, dealers en stoeterijen of ze er een hebben en of ze bereid zijn jou die te laten gebruiken. Echter, veranderingen in gewicht zijn belangrijker.
  • Als een paard geen ander voer nodig heeft dan ruwvoer, maar andere paarden die bij hem staan krijgen dat wel, geef hem dan “dummyvoer” met een kaf met weinig calorische waarde. Dit zal betekenen dat het paard zich niet tekortgedaan voelt wanneer de andere paarden gevoerd worden.
  • Afhankelijk van hoe je je paard voert kan het zijn dat je extra hooi moet voeren omdat een deel verspild zal worden doordat het de grond of bodembedekking in getrapt zal worden.
  • Weeg het voer - voer niet per “schep”. Weeg hoeveel een “schep” is bij elk soort voer.
  • Voer ruim voldoende ruwvoer - grazen, voordroogkuil, hooi of haverstro, zodat het paard gedurende de hele dag iets in zijn maag heeft. Dit helpt de peristaltische bewegingen en spijsverteringssappen aan de gang te houden, en voorkomt gedrags- en gezondheidsproblemen.
  • Meng voersoorten dagelijks en verwijder overgebleven voer. Door dagelijks het voer te mengen in plaats van al het voer te mengen bij levering, kun je het voer rationeren en kun je zien wat het paard eet. Als het paard een voersoort laat liggen, of ziek wordt, dan kun je een voerproduct verwijderen.
  • Voer krachtvoer en ruwvoer van goede kwaliteit. Voer van slechte kwaliteit dat kan schimmelen of zuur zijn kan koliek veroorzaken. Goedkoop of slecht voer kan uiteindelijk niet gegeten worden en kost meer op de lange termijn.
  • Zorg er altijd voor dat de plek waar het voer bewaard wordt afgesloten is voor paarden. Door de tonnen te beveiligen met snelbinders of een slot kun je voorkomen dat paarden meer eten dan ze zouden moeten.
  • Bij een paard dat zijn granen opschrokt (te snel eet), kun je een of twee grote stenen in de voertrog leggen. Terwijl het paard eet, zal hij de stenen opzij moeten duwen om bij de granen te komen.
Advertentie

Waarschuwingen

  • Voer je paard nooit granen meteen nadat hij gewerkt heeft, dat kan namelijk koliek veroorzaken. Zorg voor een goede cool down met je paard voordat je hem voert, om koliek te voorkomen. Je kunt het zien wanneer een paard een cool down gedaan heeft, wanneer zijn neusgaten niet langer gespreid zijn, en hij niet zwaar ademt.
  • Voeg niet te veel supplementen toe aan het dieet van je paard. Een teveel aan vitamines en mineralen is net zo slecht als tekorten. Gebruik supplementen alleen wanneer ze nodig zijn, niet “voor het geval dat”.
  • Laat nooit toe dat je paard je omverduwt tijdens voertijd (helemaal nooit, maar met name niet tijdens het voeren).
  • Wanneer je je paard voert, doe dat dan volgens een vaste routine. Verander de tijden niet (bijvoorbeeld voertijden - voer niet de ene dag om 7 uur en de andere dag om 8 uur. Als je gaat voeren, doe dat dan elke dag op dezelfde tijd).
  • Net als mensen kunnen paarden lijden aan allergieën. Veel voorkomende allergieën zijn voor gerst en alfalfa. Het symptoom is gewoonlijk een uitslag. Je dierenarts kan helpen met de diagnose.
  • Sommige componenten moeten bewerkt worden voor ze gevoerd kunnen worden. Suikerbiet moet geweekt worden, lijnzaad moet gekookt worden, en als dat niet gebeurt dan zijn ze beiden heel gevaarlijk voor het paard. Granen moeten vaak gewalst of geplet worden om ervoor te zorgen dat ze goed verteerd worden, maar deze zijn niet gevaarlijk als ze onbewerkt gevoerd worden.
  • Sommige paardeneigenaren willen het gevoel hebben dat ze hun paarden goed voeren en maken het dieet over gecompliceerd, en soms niet uitgebalanceerd. Variëteit is goed, maar met mate. Geef toegang tot verschillende soorten ruwvoer, kruiden fruitsoorten en groenten, in plaats van dit te voeren. Overvoer niet een enkele soort. Voer aanpassingen en toevoegingen in het voer geleidelijk door, zie hierboven.
  • Onjuist voeren is in verband gebracht met een aantal medische en gedragsproblemen, waaronder;
    • “Mondige” ondeugden (waaronder kribbebijten, luchtzuigen), hout- en mesteten, maagzweren. Door te zorgen dat het paard altijd ruwvoer tot zijn beschikking heeft, kun je dit voorkomen.
    • Hoefbevangenheid, hoefontsteking, prikkelbaar gedrag. Het beperken van zetmeel en suikers in het dieet kan helpen dit te voorkomen.
    • Azoturie (ook tying-up, maandagziekte of spierbevangenheid genoemd). Door te voeren naar de hoeveelheid werk, en de energie-inname te verminderen op dagen waarop niet gewerkt wordt, kun je dit voorkomen.
    • Koliek. Door weinig en vaak te voeren, ruim voldoende vezels en een goede kwaliteit voer, kun je dit voorkomen. Voer aanpassingen in het voer geleidelijk door, zie hierboven.
    • Obesitas, vermagering. Regelmatige conditiescore, overzichten bijhouden en energieniveaus onder controle houden kunnen helpen dit te voorkomen.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 3.487 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie