PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Als je nog nooit gekanood hebt, maak je je misschien zorgen dat je de boot niet kunt sturen of dat je omslaat. Gelukkig kunnen deze problemen makkelijk vermeden worden door te leren hoe je moet peddelen door op de juiste manier in en uit de boot te komen. Met een peddel, een zwemvest en een goede partner ben je klaar voor een prettige kano-ervaring die hopelijk niet eindigt met dat je te water raakt.

Deel 1
Deel 1 van 3:

In de kano stappen

PDF download Pdf downloaden
  1. Op die manier hoef je geen zware kano naar het vertrekpunt te dragen. Leg lichtere spullen voor- en achterin de kano. Leg zwaardere dingen in het midden van de kano. Zorg dat alles stevig vastligt zodat het tijdens je trip niet gaat schuiven. [1]
    • Berg dingen stevig op onder de zittingen in de kano om te voorkomen dat ze op het water gaan schuiven.
  2. De boegman zit voorin de kano en de achterschipman zit achterin. Maak degene die wil opletten de boegman. De achterschipman is verantwoordelijk voor het sturen van de kano.
    • De boegman moet de achterschipman waarschuwen bij eventuele obstakels in het water zodat de achterschipman de kano er omheen kan sturen.
    • De achterschipman is verantwoordelijk voor het informeren van de boegman wanneer hij van kant moet wisselen met zijn peddel.
  3. Het is belangrijk om bij het kanoën altijd een zwemvest te dragen. Zorg dat je zwemvest goed past. Het moet strak voelen als je het aantrekt.
    • Trek een kind nooit een zwemvest in een volwassen maat aan. Als je met kinderen gaat kanoën, zorg dan dat ze zwemvesten hebben in kindermaten die strak zitten. [2]
  4. Als je vertrekt vanaf een aanlegplaats, knoop je beide uiteinden van de kano vast aan de aanlegplaats met een touw. Als je vanaf de oever vertrekt, moet je partner de kano recht houden terwijl jij instapt.
  5. Buig je knieën en pak de zijkant van de kano die het dichtst bij jou is. Zet een van je benen midden in de kano en pak de overkant van de boot vast met je hand. Zet voorzichtig je andere been in de kano. Als je de boegman bent, ga je op het stoeltje aan de voorkant van de kano zitten.
  6. Als je afzet vanaf een aanlegplaats, maak je de kano daarvan los zodra de boegman en achterschipman allebei in de kano zitten. Duw voorzichtig af van de aanlegplaats met je hand of peddel. Als je te water gaat vanaf de oever, moet de achterschipman afzetten als hij instapt zodat de kano het water ingaat. [3]
    • Om vanaf de oever te starten, moet je beginnen met de voorkant van de kano in het water en de achterkant van de kano op het land. Zodra de boegman zit, moet de achterschipman een been in de kano zetten. Dan moet de achterschipman afzetten met zijn andere been terwijl hij het de boot intilt. [4]
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 3:

Peddelen en sturen

PDF download Pdf downloaden
  1. Je binnenste hand is de hand die het verste van de kant is waar je paddelt. Je andere hand moet 60 tot 90 cm onder de bovenkant van de peddel geplaatst zijn.
    • Als je bijvoorbeeld peddelt aan de linkerkant van de boot, is je rechterhand je binnenste hand. Je houdt de bovenkant van de peddel vast met je rechterhand en je linkerhand zit lager op de peddel.
  2. Je wilt het uiteinde van de peddel zo ver mogelijk voor je steken als je kunt zonder dat je van je stoel omhoog hoeft te komen.
    • Als je bijvoorbeeld zou moeten peddelen aan de linkerkant van de kano steek je de peddel voor je in het water aan de linkerkant van de boot. [5]
  3. Het uiteinde van de peddel moet onder water blijven. Duw met je bovenste hand en trek naar achteren met je onderste hand om de peddel achterwaarts te bewegen. Als de peddel achter je is en je niet verder kunt, til je hem uit het water en zwaai je hem rustig weer naar voren naar waar je hem voor het eerst in het water hebt gestoken. Herhaal het proces om de kano naar voren te bewegen.
  4. Dit helpt je op een rechte koers te blijven en voorkomt dat de kano rondjes gaat varen.
    • Als de boegman bijvoorbeeld aan de linkerkant van de kano peddelt, moet de achterschipman aan de rechterkant peddelen.
  5. Allebei je peddels moeten tegelijkertijd het water in- en uitgaan. De boegman (voor in de kano) moet het tempo bepalen en de achterschipman moet zijn peddelen daaraan aanpassen.
  6. Een 'J' slag is een kleine achterwaartse slag door het water. Als je wilt dat de kano naar links gaat, moet de achterschipman een 'J' slag maken aan de linkerkant van de kano. Om naar rechts te gaan, moet de achterschipman een 'J' slag aan de rechterkant van de kano maken.
    • Hoe groter de achterwaartse slag die de achterschipman maakt, hoe groter de draai die de kano zal maken.
  7. Een trekslag is als je een peddel van de boot af houdt, verticaal zodat alleen het platte uiteinde van de peddel in het water is. Dan trek je de peddel terug naar de rand van de boot. Als je ooit een scherpe draai moet maken, moeten zowel de boegman als de achterschipman aan tegenovergestelde kanten van de kano een trekslag doen.
    • Om een scherpe draai naar links te maken, moet de achterschipman aan de rechterkant van de kano trekken.
    • Om een scherpe draai naar rechts te maken, moet de achterschipman aan de linkerkant van de kano trekken.
  8. Als je kantelt, steek je de peddels en al je spullen onder de zittingen in de omgekeerde kano. Houd de kano vast en zwem naar de dichtstbijzijnde oever. Als je kanoot in een rivier met een sterke stroming, probeer dan niet tegen de stroom in te zwemmen. Houd de kano vast als dat kan en wacht tot de stroming minder is en je naar de kant kunt zwemmen.
    • Als je ver van de kant bent, probeer je de kano om te draaien met je partner. Het helpt als jullie allebei onder de omgedraaide kano gaan en hem optillen met je handen voordat je probeert hem om te keren.
    Advertentie
Deel 3
Deel 3 van 3:

Aanleggen en uit de kano komen

PDF download Pdf downloaden
  1. Als je aan een oever aanlegt, stuur je de kano zodat de voorkant naar de oever gericht is. Als je op een aanlegplaats aanlegt, draai je de kano zodat hij evenwijdig aan de aanlegplaats ligt. Minder vaart als je de aanlegplaats nadert. [6]
  2. Wanneer je een kano aan de over aanlegt, moet de voorkant van de kano zachtjes de kant op glijden en de achterkant van de kano in het water blijven. Om de kano aan een aanlegplaats aan te leggen, ga je zo dicht mogelijk langs de aanlegplaats liggen zodat de zijkant van de kano evenwijdig is aan de zijkant van de aanlegplaats.
  3. Als je aan een aanlegplaats aanlegt, maak je de voorkant en de achterkant van de boot aan de aanlegplaats vast met touw. Als je op de oever aanlegt, laat je de boegman de kano stabiliseren. [7]
  4. Bepaal wie er als eerste uitgaat en laat die persoon helemaal uit de boot klimmen voor je iets anders doet. Als je er aan de oever uitklimt, moet de boegman eerst uit de kano klimmen zodat hij hem stabiel kan houden voor de achterschipman. Houd je lichaam laag en gecentreerd in de kano en stap eruit met een voet eerst. Als je jezelf hebt gestabiliseerd til je je andere voet uit de boot. [8]
    Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 19.954 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie