PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Je hebt waarschijnlijk wel eens een thoraxfoto (röntgenfoto van de borst) gezien of hebt er misschien zelfs een gemaakt. Heb je je ooit afgevraagd hoe je een thoraxfoto moet interpreteren? Houd er bij het bekijken van een röntgenfoto rekening mee dat het een tweedimensionale weergave is van een driedimensionaal object. Hoogte en breedte worden gehandhaafd, maar de diepte gaat verloren. De linkerkant van de foto staat voor de rechterkant van het individu en omgekeerd. Lucht is zwart, vet is grijs, zachte weefsels en water verschijnen als lichtere grijstinten en bot en metaal zien er wit uit. Hoe hechter het weefsel, hoe witter het op röntgenfoto's wordt weergegeven. Dicht weefsel lijkt radiopaak, helder op de foto; minder dichte weefsels lijken radiolucent en donker op de foto.

Deel 1
Deel 1 van 4:

Initiële controles uitvoeren

PDF download Pdf downloaden
  1. Zorg er eerst voor dat je naar de juiste thoraxfoto kijkt. Dit klinkt voor de hand liggend, maar als je gestrest bent en onder druk staat, kun je sommige basiszaken over het hoofd zien. Als je naar de verkeerde röntgenfoto kijkt, verspil je tijd in plaats van tijd te winnen.
  2. Zorg ervoor dat je bij het voorbereiden van het lezen van een röntgenfoto alle informatie over de patiënt hebt, inclusief leeftijd, geslacht en medische geschiedenis. Vergeet niet om de foto te vergelijken met eventuele oude röntgenfoto's. [1]
  3. Let vooral op de datum bij het vergelijken met oudere röntgenfoto's (kijk altijd naar eventuele oudere röntgenfoto's). De datum waarop de röntgenfoto werd gemaakt, biedt een belangrijke context voor het interpreteren van eventuele bevindingen.
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 4:

De fotokwaliteit beoordelen

PDF download Pdf downloaden
  1. Röntgenfoto's van de borst worden over het algemeen genomen wanneer de patiënt zich in de inspiratoire fase van de ademhalingscyclus bevindt, voor de leek: 'ingeademd heeft'. Dit heeft een belangrijk effect op de kwaliteit van de röntgenfoto. Wanneer de röntgenbundels door de voorste borstkas naar de film gaan, zijn de ribben die het dichtst bij de film liggen, de achterste ribben, het duidelijkst. Je zou tien achterste ribben moeten kunnen zien als de foto onder volledige inspiratie was genomen.
    • Als je 6 anterieure (voorste) ribben kunt zien, dan is de foto van zeer hoge kwaliteit. [2]
  2. Overbelichte films zien er donkerder dan normaal uit en fijne details zijn erg moeilijk te zien. Onderbelichte films zien er witter uit dan normaal en veroorzaken het verschijnen vertroebelde gebieden. Zoek in een goed doordrongen thoraxfoto naar tussenwervellichamen.
    • Een niet goed doordrongen thoraxfoto kan geen tussenwervellichamen van de tussenwervelruimtes onderscheiden.
    • De foto is niet goed doordrongen als je de borstwervels niet kunt zien. [3]
    • Een teveel doordrongen foto toont de tussenwervelruimtes heel duidelijk.
  3. Als de patiënt niet volledig vlak tegen de cassette was geplaatst, kan er een zekere rotatie op de röntgenfoto zichtbaar zijn. Als dit is gebeurd, kan het mediastinum er heel ongewoon uitzien. Je kunt de rotatie controleren door te kijken naar de sleutelbeenkoppen en thoracale wervellichamen. [4]
    • Controleer of de thoracale wervelkolom in het midden van het borstbeen en tussen de sleutelbeenderen is uitgelijnd.
    • Controleer of de sleutelbeenderen waterpas staan. [5]
    Advertentie
Deel 3
Deel 3 van 4:

De röntgenfoto identificeren en uitlijnen

PDF download Pdf downloaden
  1. Het volgende dat je moet doen is de positie van de röntgenfoto vaststellen en correct uitlijnen. Controleer of de relevante markeringen op de röntgenfoto zijn afgedrukt. 'L' voor Links, 'R' voor Rechts, 'PA' voor postero-anterieur, 'AP' voor antero-posterieur, enz. Let op de positie van de patiënt: supiene (liggend), rechtopstaand, lateraal, decubitus. Controleer en maak een mentale notitie van elke kant van de borströntgenfoto.
  2. Een normale thoraxfoto bestaat uit zowel postero-anterieure (PA) als laterale foto's die samen worden gelezen. Lijn ze uit zodat ze worden bekeken alsof de patiënt voor je staat, met zijn rechterkant naar jouw linkerkant. [6]
    • Als er oude foto's beschikbaar zijn, moet je deze er naast hangen.
    • De term postero-anterieur (PA) verwijst naar de richting van de röntgenstraal die van posterieur naar anterieur, van achteren naar voren door de patiënt heen gaat.
    • De term antero-posterieur (AP) verwijst naar de richting van de röntgenstraal die van anterieur naar posterieur, van voren naar achteren door de patiënt heen gaat.
    • De laterale borstfoto wordt gemaakt met de linkerkant van de borst van de patiënt tegen de röntgencassette.
    • Een schuin aanzicht is een geroteerde weergave tussen het standaard vooraanzicht en het zijaanzicht. Dit is nuttig voor het lokaliseren van laesies en het elimineren van op elkaar geplaatste structuren.
  3. Soms worden AP-röntgenfoto's gemaakt, maar meestal alleen voor patiënten die te ziek zijn om voor de PA-röntgenfoto rechtop te staan. AP-röntgenfoto's worden in vergelijking met PA-röntgenfoto's over het algemeen genomen op een kortere afstand van de film. Afstand vermindert het effect van bundeldivergentie en de vergroting van structuren dichter bij de röntgenbuis, zoals het hart. [7]
    • Omdat AP-röntgenfoto's vanaf kortere afstanden worden gemaakt, lijken ze meer vergroot en minder scherp in vergelijking met standaard PA-foto's.
    • Een AP-foto kan vergroting van het hart en verbreding van het mediastinum tonen. [8]
  4. Een röntgenfoto met deze weergave wordt gemaakt terwijl de patiënt op de zij ligt. Het helpt om verdacht vocht (pleurale effusie) te beoordelen en om aan te tonen of de effusie gelokaliseerd of mobiel is. Je kunt naar de niet-afhankelijke hemi-thorax kijken om een pneumothorax te bevestigen.
    • De afhankelijke long moet in dichtheid toenemen. Dit komt door atelectase van het gewicht van het mediastinum dat er druk op uitoefent.
    • Als dit niet gebeurt, is dit een aanwijzing voor luchtopsluiting. [9]
  5. Je moet ervoor zorgen dat je op de juiste manier kijkt. Je kunt dit gemakkelijk en snel doen door te kijken naar de maagbubbel. De bubbel hoort aan de linkerkant te zitten. [10]
    • Beoordeel de hoeveelheid gas en de locatie van de maagbubbel.
    • Normale gasbubbels kunnen ook in de lever en milt krommingen van de dikke darm worden waargenomen.
    Advertentie
Deel 4
Deel 4 van 4:

Het beeld analysen

PDF download Pdf downloaden
  1. Voordat je je op de specifieke details gaat richten, is het een goede gewoonte om een overzicht te maken. De belangrijkste dingen die je misschien hebt overgeslagen kunnen de uitgangspunten die je als referentiekader gebruikt veranderen. Beginnen met dit overzicht kan ook het zoeken naar bepaalde dingen benadrukken. Technici gebruiken vaak de ABCDE-methode: controleer de 'airway'/luchtweg (A), botten (B), cardiaal silhouet (C), 'diafragma'/middenrif (D) en longvelden en 'everything else/al het andere (E).
  2. Controleer of er instrumenten aanwezig zijn zoals buizen, IV-lijnen, ECG-afleidingen, pacemaker, chirurgische clips of drains.
  3. Controleer of de luchtweg afstaand en in het midden is. [11] Bijvoorbeeld bij een spanningspneumothorax wijkt de luchtweg af van de aangedane zijde. Zoek naar de carina , waar de luchtpijp zich splitst in de rechter en linker hoofdbronchiën.
  4. Zoek naar eventuele breuken, laesies of defecten. Let op de totale grootte, vorm en contour van elk bot, dichtheid of mineralisatie (osteopenetische botten zien er dun en minder ondoorzichtig uit), corticale dikte in vergelijking met medullaire holte, trabeculair patroon, aanwezigheid van erosies, breuken, lytische of blastische gebieden. Zoek naar lucente en sclerotische laesies.
    • Een lucente botlaesie is een botgebied met een lagere dichtheid (die donkerder lijkt); het lijkt misschien geperforeerd in vergelijking met het omringende bot. [12]
    • Een sclerotische botlaesie is een botgebied met een verhoogde dichtheid (lijkt witter). [13]
    • Zoek bij gewrichten naar vernauwing of verwijding van de gewrichtsvlakken, verkalking in het kraakbeen, lucht in de gewrichtsruimte en abnormale vetkussentjes.
  5. Het silhouetteken is in feite de eliminatie van het silhouet of verlies van de long/zacht weefselovergang, die optreedt na een massa of toevloed in de long. [14] Kijk naar de grootte van het hartsilhouet (de witte ruimte die het hart representeert, gelegen tussen de longen). Een normaal hartsilhouet beslaat minder dan de helft van de borstbreedte.
    • Zoek naar een flesvormig hart op PA-vlakfilm, wat wijst op pericardiale effusie. Regel een echografie of thorax computertomografie (CT) om dit te bevestigen. [15]
  6. Zoek naar een plat of verhoogd middenrif. Een afgevlakt middenrif kan wijzen op emfyseem. Een verhoogd middenrif kan wijzen op een gebied van luchtconsolidatie (zoals bij longontsteking), waardoor het onderste longveld in weefseldichtheid niet van de buik te onderscheiden is. [16]
    • De rechterkant van het middenrif ligt, vanwege de aanwezigheid van de lever onder de rechterkant, normaal hoger dan de linkerkant. [17]
    • Kijk ook de costofrenische hoek (die scherp zou moeten zijn) na op afstomping, wat op effusie kan duiden (omdat vloeistof bezinkt). [18]
  7. Onderzoek de randen van het hart; de silhouetranden moeten scherp zijn. [19] Observeer of de hartgrens door radiopaciteit wordt verduisterd, bijvoorbeeld in de rechter middenkwab en linker-lingulapneumonie. Kijk ook de externe zachte weefsels na op eventuele afwijkingen.
    • Een hart met een diameter groter dan de helft van de thoracale diameter is een vergroot hart. [20]
    • Kijk de lymfeklieren na, zoek naar subcutaan emfyseem (luchtdichtheid onder de huid) en andere laesies.
  8. Begin met het controleren van de symmetrie en het zoeken naar belangrijke gebieden met abnormale lucentie of dichtheid. Probeer je ogen te oefenen om door het hart en de bovenbuik naar de achterkant van de long te kijken. Je moet ook onderzoek doen naar vasculariteit en de aanwezigheid van massa of knobbeltjes.
    • Onderzoek de longvelden op infiltratie-, vloeistof- of luchtbronchogrammen. [21]
    • Als vloeistof, bloed, slijm of een tumor, enz. de luchtzakken vult, zullen de longen radiodicht (helder) lijken, met minder zichtbare interstitiële markeringen.
  9. Zoek naar knopen en massa's in de hila van beide longen. Op het vooraanzicht stellen de meeste hila-schaduwen de linker en rechter longslagaders voor. De linker longslagader is altijd meer superieur dan de rechter, waardoor de linker hilum hoger ligt.
    • Zoek naar verkalkte lymfeklieren in de hila, die kan zijn veroorzaakt door een oude tuberculose-infectie. [22]
    Advertentie

Tips

  • Oefening baart kunst. Bestudeer en lees veel thoraxfoto's om bekwaam te worden.
  • Rotatie: kijk naar de koppen van de sleutelbeenderen in relatie tot spinale processen - ze moeten op gelijke afstanden staan.
  • Vergelijk altijd met eventuele oude röntgenfoto's. Ze helpen je nieuwe ziektes op te sporen en te evalueren op verandering.
  • Een goede vuistregel voor het lezen van röntgenfoto's van de borst is om van algemene observaties naar specifieke details te gaan.
  • Volg een systematische benadering om een thoraxröntgenfoto te lezen zodat je niets mist.
  • De hartafmeting moet <50% de diameter van de borst op PA-film zijn.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 6.043 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie