Pdf downloaden
Pdf downloaden
Wist je dat banden met de juiste spanning het risico op een klapband verminderen? En wist je dat je zuiniger rijdt als je banden goed op spanning zijn? Het is echt niet moeilijk om te doen! We laten je zien hoe het moet.
-
Zoek de aanbevolen bandenspanning. Dit vind je in de gebruiksaanwijzing, op een sticker op de dorpel aan de bestuurderskant of in het handschoenenvakje.
- Soms is het voor alle banden hetzelfde, maar soms vereisen de voorbanden een andere spanning dan de achterbanden.
- Normaal gesproken is de aanbevolen spanning ergens tussen 28 en 36 psi (dat staat voor 'Pound-force per square inch') of 1,95 tot 2,5 bar.
- Je kunt de maximale spanning op de banden vinden, maar gebruik deze spanning alleen als je de aanbevolen spanning voor jouw auto nergens kunt vinden. De maximale spanning is zeker niet altijd de beste spanning.
-
Controleer de bandenspanning als de banden 'koud' zijn. Als je hebt gereden worden de banden warm. Warme lucht zet uit, dus je zult nooit de juiste spanning kunnen aflezen met 'warme' banden.
-
Verwijder het dopje van het ventiel. Er zit een ventiel op de band, draai het dopje van het ventiel en leg het op een plek waar je het makkelijk terug vindt.
-
Zet de bandenspanningsmeter op het ventiel. Druk de meter recht en stevig op het ventiel. Als je lucht hoort ontsnappen zit de meter niet goed, druk dan wat harder totdat het gesis stopt. Lees de bandenspanning af.
- Als de bandenspanning overeenkomt met de aanbevolen bandenspanning kun je het dopje weer op het ventiel plaatsen en naar de volgende band gaan. Herhaal dit proces voor alle banden, inclusief het reservewiel. Als je onderweg je band moet verwisselen wil je natuurlijk wel dat het reservewiel goed op spanning is!
Advertentie
-
Ga op zoek naar een compressor. Als je zelf geen compressor hebt - de meeste mensen hebben dat niet zelf - is het het beste om naar een tankstation te gaan. Neem wel wat kleingeld mee, want meestal moeten er wat muntjes in de automaat.
- Er bestaan ook handzame compressoren die werken op 12 volt (sigarettenaansteker). Ze zijn lang niet zo krachtig als de compressoren bij tankstations, maar kunnen zeer handig zijn in noodsituaties.
-
Verwijder het dopje van het ventiel.
-
Zet de compressor aan. Meestal zet je de compressor aan door er een muntje in te gooien.
-
Plaats het uiteinde van de slang stevig op het ventiel. Druk het goed aan, net als met de bandenspanningsmeter. Druk de knop in om te beginnen met het toevoegen van lucht. Als je veel gesis hoort moet je het tuitje misschien nog wat steviger aandrukken.
- Hoe lager je bandenspanning, hoe langer je lucht moet toevoegen. Laat de hendel van de compressor los om te zien of er genoeg lucht in de band zit (meestal geeft de meter pas de druk aan als je de hendel loslaat). Bij sommige compressoren kun je eerst de gewenste spanning instellen. De compressor stopt dan automatisch met lucht toevoegen als de band op spanning is.
- Als de band bijna op spanning is kun je het best lucht toevoegen in korte stoten, niet langer dan 5 seconden. Wacht vervolgens steeds even totdat de wijzer op de compressor stilstaat. Als je teveel lucht heb toegevoegd kun je je bandenspanningsmeter op het pinnetje in het midden van het ventiel drukken om lucht te laten ontsnappen.
-
Draai het dopje weer op het ventiel. Als de band op spanning is kun je het dopje weer op het ventiel draaien en het proces herhalen bij de overige vier banden.
- Als je na het meten van de bandenspanning naar het tankstation bent gereden zullen je banden inmiddels zijn opgewarmd. Vertrouw op je eigen meting en voeg bijvoorbeeld 10 psi toe als je dat thuis hebt vastgesteld. Controleer een paar uur later nogmaals de spanning als de banden weer zijn afgekoeld.
Advertentie
-
Koop een bandenspanningsmeter die geschikt is voor fietsbanden. Een autobandenspanningsmeter is niet geschikt voor fietsbanden.
-
Gebruik een handpomp. Volg verder de stappen zoals boven uitgelegd, inclusief het controleren van een koude band.
-
Controleer de bandenspanning voor elk fietsritje. Fietsbanden zijn veel kleiner dan autobanden en reageren sneller op veranderingen van de luchttemperatuur. De druk zal dalen als de temperatuur daalt. 5 graden kouder zorgt voor een bandenspanning die 2% lager is.
- Stel dat het 32 graden Celsius is als je vertrekt en de bandenspanning is 100psi. Als je 's avonds laat terugkomt bij 16 graden Celsius zal je bandenspanning ongeveer 94 psi zijn; een verschil dat je zeker zal merken.
-
Doe niet teveel lucht in je band. Een te harde band kan erg vervelend zijn op keien of een fietspad met hobbels. En bij nat weer heb je meer tractie als je de band iets zachter maakt.Advertentie
Tips
- Controleer de bandenspanning één keer per maand.
- Een compressor bij tankstations doet het meestal niet zo heel lang. Parkeer je auto zo dat je alle banden kunt bereiken met de slang en draai van te voren alvast alle dopjes van de ventielen.
- Kijk eerst hoe de compressor werkt en hoe je de slang bevestigt aan je ventiel voordat je er een muntje in gooit.
Advertentie
Waarschuwingen
- Gebruik voor een fietsband niet de compressor van een tankstation. De druk is veel te hoog en je band zal kapot gaan.
- Teveel lucht in een autoband zorgt voor snellere slijtage en hobbelig rijden. Te weinig lucht kan zorgen voor oververhitting, klapbanden en hoger brandstofverbruik
- De meters op de compressoren van tankstations zijn niet altijd accuraat. Gebruik je eigen bandenspanningsmeter om de spanning nogmaals te controleren.
- Als je te weinig tijd hebt bij het tankstation om alle banden op de precieze spanning te krijgen kun je ervoor kiezen om grofweg teveel lucht in de banden te doen en dat later aan te passen door lucht te laten ontsnappen met je bandenspanningsmeter.
Advertentie
Benodigdheden
- Een band
- Luchtcompressor
- Bandenspanningsmeter
Bronnen
Over dit artikel
Deze pagina is 12.074 keer bekeken.
Advertentie