Pdf downloaden Pdf downloaden

Het zonnestelsel bestaat uit de zon en de acht planeten die er omheen draaien, Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Het tekenen van het zonnestelsel is eenvoudig als je eenmaal de grootte en volgorde van de planeten kent, en het is een geweldige manier om de verschillende eigenschappen van de hemellichamen waarmee de Aarde de ruimte deelt te leren. Je kunt zelfs het zonnestelsel op schaal tekenen door de afstanden tussen de planeten en de zon te verkleinen.

Methode 1
Methode 1 van 2:

De zon en de planeten tekenen

Pdf downloaden
  1. De zon is het grootste lichaam in het zonnestelsel, dus teken je een grote cirkel. Kleur die dan in met oranje, geel en rood om de hete gassen waaruit het bestaat weer te geven. Vergeet niet genoeg ruimte op het papier te laten, om alle planeten te tekenen. [1]
    • De zon bestaat voornamelijk uit helium en waterstofgas, en het zet constant waterstof om in helium, door een proces dat kernfusie wordt genoemd.
    • Je kunt de zon uit de vrije hand tekenen, of je kunt een rond voorwerp omtrekken of een passer gebruiken.
  2. Mercurius is de kleinste planeet in het zonnestelsel, en het is de planeet die het dichtst bij de zon staat. Mercurius teken je middels een kleine cirkel (denk eraan dat die kleiner moet zijn dan de rest van de planeten die je gaat tekenen), en kleur hem in het donkergrijze tinten.
    • Net zoals de aarde heeft Mercurius een vloeibare kern en een vaste buitenste korst. [2]
  3. Venus is de planeet die op één na het dichtst bij de zon staat, en is groter dan Mercurius. Kleur Venus in met verschillende tinten geel en bruin.
    • Venus heeft een geelbruine kleur door de wolken van zwaveldioxide die het oppervlak aan het zicht onttrekken. Als je echter in staat zou zijn om door de wolken te reizen om het eigenlijke oppervlak van de planeet te bekijken, dan zou het oppervlak er bruinrood uitzien. [3]
  4. De aarde en Venus zijn zeer gelijkaardig in grootte (Venus is slechts 5% kleiner in diameter), dus maak de cirkel die je voor de aarde tekent net iets groter dan die voor Venus. [4] Kleur vervolgens de aarde in met groen voor de continenten en blauw voor de oceanen. Laat wat witte ruimte over om de wolken in de atmosfeer van de aarde weer te geven.
    • Een reden waarom er wel leven op Aarde is maar niet op de andere planeten in het zonnestelsel (voor zover bekend bij wetenschappers) is vanwege de afstand van de aarde tot de zon. Het is niet zo dicht bij de zon dat de temperaturen extreem heet zijn, maar het is ook niet zo ver weg dat alles bevriest. [5]
  5. Mars is de tweede kleinste planeet in het zonnestelsel, dus teken hem iets groter dan Mercurius maar kleiner dan Venus en de aarde. Kleur de cirkel vervolgens in met rood en bruin, om hem een roestige kleur te geven. [6]
    • De kenmerkende roestige rode kleur van Mars wordt veroorzaakt door het ijzeroxide dat zijn oppervlak bedekt. IJzeroxide geeft ook bloed en roest hun kleur. [7]
  6. Jupiter is de grootste planeet in het zonnestelsel, dus maak hem groter dan alle planeten die je daarvoor getekend hebt. Zorg er alleen voor dat de cirkel die je tekent kleiner is dan de zon die je tekende, want de zon is ongeveer 10 keer zo groot. Kleur Jupiter in met rood, oranje, geel en bruin – dit zijn de verschillende kleuren van de chemicaliën in de atmosfeer van de planeet. [8]

    Wist je dat? De kleur van Jupiter kan daadwerkelijk veranderen afhankelijk van het weer. Grote stormen in de atmosfeer brengen chemicaliën en materialen naar de oppervlakte, waardoor de kleur van de planeet verandert.

  7. Saturnus is kleiner dan Jupiter, maar hij is groter dan de rest van de planeten in het zonnestelsel, dus maak hem groter dan de eerste vier planeten die je hebt getekend. Kleur Saturnus en zijn ringen geel, grijs, bruin en oranje.
    • Net als de andere planeten heeft Saturnus verschillende ringen om zich heen, die gevormd werden toen objecten in een baan om de planeet uiteenvielen en niet meer los konden komen van zijn zwaartekracht. [9]
  8. Uranus is de derde grootste planeet in het zonnestelsel, dus trek een cirkel die kleiner is dan Jupiter en Saturnus maar groter dan alle andere planeten die je tot nu toe hebt getekend. Uranus bestaat grotendeels uit ijs, dus kleur de planeet lichtblauw. [10]
    • In tegenstelling tot de meeste planeten in het zonnestelsel heeft Uranus geen rotsachtige gesmolten kern. In plaats daarvan bestaat de kern voornamelijk uit ijs, water en methaan.
  9. Neptunus is de achtste en laatste planeet in het zonnestelsel (Pluto werd vroeger beschouwd als de negende planeet, maar is heringedeeld als een dwergplaneet). Het is de vierde grootste planeet, dus maak hem kleiner dan Jupiter, Saturnus en Uranus, maar groter dan de rest van de planeten. Kleur hem dan donkerblauw. [11]
    • De atmosfeer van Neptunus bevat methaan, dat rood licht van de zon absorbeert en blauw licht reflecteert. Daarom lijkt de planeet blauw.
  10. Elke planeet in het zonnestelsel draait rond de zon. Om dit in je tekening te laten zien, teken je een gebogen pad dat van de boven- en onderkant van elke planeet komt. Verleng de paden naar de zon en van de rand van de pagina, om te laten zien dat elke planeet rond de zon draait. [12]
    • Zorg ervoor dat geen van de omloopbanen die je tekent elkaar kruisen.
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 2:

Het zonnestelsel op schaal tekenen

Pdf downloaden
  1. Om de afstanden tussen de planeten en de zon in je tekening nauwkeurig weer te geven, moet je elke afstand eerst omrekenen naar astronomische eenheden (AU). De afstand tot de zon voor elke planeet in AE-eenheden is: [13]
    • Mercurius: 0,39 AU
    • Venus: 0,72 AU
    • Aarde: 1 AU
    • Mars: 1,53 AU
    • Jupiter 5,2 AU
    • Saturnus: 9,5 AU
    • Uranus: 19,2 AU
    • Neptunus: 30,1 AU
  2. Je kunt 1 centimeter = 1 AU, 1 inch = 1 AU maken, of een andere eenheid of getal voor je schaal gebruiken. Hou er echter rekening mee dat hoe groter de eenheid en het getal dat je gebruikt, hoe groter het papier dat je nodig hebt voor je tekening. [14]

    Tip: Op een standaard A4 zou 1 centimeter = 1 AE werkbaar moeten zijn. Als je 1 AE langer maakt dan dat, moet je wellicht een groter vel papier gebruiken.

  3. Om de afstanden om te rekenen, vermenigvuldig je elke afstand in AU met het getal voor de nieuwe eenheid. Schrijf vervolgens de afstanden met de nieuwe eenheid erachter. [15]
    • Als je schaal bijvoorbeeld 1 centimeter = 1 AE is, vermenigvuldig je elke afstand met 1 als omrekening. Aangezien Neptunus dus 30,1 AE van de zon verwijderd is, zou hij in je tekening 30,1 centimeter verwijderd zijn.
  4. Begin met het tekenen van de zon op een vel papier. Meet en markeer dan de verkleinde afstanden tot de zon voor elke planeet met behulp van een liniaal. Als je klaar bent, teken je de planeten over de markeringen die je hebt aangebracht. [16]
    • Schrijf de schaal ergens op je tekening die je hebt gebruikt, zodat het duidelijk is hoe ver de planeten van elkaar verwijderd zijn.
    Advertentie

Benodigdheden

  • Papier
  • Potlood
  • Kleurpotloden
  • Passer (optioneel)

Over dit artikel

Deze pagina is 14.595 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie