Pdf downloaden
Pdf downloaden
Of je nu een boomgaard hebt, of je hebt een enorme zak fruit van je buren gekregen, je kunt die heerlijke oogst maar een tijdje goed houden als je geen stappen neemt om het te conserveren. Er zijn drie basismanieren om fruit voor lange tijd te conserveren: invriezen, inmaken of drogen. Dit artikel richt zich voornamelijk op het inmaken.
Ingrediënten
- Fruit
- Suiker
- Water
- Citroensap of ascorbinezuur (vitamine C)
Stappen
-
Selecteer het fruit dat je wilt bewaren. Het moet stevig en rijp zijn, met niet te veel zichtbare kneuzingen, insectengaatjes of tekenen van rot.
-
Kies de methode van conserveren. De kwaliteit van fruit gaat snel achteruit als je het invriest, maar als je het wilt gebruiken voor taart en gebak is dat niet zo erg. Drogen is een goede keuze voor stevig fruit zoals perziken, abrikozen, druiven enzovoorts, en lukt ook goed met appels en bananen als je het goed doet. Dit artikel richt zich op het inmaken.
-
Neem stevig fruit zoals peren, appels of perziken om mee te beginnen. Deze soorten zijn makkelijker te bereiden dan zachte soorten fruit als vijgen, pruimen en dergelijke.
-
Schil het fruit. Dit kun je doen met een scherp aardappelschilmesje of dunschiller, let op dat je zo dun mogelijk schilt. Een klein stukje schil hier en daar vermindert de kwaliteit van het eindproduct niet, maar als je te diep schilt heb je minder over om in te maken.
- Zacht fruit als tomaten en perziken kun je ook ontvellen. Gebruik een zeef of schuimspaan om het fruit 30-60 seconden in kokend water te houden. De schil scheurt vaak open. Breng het fruit met de zeef of schuimspaan over naar een bak koud water zodat je het makkelijker kunt bewerken. De schil glijdt er nu makkelijk vanaf. Misschien moet je hier en daar wat meehelpen met een mes.
-
Snij het fruit doormidden, meestal van boven naar onder en haal het midden en het steeltje eruit. Als je het goed doet heb je twee stevige, eetbare helften van het fruit. Verwijder ook alle rotte of beschadigde stukjes. Tomaten kun je in het geheel inmaken.
-
Snij het fruit klein op het formaat dat je wilt. Misschien wil je helften houden, vooral bij peertjes, maar misschien wil je kleinere stukjes voor taart of ander gebak.
-
Doe het fruit in een pan die groot genoeg is om het te kunnen koken zonder dat het overkookt, doe er een paar centimeter water bij en zet het op het fornuis op middelhoog tot hoog vuur.
-
Doe er suiker bij naar smaak, maar in elk geval genoeg om een siroop te krijgen. Een kopje suiker per kilo fruit is een goede richtlijn, maar dit kan worden aangepast naar je persoonlijke smaak.
-
Voeg andere kruiden toe als je wilt. Bij appels en peren kan kaneel een extra rijke smaak geven, maar gebruik het spaarzaam, want de siroop en het fruit worden er bruin van als je teveel neemt.
-
Breng de ingrediënten aan de kook, en zet dan het vuur laag zodat het nog net blijft pruttelen.
-
Bereid je potten, ringen en deksels voor terwijl het fruit kookt. De potten moeten goed schoon zijn en een vaatwasser is een goede, snelle manier om dat te doen. Zet de potten op een werkblad met genoeg ruimte, doe de ringen en deksels op de potten die goed droog zijn en zorg dat je een (pol)lepel bij de hand hebt om het fruit en de siroop in de potten te scheppen.
-
Kook het fruit tot het zacht is, meestal ongeveer 20 minuten. Het vruchtvlees moet een beetje glazig zijn en het sap moet eruit zijn gekookt om een lekkere siroop te krijgen.
-
Zet het vuur uit en zet de pan in de buurt van je potten.
-
Schep het fruit vanuit de pan in de potten, vul ze tot ongeveer 1 cm onder de rand. Dit gaat goed met een schuimspaan.
-
Vul de potten tot ongeveer een halve cm van de rand met siroop, draai dan de deksels er stevig op. Sommige mensen zetten de potten ondersteboven zodat de hete vloeistof de deksels kan steriliseren, maar voor de beste resultaten is het nodig de potten na het vullen nog te verhitten.
-
Verhit de potten met fruit. Zorg dat de ringen en deksels goed dicht zitten en breng een grote pan water aan de kook. Er bestaan speciale weckketels voor deze stap, maar elke grote pan is prima, hoewel het wel beter is om een rek op de bodem van de pan te zetten zodat de glazen potten elkaar niet raken.
-
Kook de potten in water dat ongeveer 1 cm boven de deksels uitkomt en hou de tijd aan die wordt aanbevolen voor de afmetingen van de potten en het soort fruit dat je gebruikt. Zo zorg je dat de inhoud heet genoeg wordt om alle micro-organismen die tot nu toe nog in leven zijn te doden.
-
Zet de potten op een keukendoek op het aanrecht om af te koelen. De deksels moeten nu naar binnen gezogen worden als de inhoud afkoelt, waardoor ze een "ploppend" geluid maken. Als er deksels zijn die na een paar uur nog niet naar binnen gezogen zijn, zit het deksel er waarschijnlijk niet goed op, en moet je deze potten gekoeld bewaren en sneller gebruiken.
-
Veeg de potten, deksels en ringen droog zodat ze niet gaan roesten en bewaar ze op een koele, droge plek.Advertentie
Tips
- Je kunt ze ook weken in citroensap.
- Glastangen zijn heel handig om de potten in en uit het water te doen.
- Met een trechter kun je de potten makkelijker vullen.
- Gooi roestige of vervormde ringen weg.
- Gebruik echte weckpotten.
- Zorg dat je alle materialen bij de hand hebt zodat je snel en efficiënt kunt werken.
- Peren en appels zijn heel makkelijk in te maken.
- Hou je handen, werkvlak en keukengerei zo schoon mogelijk.
- Gebruik een paar theelepels citroensap of ascorbinezuur om de kleur van je fruit mooi fris te houden.
Advertentie
Waarschuwingen
- Onhygiënische of verkeerde methodes bij het inmaken kunnen gevaarlijk zijn.
Advertentie
Benodigdheden
- Grote pan
- Pollepel, schuimspaan
- Potten, deksels en ringen
- Heel grote pan, liefst een weckketel
- Fornuis
Bronnen
Over dit artikel
Deze pagina is 8.686 keer bekeken.
Advertentie