PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Een vuist maken lijkt misschien gemakkelijk, maar als je hem niet op de juiste manier vormt, kan je je hand beschadigen als met je vuist gaat slaan. Leer jezelf de juiste manier om een vuist te maken en oefen deze techniek tot het een tweede natuur is geworden.

Deel 1
Deel 1 van 3:

Een vuist maken

PDF download Pdf downloaden
  1. Houd je hand recht en strek alle vier de vingers op een natuurlijke manier uit. Druk ze stevig tegen elkaar en laat de duim los hangen. [1]
    • Je hand moet recht naar voren steken alsof je hem uitstrekt voor een handdruk.
    • Knijp je vingers samen met net genoeg druk om er een stevige bal van te maken. Ze mogen geen pijn doen of stijf aanvoelen, maar er mogen ook geen ruimtes tussen zitten.
  2. Krom je vingers in je handpalm en naar beneden tot de punt van elke vinger de bijbehorende basis raakt.
    • Je buigt je vingers bij het tweede gewricht tijdens deze stap. Je nagels moeten duidelijk zichtbaar zijn en je duim moet ontspannen blijven langs de zijkant van je hand.
  3. Blijf je vingers in dezelfde richting krommen, zodat de onderste knokkels naar buiten komen en de vingergewrichten zijn ingeklemd.
    • Tijdens deze stap, buig je in principe de derde en buitenste knokkels van je vingers. Je nagels horen gedeeltelijk in je handpalm te verdwijnen.
    • Je duim moet tijdens deze stap nog steeds niet meedoen.
  4. Buig de duim naar beneden zodat hij over de bovenste helften van de wijs- en middelvinger valt.
    • De exacte plaatsing van de duim is niet zo belangrijk, maar hij moet aan de onderkant van de vuist komen en mag nooit los hangen.
    • Als je de punt van de duim tegen de vouw van de tweede knokkel van je wijsvinger drukt, kun je het risico van beschadiging van de botten in je duim tot een minimum beperken.
    • De duim onder de wijs- en middelvinger plaatsen werkt goed en is een meer gebruikelijke techniek, maar dan moet de duim wel ontspannen blijven als je toeslaat. Een gespannen duim trekt de botten aan de basis van je hand naar beneden en uit elkaar, wat het risico op een polsblessure kan vergroten.
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 3:

De vuist testen

PDF download Pdf downloaden
  1. Druk met de duim van je vrije hand in de opening die is ontstaan door het naar binnen vouwen van de tweede knokkels van je wijsvinger. Deze test kan je helpen om te bepalen hoe strak je vuist momenteel is.
    • Zorg ervoor dat je je duim gebruikt en niet je duimnagel.
    • Je zou niet met je duim in de opening moeten kunnen drukken, maar de test mag geen pijn veroorzaken. [2]
    • Als je met je duim wegzinkt in de opening van je vuist, dan is de vuist te los.
    • Als het indrukken van de vuist veel pijn veroorzaakt, dan is de vuist te strak.
  2. Een tweede test die je kunt gebruiken om na te gaan hoe strak je vuist is, vereist dat je geleidelijk aan je vuist strakker en strakker aantrekt. Gebruik deze test om jezelf een idee te geven hoe een goed gevormde vuist moet aanvoelen.
    • Maak een vuist en plaats je duim tegen de knokkels van je wijs- en middelvinger.
    • Knijp een beetje met je vuist. De eerste twee knokkels moeten tegen elkaar aan geduwd worden, maar je vuist hoort nog steeds losjes aan te voelen. Dit is het strakst zoals je vuist moet aanvoelen als je er mee slaat.
    • Blijf met je vuist knijpen tot de duim de knokkel van je ringvinger bereikt. Je zou de eerste knokkel van je wijsvinger moeten voelen verzwakken, en je pink zal naar binnen knijpen op een manier die ervoor zorgt dat de knokkel naar binnen instort. Op dit punt is de structuur van je vuist te vervormd om effectief of veilig te zijn om te gebruiken tijdens het slaan.
    Advertentie
Deel 3
Deel 3 van 3:

De vuist gebruiken

PDF download Pdf downloaden
  1. Draai je pols zodat je handpalm en gevouwen duim naar de grond wijzen. De buitenste derde knokkels van je vuist moeten naar boven wijzen.
    • Als je je vuist hebt gemaakt met je hand in een handdrukpositie, dan moet je je vuist ongeveer 90 graden draaien als je je voorbereidt om ermee te slaan.
    • Zorg ervoor dat de structuur en spanning van je vuist consistent blijft terwijl je hem draait.
  2. Je pols moet recht blijven als je ermee inslaat, zozeer zelfs dat de voorkant en de bovenkant van je vuist ongeveer een rechte hoek vormen.
    • Je pols moet stevig en stabiel blijven als je met je vuist toeslaat. Als je pols achterover klapt of onder een hoek draait, kun je de botten en spieren aldaar beschadigen. Als je blijft toeslaan nadat je pols beschadigd is, kan dit resulteren in permanente verwondingen aan je pols of verwondingen aan je hand.
  3. Knijp de knokkels vlak voor en tijdens de inslag strak tegen elkaar. Knijp alle botten in de hand samen, op hetzelfde moment. [3]
    • Door je vuist samen te knijpen, kunnen de botten elkaar versterken en werken ze als een stevige, maar flexibele massa. Als je botten het doelwit raken als een groep kleine, individuele botten, zullen ze brozer en kwetsbaarder zijn.
    • Voorkom echter dat je te veel in je hand knijpt. Dit kan ertoe leiden dat de botten van je hand bij een botsing krom trekken en instorten. Als de vorm van je vuist vervormd raakt wanneer je je knokkels samenknijpt, kan het zijn dat je hem te strak aanspant.
    • Merk op dat je zo dicht mogelijk bij het moment van inslag moet aanspannen. Te vroeg kan je vertragen en de slag minder effectief maken.
  4. Idealiter maak je contact met je doelwit met behulp van de twee sterkste knokkels: die van je wijs- en middelvinger.
    • In het bijzonder zijn het de buitenste derde knokkels van je wijs- en middelvingers die je moet gebruiken.
    • De knokkels van je ring en pinkvingers zijn zwakker, dus moet je voorkomen dat je daarmee slaat, als dat mogelijk is. Anders kan dit leiden tot verwondingen en een ineffectieve slagtechniek.
    • Als je vuist correct is gevormd en je houdt je pols op de juiste manier vast, dan moet het relatief gemakkelijk zijn om contact te maken met je doelwit met alleen de twee sterkste knokkels.
  5. Tussen elke slag kun je je vuist voldoende ontspannen om de spieren in je hand te laten rusten, maar je mag de pink op geen enkel punt in het proces loslaten.
    • Blijf niet langer in de vuist knijpen na het moment van inslag, vooral niet tijdens een echte gevechtssituatie. Als je je vuist na het moment van inslag samenknijpt, kunnen je uithalen langzamer worden en kan je kwetsbaar worden voor tegenaanvallen.
    • Het ontspannen van je vuist kan de spieren in je hand rust geven en je uithoudingsvermogen verbeteren.
    Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 5.764 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie