Pdf downloaden
Pdf downloaden
Engelstalige literatuur is veelomvattend. Als je het moet bestuderen voor een proefwerk of examen kan het overweldigend zijn, en weet je niet waar je moet beginnen. Volg deze stappen om je doel te bereiken.
Stappen
-
Begin op tijd. Wacht niet met studeren tot de laatste avond! Vooral voor een onderwerp als Engelse literatuur heb je tijd nodig om je de stof eigen te maken, omdat je zowel analytische als inhoudelijke vragen kunt verwachten. Je redt het niet met een samenvatting en de namen van de hoofdpersonen.
-
Zoek uit wat je al weet. Schrijf alle punten op die je je kunt herinneren van de eerste keer dat je een tekst hebt gelezen en wat je nog weet van de lessen. Spiek niet in je aantekeningen of in de tekst, schrijf gewoon op wat je nog weet. Dit is een goede basis om erachter te komen welke kennis je nog mist.
-
Bekijk of er literaire begrippen zijn die je niet kent. Op een examen Engelse literatuur wordt vaak gevraagd naar belangrijke kernbegrippen, zoals strofe, ironie, alliteratie, verteller en “figuurlijk taalgebruik.” Er wordt waarschijnlijk niet van je verwacht dat je de hele literaire terminologie kent, maar je moet wel notie hebben van de belangrijkste begrippen om je examen met goed gevolg af te leggen. Er is veel informatie beschikbaar met definities van belangrijke literaire concepten. Dit zijn een paar essentiële begrippen:
- Een strofe is een poëtische verdeling van regels en is de tegenhanger van een alinea in proza. Strofes zijn meestal drie regels lang; twee regels bij elkaar worden meestal “couplet” genoemd. [1] X Bron
- Ironie
betekent dat er iets wordt gezegd, maar iets anders wordt bedoeld. Dat andere is bijna altijd het tegenovergestelde van wat er wordt gezegd. Als een personage tijdens een flinke storm bijvoorbeeld zegt: “Wat hebben we mooi weer vandaag.” Dit is ironisch, omdat de lezer weet dat het duidelijk geen “mooi” weer is. William Shakespeare, Jane Austen en Charles Dickens staan er bekend om dat ze vaak ironie gebruiken. [2]
X
Bron
Verwar ironie niet met ongelukkig. Het lied Ironic van Alanis Morrissette is hier schuldig aan: “a black fly in your chardonnay” is zeker ongelukkig, maar het is niet ironisch. - Dramatische ironie is wanneer de lezer of het publiek informatie kent die het personage niet kent, bijvoorbeeld het feit dat Oedipus zijn vader heeft vermoord en met zijn moeder trouwt. [3] X Bron
- Alliteratie is een techniek die vaak in poëzie en theaterstukken wordt toegepast. Het is de herhaling van dezelfde eerste medeklinkers in meerdere woorden die dichtbij elkaar staan. Een voorbeeld van alliteratie in het Engels is: “Peter Piper picked a peck of pickled peppers.”
- Een verteller verwijst naar de persoon vanuit wiens gezichtspunt een gedicht is geschreven. Het kan ook verwijzen naar de verteller van een roman. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen de verteller en de auteur, zeker bij dramatische poëtische monologen, zoals My Last Duchess van Robert Browning, waarin een manische graaf toegeeft dat hij zijn eerste vrouw heeft vermoord. Natuurlijk is het de “verteller”, en niet Browning, die deze dingen zegt.
- Figuurlijk taalgebruik komt uitgebreider aan bod in deel 2 van dit artikel. Het is het tegenovergestelde van “letterlijk” taalgebruik. Voor figuurlijk taalgebruik worden technieken gebruikt zoals metaforen, metaforische vergelijkingen, personificaties en hyperbolen om meer nadruk te leggen. Bijvoorbeeld in het theaterstuk Antony and Cleopatra van Shakespeare, waarin Cleopatra Mark Antony op deze manier beschrijft: “His legs bestride the ocean. His reared arm / Crested the world.” Dit is een hyperbool. Natuurlijk staat Antony niet letterlijk met zijn benen in spreidstand over de oceaan, maar het geeft duidelijk weer dat Cleopatra een hoge dunk heeft van hem en zijn macht.
-
Bekijk voorbeeldvragen, indien mogelijk. Als je een syllabus hebt of voorbeeldvragen, kun je zien hoeveel van de stof je al kent. Zo kun je bepalen welke onderwerpen nog aandacht nodig hebben en kun je een studieplanning maken.Advertentie
-
Herlees de teksten. Je moet de teksten al gelezen hebben voor de lessen, maar herlees ze wanneer je een examen voorbereidt, zodat je dingen ziet die je de eerste keer niet hebt gezien.
-
Let op figuurlijk taalgebruik. Veel schrijvers gebruiken stijlfiguren zoals metaforen, metaforische vergelijkingen en personificaties om hun standpunt kracht bij te zetten. Dit kan cruciaal zijn om een literair werk te begrijpen wanneer je het leest. Om de roman Moby Dick van Melville te begrijpen, is het bijvoorbeeld essentieel dat je weet dat de witte walvis onder andere de hoogmoed van Kapitein Ahab symboliseert.
- Metaforen zijn directe vergelijkingen tussen twee schijnbaar ongelijke dingen. Ze zijn sterker dan metaforische vergelijkingen. De laatste zin van The Great Gatsby van F. Scott Fitzgerald is bijvoorbeeld een beroemde metafoor die het menselijk leven vergelijkt met boten die tegen de stroom in varen: “So we beat on, boats against the current, borne back ceaselessly into the past.” [4] X Bron
- Metaforische vergelijkingen vergelijken ook twee dingen, maar ze stellen niet zo duidelijk “x” is “y”. Margaret Mitchell gebruikt bijvoorbeeld een metaforische vergelijking om Scarlett O’Hara’s interesse in Ashley Wilkes te beschrijven in haar roman Gone With the Wind : “The very mystery of him excited her curiosity like a door that had neither lock nor key.” [5] X Bron
- Bij personificatie worden menselijke karaktertrekken aan een dier of voorwerp toegekend om een idee duidelijker te omschrijven. Emily Dickinson gebruikt vaak personificaties in haar gedichten, zoals in dit gedicht over een slang: “A narrow fellow in the grass / occasionally rides; / You may have met him, -- did you not, / His notice sudden is.” [6] X Bron De slang is hier een “slanke snuiter” die zich door het gras “begeeft”, waardoor hij een onverschrokken Victoriaanse gentleman lijkt, in plaats van een reptiel.
-
Bekijk de structuur van de tekst. De ”manier” waarop de auteur aan zijn of haar ideeën uiting geeft, is vaak net zo belangrijk als de ideeën zelf. Vaak hebben de vorm en structuur van een tekst invloed op de inhoud.
- Als je fictie leest, let dan op de volgorde waarin het verhaal wordt verteld. Zijn er flashbacks, stukken van het verhaal die teruggaan in de tijd? De roman Caramelo van Sandra Cisneros begint aan het einde van het “verhaal” en schakelt tussen verschillende momenten en plaatsen om te benadrukken hoe ingewikkeld familiegeschiedenissen zijn.
- Als je gedichten leest, denk dan na over de vorm van het gedicht. Wat voor soort gedicht is het? Heeft het een formele structuur, zoals een sonnet of een sextet? Is het vrij vers, dat gebruikt maakt van rijm en alliteratie, maar geen rijmschema volgt? De manier waarop een gedicht is geschreven zegt vaak iets over de sfeer die de dichter heeft willen oproepen.
-
Denk na over de archetypen van de personages. Een archetype is meestal een personage, alhoewel het ook een handeling of een situatie kan zijn, dat een universeel concept uitbeeldt. De invloedrijke psycholoog Carl Jung beweerde dat archetypen uit het “collectieve onderbewustzijn” van de mensheid putten. We herkennen in archetypes ervaringen die we met anderen hebben beleefd. Sommige vormen van literair onderzoek zijn beïnvloed door Jung, dus het is waarschijnlijk nuttig om iets te weten van de archetypes die in je teksten voor kunnen komen. [7] X Bron
- De Held is een personage dat het goede belichaamt en vaak levert hij strijd hij tegen het kwaad voor gerechtigheid of om de orde te herstellen. Beowulf en Captain America zijn goede voorbeelden van heldarchetypen.
- De Onschuldige Jeugd is een personage dat over het algemeen weinig levenservaring heeft, maar die aardig bevonden wordt door zijn/haar vertrouwen in de mens. Bijvoorbeeld Pip in de roman Great Expectations van Charles Dickens is Onschuldige Jeugd, net als Luke Skywalker van Star Wars . Vaak worden dit soort personages later in het verhaal door bepaalde ervaringen “volwassen”.
- De Mentor dient om de hoofdpersoon onder zijn hoede te nemen of hem te beschermen door hem van wijze raad en steun te voorzien. Gandalf in J.R.R. Tolkiens Lord of the Rings en The Hobbit is een uitstekend voorbeeld van het archetype van het mentorpersonage, net zoals Obi-Wan Kenobi in de Star Wars -films.
- De Doppelgänger is een dubbelganger van de hoofdpersoon, die de “donkere kant” van de held of heldin belichaamt. Vaak genoemde dubbelgangers zijn Frankenstein en zijn Monster in Frankenstein van Mary Shelley en Dr. Jekyll en Mr. Hyde in de roman met dezelfde naam van Robert Louis Stevenson.
- De Slechterik is een personage dat wrede plannen smeedt waar de held tegenstand tegen moet bieden. De slechterik doet over het algemeen van alles om de held te verslaan en is vaak slim, maar niet altijd. Goede voorbeelden zijn Shere Khan in The Jungle Book van Rudyard Kipling, Smaug de Draak in The Hobbit en de Joker in de Batmanfilms en -stripboeken.
-
Let op archetypes die situaties uitbeelden. Een ander soort archetype dat je waarschijnlijk vaak zult tegenkomen, verwijst naar een bepaalde situatie, met een vertrouwd en voorspelbaar intrige en verloop. Dit zijn een aantal bekende situationele archetypes: [8] X Bron
- De Reis. Dit archetype komt veelvuldig voor en wordt aangehaald in verhalen over Koning Arthur tot Gulliver’s Travels van Jonathan Swift en Lord of the Rings van Tolkien. De hoofdpersoon onderneemt een reis, fysiek of emotioneel, letterlijk of figuurlijk, om iets van zichzelf of de wereld om hem/haar heen te begrijpen of om een belangrijk doel te bereiken. Vaak is de reis net zo belangrijk als het plot, zoals de zoektocht naar kameraadschap om de ring van Sauron te vernietigen in de Lord of the Rings.
- De Inwijding . Dit archetype lijkt op het archetype van de Reis, maar richt zich meer op de ontwikkeling tot volwassenheid van de hoofdpersoon door zijn/haar ervaringen. Zo’n soort verhaal wordt ook wel een ‘’bildungsroman’’ genoemd. De roman Tom Jones van Henry Fielding is hier een uitstekend voorbeeld van, net als de originele verhalen achter de meeste stripboekhelden (bijvoorbeeld de lessen die Peter Parker krijgt om te leren omgaan met “grote kracht en een grote verantwoordelijkheid” wanneer hij Spiderman wordt).
- De Ondergang . Dit is ook een veel voorkomend archetype. De hoofdpersoon ervaart als het ware een figuurlijke val als gevolg van zijn of haar handelingen. In de klassieke literatuur zijn veel voorbeelden te vinden van dit archetype, zoals King Lear in Shakespeares theaterstuk King Lear, Ahab in de roman Moby Dick van Melville en Satan in het heldendicht Paradise Lost van John Milton.
-
Analyseer hoe handelingen uit een conflict voortkomen. Veel teksten, met name theaterstukken en fictie, bevatten een “ontketenende gebeurtenis” die de belangrijkste handelingen in het verhaal in werking zet. De gebeurtenis verstoort het evenwicht, legt een probleem bloot en ontketent een reeks van gebeurtenissen die de rest van het verhaal vormen. [9] X Bron
- Een voorbeeld: in Shakespeares Macbeth hoort Macbeth een voorspelling van drie heksen die zeggen dat hij koning wordt van Schotland. Tot op dat moment had hij nooit de ambitie om koning te worden, maar door de voorspelling krijgt hij die ambitie wél en dat leidt tot de moorden die uiteindelijk zijn ondergang betekenen.
- Nog een voorbeeld: in het theaterstuk The Crucible van Arthur Miller krijgt een groepje jongedames te maken met een conflict. Ze zijn betrapt op stout gedrag in het bos en kunnen hiervoor gestraft worden. Om hun gedrag te verdoezelen, beschuldigen ze mededorpsbewoners van hekserij. De rest van het stuk volgt uit deze beschuldigingen, die helemaal uit de hand lopen.
Advertentie
-
Maak een samenvatting of een schema met punten over elk hoofdstuk wanneer je de tekst voor de tweede keer leest. Dit maakt het makkelijker om de stof te herhalen.
- Houd de samenvatting beknopt. Je hoeft niet elk detail op te schrijven. Probeer de hoofdgebeurtenis van elk hoofdstuk en belangrijke momenten voor personages en voor het thema te bepalen.
-
Maak van elke hoofdpersoon een beschrijving. Schrijf op wanneer het personage iets belangrijks zegt of doet en wat zijn/haar relatie is met andere personages.
- In het geval van theaterstukken kun je opschrijven welke redevoeringen belangrijk zijn, zoals “To be or not to be” in Hamlet of de voordracht “attention must be paid” van Arthur Millers Death of a Salesman.
-
Beschrijf de problemen waarmee personages te maken krijgen. Hier heb je vaak meer aan dan een samenvatting van de hoofdstukken. Welke uitdagingen en conflicten krijgen de personages te verduren? Wat is hun doel?
- Bijvoorbeeld Shakespeares Hamlet heeft een aantal problemen die hij moet oplossen: 1) Is de geest van zijn vader die hem vraagt om wraak te nemen betrouwbaar? 2) Hoe kan hij wraak nemen op zijn oom, omgeven door een hofhouding waar iedereen hem in de gaten houdt? 3) Hoe kan hij zijn neiging om alles te overdenken overwinnen en de moed opbrengen om de wraak die hij wilt nemen uit te voeren?
-
Bekijk of deze problemen worden opgelost. Soms worden problemen bijna aan het einde van een verhaal opgelost: de Death Star wordt vernietigd in Star Wars , de One Ring wordt vernietigd en Aragorn komt weer op de troon in The Lord of the Rings . Soms worden problemen wel opgelost, maar niet op de meest ideale manier. Hamlet bijvoorbeeld neemt zijn wraak en vervult de opdracht van de geest, maar om dat te bereiken vermoordt hij ook meerdere onschuldige mensen en moet hij het zelf ook met de dood bekopen. Het analyseren van de vraag of de personages hun doel hebben bereikt of niet en waarom, helpt je om de werken tijdens het examen te bespreken.
-
Haal een paar belangrijke uitspraken uit de teksten. Je hoeft belangrijke uitspraken of voordrachten niet uit je hoofd te leren, maar als je de strekking kunt weergeven, is dat erg nuttig wanneer je een tekst bespreekt.
- Als je bijvoorbeeld Pride and Prejudice van Jane Austen bestudeert, is het handig om te weten dat Mr. Darcy toegeeft dat hij zich met Elizabeths familiezaken heeft bemoeid wanneer je uitlegt waarom ze zo kwaad zijn op elkaar aan het begin van het boek (in dit geval omdat hij te trots is om toe te geven dat hij zich er niet in had moeten mengen en dat zij te bevooroordeeld is om toe te geven dat hij daar wellicht een goede reden voor had. Hiermee heb je de titel verklaard).
-
Maak gedetailleerde aantekeningen, onder andere van de hoofdthema’s van de tekst en de rol van alle personages. Bespaar niet op details! Als je opschrijft dat “de sfeer van Mary Shelley’s Frankenstein onheilspellend is,” heb je daar niet veel aan op een examen als je niet kunt omschrijven waarom het onheilspellend aanvoelt.
- Beschrijf zeer gedetailleerde momenten in de tekst. Die helpen je niet alleen om te onthouden wat er in een hoofdstuk gebeurt, maar dienen ook als ondersteuning wanneer je de tekst bespreekt op een examen.
- Kijk bijvoorbeeld naar dit citaat uit hoofdstuk 41 van Herman Melvilles Moby Dick, wanneer Ahab eindelijk de witte walvis heeft ingehaald: “He [Ahab] piled upon the whale’s white hump the sum of all the general rage and hate felt by his whole race from Adam down; and then, as if his chest had been a mortar, he burst his hot heart’s shell upon it.” [10] X Bron Deze beschrijving zegt veel meer dan “Ahab viel de walvis aan.” Het fragment benadrukt dat Ahab de walvis niet alleen aanvalt omdat hij zijn been heeft afgebeten, maar dat de walvis alle gruwelen belichaamt die de mensheid heeft ondergaan sinds Adam en Eva. Ahab wil de walvis ten onder laten gaan en is daarbij bereid zijn leven te geven, alsof zijn borst een kanon is waaruit een kanonskogel wordt afgeschoten.
-
Schrijf op welke symbolen je in de tekst tegenkomt en waar ze staan. Symbolisme is een geliefde beeldspraak van auteurs. Wanneer een bepaald element, zoals een kleur of een specifiek object, vaker terugkomt, is het waarschijnlijk een symbool dat iets belangrijks uitbeeldt.
- Bijvoorbeeld in Nathaniel Hawthornes roman The Scarlet Letter, is de “A” die Hester Prynne moet dragen als straf voor haar overspel een duidelijk symbool, maar haar dochter Pearl is ook een symbool. Net als de “A” is ook Pearl een herinnering aan haar overspel, een “teken van schaamte.” Hester kleedt Pearl vaak in mooie gouden en scharlakenrode jurken, waardoor ze fysiek met de letter en met Hesters misdaad wordt verbonden.
-
Zoek naar voorbeelden uit de context. Het helpt vaak om in je examen of essay te verwijzen naar belangrijke culturele of sociale kwesties die belangrijk waren in de tijd dat de tekst is geschreven. Gebruik cursusmateriaal, inleidingen van becommentarieerde uitgaves van de tekst en betrouwbare bronnen uit bibliotheekcatalogi. Baseer je niet op Wikipedia of je eigen kennis over een bepaalde geschiedkundige periode, want die informatie kan incompleet of onjuist zijn. [11] X Bron
- Als je bijvoorbeeld het verhaal The Yellow Wallpaper van Charlotte Perkins Gilman bestudeert, is het belangrijk om de positie van de vrouw in de 19e eeuw te bespreken. Gilman was een belangrijke feministische schrijver die zich in haar teksten tegen de traditionele sociale structuur van haar tijd afzette, namelijk dat de vrouw de rol van echtgenote en moeder hoort te vervullen en niets anders. Ze beargumenteert herhaaldelijk dat deze structuur voor mannen net zo schadelijk is als voor vrouwen. Dit is een interessant standpunt om te noemen tijdens een bespreking van haar werk, en wat je misschien niet had geweten als je alleen uitgaat van “algemene kennis” over het onderwerp.
Advertentie
-
Bepaal wat voor soort gedicht je voor je hebt. Soms is het soort gedicht, zoals een sonnet, sestina of haiku, van groot belang bij de bespreking ervan. Je kunt het type gedicht vaak bepalen door naar het rijmschema te kijken (de rijm aan het einde van elke regel) en het metrum (het aantal poëtische “versvoeten” van elke regel).
- Edna St. Vincent Millay beschrijft in haar gedicht I Will Put Chaos into Fourteen Lines hoe moeilijk het is om poëzie te schrijven. Als je weet dat dit gedicht de vorm heeft van een sonnet, terwijl het een sonnet beschrijft, kun je de bedoeling van het gedicht uitleggen: een beetje moderne “chaos” in een eeuwenoude en gebruikelijke poëtische vorm. Als je het klassieke Petrarchische rijmschema dat Millay gebruikt herkent en ziet dat veel regels in jambisch pentameter staan (wat betekent dat ze klinken als “ta-DAM ta-DAM ta-DAM ta-DAM ta-DAM”), dan weet je dat je te maken hebt met een sonnet.
- Veel eigentijdse dichters gebruiken vrij vers, maar dat betekent niet dat ze niet op de vorm van hun poëzie letten. Zoek naar stijlfiguren zoals alliteratie, assonantie, herhaling, enjambement (de manier van afbreken van versregels), en ritme in poëzie in vrij vers, zoals je zou doen bij meer traditioneel vormgegeven gedichten.
-
Identificeer de verteller en het publiek van het gedicht, indien mogelijk. Dit is met name belangrijk voor gedichten als dramatische monologen, waarin de verteller zeker niet als de dichter moet worden gezien. Felicia Hemans, Robert Browning en Alfred, Lord Tennyson, hebben allen dramatische monologen geschreven vanuit het gezichtspunt van personages die erg verschillen met hunzelf.
- Het kan moeilijker zijn om de verteller te identificeren in lyrische poëzie, zoals de gedichten van Wordsworth en John Keats, omdat dit soort gedichten meestal in de eerste persoon zijn geschreven, maar er wordt geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen de verteller en de dichter. Ook als gedichten voornaamwoorden gebruiken die naar de eerste persoon verwijzen, zoals “ik”, blijf dan toch de verteller “verteller” noemen, en niet “dichter”.
-
Schrijf op welke symbolen je tegenkomt en waar ze in het gedicht staan. Net als in prozateksten komt symbolisme in poëzie vaak voor. Zoek naar herhalingen, met name van kleuren of beeldspraak in de natuur.
- Bijvoorbeeld in het gedicht Tintern Abbey van William Wordsworth is eye een belangrijk symbool dat veel uitbeeldt, zoals de verbeelding van de dichter. Wordsworth speelt vaak met de overeenkomst in klank van eye en I , en brengt de twee concepten met elkaar in verband.
- Het Angelsaksisch episch gedicht Beowulf zit vol symbolisme. Een van de belangrijkste symbolen is de ontvangsthal Heorot, de enorme vergulde feestzaal van King Hrothgar. Heorot symboliseert eenheid, moed, hartelijkheid, veiligheid, voorspoed en beschaving. Wanneer Grendel Heorot binnenvalt en krijgers vermoordt die daar aan het slapen zijn, valt hij de Scyldings in al hun hebben en zijn aan.
-
Je hoeft de gedichten die je bestudeert niet uit je hoofd te leren. Zorg ervoor dat je de basisinformatie kent, zoals de structuur van het gedicht, de thema’s en het algemene idee of verhaal.
- Het kan handig zijn om een of twee belangrijke zinnen van een gedicht te onthouden, zodat je die als bewijs kunt gebruiken. Als je bijvoorbeeld het lange gedicht Leaves of Grass van Walt Whitman aan het bestuderen bent, kun je de korte zin “dismiss whatever insults your own soul; and your very flesh shall be a great poem” uit je hoofd leren. Dit korte citaat bevat veel van de inhoud van het hele gedicht en laat zien dat je hebt begrepen waar het om gaat.
-
Zoek naar de context van gedichten. Context is voor poëzie net zo belangrijk als voor fictie of drama. Als je weet wat de problematiek is die de dichter aankaart, kun je het doel van het gedicht misschien ook beter begrijpen.
- Contextuele informatie kan ook nuttig zijn om een verkeerde interpretatie van gedichten te voorkomen. Het is bijvoorbeeld belangrijk om te weten dat Shakespeares sonnetten niet aan een minnares zijn gericht, zoals in die tijd gebruikelijk was, maar de meeste van zijn sonnetten zijn geschreven aan “fair youth,” een rijke jongeman voor wie de dichter een diepe, mogelijk romantische, genegenheid voelde. [12] X Bron
Advertentie
-
Herlees passages die je niet begrijpt. Met name in poëzie wordt taal in een andere volgorde gebruikt dan normaal, om een grotere indruk op de lezer te maken. Dit kan in eerste instantie verwarrend zijn, maar door de passage langzaam en aandachtig te herlezen, zul je meer begrijpen. [13] X Bron
- Let op voetnoten en andere handreikingen. In edities voor studenten wordt vaak informatie toegevoegd in de vorm van voetnoten, definities van woorden en andere informatie die je kan helpen om de tekst te begrijpen. Lees die informatie! Het staat er niet voor niets en helpt echt om ingewikkelde passages te verhelderen.
-
Sla geen stukken over. Vooral in poëzie en drama is het belangrijk om alles te lezen. Als je bijvoorbeeld toneelaanwijzingen overslaat in een theaterstuk van Shakespeare, dan mis je cruciale informatie. In gedichten is het taalgebruik tot in detail overwogen en gestructureerd om een bepaald effect te bereiken, dus als je ook maar een of twee woorden mist, mis je misschien de betekenis van de hele tekst.
-
Lees passages hardop voor. Deze techniek is uitstekend geschikt voor poëzie en drama, maar ook om lange gecompliceerde passages van een roman te begrijpen, vooral wanneer het een roman à la Charles Dickens is, waarin zinnen soms de lengte van een alinea hebben. Door ze hardop te lezen, hoor je het ritme, alliteraties en herhalingen, aspecten die je kunt behandelen op je examen.
-
Maak geheugenkaartjes. Als je het moeilijk vindt om dingen te onthouden, kun je geheugenkaartjes maken. Soms helpt het om informatie over te zetten, zoals van je aantekeningen naar geheugenkaartjes, om de stof beter te kunnen onthouden.
- Geheugenkaartjes zijn vooral handig voor het uit je hoofd leren van literaire terminologie en de namen van personages. Ze zijn minder geschikt om ingewikkeldere informatie op te slaan in je geheugen.
Advertentie
Tips
- Gebruik een markeerstift om de belangrijkste punten te onderstrepen, zodat ze opvallen wanneer je ze leest.
- Lees de tekst zo vaak mogelijk.
- Zet je aantekeningen in een schema, in de vorm van een spindiagram of een mindmap (boomdiagram). Zo kun je belangrijke aantekeningen beter onthouden.
- Je kunt uitrekselboeken gebruiken, maar vertrouw er niet op als enige analysebron. Leraren kennen deze uitrekselboeken en zullen niet onder de indruk zijn van je analyse als je het niet zelf aanvult.
Advertentie
Waarschuwingen
- Lees niet alleen een samenvatting van het boek of de flaptekst. Lees de hele tekst.
- Leer de verhaallijn niet uit je hoofd. Het gaat erom dat je de verhaallijn kunt analyseren.
Advertentie
Bronnen
- ↑ http://literarydevices.net/stanza/
- ↑ http://literarydevices.net/irony/
- ↑ http://www.english.cam.ac.uk/classroom/terms.htm
- ↑ https://ebooks.adelaide.edu.au/f/fitzgerald/f_scott/gatsby/
- ↑ https://ebooks.adelaide.edu.au/m/mitchell/margaret/gone/chapter2.html
- ↑ http://etc.usf.edu/lit2go/115/the-poems-of-emily-dickinson-series-two/4460/nature-poem-24-the-snake/
- ↑ http://literarydevices.net/archetype/
- ↑ http://literarydevices.net/archetype/
- ↑ http://narrativefirst.com/articles/plot-points-and-the-inciting-incident
- ↑ http://americanliterature.com/author/herman-melville/book/moby-dick-or-the-whale/chapter-41-moby-dick
- ↑ http://teacherweb.com/WA/CloverParkHighSchool/MsSelby/What-to-Expect-on-the-AP-English-Literature-and-Composition-Exam.pdf
- ↑ http://hudsonshakespeare.org/Shakespeare%20Library/Poetry/Young%20Man%20sonnets.htm
- ↑ http://www.reading.ac.uk/web/files/deal/english_literature_study_tips_from_reading_university.pdf
Over dit artikel
Deze pagina is 3.888 keer bekeken.
Advertentie