PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

De methode voor het berekenen van je eindcijfer voor een vak hangt af van een aantal variabelen. Om deze taak uit te voeren, moet je begrijpen hoe opdrachten, tentamens, overhoringen en cijfers voor deelname worden afgewogen bij het berekenen van je eindcijfer. De beste manier om deze informatie te vinden is door de syllabus te raadplegen die je leraar of docent je heeft gegeven. Zodra je het aantal opdrachten, de afgewogen waarde van elke opdracht, en je score op elke opdracht weet, is het berekenen van je eindcijfer heel eenvoudig.

Methode 1
Methode 1 van 4:

Je ongewogen eindcijfer handmatig berekenen

PDF download Pdf downloaden
  1. Vind de scores van elke opdracht, overhoring, huiswerk, enz. Soms wordt dit online voor je verzameld, in een systeem zoals Blackboard. Soms zal je zelf door al je beoordeelde werk heen moeten gaan. Schrijf ze allemaal op in een kolom op een vel papier om naar terug te verwijzen.
    • Als zaken als deelname of discussie worden opgenomen als percentages van je eindcijfer, moet je misschien je leraar of docent vragen wat je cijfer voor dit onderdeel is.
  2. Raadpleeg de syllabus voor het beoordelingssysteem. Docenten gebruiken verschillende systemen om de eindcijfers te bepalen, maar twee gebruikelijke systemen zijn punten en percentages. Hoe dan ook, schrijf het totale aantal te behalen punten op in de tweede kolom naast de score die je hebt gekregen. [1]
    • Bij een puntensysteem is er een maximum aantal punten dat je voor het vak kan krijgen. Elke opdracht heeft een bepaald aantal punten toegewezen. Er kunnen bijvoorbeeld 200 totale punten te krijgen zijn voor een vak, opgesplitst in vier opdrachten die ieder maximaal 50 punten waard zijn (4x50=200).
    • Bij een systeem gebaseerd op percentages is elke opdracht goed voor een bepaald percentage van je eindcijfer. Deze percentages zijn bij elkaar opgeteld 100%. Bijvoorbeeld, je hebt vier opdrachten van ieder 25% van het eindcijfer (4x25=100).
    • Let op dat in deze voorbeelden elke opdracht over de hele linie voor hetzelfde gewicht meetelt, ook al zijn de cijfers anders.
  3. Doe dit ongeacht of je opdrachten worden ingedeeld op basis van punten of een ander totaal. Tel alle aantallen van de eerste kolom bij elkaar op en schrijf het totale aantal onderaan. Tel alle aantallen in de tweede kolom bij elkaar op en schrijf het totale aantal eronder.
    • Stel dat je in totaal 5 beoordeelde activiteiten hebt. 2 van deze activiteiten waren tentamens, ieder ter waarde 20 punten. 2 van deze activiteiten waren overhoringen met een waarde van 10 punten. De afsluitende opdracht was een opdracht van 5 punten.
    • 20+20+10+10+5=65. Dit is het totale aantal punten dat te behalen is voor het vak.
    • Tel nu alle scores bij elkaar op. Laten we zeggen dat je een score van 18/20 hebt gehaald op je eerste tentamen, een 15/20 op je tweede tentamen, een 7/10 op je eerste overhoring, een 9/10 op je tweede overhoring, en 3/5 op de eindopdracht.
    • 18+15+7+9+3=52. Dit is het totale aantal punten dat je in de klas hebt verdiend.
  4. Deel nu je totale aantal behaalde punten door de totaal te behalen punten om een percentage te krijgen. Met andere woorden, deel het aantal dat je in de eerste kolom hebt opgeschreven door het aantal dat je onder de tweede kolom hebt opgeschreven.
  5. Om een cijfer te krijgen dat er meer herkenbaar uit ziet, moet je het decimaal omzetten naar een percentage. Vermenigvuldig het decimaal met 100. Een andere manier om dit te doen is om de komma twee punten naar rechts te verschuiven.
    • 52/65=0,8 of 80%
    • Om de komma 2 plaatsen naar rechts te verplaatsen, voeg je eerst nog een aantal nullen toe, zoals dit: 0,800. Verschuif nu de komma 2 plekken. Dit geeft je: 080,0. Haal de overgebleven nullen weg en je komt uit op 80. Dat betekend dat je een 80 het gescoord voor het vak.
  6. Je moet hiervoor begrijpen op welke schaal het vak beoordeeld wordt om je eindcijfer te bepalen. Sommige scholen gebruiken lettercijfers (zoals A, B, B-, etc.) en anderen gebruiken een puntensysteem (zoals 7, 8,5, etc.) Deze schalen komen allemaal overeen met toegewezen percentages die in verhouding staan tot het totale aantal punten dat bij een vak behaald kan worden.
    • Deze schalen kunnen ook verschillen, afhankelijk van je school. Bijvoorbeeld, sommige scholen plus/minus cijfers toekennen, waar anderen dat niet doen. Sommigen gebruiken een 10-puntschaal (bijv. alles tussen 90-100 is een A, alles tussen de 80-89 is een B, etc.). Anderen gebruiken een zevenpuntschaal (bijv. 97-100=A, 93-96=A-, 91-92=B+, etc.). Dit kan ook variëren afhankelijk van de voorkeur van je docent. [2]
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 4:

Je gewogen cijfer handmatig berekenen

PDF download Pdf downloaden
  1. Dit betekend dat sommige cijfers een groter percentage uitmaken van je eindcijfer. Jouw cijfer kan bijvoorbeeld bestaan uit 30% deelname, 4 overhoringen van ieder 10%, en een eindtentamen van 30%. Uitzoeken hoe je deelnamecijfers en eindtentamen van invloed zijn op je eindcijfer, wanneer ze drie keer zo belangrijk zijn als elke overhoring, is het lastige deel.
    • Controleer je syllabus of vraag je docent hoe zwaar de cijfers meetellen.
    • Op de middelbare school is het gebruikelijk om meer 'kwaliteitspunten' toe te kennen aan geavanceerde vakken dan aan gemiddelde vakken. Wanneer je probeert om je GPA te berekenen, zorg er dan voor dat je weet hoe zwaar ieder vak telt. [3]
  2. Om het gemakkelijker te maken om te organiseren, zou je eerst je cijfers en het totale aantal te behalen punten in aparte kolommen kunnen opschrijven. Vermenigvuldig vervolgens ieder getal met de hoeveelheid waarin het meetelt. Houd deze cijfers bij in een nieuwe kolom. [4]
    • Voorbeeld: Als een eindtentamen 30% van het totale cijfer waard is en je hebt een 18/20 gehaald, vermenigvuldig 30 met 18/20. (30 x (18/20)=540/600)
  3. Zodra je elke score hebt vermenigvuldigd met het gewogen percentage, tel de totale aantal punten die je hebt behaald op bij het totale aantal mogelijke punten. Deel de som van alle gewogen punten door de som van alle door het totaal gewogen aantal punten. [5]
    • Voorbeeld: Gewicht per opdracht: Opdracht 1=10, Opdracht 2=10%, Tentamen 1=30%, Tentamen 2=30%, Deelname=20%. Jouw scores: Opdracht 1=18/20, Opdracht 2=19/20, Tentamen 1=15/20, Tentamen 2=17/20, Deelname=18/20.
    • Opdracht 1: 10 x (18/20)=180/200
    • Opdracht 2: 10 x (19/20)=190/200
    • Overhoring 1: 30 x (15/20)=450/600
    • Overhoring 2: 30 x (17/20)=510/600
    • Deelname: 20 x (18/20)=360/400
    • Totale Score: (180+190+450+510+360) ÷ (200+200+600+600+400), of 1690/2000=84,5%
  4. Nu je je eindcijfer in percentages hebt berekend, rekening houdend met de gewichten van de opdrachten, vergelijk dat percentage met de beoordelingsschaal van het vak. Dit kan bijvoorbeeld zijn, A=93-100, B=85-92, etc. [6]
    • Het is gebruikelijk dat docenten en professoren scores afronden tot het dichtstbijzijnde percentage. Jouw 84,5% wordt bijvoorbeeld 85% bij het toewijzen van een eindcijfer.
    Advertentie
Methode 3
Methode 3 van 4:

Een werkblad gebruiken om je ongewogen eindcijfer te berekenen

PDF download Pdf downloaden
  1. Open een nieuw bestand in je werkbladapplicatie op je besturingssysteem. Typ een titel voor elke kolom om overzicht te houden. Gebruik de eerste kolom om de naam van de activiteit op te schrijven. De tweede kolom zal het aantal punten weergeven die je hebt gekregen voor iedere activiteit. De derde kolom zal het totale aantal te behalen punten worden.
    • De kolommen kunnen bijvoorbeeld zijn: naam van de activiteit, behaalde punten, totaal mogelijke punten.
  2. Schrijf elke activiteitnaam in de eerst kolom. Schrijf dan elke score in de tweede kolom. Schrijf het totale aantal te behalen punten in de derde. Als het cijfer wordt berekend op basis van percentages betekend dit dat het totale aantal mogelijke punten 100 is.
  3. Schrijf 'TOTALEN' onder elke activiteitnaam in de eerste kolom. Ga vervolgens één rij naar rechts zodat je direct onder het laatst opgeschreven cijfer staat. Schrijf som, dan gelijk aan, dan haakje. Dit zal er zo uit zien: '=som('. Selecteer vervolgens de eerste score in de kolom erboven, en sleep je cursor over ieder cijfer in de kolom. Laat de muis los, en sluit af met een haakje. Het zal er dan uitzien zoals dit: '=som(B2:B6)' [7]
    • Herhaal de som=( methode met de derde kolom, het totaal aantal mogelijke punten.
    • Je kunt ook het cellenbereik dat je wilt optellen handmatig invoeren. Als je bijvoorbeeld ziet dat de waarden die je wilt optellen, B2, B3, B4, B5, en B6 zijn, schrijf dan uit '=som(B2:B6)'
  4. Blijf in deze rij en kijk naar de vierde kolom. Schrijf gelijk aan, haakje openen: '=('. Selecteer vervolgens het totale aantal punten dat je in het semester hebt gehaald, plaats een schuine streep naar voren, en selecteer het totale aantal punten te behalen voor het vak, en sluit af met een haakje: '=(B7/C7) '
    • Druk op Enter als je klaar bent. Het totaal zou automatisch moeten verschijnen.
  5. Dit is ook makkelijk om te doen in een werkblad. Ga naar de volgende kolom. Typ gelijk aan, haakje openen, selecteer het decimale gemiddelde cijfer dat je net hebt berekend, en typ dan een asterisk, type 100, en sluit af met een haakje. Dit zal er zo uit zien: '=(D7*100) '
    • Druk op Enter om de score te laten zien.
  6. Nu dat je het totale percentage weet voor alle gewogen activiteiten, vergelijk dat percentage met het beoordelingssysteem van het vak om de letter te achterhalen (bijv. A, B-, D+, etc.) Als het een puntenschaal is (6,7, 7,5, 9,0, etc.) vermenigvuldig dan het decimaal met de perfecte score.
    • Als je decimaalgemiddelde bijvoorbeeld 0,82 is, en je wordt beoordeeld op een schaal van 4 punten (zoals GPA's), vermenigvuldig dan het decimale cijfer met 4. Hiermee krijg je je cijfer op een schaal van 4 punten.
    Advertentie
Methode 4
Methode 4 van 4:

Een werkblad gebruiken om je gewogen eindcijfer te berekenen

PDF download Pdf downloaden
  1. Open een nieuw bestand in het werkbladapplicatie van je besturingssysteem. Geef een titel aan elke kolom om overzicht te behouden. Gebruik de eerste kolom om de naam van de activiteit op te schrijven. De tweede kolom moet het aantal punten worden die je hebt behaald voor de opdracht. De derde kolom is het totaal aantal mogelijke punten.
    • De kolommen kunnen bijvoorbeeld zijn: activiteitnaam, behaalde punten, totale mogelijke punten, gewichtswaarde, gewogen scores.
    • Voer je gegevens in. In dit stadium kan je alleen de naam van de activiteit, behaalde punten, totale mogelijke punten en de gewichtswaarde invoeren.
  2. Dit geeft je het percentage van je totale cijfer dat elk cijfer waard is. Bijvoorbeeld, als het cijfer van je tussentijdse tentamen goed voor 30% van je eindcijfer een 87 was, open je een haakje, selecteer de cel met de score voor het tentamen, asterisk, en 30%. Uitgeschreven ziet dit er uit als: '=(B2*30%)' [8]
  3. Kies een cel waarvan je je definitieve gewogen score wilt zien. Voer dezelfde somfunctie in als hiervoor genoemd. Typ gelijk aan, som, haakje openen, kies het cellenbereik met je scores, sluit af met een haakje en druk op Enter. Uitgeschreven ziet dit er ongeveer zo uit: '=sum(B2:B6)'
  4. Nu dat je het totale percentage weet voor alle gewogen activiteiten, vergelijk dat percentage met de beoordelingsschaal van het vak om de letter (bijv. A, B-, D+) of het cijfer (3,7, 2,5, 1) te achterhalen.
    Advertentie

Tips

  • Zorg ervoor dat je al je cijfers meeneemt.
  • Sla altijd je werk op. Bewaar je opdrachten, overhoringen en tentamens om te garanderen dat jij de juiste cijfers gebruikt bij het berekenen van je eindcijfer. Het opslaan van je opdrachten kan ook nuttig zijn als je aan het einde van het semester of lesperiode onenigheid hebt met de leraar of docent over het eindcijfer.
  • Alle bovenstaande instructies met exacte uitspraken of getallen tussen aanhalingstekens moeten worden gekopieerd zonder aanhalingstekens. Als de instructie bijvoorbeeld '=sum(B2:B6) ' is, moet je de aanhalingstekens niet overnemen.
  • Gebruik de cijfers op je rapportkaart. Gebruik ook niet het cijfer van het semester, alleen de periodieke cijfers.
  • Als je je periodieke cijfer wilt berekenen in plaats van je eindcijfer, vervang dan het periodieke cijfer met alle cijfers die je hebt gekregen voor huiswerk, overhoringen, tentamens, projecten, etc.
  • Hier zijn enkele voorbeelden van de meest voorkomende beoordelingsschalen die internationaal gebruikt worden op veel universiteiten. De cijfers hieronder vertegenwoordigen de :letter score', 'cijferpercentage' en 'GPA', in respectievelijke volgorde, gescheiden door komma's.
    • A, 90-100, 4,0
    • B, 80-89, 3,0
    • C, 70-79, 2,0
    • D, 60-69, 1,0
    • F, 0-59 0,0 [9]
    • of
    • A, 93-100, 4,00
    • A−, 90-92, 3,67
    • B+, 87-89, 3,33
    • B, 83-86, 3,0
    • B−, 80-82, 2,67
    • C+, 77-79, 2,33
    • C, 70-76, 2,0
    • D, 60-69, 1,0
    • F, 0-59, 0,0 [10]
Advertentie

Benodigdheden

  • Rekenmachine
  • Pen/potlood
  • Papier
  • Computer
  • Spreadsheetprogramma

Over dit artikel

Deze pagina is 4.200 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie