Pdf downloaden Pdf downloaden

In welke taal je ook schrijft, de regels voor kommagebruik leiden maar al te vaak tot verwarring en zelfs tot heftige discussies, zoals bijvoorbeeld over de vraag of je vóór het laatste onderdeel van een opsomming wel of geen komma moet zetten. Ook in het Nederlands geldt de komma als één van de lastigste leestekens. Door de regels voor het gebruik van komma´s te kennen en te begrijpen kun je duidelijker leren schrijven. Je teksten worden daardoor niet alleen beter leesbaar, maar ze zullen er ook professioneler uitzien. Hieronder lees je hoe je komma´s in tekst eigenlijk hoort te gebruiken, zodat ook jij voortaan glashelder en zonder fouten kunt schrijven!

Methode 1
Methode 1 van 5:

Een aantal fabeltjes over komma´s uit de wereld geholpen

Pdf downloaden
  1. Dit is een misverstand: vaak zien mensen een lange zin en zetten er dan maar een paar komma´s in om hem “in stukjes te breken” ook al is dat grammaticaal gezien niet nodig. Of je wel of geen komma´s moet zetten heeft in principe niks te maken met de lengte van de zin, al kan een komma in een erg lange zin er soms wel voor zorgen dat de zin duidelijker en makkelijker leesbaar wordt. [1]
  2. Veel schrijvers denken dat een lees- of adempauze aangeeft waar je in een zin een komma moet zetten, maar deze methode is niet echt betrouwbaar en kan tot misverstanden leiden, omdat niet iedereen nou eenmaal op dezelfde manier leest en spreekt.
    • Je kunt de pauzemethode eventueel wel gebruiken om pauzes aan te geven binnen een dialoog tussen twee mensen in een fictieve tekst.
  3. Dit is een andere veel gebruikte kommafout, maar laat je niet voor de gek houden: een komma achter iemands naam hoef je alleen maar te zetten als de zin een uitbreidende bijzin is.
    • Je ziet bijvoorbeeld vaak dat mensen een komma op de volgende manier gebruiken, terwijl dat eigenlijk niet juist is: “Abraham Lincoln , was de 16e president van de Verenigde Staten.” Abraham Lincoln is een onmisbaar onderdeel van deze zin omdat de naam het onderwerp van de zin is.
    • Hier volgt een voorbeeld van een zin waarin de komma´s wel op de juiste manier zijn gebruikt: “Abraham Lincoln, de 16e president van de Verenigde Staten, was voordat hij president werd advocaat.” In dit geval is de 16e president van de Verenigde Staten een uitbreidende bijzin (wat betekent dat de zin zonder dat deel ook nog klopt) en staat tussen twee komma´s.
  4. Een ander veel gehoord fabeltje over komma´s is het idee dat kommagebruik een soort magisch grammaticaal onderwerp is dat je nou eenmaal nooit precies zult leren beheersen of begrijpen. Logisch en correct kommagebruik kan ingewikkeld lijken, maar meestal is het eigenlijk heel simpel om te leren waar je ze moet zetten als je een paar regels kent. [2]
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 5:

Komma´s in zinnen met uitbreidende en beperkende betrekkelijke bijzinnen

Pdf downloaden
  1. Een betrekkelijke bijzin is een woord, een woordgroep of een zin die iets zegt over een bepaald onderdeel van de hoofdzin. Een betrekkelijke bijzin begint altijd met een betrekkelijk voornaamwoord. Betrekkelijke voornaamwoorden zijn bijvoorbeeld die/dat , welk/wat , wiens , waarvan, en wier. Je kunt betrekkelijke bijzinnen grofweg onderverdelen in twee types: uitbreidende en beperkende betrekkelijke bijzinnen. [3]
  2. Uitbreidende bijzinnen zijn betrekkelijke bijzinnen of woordgroepen die informatie toevoegen aan een zin, maar die geen onmisbaar onderdeel van de zin vormen. Als je een uitbreidende bijzin weglaat klopt de hoofdzin nog steeds (en het hoofdonderwerp van de zin staat dan nog steeds op dezelfde plaats). Je kunt uitbreidende bijzinnen ook zien als een soort “onderbreking” van de zin. Andere soorten onderbrekingen zijn bijvoorbeeld bijstellingen en tussenzinnen. [4]
    • Hier volgt een voorbeeld van een uitbreidende bijzin in een zin: “George Washington, de eerste president van de Verenigde Staten , is twee termijnen lang aan de macht geweest.” De informatie in de uitbreidende bijzin is welliswaar interessant, maar de hoofdzin klopt ook als je de bijzin weglaat: “George Washington is twee termijnen lang aan de macht geweest.”
    • Een ander voorbeeld van een uitbreidende bijzin is: “Fatima, die heel hard heeft gestudeerd , gaat het proefwerk van vandaag waarschijnlijk goed maken.” De aanwezigheid van die (een betrekkelijk voornaamwoord) in een zin betekent vaak dat je te maken hebt met een uitbreidende bijzin. En een uitbreidende bijzin moet je tussen komma´s zetten.
  3. Uitbreidende bijzinnen of woordgroepen staan bijna altijd tussen komma´s. Daardoor ziet de lezer dat de informatie in de bijzin aanvullend maar niet absoluut noodzakelijk is. Als je de zin weg kunt laten zonder dat de betekenis van de hoofdzin daardoor verandert kun je er vrijwel zeker van zijn dat je te maken hebt met een uitbreidende bijzin.
    • Zet altijd de hele betrekkelijke bijzin tussen komma´s; één aan het begin en één aan het eind. Veel mensen maken de fout aan het begin van de bijzin wel een komma te zetten, maar aan het einde niet waardoor het einde van de bijzin gewoon doorloopt in de hoofdzin.
    • Als een betrekkelijke bijzin of woordgroep begint met die of dat en het is een uitbreidende bijzin, dan moet je de bijzin dus tussen komma´s zetten: “Het auto-ongeluk, dat plaatsvond om 3 uur ´s middags , heeft gelukkig niet al te veel schade aan mijn auto veroorzaakt.”
  4. Soms wordt de hoofdzin onderbroken door een bijzin of door een woordgroep die met een voorzetsel begint en die dan de functie van een uitbreidende bijzin vervult. Als zo´n onderbreking tussen het hoofdonderwerp en het hoofdwerkwoord in staat moet je de onderbrekende zin tussen komma´s zetten zodat de lezer kan zien dat de informatie die erin staat niet noodzakelijk en dus weglaatbaar is.
    • Hier volgt bijvoorbeeld een voorbeeld van een voorzetselwoordgroep die de hoofdzin onderbreekt: “Het is, naar mijn idee , een erg goed boek.” De woordgroep tussen de komma´s vormt geen noodzakelijk onderdeel van de zin. Je kunt de woorden tussen de komma´s zonder probleem weglaten, want ook zonder die woorden klopt de hoofdzin nog steeds.
    • Dit is een ander voorbeeld: “Deze weg, aan de andere kant , is goed geasfalteerd en makkelijk berijdbaar.”
    • Iemand rechtstreeks aanspreken hoort ook in deze categorie thuis. De volgende zin is bijvoorbeeld onderbroken doordat iemand anders er rechtstreeks in aangesproken wordt: “Daarom benoem ik jou, Thomas , als leider van de groep.”
  5. Beperkende bijzinnen zijn betrekkelijke bijzinnen of woordgroepen die een absoluut noodzakelijk onderdeel van een zin vormen en die dus niet weglaatbaar zijn. Als je een beperkende bijzin weglaat klopt de rest van de zin niet meer of krijgt in ieder geval een heel andere betekenis.
    • Dit is een voorbeeld van een beperkende bijzin in een zin: “Automobilisten die te hard rijden zijn roekeloos.” Dit zinnetje is een noodzakelijk onderdeel van de zin en je kunt het niet weglaten. Als je het weglaat verandert namelijk de betekenis van de hoofdzin.
    • Hier volgt nog een voorbeeld van een beperkende bijzin: “Het liedje getiteld “Roar" is populair; het liedje getiteld “Latte Love" dat ik gisteren bedacht heb niet.’’ In deze bijzinnetjes staan wel extra informatie, maar je kunt ze toch niet weglaten zonder de betekenis van de zin te veranderen: “Het liedje [??] is populair; het liedje [??] dat ik gisteren bedacht heb niet.”
  6. Een beperkende bijzin is een essentieel onderdeel van de zin, dus als je een beperkende bijzin tussen komma´s zet wordt de zin als geheel minder duidelijk.
    • Een betrekkelijke bijzin die begint met een betrekkelijk voornaamwoord als die of dat kan een betrekkelijke bijzin zijn. In dat geval moet je hem dus niet tussen komma´s zetten: “Door het auto-ongeluk dat ik gisteren had zal mijn verzekeringspremie enorm omhoog gaan.”
    Advertentie
Methode 3
Methode 3 van 5:

Komma´s gebruiken met nevenschikkende voegwoorden

Pdf downloaden
  1. Er bestaan in het Nederlands niet zo heel veel nevenschikkende voegwoorden. Dit zijn ze: en, maar, want, of, noch en doch . [5]
  2. Een volledige bijzin is een zinsdeel dat een eigen onderwerp en werkwoord heeft. Het kan zelfstandig als zin bestaan. Gebruik altijd een komma als twee volledige bijzinnen zijn samengevoegd door een nevenschikkend voegwoord.
    • Hier volgt een voorbeeld van een nevenschikkend voegwoord dat twee volledige bijzinnen met elkaar verbindt: “Ik heb twee boeken bij de bibliotheek geleend, maar ik geloof dat ik er niet toe ga komen om ze allemaal te lezen.” Als je het voegwoord weg zou laten zouden de zinnen allebei zelfstandig een zin vormen.
    • Het volgende voegwoord wordt niet gebruikt om twee volledige bijzinnen met elkaar te verbinden: “Bart ontdekte dat hij alles had wat hij nodig had behalve een potlood.” Het laatste deel van de zin kan niet op zichzelf staan.
  3. Je hoeft niet altijd een komma te gebruiken als er een voegwoord in een zin staat. Alleen tussen volledige bijzinnen moet je altijd een komma zetten. [6]
    • Als er in een zin bijvoorbeeld een voegwoord staat dat twee woorden met elkaar verbindt hoef je geen komma te gebruiken: “Geef me alle spek en bonen die er zijn.”
    • In een zin waarin het woord “voor” als voorzetsel wordt gebruikt om een afhankelijk zinsdeel met de hoofdzin te verbinden moet je geen komma gebruiken: “Ik ben aan het sparen voor een vakantie op Hawaii .”
    • Ook als je in een zin “zo” gebruikt om een ander woord te benadrukken hoef je geen komma te gebruiken: “De leraar Nederlands wordt altijd zo moe van het nakijken van slechte opstellen.”
    • Als “zo” in je zin onderdeel is van het voegwoord “zodat,” kun je meestal beter wél een komma gebruiken: “Elena wist dat ze beter haar ontbijt kon opeten, zodat ze later geen honger zou krijgen.”
    Advertentie
Methode 4
Methode 4 van 5:

Komma´s aan het begin van een zin

Pdf downloaden
  1. Bijwoorden lijken vaak erg op bijvoeglijke naamwoorden, maar je gebruikt ze om iets te zeggen over een werkwoord of over een bijvoeglijk naamwoord in de zin. Bijwoorden staan soms aan het begin van een zin om uit te leggen hoe iets gegaan is of hoe het voelde, vooral in meer informele, geschreven teksten. Voorbeeld van bijwoorden die vaak aan het begin van een zin staan zijn meestal, helaas en gelukkig . In andere talen, zoals bijvoorbeeld in het Engels en het Spaans, komt er na zulke bijwoorden (zoals bijvoorbeeld generally, usually en fortunately ) meestal een komma, maar in het Nederlands is dat niet zo. [7]
    • Deze zin begint bijvoorbeeld met een bijwoord: “ Helaas regende het net op die ene dag waarop ik mijn paraplu was vergeten.”
    • Bijwoorden als wanneer en terwijl leiden meestal een beperkende bijzin in en worden dus meestal niet voorafgegaan door een komma.
    • In het Engels moet je een komma gebruiken na een bijwoord aan het begin van een zin dat iets zegt over de gehele hoofdzin, en niet alleen over één bepaald onderdeel van de zin (zoals bijvoorbeeld het werkwoord). In het Nederlands volgt er alleen een komma na een bijwoordelijke bijzin aan het begin van een zin. Het bijwoord is dan dus onderdeel van een grotere groep woorden.
  2. Als je aan het begin van een zin een inleidend woord gebruikt zoals bijvoorbeeld nee, ja of nou , komt er na dat woord een komma om het van de rest van de zin te scheiden.
    • Dit is een voorbeeld van een inleidend woord aan het begin van een zin: “ Nee , ik kan vandaag helaas niet komen.”
    • En dit is een voorbeeld van nou als inleidend woord: “ Nou , ik zou heel graag een stukje taart lusten, maar ik ben op dieet.”
  3. Inleidende verbindingswoorden helpen de lezer van de ene naar de andere zin te leiden. Veel gebruikte inleidende verbindingswoorden in het Nederlands zijn bijvoorbeeld maar, toch, daarnaast, hoewel, ondanks, niettemin en intussen. Inleidende verbindingswoorden helpen de lezer de overgang van de ene naar de andere zin te begrijpen. Als deze woorden in het Nederlands aan het begin van een zin staan worden ze niet door een komma gevolgd! [8]
    • Uitzonderingen op deze regel vormen de woordjes echter en immers . In formeel Nederlands mag je een zin beginnen met de inleidende verbindingswoorden echter en immers , gevolgd door een komma.
  4. Deze zinnen voegen informatie toe aan een zin, maar hebben geen onderwerp en werkwoord die los staan van het onderwerp en het werkwoord in de hoofdzin van de zin. Als de inleiding uit minder dan drie woorden bestaat, wordt een komma als optioneel beschouwd. [9] Veelvoorkomende inleidende zinnen zijn onder meer deelwoordzinnen (zinnen die als bijvoeglijke naamwoorden functioneren om iets in de hoofdzin te beschrijven), voorzetselzinnen en infinitiefzinnen (beginnend met infinitieve werkwoorden 'eten', luisteren' enz.) [10]
    • Bijvoorbeeld de deelzin: 'Het zwaard met beide handen vastgrijpend, zwaaide Lancelot uit alle macht.' Het zwaard met beide handen vastpakkend wijzigt het onderwerp van de hoofdzin.
    • Dit is een voorbeeld van een voorzetsel: 'De hele avond genoot ze van prettige gesprekken op het feest.'
    • Een voorbeeld van een infinitiefzin die een zin begint: 'Om de verkiezingen te winnen heeft de senaatskandidaat meer geld uitgegeven dan wie dan ook.'
    • Verwar gerundium (verbale zelfstandige naamwoorden met '-ing' niet voor een inleidende deelwoordzin. Je zou bijvoorbeeld geen komma gebruiken in deze zin: 'Schrijven met perfecte grammatica is moeilijk maar haalbaar' De gerundiumuitdrukking 'Schrijven met perfecte grammatica' is het onderwerp van de zin.
    Advertentie
Methode 5
Methode 5 van 5:

Komma´s op andere plaatsen gebruiken

Pdf downloaden
  1. Gebruik een komma om een absolute constructie die in het midden of aan het einde van een zin staat van de rest van de zin af te scheiden. Een absolute constructie is een bijwoordelijke bepaling die iets zegt over de zin als geheel. Normaal gesproken komt een absolute constructie vóór de rest van de zin, maar een absolute constructie kan ook na of zelfs middenin de hoofdzin staan. Een absolute constructie heeft meestal een eigen onderwerp en bestaat vaak uit een "zelfstandig naamwoord" en een "deelwoord." In het Nederlands kan dit een "voltooid deelwoord" (zoals: gedaan, gegeten) of een "tegenwoordig deelwoord" (zoals: doende, etende) zijn. Een tegenwoordig deelwoord wordt in het Nederlands vaak voorafgegaan door het woordje "al", zoals in het zinnetje “ al doende leert men.”
    • Dit is een voorbeeld van een absolute constructie in het midden van een zin: “Sandra ging, haar huiswerk gemaakt , de deur uit om naar haar vriendinnen te gaan.”
    • Dit is een voorbeeld van een absolute constructie aan het einde van een zin: “Het stel haastte zich naar huis, hun jassen stevig dichtgeknoopt. ” Deze bijzin zegt iets over de gehele hoofdzin die eraan voorafgaat.
  2. Een bijwoordelijke bijzin begint met een onderschikkend voegwoord , dat de bijzin en de hoofdzin met elkaar verbindt. Vanwege deze voegwoorden zijn bijwoordelijke bijzinnen altijd afhankelijke bijzinnen; ze kunnen niet op zichzelf staan. Ze kunnen aan het begin van een zin staan, maar ook in het midden of aan het einde. [11]
    • Onderschikkende voegwoorden die veel voorkomen zijn bijvoorbeeld omdat, hoewel, terwijl, opdat en tenzij .
    • Dit is een voorbeeld van een bijwoordelijke bijzin aan het begin van een zin: “ Omdat jouw bijdragen aan de groepsvergaderingen altijd creatief zijn en van inzicht getuigen , geef ik jou hierbij de leiding over het project.”
    • Hier volgt een bijwoordelijke bijzin later in een zin: “Jan besloot niet in de achtbaan te gaan, hoewel hij dat altijd wel heel leuk vond , omdat hij net een frikandel speciaal had gegeten.”
  3. Bij het opstellen van een lijst of een reeks die uit drie of meer onderdelen bestaat, moet je tussen de verschillende onderdelen een komma zetten. In het Nederlands zetten we tussen de laatste twee onderdelen van de lijst alleen en en geen komma.
    • Dit is een voorbeeld van een lijst waarbinnen de verschillende onderdelen, behalve het laatste onderdeel, door middel van komma´s van elkaar zijn gescheiden: “Ik ga naar de winkel om appels , sinaasappels , peren en bananen” te kopen.
    • Zeg geen komma aan het begin of aan het einde van de lijst of reeks. Een komma vlak vóór of vlak ná een lijst of reeks is meestal niet juist, zoals je in het volgende voorbeeld kunt zien: “Ik ga naar de winkel om , appels, sinaasappels, peren en bananen , te kopen voor de fruitsalade van vanavond.”
    • Gebruik geen komma´s als alle onderdelen van een reeks met elkaar verbonden zijn door en/én , of , of noch . Hier volgt een voorbeeld van een lijst van onderdelen die met elkaar verbonden zijn door het woord én : “Karin én Sander én Brenda én Willem gingen allemaal naar het concert.”
    • Als de verschillende onderdelen van je lijst geen losse woorden zijn, maar woordgroepen, of als er binnen de onderdelen van je lijst ook komma´s staan, dan kun je tussen de verschillende onderdelen een puntkomma zetten, in plaats van komma´s: “Je hebt de keuze uit twee ontbijten: muesli, sinaasappelsap, en koffie, de goedkopere variant; of spek, worstjes, en eieren, de wat duurdere optie.” [12]
  4. De Oxfordkomma (die ook wel de Harvardkomma genoemd wordt is een komma die in het Engels vóór het laatste onderdeel van een lijst of reeks komt. Deze komma heeft al heel wat discussie opgeleverd, omdat sommige mensen ertegen zijn, terwijl anderen vinden dat je hem altijd zou moeten gebruiken. In het Nederlands gebruiken we dit type komma in principe niet, maar als de zin zonder komma verwarrend of dubbelzinnig is, mag het soms wel en kan het ook een goed idee zijn, bijvoorbeeld als twee onderdelen in je lijst duidelijk van elkaar gescheiden moeten worden.
    • Neem bijvoorbeeld de volgende zin: “Ik draag dit boek op aan mijn ouders, mijn docent en John F. Kennedy. ” Op deze manier vinden sommige mensen dat het zou kunnen lijken of je ouders je hoogleraar en John F. Kennedy zijn. Als je de Oxfordkomma gebruikt zorg je ervoor dat die verwarring niet kan bestaan: “Ik draag dit boek op aan mijn ouders, mijn hoogleraar, en aan John F. Kennedy.
    • In het Engels is het gebruik van een Oxfordkomma grammaticaal dan wel juist, maar in het Nederlands in principe niet, dus je moet hem niet zonder meer gebruiken. En als je het wel doet kan het een goed idee zijn om de rest van de zin ook een beetje aan te passen, zoals in het voorbeeld hierboven, waar we na en ook het woordje aan hebben herhaald.
  5. Gebruik komma´s tussen twee of meer gelijkwaardige bijvoeglijke naamwoorden die los van elkaar iets over een zelfstandig naamwoord zeggen. Om te bepalen of de bijvoeglijke naamwoorden los van elkaar gebruikt worden kun je het volgende trucje toepassen: Als je het woord "en" tussen de bijvoeglijke naamwoorden zou kunnen zetten zonder dat de betekenis van de zin daardoor verandert (of onzin wordt), wil dat zeggen dat ze zelfstandig gebruikt worden en dat ze dus met een komma van elkaar moeten worden gescheiden.
    • Dit is bijvoorbeeld een zin met een aantal verschillende bijvoeglijke naamwoorden waarin de leestekens correct zijn gebruikt: Mensen die met opzet grammaticafouten maken zijn beestachtig domme, onverantwoorde, naargeestige holbewoners die onze prachtige, veelzijdige taal verpesten.
    • Gebruik geen komma als de bijvoeglijke naamwoorden met elkaar zijn verbonden door een voegwoord!
    • Gebruik geen komma als de twee bijvoeglijke naamwoorden niet gelijkwaardig zijn; als één van de bijvoeglijke naamwoorden bijvoorbeeld een kleur of een getal uitdrukt, terwijl het andere bijvoeglijke naamwoord iets zegt over de kwaliteit, hoef je dus geen komma te gebruiken.
      • In "Ik heb een grote rode wagon" is een komma dus niet nodig, maar in "Ik heb een roestige, zeer geliefde wagon," wel.
  6. Tussen de onderdelen van een datum (de dag van de week, de maand en het jaar) hoef je in het Nederlands geen komma´s te gebruiken. Binnen een adres moet je ná het huisnummer en vóór de plaatsnaam wel een komma gebruiken, en ook tussen een stad en een land hoort een komma. In de volgende zin zou je bijvoorbeeld een komma gebruiken: “Ik ga graag naar Tokyo , Japan.” [13]
    • In deze zin heeft de schrijver op de juiste manier komma´s gebruikt: “Dit WikiHowartikel is geschreven in Maryland, op maandag 14 mei 2007.”
    • Gebruik ook als je alleen de maand en het jaar noemt GEEN komma: “Ik heb dit artikel ergens in mei 2007 geschreven.”
    • Hier volgt een voorbeeld van correct gebruik van komma´s in een adres: “Haar nieuwe adres is Hoofdstraat 12, 3456 AB, Amsterdam.”
    • Als je de onderdelen van het adres samenvoegt door voorzetsels hoef je geen komma´s meer te gebruiken: “Ze wonen op Hoofdstraat 10 in Amsterdam in Noord Holland.”
  7. De aanhef is de begroeting aan het begin van een brief, zoals bijvoorbeeld "Beste Wim." Het is de bedoeling dat je aan het eind van de afsluitende groet ook een komma gebruikt: "Hartelijke groet, Harry."
    • In formele, zakelijke brieven wordt vaak gebruik gemaakt van een dubbele punt in plaats van een komma: "Aan wie het betreft: [inhoud van de brief]"
    Advertentie


Tips

  • Het meest duidelijke teken dat aangeeft dat iemand niet weet hoe je komma´s moet gebruiken, is te veel komma´s gebruiken. "Als je twijfelt, kijk dan of je de komma misschien niet beter weg zou kunnen laten."
  • Als je zelf thuis wilt oefenen, schaf dan een boek met schrijfoefeningen aan. Vraag bij een onderwijsboekhandel naar lesmethodes Nederlands of kijk eens op internet. Vaak kun je zulke boeken redelijk goedkoop online bestellen.
  • Het is altijd een goed idee om een taalkundige of iemand anders die verstand heeft van taal te vragen je werk na te kijken, als dat kan. Als je iets aan het schrijven bent voor een speciale, belangrijke gelegenheid, zoals bijvoorbeeld je C.V., schakel dan een proeflezer in of vraag een vriend of vriendin die verstand heeft van het gebruik van leestekens je te helpen.
Advertentie

Waarschuwingen

  • Als je binnen een professionele context grammatica- of interpunctiefouten maakt, kan dat erg schadelijk zijn voor je geloofwaardigheid.


Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 9.323 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie