Pdf downloaden
Pdf downloaden
Schaken is een van de oudste spellen dat nog steeds wordt gespeeld — en met plezier — tot op de dag van vandaag. Hoewel schaken slechts een paar regels kent, kan het spelverloop ongelofelijk complex worden. Gelukkig is het heel makkelijk om te spelen (in theorie), en om dat te kunnen doen moet je eerst het schaakbord correct opzetten. Lees verder om te leren hoe je dit doet.
Stappen
-
Plaats het schaakbord zodanig dat het veld rechtsonder een wit veld is. Witte stukken worden opgesteld in de onderste twee rijen en zwarte in de bovenste twee. ("Bovenste" en "onderste" vanuit het perspectief van de "witte" speler.) -
Plaats de witte pionnen in de twee rij van onderen, en de zwarte pionnen in de tweede rij van boven. Pionnen zijn als het ware de lichte infanterie van het schaakspel. Terwijl andere schaakstukken over wisselde afstanden en in diverse richtingen over het bord kunnen worden verplaatst, zijn pionnen meestal er beperkt in hun bewegingen.
- Pionnen kunnen alleen naar voren gezet worden. Ze kunnen meestal alleen een veld naar voren worden verplaatst. Een uitzondering op deze regel is de eerste zet van elke pion in het spel, waarbij er 1 of 2 velden naar voren kan worden gezet. De rest van de zetten is dat beperkt tot 1 veld (met een belangrijke uitzondering, zoals we straks zullen zien).
- Een pion kan een stuk van de tegenstander "slaan" (verwijderen uit het spel), als dat stuk diagonaal 1 veld voor het andere stuk staan. Dat is de enige manier waarop pionnen een stuk van de tegenstander kan slaan.
-
Plaats de torens in elke hoek. Torens kunnen horizontaal en verticaal over het bord worden verplaatst, afhankelijk van het aantal lege velden. Indien mogelijk kunnen ze op deze wijze ook landen op het veld van een stuk van de tegenstander, waardoor dat stuk wordt geslagen.
-
Plaats de paarden in de velden direct naast de torens. Paarden kunnen in een "L" –vorm bewegen: of 2 velden horizontaal en 1 veld verticaal, of 2 velden verticaal en 1 veld horizontaal. Het paard is het enige schaakstuk dat aan het begin van een spel als eerste gezet kan worden, naast de pion (omdat alle andere stukken worden geblokkeerd door de pionnen).
- Paarden kunnen over ander stukken "springen", een unieke eigenschap onder de schaakstukken. Daardoor kan een paard als een ander stuk in de weg staat, toch zijn eindbestemming bereiken. In tegenstelling tot het springen bij dammen, resulteert dit niet in het slaan van het stuk van de tegenstander.
-
Plaats de loper in de velden direct naast de paarden. Lopers kunnen zich diagonaal over het veld bewegen, zolang die velden niet in beslag worden genomen door andere stukken. Ze kunnen landen een stuk slaan door het op desbetreffende veld te landen. Uniek is dat lopers constant op velden bewegen die dezelfde kleur hebben. Met andere woorden, de ene loper beweegt constant over de witte velden en de andere constant over de zwarte velden. Hetzelfde geldt voor de loper van de tegenstander.
-
Plaats de witte koningin op het lege witte veld in de onderste rij. De zwarte koningin wordt op het lege zwarte veld in de bovenste rij geplaatst. Met andere woorden, elke koningin start het spel op een veld van de eigen kleur. Koninginnen kunnen horizontaal, verticaal en diagonaal over het veld bewegen, zolang die velden leeg zijn (en ze kunnen stukken van de tegenstander slaan door op het desbetreffende veld te landen). In wezen zijn ze een combinatie van toren en loper.
-
Plaats de koningen op de overgebleven lege velden. Ze beginnen beide op een veld welke de kleur heeft van de tegenstander. Koningen kunnen ook alle kanten op bewegen, maar slechts 1 veld per zet. Hierdoor zijn ze erg kwetsbaar.Advertentie
Tips
- Vergeet niet dat elke koningin op een veld van haar eigen kleur begint.
- Vergeet niet dat het plein in de hoek rechtsonder wit moet zijn (vanuit het perspectief van beide spelers).
- Leer de schaaknotatie. Dit biedt je de mogelijkheid om in een soort steno zowel je eigen als de zetten van de tegenstander op te schrijven, waardoor je een spel later nogmaals stap voor stap kunt doorlopen en bestuderen.
- Leer schaakstrategie. Schaak is een ongelofelijk complex spel. Er zijn erg weinig regels, maar dezelfde regels hebben aan de geboorte gestaan van bibliotheken vol et strategieën en tactiek. Lees er zoveel van als je kunt om een goede speler te worden.
- Ken de waarde van de verschillende stukken. Schaakstukken worden allemaal een bepaalde waarde toegekend zodat de spelers een mogelijkheid hebben om kansen te beoordelen of het opofferen van een stuk zinvol is of niet.
- Leer de verschillende openingen in het schaakspel. De openingsfase van een spel legt de basis voor de rest van het spel. Ga hierbij in de fout en je zal er later in een match voor moeten boeten. Openingen zijn leuk om te bestuderen. Een ervaren tegenstander zal diverse openingszetten kunnen herkennen en pareren.
Advertentie
Benodigdheden
- Schaakbord
- Schaakstukken
Advertentie
Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief van wikiHow!
Je vindt dan elke week handige handleidingen in je inbox.
Meld me aan!
