Steken andere mensen weleens de draak met je omdat je te naïef bent? Ben jij het slachtoffer geworden van oplichting via e-mail, waarbij je je aangemeld hebt voor een dubieuze dienst omdat je te lief was om nee te verkopen? Heb je de neiging om alles wat mensen zeggen voor waar aan te nemen? Zo ja, dan is het misschien nodig om eraan te werken om niet steeds zo goedgelovig te zijn. Hoewel het een goede eigenschap is om goed van vertrouwen te zijn, wil je niet dat jouw vertrouwen in de mens je in netelige situaties doet belanden. Als je eraan wilt werken om minder goedgelovig te zijn, dan is het belangrijk om kritischer te denken en je informatiebronnen in twijfel te trekken.
Stappen
-
Maak grote beslissingen niet overhaast. Als je grote beslissingen overhaast maakt, kan dat gevolgen hebben waar je later spijt van krijgt. Sommige mensen maken van dit tact gebruik om mensen over te halen toezeggingen te doen zonder de consequenties van die toezeggingen helemaal te begrijpen—een tactiek die veel gebruikt wordt door makelaars, mogelijke werkgevers en zelfs partners. Een spontane beslissing is doorgaans een slecht doordachte beslissing
- Maak je beslissingen niet op basis van wat een iemand vindt, puur en alleen omdat jij bang de verkeerde beslissing te maken. Als je besluiteloos bent, dan zullen mensen die iets van jou willen dat tegen je kunnen gebruiken. Ze zullen je verzekeren dat je de juiste beslissing maakt. Waarom twijfel je überhaupt nog? Maar als iemand er bang voor is dat jij liever op een second opinion wacht, liever zelf nog wat onderzoek doet, of liever je opties nog eens doorneemt… dan is dat een waarschuwingssignaal.
- Pas op voor FOMO (Fear Of Missing Out; de angst om iets belangrijks/leuks te missen). FOMO kan betekenen dat jij bang bent dat als je nu niet handelt, dat je een kans mist die zich nooit meer voor al doen. De kans is echter groot dat dit niet het geval is.
- Weet dat mensen die je proberen snel tot een beslissing te dwingen, in plaats van je de tijd geven een weloverwogen keuze te maken, dat meestal doen omdat ze juist helemaal niet willen dat jij zelf op onderzoek uitgaat. Ze willen natuurlijk niet dat jij ziet dat ze luchtkastelen verkopen.
-
Wees sceptischer. Hoewel je misschien niet een complete scepticus wilt worden om te voorkomen dat je goedgelovig bent, is het waarschijnlijk wel verstandig om situaties iets kritischer te benaderen als je de neiging hebt om te naïef te zijn. Of je broer je nu een verhaal vertelt over je buurman of een telemarketeer je een aanbieding op je telefoonabonnement probeert aan te bieden, doet er niet toe—het gaat erom dat je op je hoede bent. Stel jezelf en de persoon naast je de vraag of de informatie die je krijgt mogelijkerwijs zou kunnen kloppen.
- Oké, in sommige sociale situaties is dit misschien wat vervelender dan het zou zijn als jij erg inschikkelijk was en overal maar in meeging. Het zal je er echter wel van weerhouden goedgelovig te zijn.
- Als je nieuwe informatie verneemt, vraag jezelf dan af hoe goed je de bron kunt vertrouwen, hoe groot de kans is dat de informatie klopt, en welke tegenargumenten je kunt bedenken om het tegendeel te bewijzen.
-
Laat mensen hun best doen om jouw vertrouwen te verdienen. Je hoeft natuurlijk niet helemaal wantrouwend te worden om minder naïef te kunnen zijn. Echter, als je minder goedgelovig wilt zijn, dan kun je natuurlijk niet jan en alleman vertrouwen. Leer mensen eerst kennen en bouw een band met ze op, of dat nu met een collega is of met een nieuwe vlam. Mensen zich aan jou te laten bewijzen, in plaats van alles dat ze zeggen klakkeloos over te nemen, getuigt van sterk kritisch denkvermogen.
- Mensen die goedgelovig zijn hebben de neiging om iedereen die hen informatie verschaft te vertrouwen, zeker als ze diegenen als ouder en wijzer beschouwen. Laat iemands leeftijd of autoriteit je echter niet om de tuin leiden om iets te geloven dat niet waar is. Mensen moeten zichzelf eerst aan jou bewijzen, ongeacht hun leeftijd.
- Als je mensen van meet af aan al begint te vertrouwen, dan is de kans groot dat ze misbruik van je zullen maken. Ze zouden je kunnen overhalen om iets te doen dat helemaal niet goed voor je is.
-
Trek niet te snel conclusies. Als je minder goedgelovig wilt zijn, dan mag je pas conclusies trekken als je alle feiten kent. Dat je docent een dag niet op school geweest is, hoeft nog niet te betekenen dat hij ontslagen is—ook niet als je beste vriend beweert van wel. Dat je baas deze week extra leuk tegen je was, hoeft nog niet te betekenen dat je binnenkort promotie zult maken. Zorg ervoor dat je alle informatie verzamelt die je nodig hebt alvorens tot conclusies te komen.
- Mensen die goedgelovig zijn willen soms niet de tijd nemen om erachter te komen of iets echt waar is of niet. Dit is echter precies wat je juist wel moet doen als je wilt voorkomen dat je in de val trapt.
-
Vermijd alles wat te mooi lijkt om waar te zijn. Feit is nu eenmaal dat als iets te mooi lijkt om waar te zijn, dat dat waarschijnlijk ook zo is. Of de prins op het witte paard je nu probeert het hof te maken of je vriend je vraagt om te investeren in een bedrijf dat je “gegarandeerd” geld op zal leveren, trek elke situatie die al je problemen op zal lossen in twijfel voordat je erin stapt. Als je het gevoel hebt dat de ultieme kans voor het oprapen ligt, dan is de kans groot dat er een addertje onder het gras schuilt. [1] X Bron
- “Voor niets gaat de zon op” is een waarheid als een koe. Als je een geweldige kans aangeboden krijgt, dan zul je er waarschijnlijk iets voor moeten doen. Er is niemand die je gewoon een grote pak geld wil geven, of een fantastisch cadeau, of een stuk land—in ieder geval niet zonder daar iets voor terug te willen.
- Stel jezelf de volgende vraag: “Hoe haalt die andere persoon voordeel uit deze situatie?” Als iemand je een cadeaubon aanbiedt, wat is dan zijn/haar drijfveer? Zou hij/zij dit echt uit de goedheid van zijn/haar hart doen?
-
Weet dat goedgelovigheid zo zijn evolutionaire voordelen heeft. Hoewel het bewonderenswaardig is om eraan te werken minder goedgelovig te zijn, dien je te weten dat goedgelovigheid helemaal zo slecht nog niet is. Sterker nog, de Britse etholoog Richard Dawkins stelt dat goedgelovigheid ons als kinderen helpt te overleven. Het is de goedgelovigheid die jou je ouders doet geloven als ze je zeggen dat je niet naar buiten mag omdat daar enge monsters zijn, of als ze je zeggen dat je niet bij de sloot mag spelen omdat de boeman daar zit. Tot op zekere hoogte zorgt dit type denken ervoor dat je in leven blijft. [2] X Bron
- Dit betekent overigens niet dat je je goedgelovigheid voort moet zetten, maar dat je goedgelovigheid je niet hoeft te frustreren. De kans is groot dat je goedgelovigheid je vaker van dienst geweest is dan je zelf denkt.
-
Denk niet dat anekdotisch bewijs altijd de waarheid bewijst. Mensen die goedgelovig zijn hebben de neiging om één verhaal over een bepaald fenomeen aan te horen en dat vervolgens als bewijs te zien voor een grotere waarheid. Maak geen overhaaste generalisaties op basis van een verhaal dat je gehoord hebt. Slijp je kritisch denkvermogen aan door zo veel mogelijk over situaties aan de weet te komen voordat je voor jezelf bepaalt of iets waar is of niet. Hoewel verhalen je kunnen helpen bepaalde situaties beter te begrijpen, en ze statistieken en grote kwesties in een menselijkere context kunnen plaatsen, mogen ze onder geen beding je enige informatiebron zijn.
- Stel dat een vriend van je het volgende zegt: “Ik zou geen Volvo nemen. Mijn nicht heeft een Volvo, maar die staat vaker bij de monteur dan voor de deur. Je kunt beter een Golf nemen.” Hoewel hij misschien een waarheid over iemands ervaringen met Volvo met je deelt, hoeft dat nog niet te betekenen dat dat voor alle Volvo’s opgaat.
Advertentie
-
Beoordeel de betrouwbaarheid van de bron. Zo veel mogelijk informatie inwinnen over een bepaalde situatie kan je helpen minder goedgelovig te worden. Je kunt dit doen door de betrouwbaarheid van de bron waar je de informatie haalt te beoordelen. Of je nu een krantenkop leest of een beruchte roddel hoort, vraag jezelf af of de informatiebron een goede reputatie heeft en/of collegiaal getoetst wordt, of dat de bron je juist al eens eerder misleid heeft. Je kunt niet alles geloven dat je hoort of leest op het internet. Als je dat wel doet, dan zul je een van die mensen worden die denken dat de nieuwsberichten van De Speld op de waarheid berusten.
- Als je een online nieuwsbericht leest, kijk dan waar de informatie vandaan komt. Doe een beetje onderzoek naar de krant of het tijdschrift, kijk hoe lang het al bestaat, wie eraan bijdragen en of het een academische en/of gerenommeerde bron is.
- Kijk of de bron een autoriteit op het gebied is. Als je neef je probeert te overtuigen om een bepaalde auto te kopen terwijl hij zelf geen rijbewijs heeft, dan bestaat de kans dat hij geen idee heeft waar hij het over heeft.
-
Ga op zoek naar bewijs. Voordat je iets gelooft of iets beslist, dien je er zeker van te zijn dat je goed en grondig naar bewijs gezocht hebt. Neem niet klakkeloos over wat je vriend je zegt, maar onderzoek de situatie door betrouwbare bronnen door te pluizen op internet, door de plaatselijke bibliotheek te bezoeken, of door experts op het gebied te vragen of het inderdaad klopt. Mensen die goedgelovig zijn, zijn vaak ook lui—ze denken dat het minder gedoe is om gewoon aan te nemen wat anderen hen te zeggen hebben in plaats van hun best te doen om zelf op onderzoek uit te #* Als je de waarheid over academische materie wilt achterhalen, zorg er dan voor dat je een collegiaal getoetst vakblad leest, zodat je zeker weet dat de bron betrouwbaar is. Je wilt je academische informatie niet van iemands persoonlijke blog halen, tenzij diegene een gerespecteerd academicus is.
- Tegenwoordig wordt de bibliotheek ondergewaardeerd als bron van informatie. Als je er gebruik van wilt maken maar je je daar een beetje verlegen om voelt, dan kun je de bibliothecaris vragen hoe je die informatie op kunt zoeken.
-
Geef toe dat je niet alles weet. In het reine komen met het feit dat jij, net zoals de rest van de wereld, nog een hoop te leren hebt, is ook een goede manier om minder goedgelovig te zijn. Als je net doet alsof je alles weet en alles wat je leest of hoort domweg als waarheid accepteert, dan zul je je leven blijven leiden zonder ooit je eigen opvattingen te betwisten. Door toe te geven dat je bijvoorbeeld niet zo veel van politiek weet bereik je veel meer. Het kan je helpen inzien dat je tante’s ongenuanceerde argumenten over Geert Wilders wellicht niet zo overtuigend zijn als je eerst dacht.
- Toegeven dat je niet alles weet wat er te weten valt getuigt van nederigheid. Dit is de eerste stap die je moet zetten om een kritischere denker te worden en te begrijpen dat argumenten vaak een stuk ingewikkelder zijn dan ze op het eerste gezicht lijken.
- Hoewel je aan jezelf moet toegeven dat je niet alles weet, hoef je dat niet al te gretig met anderen te delen. Als je bijvoorbeeld een auto wilt kopen, dan is het niet verstandig om de autoverkoper te zeggen dat je niets over auto’s weet. Als je namelijk wel laat blijken dat je ergens niet veel over weet, dan wordt de kans dat mensen misbruik van je zullen maken een stuk groter.
-
Lees meer. Mensen die informatie vergaren zijn altijd aan het lezen en leren. Ze halen hun nieuws niet slechts uit één bron, en lezen ook niet alleen de boeken van een select aantal schrijvers. Ze zijn altijd op zoek naar nieuwe kennis, of ze nu uit de nieuwe roman van Arnon Grünberg lezen of uit de Quest. Ze zijn onverzadigbaar, omdat ze weten dat overal veel meer achterzit dan de eerste indruk doet vermoeden, en zijn altijd vastberaden om te ontdekken wat dat precies is.
- Ruim elke dag, of in ieder geval elke week, wat tijd in om te lezen. Je kunt het systematisch aanpakken en zo veel mogelijk aan de weet komen over geologie of hedendaagse poëzie, maar je kunt ook gewoon lezen wat je die week interessant lijkt. Het belangrijkste is dat je een honger naar kennis ontwikkelt en de zoektocht naar kennis nooit of te nimmer staakt; blijf de wereld om je heen verkennen en ontdekken.
- Als mensen weten dat jij belezen en bij de tijd bent, dan zullen ze je minder snel proberen voor de gek te houden of in de val te laten lopen.
-
Schroom niet om vragen te stellen. Als je minder goedgelovig wilt zijn, dan kun je dat door zo veel vragen te stellen als je nodig hebt om de situatie volledig te begrijpen. Of je nu overweegt om een nieuwe auto of een huis te kopen, of dat je oudere broer of zus je uitlegt wat de beste manier is om je haar te verven, het is belangrijk om zo veel mogelijk informatie te vergaren voordat je een beslissing maakt of het met iemand ergens over eens wordt. Veel mensen zijn bang om vragen te stellen omdat ze daarmee toegeven dat ze iets niet weten, maar het is wel de beste manier om te voorkomen dat je goedgelovig bent en dingen te snel voor waar aanneemt.
- Bovendien zul jij minder snel in het ooitje genomen of opgelicht worden als jij bekend staat als iemand die veel vragen stelt.
- Als je tijdens de les duizenden vragen stelt, zou dat de docent een beetje van zijn/haar stuk kunnen brengen. Vraag gewoon wat je op dit moment echt nodig hebt en vraag eventuele verdere vragen na de les nog eens aan de leraar.
-
Vraag om een second opinion—en om een third opinion. Als je echt kritisch wilt denken en situaties grondig wilt onderzoeken, dan dien je te voorkomen dat je al je informatie of meningen uit één bron haalt. Eén bron is geen bron. Misschien heeft je vriend of neef je wel wijsgemaakt dat zijn/haar manier de beste is om appeltaart te bakken of het gras te maaien, maar het is beter om ook nog iemand anders om zijn/haar mening te vragen of het online even op te zoeken. Als je het “feit” van maar één iemand vernomen hebt, dan is de kans groter dat je misleid wordt dan wanneer je meerdere mensen om hun mening vraagt.
- Ditzelfde geldt voor hoe jij je nieuws leest. Voorkom dat je al je nieuws uit een bron haalt. Als je dat namelijk doet, dan is de kans dat dat nieuws bevooroordeeld is namelijk vrij groot. Lees ten minste twee, drie nieuwsbronnen door om niet ten prooi te vallen aan trucjes, halve waarheden of hele onwaarheden.
Advertentie
-
Zeg “nee”—het is prima om niet ‘lief’ te zijn. Goedgelovige mensen zijn te beleefd of lief om ‘nee’ te verkopen. Men wordt geleerd om anderen niet te kwetsen, en dat stellig “nee” zeggen op de een of andere manier onbeleefd is. Men wordt ook geleerd om mensen over het algemeen te vertrouwen, en dat “nee” zeggen op wantrouwen zou kunnen wijzen. Het is echter volkomen beleefd en gepast om iets te weigeren wat je niet wilt, zeker als een verkoper of iemand die je niet kent je iets probeert aan te smeren.
- Mensen kunnen het verlangen om als ‘lief’ gezien te worden zo draaien dat het net lijkt of het onbeleefd of gemeen is om “nee” te zeggen. Dit geldt vooral voor slechte mannen die vrouwen ergens toe proberen over te halen.
- Als iets niet goed aanvoelt, dan kun je maar beter op je hoede zijn—als je dat niet bent, zou je weleens opgelicht kunnen worden.
- Maar je wilt natuurlijk niet paranoïde worden. Je hoeft niet te denken dat iedereen die een gesprek met je aanknoopt van plan is je op te lichten. Toch is het beter om het zekere voor het onzekere te nemen, zeker als je wel vaker van goedgelovigheid beticht wordt.
- Als iemand je iets probeert te verkopen, dan dien je extra op je hoede te zijn. Vraag jezelf af of je het product of de dienst wel echt wilt. Lijkt het je echt een goede aanbieding of ben je bang om “nee” te zeggen omdat je medelijden hebt met die persoon?
-
Luister niet naar roddels en geruchten. Als je niet goedgelovig wilt zijn, dan kun je roddels en geruchten maar beter negeren—of die nu over Kim Kardashian gaan of over de populairste jongen/meid op school. Meestal komen roddels en geruchten voort uit jaloezie, verveling of gemeenheid, en meestal zit er geen kern van waarheid in. Maak er een gewoonte van om te denken dat een roddel of gerucht waarschijnlijk niet waar is, in plaats van ze telkens gelijk voor waar aan te nemen.
- Denk er eens over na: als iemand een roddel of gerucht over jou begonnen is, dan wil je toch ook niet dat iedereen het gelijk zal geloven? Werk eraan om minder goedgelovig te zijn en ervan uit te gaan dat een roddel een roddel is—en niet meer dan dat.
- Als je een reputatie hebt opgebouwd als iemand die alles gelooft, dan zullen mensen je voor de gek gaan houden met volstrekt onjuiste roddels—al is het alleen maar om je te plagen.
-
Wees sceptisch over mensen die jou al eens in de maling genomen hebben. Of het nu je vervelende vriendin, een oudere broer, of een maffe buurman is die je weleens in het ootje genomen heeft, je dient op je hoede te zijn als deze persoon je nog eens “informatie” verschaft. Zelfs al de persoon het gewoon voor de lol doet, dien je op je qui-vive te zijn—het zou zomaar kunnen dat deze persoon je in de toekomst opnieuw zal belazeren. Als de persoon in kwestie het echt heel leuk vindt om jou in het ootje te nemen, dan zal hij/zij dat waarschijnlijk het liefst doen als er andere mensen bij zijn. Het is daarom belangrijk om extra op je hoede te zijn als je oudere broer zijn vijf beste vrienden heeft uitgenodigd en jou iets vertelt met een grote grijns op zijn smoel.
- Weet dat het een tijdje kan duren voordat het vertrouwen weer opgebouwd is. Als iemand jou in de maling genomen heeft, dan zou je hem niet gelijk weer in vertrouwen moeten nemen.
- Als de persoon in kwestie overduidelijk van plan is jou iets belachelijks aan te smeren, rol dan met je ogen en zeg iets als, “Ha-ha, grappig zeg” om te laten zien dat je je niet weer laat beduvelen.
-
Voorkom oplichting via e-mail. Mensen die je via e-mail om geld vragen, zeggen dat ze verre familie van je zijn, of je vertellen om op een link te klikken om je €10.000,- te verzilveren, kun je maar beter niet vertrouwen. Deze mensen hopen namelijk dat jij goedgelovig genoeg bent om voor deze truc te vallen. Als je dergelijke berichten in je spam ziet verschijnen, verwijder ze dan direct en laat je niet foppen. Sommige mensen zullen je zielige verhalen over zichzelf vertellen en je tegelijkertijd om geld vragen—wees niet zo naïef zijn om hierin te trappen.
- Als je e-mail ontvangt over geldprijzen die je gewonnen hebt met prijsvragen waar je niet aan meegedaan hebt, dan kun je die gelijk naar de prullenmand verwijzen. Iedereen wil maar wat graag geloven dat er ergens een grote stapel geld ligt met hun naam erop, maar die kans is natuurlijk niet reëel.
-
Leer om verkopers af te wijzen. Goedgelovige mensen worden ook vaak beduveld als verkopers hen binnenzuigen met hun gladde praatjes—dit kan via de telefoon, maar ook op straat of zelfs aan de voordeur. Je moet leren om beleefd doch stellig te zijn, de verkoper in kwestie te bedanken maar te zeggen dat je geen interesse hebt, en te voorkomen dat je je aanmeldt voor digitale nieuwsbrieven of anderzijds persoonlijke gegevens uitwisselt—zoals je adres, telefoonnummer, etc. Doe net alsof je ergens naartoe moet en dat je geen tijd hebt om te luisteren. Gedraag je als iemand die niet snel voor de gek gehouden kan worden.
- Hoewel verkopers je niet per definitie proberen op te lichten of te beduvelen, is de kans dat je beduveld of opgelicht wordt wel een stuk groter als je mensen je laat overtuigen om bepaalde producten/diensten af te nemen waar je in eerste instantie helemaal niet eens interesse in had.
-
Leer om iemands uitdrukking af te lezen. Door goed te letten op iemands lichaamstaal en gezichtsuitdrukking, kun je zien of iemand je gewoon voor de gek probeert te houden. Als de persoon in kwestie een beetje grijnst, wegkijkt of je iets net iets te gretig vertelt, dan zou het zomaar kunnen dat hij/zij je in de luren probeert te leggen. Als de persoon in kwestie serieus overkomt maar je denkt dat hij/zij zijn/haar lach probeert in te houden als hij/zij even wegkijkt, dan word je waarschijnlijk beduveld. Als de persoon in kwestie je iets vertelt maar je niet in de ogen aan kan kijken, dan vertelt hij/zij waarschijnlijk niet de (hele) waarheid.
- Je kunt er ook achter komen of iemand liegt door te luisteren naar hoe zelfverzekerd zijn/haar stem klinkt. Hoewel sommige boeven hun woorden tot kunstvorm verheven hebben, zullen de minder ervaren boeven misschien mompelen of vaak “ehm” of “uh” zeggen als ze jou iets proberen te zeggen wat overduidelijk niet waar is.
- Kijk hoe de persoon in kwestie reageert als jij een vraag stelt. Als hij/zij tegen je liegt, dan is de kans dat hij/zij daar van schrikt of daar niet op berekend is een stuk groter.
-
Wees op 1 april op je hoede. 1 April, kikker in je bil—misschien wel de allerslechtste dag om goedgelovig te zijn. Als je op deze prachtige dag opstaat, kun je er maar beter van uitgaan dat iedereen je zal proberen beet te nemen of zal proberen je een belachelijk verhaal te laten geloven. Denk goed na over wat je vrienden, broers, zussen en zelfs je leraren die dag tegen je zeggen. Zorg ervoor dat je niets wat je op deze dag gezegd wordt klakkeloos overneemt. Hoewel de meeste ouders je waarschijnlijk niet in het ootje willen nemen, wil je natuurlijk niet dat iemand “Ha-ha, 1 april!” schreeuwt en jou voor schut zet omdat je voor een stom trucje valt.
- Let ook goed op dingen die je in het nieuws leest of hoort. Veel kranten en journaals vinden het leuk om fop-verhalen te vertellen op 1 april. Let dus goed op, om te voorkomen dat jij een nieuwsverhaal op je Facebook zet of naar je vrienden mailt zonder te beseffen dat je beetgenomen bent.
- Probeer op deze dag de rollen eens om te draaien. Probeer de mensen die jou goedgelovig noemen op 1 april zelf in de luren te leggen!
Advertentie