Pdf downloaden Pdf downloaden

Motor leren rijden kan heel leuk zijn. De beste manier om het goed te leren is om het veilig en gecontroleerd te doen. Zorg altijd voor goede veiligheid en voor een veiligheidsuitrusting die past bij het soort motorrijden dat je gaat doen. Beginners kunnen een veiligheidscursus voor motorrijders doen waarmee ze leren om een goede rijder te zijn.

Deel 1
Deel 1 van 3:

De juiste uitrusting pakken

Pdf downloaden
  1. De motorhelm is voor de motorrijder het meest belangrijke stuk uitrusting. Hij beschermt je hoofd tegen letsel als je met je motor tegen de vlakte gaat. De helm moet goed passen en je blikveld intact laten. Wat voor jou de beste helm is, is iets persoonlijks. [1]
    • Om goed beschermd te zijn, neem je een motorhelm die aan de geldende veiligheidsstandaarden voldoet. Het hoeft, om je hoofd behoorlijk te kunnen beschermen, niet de duurste helm te zijn. Elke motorhelm die voldoet aan de standaard van de DOT (U.S. Department of Transportation) of ECE (Economic Commission for Europe), is ontworpen om je hoofd te beschermen bij een ongeluk. Deze twee standaarden zijn uitvoerig getest op de vereiste veiligheidsstandaarden voor het rijden op de openbare weg. Andere veiligheidskenmerken verhogen je bescherming en comfort verder. Sommige motorrijders dragen graag een Snell helm, omdat die voldoen aan nog hogere veiligheidsvereisten (zoals vastgesteld door de non-profit organisatie Snell Memorial Foundation ), waaronder het functioneren bij hogere snelheden en op ruigere ondergrond.
    • Laat je, om de juiste maat te vinden, een helm aanmeten in een winkel die gespecialiseerd is in motoruitrusting. Je kunt ook jezelf met een meetlint opmeten door ongeveer anderhalve centimeter boven je wenkbrauwen rond je hoofd te meten. Vergelijk jouw meting met de matentabel van het merk dat je wilt kopen. Let op dat elk merk verschillend meet, dus kijk naar de tabel van elk merk dat je overweegt.
    • Pas de helm om de juiste maat te vinden. Bij de juiste maat zit de opening voor de ogen net boven je wenkbrauwen en past er net een vinger tussen je hoofd en de helm. Je helm moet precies passen om je hoofd goed te kunnen beschermen. Verschillende helmen passen op verschillende hoofden. Als jouw helm de juiste maat heeft, maar toch niet lekker zit, moet je een andere overwegen. Kijk, voor de beste bescherming naar integrale of modulaire helmen.
  2. Een motorjack beschermt je romp, inclusief je vitale organen, bij een ongeluk. Motorjacks zijn gemaakt van leer of van synthetisch materiaal zoals Kevlar. Zoek naar een jack met een pantser dat ook een klap kan opvangen. Als het jack een CE (Certified European) merk heeft, voldoet het aan de certificatiestandaarden voor verkoop in Europa.
    • Een motorjack past goed als het strak om de romp zit en je armen vrij kunnen bewegen. Vraag je af in welke weersomstandigheden je het jack op de motor zult gebruiken, zodat het gewicht en de kenmerken voldoen aan je behoeftes. Jacks voor warmer weer, bijvoorbeeld, hebben meer ritsen en ventilatie om de luchtstroom rond het lichaam te kunnen regelen.
    • Als je gaat voor een leren jack, zorg er dan voor dat het specifiek voor motorrijden is. Gewone leren jassen zijn niet gemaakt om je te beschermen.
    • Naast bescherming bieden jacks ook bescherming tegen het weer, zoals zon, wind, regen en kou. Comfort houdt je scherp en maakt de rit plezieriger.
  3. Beiden zorgen voor meer veiligheid en comfort tijdens een rit. Laarzen beschermen je voeten en enkels. Handschoenen beschermen je handen. Een broek beschermt je heupen en benen.
    • Je voeten kunnen het tijdens een rit flink te verduren krijgen, dus bescherm ze goed. Goede motorlaarzen vallen over je enkels en hebben antislipzolen en een metalen neus. Doe de pak-hiel-en-neus-en-draai-test om te zien hoe je laars het bij een ongeluk doet. Hoe moeilijker het is om te draaien, des te meer bescherming biedt de laars bij een ongeluk.
    • Het doel van handschoenen is het verminderen van letsel doordat je door insecten en rondvliegende rommel wordt geraakt, maar ook het warmhouden van je vingers. Koop een paar dat maximale grip geeft. Kijk uit naar het type met borging rond de pols. Dit is ontworpen om de handschoenen in een ongeluk om je handen te houden. Kevlar handschoenen houden je vingers bewegelijk en zijn tegelijk sterk en absorberend.
    • Broeken worden vaak over het hoofd gezien. Spijkerbroeken zijn vooral gemaakt voor stijl en niet voor functionaliteit; daarom gaan ze meestal kapot bij een val. Je kunt beter een broek kiezen die van hetzelfde materiaal als je jack is gemaakt. Ze zijn ontworpen om de destructieve krachten van een ongeluk te weerstaan.
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 3:

Leren rijden

Pdf downloaden
  1. Een cursus geeft je de beste instructie om een goede en veilige rijtechniek aan te leren. Het is een goed startpunt voor alle beginnende motorrijders.
    • Beginnende motorrijders met weinig of geen ervaring kunnen basislessen nemen. De overheid biedt geen basislessen aan, maar particuliere rijscholen doen dat wel. [2]
    • Als je les neemt krijg je een motor ter beschikking als je die zelf niet hebt. Op de motorrijcursus leer je ook de eerste beginselen van het omgaan met de motor en over veiligheid.
    • Veel cursussen bestaan uit een theorie- en praktijkdeel, met het rijexamen voor je rijbewijs als sluitstuk.
  2. Zorg ervoor dat je voordat je gaat rijden, bekend bent met de bediening. Als je eenmaal rijdt zul je snel moeten denken, en als je niet bekend met de bediening kan dat gevaarlijk zijn.
    • De handkoppeling zit normaal gesproken bij het linkerhandvat en wordt gebruikt om de kracht van het achterwiel te halen tijdens het schakelen.
    • Het schakelpedaal bevindt zich meestal bij je linkervoet en wordt gebruikt om een versnelling omhoog of omlaag te gaan, terwijl je de koppeling intrekt.
    • De gashendel zit op het rechterhandvat en wordt gebruikt om gas te geven en te versnellen. De handrem, waarmee het voorwiel geremd wordt, zit bij het rechterhandvat.
    • Het pedaal aan de rechterkant van de motor bij je voet, bedient de achterrem.
    • Meestal geldt de regel dat de linkerkant van je motorfiets de versnellingsbak bedient en de rechterkant het sneller of langzamer gaan.
  3. Om goed op je motor te gaan zitten, ga je er links voor staan. Pak het linker handvat en zwaai je rechterbeen over de zitting. Zet je voeten stevig op de grond.
    • De beste manier om te snappen hoe een motor werkt is door erop te gaan zitten en langs alle functies te lopen voordat je hem start.
    • Krijg gevoel bij hoe je op de motor zit. Pak de handvaten, de koppelings- en remhendel. Zorg ervoor dat je makkelijk bij deze hendels kunt. Je armen moeten als je de hendels pakt een beetje gebogen zijn bij de elleboog. Schakelaars moeten ook binnen handbereik zijn.
    • Zorg ervoor dat je je voeten makkelijk op de grond kunt zetten. Voel het gewicht van de motor onder je. Verder moet je kunnen schakelen zonder je voet van de steun te hoeven halen. [3]
  4. De koppeling wordt gebruikt bij het schakelen. Als je de koppeling inknijpt, loopt de motor vrij van de versnellingsbak, waardoor je van versnelling kunt veranderen. [4]
    • Zie je koppeling als een dimmer voor het licht. Het is geen aan/uit-schakelaar, maar je knijpt hem geleidelijk in of laat hem weer opkomen, zodat je motor niet afslaat.
    • Zet de motor, als je start, in de eerste versnelling door de koppeling in te knijpen en het schakelpedaal met je linkervoet naar beneden te duwen. Misschien moet je een paar keer duwen. Je weet dat je in z'n 1 staat als je geen weerstand meer voelt en je door alle versnellingen heen bent.
    • De meeste motoren hebben een '1 naar beneden, 5 omhoog'- patroon van versnellingen. Dit patroon betekent 1e versnelling, neutraal, 2e versnelling, 3e versnelling enz. Terwijl je schakelt zie je het bijbehorende nummer op je dashboard oplichten.
    • Schakel terwijl je rijdt door eerst met je linkerhand de koppeling in te trekken om het achterwiel vrij te laten lopen. Laat het gas los, terwijl je de koppeling inknijpt. Zonder gas zal je motor niet bokken als je de koppeling weer laat opkomen. Schakel met je linkervoet. Doe rustig aan met het gas om de overgang netjes te laten verlopen. Laat tenslotte de koppeling weer opkomen, zodat het achterwiel weer aangedreven wordt.
  5. Knijp de koppeling in en kijk waar de uit-schakelaar zich bevindt. Dit is meestal een rode schakelaar op het rechterhandvat. Zet hem in de 'aan'-positie. Je hoeft de meeste moderne motorren niet aan te trappen, maar als je een ouder model hebt moet dat misschien wel. De kickstarter, als je die hebt, zit achter de voetsteun aan de rechterkant van je motor. [5]
    • Draai je sleutel naar 'start'- positie en let erop dat alle lampjes en meters functioneren.
    • Zet je motor in de vrijstand. Dit gaat het gemakkelijkst door eerst naar beneden naar de 1e versnelling te schakelen en dan één keer omhoog. Kijk of de 'N' op je meter brandt.
    • Druk met je rechterduim op de startknop. Die bevindt zich meestal onder de uit-schakelaar. Op startknoppen staat vaak een ronde pijl met een bliksemschicht in het midden.
    • Laat je motor, zodra hij aanslaat, ongeveer 45 seconden opwarmen om hem goed te laten draaien.
    • Knijp met je voeten plat op de grond de koppeling in. Rol je voeten naar achteren op je hielen en herhaal dit totdat je een goed gevoel voor de koppeling hebt.
  6. Begin met je voeten voor je op de grond. Laat de koppeling langzaam opkomen, totdat de motor zichzelf vooruit begint te trekken.
    • Loop – met alleen gebruik van de koppeling – de motor vooruit en houd hem met je voeten in balans.
    • Herhaal dit totdat je de motor overeind kunt houden als je je voeten van grond haalt. Je wilt een goed evenwicht op je motor hebben.
    Advertentie
Deel 3
Deel 3 van 3:

Rijden op je motorfiets

Pdf downloaden
  1. Zodra de motor loopt en is opgewarmd kun je gaan rijden. Dit doe je door naar de 1e versnelling te schakelen en de koppeling op te laten komen, terwijl je gas bij geeft. [6]
    • Zorg er voor dat de zijstandaard niet uit staat.
    • Laat de koppeling langzaam opkomen, totdat de motor vooruit begint te rollen.
    • Misschien moet je een beetje gas bij geven om te voorkomen dat je motor afslaat, terwijl je de koppeling op laat komen.
    • Versnel, zodra je vooruit gaat, een beetje en zet je voeten op de voetsteunen.
    • Probeer in een rechte lijn te rijden. Als je de koppeling laat opkomen en een beetje gas geeft om wat sneller te gaan, blijf je in een rechte lijn rijden. Als je klaar bent om te stoppen, knijp je de koppeling in en rem je voorzichtig met zowel de voor- en achterrem. Gebruik je linkervoet om de motor in evenwicht te houden als je stopt. Zet, als je stilstaat, ook je rechtervoet op de grond.
  2. Oefen het schakelen . Als je in een rechte lijn kunt rijden, probeer dan gevoel te krijgen bij het schakelen. Zoek de 'frictie zone'. Dat is het gebied met weerstand dat ontstaat als de koppeling opkomt. Dit stukje zorgt voor het overbrengen van de kracht uit de motor naar het achterwiel. Versnellingsbakken op motorfietsen zijn sequentieel, dat wil zeggen dat je in een vast volgorde door de versnellingen schakelt, of dat nu omhoog is of omlaag. Het vraagt een beetje oefening om te voelen en te horen wanneer het tijd is om te schakelen. De motor draait meer toeren per minuut als het tijd wordt om te schakelen. [7]
    • Schakel, terwijl je motor loopt, helemaal naar beneden naar de 1e versnelling. Je weet dat je in de 1e versnelling bent als het pedaal niet meer omlaag klikt. Je moet een klik horen als je naar z'n 1 schakelt.
    • Laat de koppeling langzaam opkomen totdat de motor vooruit begint te rijden. Geef terwijl je koppeling laat opkomen wat gas bij als je sneller wilt gaan.
    • Om naar z'n 2 te gaan, knijp je de koppeling in, laat het gas los en klik met je schakelpedaal stevig omhoog om door neutraal heen te gaan. Let erop dat het neutraal-lampje niet brandt. Laat de koppeling opkomen en geef gas bij. Doe hetzelfde om naar hogere versnellingen te schakelen.
    • Je hoeft na de 2e versnelling niet zo stevig meer omhoog te klikken, omdat je nu niet meer door neutraal heen hoeft.
    • Om naar beneden te schakelen, laat je het gas los en rem je een beetje bij. Knijp de koppeling in en duw het schakelpedaal naar beneden. Dan laat je de koppeling opkomen.
    • Zodra je de slag van het omlaag schakelen te pakken hebt, kun je stoppen terwijl je in z'n 2 staat. Als je dan stilstaat, schakel je weer omlaag naar 1.
  3. Net zoals op een fiets wordt een motorfiets vanaf ongeveer 15 km per uur gestuurd door tegen te sturen. Duw het handvat aan de kant die je op wilt draaien naar beneden. Kijk voor je en in de bocht.
    • Denk eraan om snelheid te verminderen, als je de bocht ingaat. Rem niet in de bocht. Laat het gas los en rem indien nodig voordat je de bocht ingaat.
    • Kijk vooruit en kijk door de bocht heen. Duw op het handvat aan de kant die je op wilt gaan. Houd het gas voorzichtig vast om op gang te blijven, terwijl je door de bocht glijdt.
    • Kijk, terwijl je snelheid vermindert, naar het einde van de bocht. Je motor zal je ogen volgen. Zoek een punt aan het einde van de bocht om op te mikken en houd je ogen erop gericht. Kijk nooit naar de grond in een bocht. Hoewel het raar aanvoelt en je eigenlijk naar de bocht wilt kijken, is dit erg gevaarlijk en kan er toe leiden dat je de bocht niet goed kunt afmaken.
    • Duw aan de kant die je op wilt gaan. Als je linksaf wilt, duw je jezelf weg van de rechterkant van het stuur. Hierdoor gaat de motor naar links hangen. Ga meehangen en geef een beetje gas om iets te versnellen. Als je uit de bocht komt, houdt je het gas vast en geef een klein beetje bij terwijl je weer rechtop gaat zitten. Laat de motor zichzelf oprichten en trek niet aan het stuur.
  4. Tenslotte, nu je geoefend hebt met starten, schakelen en het bochtenwerk, is het tijd om te leren hoe je vaart vermindert en stopt. Denk eraan dat de hendel aan de rechterkant van het stuur de voorrem bedient en het pedaal bij je rechtervoet de rem op het achterwiel. Normaal gesproken begin je met je voorrem en gebruik je de achterrem om bij de remmen en te stoppen. [8]
    • Als je helemaal wilt stoppen, kun je het beste met je voorrem beginnen en bijremmen met je achterrem als je als langzamer gaat.
    • Let er op dat je omlaag schakelt, terwijl je langzamer gaat rijden. Je hoeft niet altijd helemaal naar z'n 1. Je kunt ook omlaag schakelen naar de 2e versnelling en stoppen voordat je naar 1 schakelt.
    • Knijp de koppeling in als je remt en omlaag schakelt.
    • Houd druk op zowel je voor- als achterrem als je snelheid vermindert en begint te remmen. Let op dat je geen gas geeft. Dit kan makkelijk gebeuren omdat je je hand naar voren moet rollen om bij de voorrem te kunnen.
    • Voer de druk op de remmen langzaam op en rem niet voluit, omdat de motor hierdoor te snel kan stoppen en gaan schokken.
    • Houd zodra je bent gestopt de voorrem ingeknepen en zet je voeten stevig op de grond. Eerst je linkervoet, daarna je rechtervoet.
    Advertentie

Tips

  • Vind een vriend die al kan rijden. Hij of zij kan je helpen wat te doen.
  • Leer je motorfiets kennen. Zorg er voor dat je alle bedieningen kunt vinden en dat je overal goed bij kunt zonder naar beneden te hoeven kijken. Dit is erg belangrijk. Je kunt niet elke keer dat je schakelt je ogen van de weg halen.
  • Draag altijd beschermende kleding. Helm, handschoenen, oogbescherming, hoge schoenen.
  • Vind een open ruimte om te oefenen. Lege parkeerplaatsen werken goed.
  • Oefen als je net begint niet in drukke gebieden met verkeer. Zet pylonen op straat, zodat je kunt oefenen om ervoor te stoppen.
Advertentie

Waarschuwingen

  • Rijd nooit op een motor als je onder invloed bent.
  • Rijd nooit op een motor zonder goede bescherming.
  • De meeste motorrijders krijgen op een gegeven moment met een val te maken. Motorrijden is gevaarlijk en kan serieus letsel opleveren. Gebruik altijd de juiste techniek.
Advertentie

Benodigdheden

  • Motorhelm
  • Handschoenen
  • Oogbescherming
  • Hoge, stevige schoenen
  • Een motorfiets (bij voorkeur een kleintje)

Over dit artikel

Deze pagina is 22.451 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie