Pdf downloaden
Pdf downloaden
Om persoonlijke en professionele redenen is het belangrijk dat je jezelf kunt beschrijven: je wilt iemand ontmoeten of met iemand uitgaan, je wilt een vriend beter leren kennen of jezelf voorstellen op je werk. De regels om jezelf te beschrijven in het Frans lijken op die in het Nederlands, maar er zijn enkele verschillen. Deze richtlijnen geven je een basis die je verder kan ontwikkelen om een meer persoonlijke beschrijving van jezelf te geven.
Stappen
-
Jezelf voorstellen. De standaarduitdrukking om je zelf voor te stellen in het Frans is ‘je m’appelle’ (zje mappelle) wat zoveel betekent als ‘ik heet’. Zo kan je zeggen: ‘Je m’appelle Marie’.
- Het Franse woord voor voornaam is ‘prénom’ (preno). Je kan zeggen ‘Mon prénom est…’ (mo preno e) wat betekent ‘mijn voornaam is…’
- Het Franse woord voor achternaam is ‘nom de famille’ (no de fami). Als iemand je tijdens een professioneel of commercieel gesprek naar je ‘nom’ vraagt, moet je je achternaam en niet je voornaam geven.
-
Je leeftijd zeggen. In het Nederlands kan je je leeftijd aangeven door te zeggen ‘Ik ben vijftien jaar’, maar in het Frans gebruiken ze het hulpwerkwoord ‘avoir’ wat ‘hebben’ betekent. Je zegt ‘J’ai … ans’ (zjee … an) wat letterlijk betekent ‘Ik heb… jaar.’
- Raadpleeg een woordenboek om te weten hoe je de getallen die je nodig hebt, moet uitspreken.
- Je kan je algemene leeftijdsgroep vermelden door te zeggen ‘je suis’ (zje swi) gevolgd door een bijvoeglijk naamwoord. ‘jeune’ (zjuin) betekent jong. ‘vieux’ (vjeu) duidt op een oudere man terwijl men met ‘vieille’ (vjej) een oudere vrouw aanduidt. ‘Je suis jeune’ betekent ‘Ik ben jong.’
-
Beschrijf je haarkleur. Veel beschrijvende woorden in het Nederlands komen van het Frans. Brunette en blond betekenen juist hetzelfde in Frans en ze worden enkel voor vrouwen gebruikt. Een man is ‘brun’ of ‘blond’ en in beide gevallen worden de laatste letters amper uitgesproken ('je suis blonde’ betekent ‘ik ben blond').
- Je kan ook zeggen ‘mijn haar is…’ gevolgd door een kleur. Dan zeg je in het Frans ‘mes cheveux sont…’ (me sjeveu son). Zoek in een woordenboek de juiste kleur op.
- Dezelfde constructie kan worden gebruikt om de kleur van je ogen aan te geven. Je zegt dan ‘mes yeux sont…’ (mezjeu son) wat betekent ‘mijn ogen zijn…’ Let er wel op dat je de ‘s’ aan het einde van ‘mes’ uitspreekt als ‘z’, want het daaropvolgende woord begint met een klinker.
-
Beschrijf je uiterlijk. De woorden om schoonheid te beschrijven zijn ‘beau’ (bo) voor mannen of ‘belle’ (bel) voor vrouwen. Gebruik de constructie ‘je suis’ (zje swi) gevolgd door het bijvoeglijk naamwoord. ‘Je suis belle’ betekent ‘ik ben mooi’ als je een vrouw bent.
- ’Fort’ (for) betekent sterk en ‘faible’ (feble) zwak.
- “Petit” (peti) voor mannen of ‘petite’ (petit) voor vrouwen betekent klein.
- ’Grand’ (gran) voor mannen of ‘grande’ (grand) voor vrouwen betekent groot.
-
Beschrijf je humeur. De zin ‘je suis’ (zje swi) gevolgd door een bijvoeglijk naamwoord kan tonen of je gelukkig, verdrietig of in een ander humeur bent. Zoek het juiste woord in een woordenboek op.
- ’Content’ (contan) betekent gelukkig, ‘triste’ (trist) betekent verdrietig. Je zegt ‘je suis triste’ om te zeggen ‘ik ben verdrietig’.
- Fatigué (fatigee) betekent moe. Je zegt ‘je suis fatigué’ om te zeggen ‘ik ben moe.’
Advertentie
-
Beschrijf je beroep. De zin ‘je suis’ (zje swi) betekent ‘ik ben.’ Je moet hierop je beroep laten volgen. Vergeet niet dat het einde van het woord kan veranderen afhankelijk of je een man of een vrouw bent. Een woordenboek kan je hiermee helpen. [1] X Bron
- Mannelijke beroepen die eindigen op ‘-eur’ veranderen vaak in ‘-euse’ voor vrouwen. Bijvoorbeeld: een masseur is ‘masseur’ of ‘masseuse’.
- Mannelijke beroepen die eindigen in ‘-ier’(jee) krijgen een extra -e en worden ‘-ière’ (jere) voor vrouwen. Een boer(in) is dus een ‘fermier’ of ‘fermière’.
- mannelijke beroepen die met een medeklinker eindigen krijgen een extra -e om vrouwelijk te worden. Bijvoorbeeld: een mannelijke student is een ‘étudiant’ (eetudian) en een vrouwelijke student is een ‘étudiante’ (eetudiant). De laatste medeklinker wordt enkel uitgesproken in de vrouwelijke vorm.
- Talrijke beroepen hebben slechts één vorm, ongeacht het geslacht, zoals ‘professeur’ wat ‘leerkracht’ betekent.
-
Vertel over je hobby’s. Net als in het Nederlands begint de standaardconstructie om een voorkeur of een activiteit te beschrijven met bijvoorbeeld ‘ik hou van’ of ‘ik ben dol op’ gevolgd door een infinitief zoals ‘lezen’ of ‘zingen’. Werkwoorden zijn woorden die in de infinitief in het Frans eindigen op ‘-er’, ‘-ir’ of ‘-re’. Een woordenboek helpt je om de juiste infinitief te vinden.
- ‘Ik hou van’ is ‘j’aime’ (zjem). ‘Ik ben dol op’ is ‘j’adore’ (zjador). ‘J’aime lire’ (zjem lir) betekent ‘ik hou van lezen’.
- De woorden ‘ne’ en ‘pas’ aan beide kanten van het werkwoord maken de zin negatief, waardoor je afkeer kan uitdrukken. ‘Ik hou niet van’ is ‘je n’aime pas’ (zje nem pa). ‘Je n’aime pas chanter’ (zje nem pa sjantee) betekent ‘ik zing niet graag’.
-
Beschrijf zaken die je graag hebt. Wanneer je in het Nederlands iets beschrijft dat je graag hebt, gebruik je geen lidwoord. Je zegt ‘ik hou van katten’. In het Frans moet je echter wel een lidwoord gebruiken: ‘J’aime les chats’ (zjem le sja).
- ’Mon’ (mo) of ‘ma’ (ma) worden gebruikt om bezit aan te tonen. Mes (me) duidt op bezit in het meervoud. [2] X Bron
- ’Mon’ wordt gebruikt als het zelfstandig naamwoord mannelijk is. In het woordenboek wordt dit aangeduid door de letter ‘m’. ‘J’aime mon chat’ betekent ‘ik hou van mijn kat’. Het gaat er dus niet om dat jij mannelijk bent, het gaat erom dat het woord ‘chat’ een mannelijk zelfstandig naamwoord is.
- ’Ma’ wordt gebruikt bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord. In het woordenboek wordt dit aangeduid door de letter ‘f’. ‘J’aime ma tante’ betekent ‘Ik hou van mijn tante’. Het gaat er dus om dat ‘tante’ een vrouwelijk zelfstandig naamwoord is, niet dat jij een vrouw bent.
- ’Mes’ duidt op meervoudig zelfstandig naamwoord, zoals ‘mijn tantes’ of ‘mijn katten’. Je zegt dus ‘j’aime mes tantes’ of ‘j’aime mes chats’.
-
Gebruik een bijvoeglijk naamwoord. Met de zin ‘je suis’ (zje swi) gevolgd door een bijvoeglijk naamwoord kan je je algemene belangstelling tonen. Let erop dat het achtervoegsel wordt aangepast, afhankelijk van het feit of je een man of een vrouw bent. Het woordenboek geeft meestal eerst de mannelijke versie en dan de vrouwelijke versie. ‘Je suis sportif’ voor mannen en ‘je suis sportive’ voor vrouwen betekent ‘ik ben sportief’. [3] X Bron
- Als dit te moeilijk is, kan je de bovenstaande richtlijnen gebruiken om je hobby’s te beschrijven zoals ‘ik hou van sport’ of ‘j’aime les sports’.
- Deze constructie kan je ook gebruiken om je persoonlijkheid te beschrijven. Bijvoorbeeld gentil/gentille (zjenti/zjentije) betekent ‘lief’. Je zegt ‘je suis gentil’ als je een man bent en ‘je suis gentille’ als je een vrouw bent.
Advertentie
Bronnen
Over dit artikel
Deze pagina is 33.233 keer bekeken.
Advertentie