Een voedselweb maken is een goede manier om meer te leren over hoe organismen en dieren in hun natuurlijke habitat leven. Terwijl een voedselketen laat zien hoe ecosystemen lineair functioneren, is een voedselweb een meer visuele benadering waarbij meerdere dieren met elkaar verbonden zijn. Om een voedselweb te maken, schrijf je de primaire producenten, planteneters, alleseters en vleeseters voor de gekozen habitat op. Verbind ze met pijlen die zowel roofdier als prooi tonen. Het uiteindelijke product kan eruit zien als een echt web of als een kaart. Het kan moeilijk zijn om dit te doen, maak je daar dus niet druk om! Als je dit voor een cijfer doet, zorg er dan voor dat je hier je best voor doet. Werk niet te hard, je zou anders fouten kunnen maken. Zorg ervoor dat je dit allemaal onthoudt. Het kan je ooit goed van pas komen, dus vergeet het niet.
Stappen
-
Kies een bepaalde voedselwebhabitat. Het is gewoon niet mogelijk om alle dieren, planten of organismen over de hele wereld op te sommen, dus het kan super handig zijn om je te concentreren op één type habitat. Je leraar kan je een bepaalde habitat toewijzen om er een voedselweb over te maken. Je zou anders een stuk natuur in de buurt van je woonplaats kunnen kiezen, zoals een meer, bos, kreek, strand, rivier of veld! [1] X Bron
- Voor een ruimere habitat zou je bijvoorbeeld kunnen besluiten om je te concentreren op plekken met water of woestijn. Door de habitat te verfijnen op plaats, zoals het Naardermeer vlak bij Naarden, kan het nog eenvoudiger zijn om een simpel voedselweb te maken.
-
Maak een lijst met organismen in de habitat. Pak een stuk papier en brainstorm een lange lijst van elk organisme dat je maar kunt bedenken dat in de gekozen habitat leeft. Omvat alles van grote tot kleine wezens en zelfs sommige planten! Het kan heel nuttig zijn om in een wetenschappelijk boek te kijken dat zich richt op de desbetreffende leefomgeving. [2] X Bron
- Het is prima als je lijst niet elk wezen bevat die in de gekozen habitat leeft. Als je bijvoorbeeld 30 minuten hebt om het voedselweb te maken, besteed dan maximaal vijf minuten aan het maken van deze eerste lijst.
- Als je bijvoorbeeld een droge woestijn bestudeert, dan kun je hagedissen, cactussen, slangen en spinnen noemen.
- Als je de uitgestrekte zee bestudeert, dan kun je vissen, haaien en zelfs plankton noemen!
-
Koop een heel groot stuk papier om je voedselweb te maken! Omdat voedselwebben niet lineair zijn, kunnen ze afhankelijk van het aantal dieren en planten dat je opneemt best veel ruimte in beslag nemen. Kies voor een vel papier met voldoende ruimte voor namen en misschien zelfs illustraties. Je kunt ook een computer-tekenprogramma gebruiken om je web te maken. [3] X Bron
- Als je tijdens het maken van je web geen ruimte meer op je vel papier hebt, dan kun je de grootte van je lettertype verkleinen of zelfs op de achterkant van de pagina schrijven.
-
Benoem je voedselweb. Schrijf bovenaan je voedselweb de titel in een groot lettertype. De titel moet een goede beschrijving zijn van je hele voedselweb. Een goed idee zou zijn om het soort habitat dat je bestudeert te noemen.
- Je kunt bijvoorbeeld je werk de titel 'Woestijnvoedselweb' geven. Je kunt ook voor 'Een levenscirkel in zee' gaan of 'Een jungle-voedselweb'.
-
Beslis of je de organismen wilt benoemen, van afbeelding voorzien of dat je beide dingen wilt doen. Je moet voor je voedselweb één uniform identificatiesysteem gebruiken. Je zou kleine afbeeldingen kunnen toevoegen, maar het zal wel meer tijd in beslag nemen om ze te maken. Aan de andere kant zou het simpelweg benoemen van de normale of wetenschappelijke naam van het organisme ook prima zijn. [4] X Bron
- Een kerkuil in je kaart kan bijvoorbeeld ook worden aangeduid met de wetenschappelijke naam 'Tytonidae'.
Advertentie
-
Zet al je producenten op de pagina. Een primaire producent is een organisme dat zijn eigen voedingsstoffen maakt door zonlicht of chemische energie te verwerken. Ze zijn de bouwstenen van elke voedselketen of -web. Zet de producenten uit elkaar op de pagina zodat ze elkaar niet raken. [5] X Bron
- Als je bijvoorbeeld een woestijnvoedselweb tekent, dan kun je cactussen als producent opnemen. Cactussen overleven door fotosynthese te gebruiken om zonlicht om te zetten in energie.
- Een andere naam voor primaire producenten is ecosystemen zijn autotrofe organismen.
- Sommigen zetten de primaire producenten graag onderaan de pagina om een visuele 'basis' voor hun web te scheppen. Maar dit hoeft echt niet. Je kunt de producenten overal op de pagina plaatsen, zolang je maar wat ruimte tussen hen laat.
-
Zet de primaire consumenten op de pagina. Dit is de volgende fase van je voedselweb. Primaire consumenten zijn wezens die zich voeden en azen op producenten. Dit zijn altijd planteneters, ook wel herbivoren genoemd. Probeer net als bij de producenten meerdere primaire consumenten te bedenken. [6] X Bron
- Ga je aanvankelijke organismelijst na om mogelijke primaire consumenten te identificeren. Je kunt jezelf ook afvragen: 'Welk wezen zou de producenten eten die ik heb vermeld?'
- In een woestijnvoedselweb zouden de cactussen en het gras (beide producenten) bijvoorbeeld kunnen worden opgegeten door sprinkhanen (primaire consument).
- Omdat een voedselweb eigenlijk niet als een lijst moet worden weergegeven, is de exacte plaatsing van elke groep organismen niet zo belangrijk als het laten van voldoende ruimte om pijlen ertussen te kunnen tekenen.
-
Voeg de secundaire consumenten toe. Dit zijn dieren die vleesetende carnivoren zijn of vlees- en plantenetende alleseters. Ga je lijst na bij het selecteren van deze wezens en voeg ze vervolgens toe op een willekeurige plaats op de pagina. [7] X Bron
- In een woestijnvoedselweb kan een rat bijvoorbeeld een secundaire consument zijn. Ratten zijn alleseters die zowel het gras als de sprinkhanen kunnen opeten.
Advertentie
-
Voeg de tertiaire en verdere consumenten aan toe. Dit zijn wezens die azen op de secundaire consumenten, primaire consumenten en producenten. Ze eten misschien geen dieren uit alle drie de categorieën, maar ze moeten wel secundaire consumenten opeten om als tertiair te worden beschouwd. Verder kun je dieren toevoegen die op tertiaire consumenten jagen, enzovoort. [8] X Bron
- Je kunt zoveel niveaus of lagen aan je voedselweb toevoegen als je zelf wilt. De dieren die de laatste roofdieren zijn, bijna altijd carnivoren, worden beschouwd als de alfa-roofdieren van je web.
- In een woestijnvoedselweb zou een slang bijvoorbeeld een tertiaire consument kunnen zijn. Slangen jagen op ratten. Een havik kan een quartaire consument zijn, omdat hij op slangen jaagt.
- Als je wilt dat je web er meer als een piramide uitziet, dan moet je beginnen met producenten aan de ene kant van de pagina en eindigen met roofdieren aan de andere kant.
-
Maak het ingewikkelder door detritivoren of reducenten toe te voegen. Dit zijn allemaal wezens die zich voeden met dode organismen, waarmee ze de laatste levensketen en energieoverdracht voltooien. Een detritivoor, zoals een worm, eet eigenlijk overleden dieren. Een reducent, zoals bacteriën, helpt het karkas van een dode wezen volledig af te breken. [9] X Bron
- Het is belangrijk op te merken dat reducenten meestal werk voltooien dat voor het blote oog onzichtbaar is. Ze vormen echter nog steeds een cruciaal onderdeel van het voedselwebsysteem.
- Deze organismen kunnen overal op de pagina worden geplaatst.
-
Teken pijlen tussen organismen die de overdracht van energie aangeven. Dit is het moment waarop je web er echt uit gaat zien als een web. Maak een reeks pijlen die roofdier en prooi met elkaar verbinden. De pijl moet beginnen met het dier dat wordt gegeten en naar het dier gaan dat eet. Elk dier of organisme kan meerdere pijlen hebben die er vanaf of er naartoe gaan. [10] X Bron
- In een woestijnvoedselweb start je bijvoorbeeld één pijl bij het gras en sluit je hem aan op de sprinkhanen. Je zou een andere pijl op het gras moeten starten en die ook op de ratten aansluiten.
- Dit is een belangrijk verschil tussen een voedselweb en een voedselketen. Een voedselweb is wat chaotischer, omdat het meerdere verschillende pijlen tussen wezens kan tonen. Je uiteindelijke web zal niet lineair zijn.
- Je kunt in een groter web de pijlen ook een kleurcode geven. Kleur bijvoorbeeld de 'plant-opgegeten-door-dier-pijlen' in het groen, en de 'dier-opgegeten-door-dier-pijlen' in het rood.
- Als je je voedselweb digitaal tekent, dan moet je mogelijk een vorm-tool gebruiken om pijlen te maken.
Advertentie
Tips
- Niet alle voedselwebben van dezelfde habitat zullen op elkaar lijken. Je web zal uniek zijn, afhankelijk van welke dieren of organismen je wilt weergeven.
Waarschuwingen
- Als je je web op papier maakt, dan is het misschien handig om eerst een schets in potlood te maken. Op deze manier kun je eventuele gemaakte fouten met de pijlen wissen en ze zonder problemen verbeteren.
Benodigdheden
- Papier
- Markers, pennen of potloden
- Computer-tekenprogramma
Bronnen
- ↑ https://www.education.com/science-fair/article/desert-food-web/
- ↑ https://www.education.com/science-fair/article/desert-food-web/
- ↑ https://www.education.com/science-fair/article/desert-food-web/
- ↑ https://www.education.com/science-fair/article/desert-food-web/
- ↑ https://nrich.maths.org/7592
- ↑ https://www.khanacademy.org/science/biology/ecology/intro-to-ecosystems/a/food-chains-food-webs
- ↑ https://www.khanacademy.org/science/biology/ecology/intro-to-ecosystems/a/food-chains-food-webs
- ↑ https://www.khanacademy.org/science/biology/ecology/intro-to-ecosystems/a/food-chains-food-webs
- ↑ http://nsgl.gso.uri.edu/michu/michue08004.pdf