Motorrijden

Wil je de wind in je haar voelen als je over de snelweg rijdt? Of heb je een midlifecrisis? Als je de juiste motor hebt gevonden en je hebt je rijbewijs, dan kun je dit artikel gebruiken om te beginnen aan je leven als motorrijder.

Methode 1

Methode 1 van 3:

Veiligheid en voorbereiding

Pdf downloaden

1
Leer welke veiligheidsmaatregelen je moet nemen. Motorrijden kan heel gevaarlijk zijn. Je moet weten hoe je veilig de weg op kunt om jezelf en andere verkeersdeelnemers niet te verwonden. Hier volgen een aantal basisvoorschriften:
- Draag beschermende kleding.
- Hou genoeg afstand tot andere weggebruikers.
- Hou je aan de maximumsnelheid en volg de snelheid van de rest van het verkeer.
- Controleer je motor regelmatig op veiligheid. Controleer regelmatig de volgende onderdelen van je motor op werking en slijtage: banden, wielen, hendels, pedalen, kabels, slangen, accu, koplamp, remlicht, richtingaanwijzer, spiegels, vloeistofniveaus (en mogelijke lekkages), frame, vering, ketting of riem, standaard. ^{[1]
  X
  Bron}
2
Lees de gebruiksaanwijzing van je motor. Raak vertrouwd met de verschillende onderdelen en met het gevoel van je motor op de weg en snelweg. Hier volgen een aantal belangrijke onderdelen en bedieningscomponenten:
- De gashendel in je rechterhandvat
- De remhendel aan de rechterkant van je stuur
- De koppelingshendel aan de linkerkant van je stuur
- Het schakelpedaal bij je linkervoet
- De meters voor snelheid en benzineniveau
3
Lees de informatie op de website van het CBR. Op de website van het CBR vind je allerlei informatie over motorrijden in Nederland en het rijbewijs dat daarvoor nodig is. ^{[2]
X
Bron} Controleer wat de regels zijn wat betreft:
- Verzekeringsvoorwaarden.
- De regels omtrent passagiers.
- Snelheidslimieten.
- Of motoren wel of niet zijn toegestaan op spitsstroken.
- Regels omtrent geluid
In Nederland moet je bij het CBR je theorie-examen doen en twee praktijkexamens. Er zijn drie verschillende categorieën motorrijbewijzen: A1, A2 en A. De categorie is afhankelijk van het type motor, je leeftijd en je ervaring. ^{[3]
X
Bron}

Advertentie

Methode 2

Methode 2 van 3:

Leren hoe je motor werkt

Pdf downloaden

Zorg dat er altijd iemand met ervaring en kennis van zaken bij is als je voor het eerst motor gaat rijden. Neem dus rijlessen bij een gerenommeerde rijschool.
2
Ga op je motor zitten. Het kan een beetje raar aanvoelen als je voor het eerst je been over de motor heen slaat. Probeer de volgende stappen:
- Balanceer jezelf door voorzichtig tegen de tank aan te leunen terwijl je je handen op de handvatten plaatst.
- Als je begint vanaf de linkerkant plaats je je hele gewicht op je linkerbeen. Ga nooit op je motor zitten vanaf de andere kant van de standaard. Als jouw motor een middenstandaard heeft kun je zelf kiezen vanaf welke kant je op je motor gaat zitten.
- Til je rechterbeen hoog op en sla je been over de motor. Als je je been hoog optilt weet je zeker dat je nergens tegenaan komt voordat je de andere kant van de motor bereikt. Ga nooit vanaf de achterkant op je motor zitten. ^{[4]
  X
  Bron}
Nu je op je motor zit moet je even de tijd nemen om te wennen aan het gewicht van de motor en het gevoel. Pas je spiegels aan indien nodig en kijk waar de voetsteunen zitten. Zoek uit waar de knoppen zitten voor de richtingaanwijzer, je toeter en je lampen.
Een rijinstructeur kan je precies uitleggen welke basisvaardigheden je nodig hebt om motor te rijden: hoe je moet starten, gas geven, gas minderen, schakelen, remmen, stoppen, parkeren en opnieuw starten. Als je deze vaardigheden wilt leren moet je eerst weten hoe je de motor bedient.
5
Leer hoe je gas geeft en remt. Met je rechterhand bedien je de gashendel en de voorrem. Met je rechtervoet bedien je de achterrem.
- Als je het handvat naar je lichaam toe draait geef je gas. Wees voorzichtig. Te veel gas kan gevaarlijk zijn en het kan een onbedoelde "wheelie" veroorzaken.
- Door de hendel met je rechterhand in te trekken bedien je de voorrem. Ook hier moet je voorzichtig mee zijn. Bij veel motoren kun je de rem bedienen met twee vingers, bij sommige motoren moet je je hele hand gebruiken.
- De achterrem is vooral nuttig bij situaties met weinig tractie, of als je langzaam rijdt. Bij een motor met veel gewicht aan de achterkant, zoals een cruiser, kan het wel effectief zijn om de achterrem te gebruiken. ^{[5]
  X
  Bron}
6
Leer hoe je je koppeling gebruikt. De hendel bij het linkerhandvat is de koppeling. Ook voor deze hendel geldt dat je de hendel kunt bedienen met twee vingers of met je hele hand.
- De koppeling bedient de verbinding tussen de motor en de versnelling. Door de hendel in te trekken ontkoppel je de verbinding tussen motor en versnelling. Door de hendel los te laten zijn de twee onderdelen weer met elkaar verbonden. Als je de hendel intrekt zet je je motor automatisch in neutraal, onafhankelijk van de versnelling waar je je in bevindt. Als je de koppeling loslaat zet je je motor in de door jou geselecteerde versnelling.
- Bedien de koppeling soepel en voorzichtig, net als bij de rem en de gashendel. ^{[6]
  X
  Bron}
7
Leer hoe je schakelt. Je schakelt op een motor door het schakelpedaal naar boven of onder te verplaatsen met je linkervoet.
- De meeste motoren volgen het patroon "1 naar beneden, 5 omhoog". Dus van boven naar beneden: 6e versnelling (indien aanwezig), 5e versnelling, 4e versnelling, 3e versnelling, 2e versnelling, NEUTRAAL, 1e versnelling.
- Het kan even duren voordat je hier aan gewend bent, dus oefen om de neutraalstand te vinden met je linkervoet. Bij neutraal zie je een groene "N" bij de snelheidsmeter.
- Schakel in deze volgorde: trek met je linkerhand je koppelingshendel in, schakel met je linkervoet, laat je koppeling opkomen.
- Als je je gas iets laat opkomen terwijl je je koppeling laat opkomen zul je vloeiender schakelen tussen de versnellingen. ^{[7]
  X
  Bron}
8
Start je motor. Moderne motoren hoeven niet meer aangetrapt te worden, ze starten elektrisch. Volg de volgende stappen om je motor te starten:
- Zet eerst de noodstopschakelaar in de "aan"-positie (de noodstopschakelaar is meestal een rode knop bij het rechterhandvat).
- Draai vervolgens je contactsleutel naar "ON". De meeste motoren voeren nu een zelfcontrole uit.
- Zorg dat de motor in neutraal staat. De groene "N" is te zien bij je meters.
- Trek de hendel van je koppeling in. Bij sommige motoren moet je dit doen om te kunnen starten.
- Druk op de startknop (de knop is meestal te herkennen aan een ronde pijl om een bliksemflits heen, je vindt de knop meestal onder de noodstopschakelaar). Als het goed is wordt de motor nu gestart. Bij sommige motoren moet je een klein beetje gas geven om de motor aan te krijgen.
- Wees geduldig terwijl de motor opwarmt. Als de motor is gestart kan het 45 seconden tot enkele minuten duren voordat je kunt gaan rijden. De motor moet eerst worden opgewarmd om veilig te kunnen rijden. ^{[8]
  X
  Bron}
Het kan heel gevaarlijk zijn als je dat vergeet. Bij een middenstandaard moet je de motor naar voren bewegen om deze in te klappen. Als je standaard is ingeklapt hou je jezelf en de motor recht met je tenen. Nu ben je klaar om te gaan rijden.

Advertentie

Methode 3

Methode 3 van 3:

De praktijk

Pdf downloaden

Doe dit altijd onder begeleiding van een betrouwbare rijinstructeur.
2
Begin langzaam, oefen de basis van het gas geven en remmen in de eerste versnelling. Onthoud dat je daarvoor het volgende moet doen:
- Trek de koppelingshendel in.
- Duw het schakelpedaal naar beneden met je voet, naar de eerste versnelling.
- Laat je koppeling voorzichtig opkomen.
- Geef een beetje gas om te voorkomen dat de motor afslaat.
- Nu voel je dat je motor naar voren beweegt. Zet beide voeten op de voetsteunen als je genoeg vaart hebt. Gefeliciteerd! Je rijdt op een motor! Voordat je vertrekt met de noorderzon moet je eerst even de remmen controleren.
3
Manoeuvreer je motor met een techniek die bekend staat als tegensturen.
- Als je een snelheid van 16 km/u hebt bereikt druk je tegen het handvat aan de kant waarnaar je wilt sturen. Als je naar rechts wilt sturen leun je een beetje naar rechts terwijl je het rechterhandvat van je lichaam af duwt.
Als je eenmaal gewend bent aan het rijden op lage snelheden is het tijd om naar hogere versnellingen te schakelen. Ook dit moet je zo vloeiend mogelijk doen. Daar is ervaring en spiergeheugen voor nodig.
Als je eenmaal gewend bent aan het motorrijden op parkeerplaatsen zal je rijinstructeur je meenemen naar de openbare weg om te wennen aan rijden op plekken waar wel verkeer is. ^{[9]
X
Bron}

Advertentie

Tips

"Waar je naar kijkt is waar je naartoe gaat." Kijk niet naar de grond, want dan zul je eerder vallen. Als er iets op de weg ligt kun je beter kijken naar waar je naartoe wilt dan naar het object zelf, want dan zul je het eerder raken. Het is natuurlijk altijd goed om te weten wat er om je heen is, maar het is gevaarlijk om lang te kijken naar iets dat zich niet in je rijrichting bevindt.

Advertentie

Waarschuwingen

Motorrijders lopen meer risico op verwondingen en zelfs de dood. Bereid jezelf goed voor en lees alle mogelijke informatie over veiligheid.
Leren motorrijden moet altijd onder begeleiding van een ervaren rijinstructeur gebeuren.

Advertentie

[1]

[2]

[3]

[4]

[5]

[6]

[7]

[8]

[9]

Aanmelden

Motorrijden

Stappen

Veiligheid en voorbereiding

Leren hoe je motor werkt

De praktijk

Tips

Waarschuwingen

Gerelateerde artikelen

Bronnen

Over dit artikel

Was dit artikel nuttig?

Gerelateerde artikelen

Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief van wikiHow!

Volg ons

Delen

Explore Categories