PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Het is niet ongewoon om je een beetje onzeker te voelen bij het praten of omgaan met iemand die een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicap heeft. Omgaan met mensen met een handicap zou niet anders moeten zijn dan elke andere omgang. Als je echter niet bekend bent met een bepaalde handicap, kun je bang zijn iets beledigends te zeggen of het verkeerde te doen door hulp aan te bieden.

Deel 1
Deel 1 van 2:

Spreken met iemand met een handicap

PDF download Pdf downloaden
  1. Iemand met een handicap verdient evenveel respect als ieder ander. Zie ze als mensen, niet als hun beperking. Focus op de persoon en zijn individuele persoonlijkheid. Als je een 'etiket' op de handicap moet plakken, kun je het beste vragen aan welke terminologie de ander de voorkeur geeft, en je vervolgens houden aan de termen die diegene kiest. [1] In het algemeen moet je de gouden regel volgen: behandel anderen zoals je zelf behandeld zou willen worden. [2]
    • Veel, maar niet alle, mensen met een handicap geven de voorkeur aan 'mens eerst' taal, [3] die de naam of persoon voor de handicap plaatst. Je zegt dan, bijvoorbeeld: 'Zijn zus, die het syndroom van Down heeft' in plaats van 'Zijn gehandicapte zus'.
    • Meer voorbeelden van mogelijke 'mens eerst'-taal zijn: 'Robert heeft een hersenverlamming', 'Leslie is slechtziend' of 'Sarah zit in een rolstoel', in plaats van te zeggen dat iemand 'geestelijk/lichamelijk gehandicapt' is (beide worden vaak gezien als neerbuigende termen) of te verwijzen naar 'het blinde meisje' of 'het meisje in de rolstoel'. Vermijd, indien mogelijk, deze algemene termen wanneer je naar mensen verwijst. Hoewel sommige mensen het woord 'gehandicapt' onaangenaam vinden, gebruiken anderen het om zichzelf te beschrijven omdat ze zich uitgewist voelen door het als een slecht woord te behandelen, en hun handicap deel uitmaakt van wie ze zijn. Laat je leiden door de persoon met wie je contact hebt. Als die naar zichzelf verwijst als 'gehandicapt', vraag dan of de persoon het geen probleem vindt om op die manier beschreven te worden, of waarom ze ervoor kiezen om zichzelf zo te beschrijven. Het zal je helpen inzicht te krijgen in hun perspectief.
    • Het is vermeldenswaard dat etiketteringsnormen sterk verschillen tussen mensen en groepen. In het bijzonder hebben veel dove, blinde en autistische personen 'mens eerst'-taal verworpen en geven die de voorkeur aan 'identify-first' taal (bijvoorbeeld, 'Annelies is autistisch'). [4] Als een ander voorbeeld, is het gebruikelijk binnen de dovenwereld om de termen doof of slechthorend gebruikt om hun handicap te beschrijven, maar de term Doof (met een hoofdletter D) om te verwijzen naar hun cultuur of iemand die ervan deel uitmaakt. [5] Vraag bij twijfel gewoon beleefd aan de persoon die je spreekt wat die verkiest.
  2. Ongeacht iemands capaciteiten, wil niemand als een kind worden behandeld of betutteld. Als je met iemand met een handicap praat, gebruik dan geen kinderlijke woordenschat, koosnaampjes of een harder dan gemiddelde spreekstem. Gebruik geen neerbuigende gebaren zoals schouderklopjes of klopjes op het hoofd. Deze gewoonten laten zien dat je denkt dat de persoon met een handicap niet in staat is om je te begrijpen en dat je hem gelijkstelt aan een kind. Gebruik een normale spreekstem en woordenschat, en praat met de persoon zoals je zou praten met iemand zonder een handicap.
    • Het is gepast om langzamer te spreken tegenover iemand die slechthorend is of een cognitieve handicap heeft. Evenzo kan het aanvaardbaar zijn om tegen mensen met gehoorverlies te praten met een luidere stem dan gemiddeld, zodat zij je kunnen horen. Gewoonlijk zal iemand het je zeggen als je te zacht spreekt. [6] Je kunt ook vragen of je te snel spreekt, of de persoon vragen je te zeggen of je wellicht langzamer of duidelijker moet spreken.
    • Denk niet dat je je woordenschat moet beperken tot de meest elementaire woorden. De enige keer dat je gevraagd kan worden je taalgebruik te vereenvoudigen, is als je praat met iemand die een ernstig verstandelijk of communicatieprobleem heeft. Je gesprekspartner verbijsteren zal waarschijnlijk niet als goed gemanierd worden beschouwd, evenmin als praten tegen iemand die niet kan volgen waarover je het hebt. Spreek echter in geval van twijfel terloops en vraag naar hun taalvoorkeuren.
  3. Etiketten en denigrerende namen zijn niet gepast en moeten vermeden worden in gesprekken met iemand die een handicap heeft. Iemand identificeren met zijn handicap of een etiket opplakken dat beledigend is (zoals kreupel of gehandicapt) is zowel kwetsend als respectloos. Wees altijd voorzichtig met de dingen die je zegt, en censureer je taalgebruik, indien nodig. Vermijd te allen tijde namen als idioot, achterlijk, kreupel, spastisch, dwerg, etc. Zorg dat je naar mensen verwijst met zijn of haar naam of functie, niet met een eventuele handicap.
    • Als je iemand met een handicap voorstelt, hoef je niet ook de handicap voor te stellen. Je kunt zeggen 'Dit is mijn collega, Susan' zonder te zeggen 'Dit is mijn collega, Susan, die doof is.'
    • Als je een veelgebruikte zin gebruikt zoals 'Ik moet rennen!' tegen iemand in een rolstoel, verontschuldig je dan niet. Dit soort zinnen zijn niet kwetsend bedoeld, en door je te verontschuldigen vestig je alleen maar de aandacht op hun handicap. [7]
  4. Het is frustrerend voor iemand met een handicap om te moeten omgaan met mensen die nooit rechtstreeks met hen praten als er een assistent of een tolk bij aanwezig is. Praat ook liever tegen de persoon in een rolstoel dan tegen de persoon die naast hem staat. Hun lichaam werkt misschien niet volledig, maar dat betekent niet dat hun hersenen dat niet doen! [8] Als je spreekt met iemand die een verpleegkundige heeft om te helpen of iemand die doof is en een gebarentaaltolk heeft, doe dit dan altijd rechtstreeks met de persoon die gehandicapt is.
    • Zelfs als de persoon geen typische luisterende lichaamstaal heeft (bijv. een autistische persoon die je niet aankijkt), ga er dan niet van uit dat ze je niet kunnen horen. Richt je tot die persoon.
  5. Het kan verleidelijk zijn om een gesprek te versnellen of om de zinnen van iemand met een handicap af te maken, maar dit kan respectloos overkomen. [9] Laat de ander altijd in het eigen tempo spreken en werken, zonder dat je hem of haar opjaagt om sneller te praten, denken of te bewegen. Bovendien, als je iets niet begrijpt wat iemand zegt omdat hij te langzaam of te snel spreekt, wees dan niet bang om vragen te stellen. Ervan uitgaan dat je weet wat iemand zegt kan verkeerd uitpakken en gênant zijn als je het verkeerd hoort, dus controleer dit altijd dubbel. [10]
    • Iemand met een spraakgebrek kan bijzonder moeilijk te begrijpen zijn, dus jaag hem niet op om sneller te praten en vraag hem eventueel om zichzelf te herhalen.
    • Sommige mensen hebben extra tijd nodig om spraak te verwerken of hun gedachten om te zetten in gesproken woorden (ongeacht hun intellectuele vermogens). Het is oké als er lange pauzes in het gesprek zijn.
  6. Het is misschien niet gepast om uit nieuwsgierigheid naar iemands handicap te vragen, maar als je het gevoel hebt dat dit je kan helpen om een situatie voor hen gemakkelijker te maken (zoals iemand vragen of hij liever de lift neemt in plaats van de trap als je ziet dat hij moeite heeft met lopen), is het gepast om vragen te stellen. [11] De kans is groot dat er in hun leven al herhaaldelijk naar hun handicap is gevraagd en dat ze weten hoe ze die in een paar zinnen kunnen uitleggen. Als de handicap het gevolg is van een ongeluk of als de persoon de informatie te persoonlijk vindt, zal hij hoogstwaarschijnlijk antwoorden dat hij er liever niet over praat.
    • Aannemen dat je weet wat hun handicap is kan beledigend zijn; het is beter om te vragen dan om kennis te veronderstellen. [12]
  7. Als je iemand ziet die geen beperking lijkt te hebben en op een gehandicaptenparkeerplaats parkeert, confronteer hem er dan niet mee en beschuldig hem er niet van dat hij geen handicap heeft; het kan zijn dat hij een handicap heeft die je niet ziet. Er zijn beperkingen die 'onzichtbare handicaps' worden genoemd -- handicaps die niet onmiddellijk kunnen worden gezien zijn echter nog steeds handicaps. [13]
    • Een goede gewoonte is om vriendelijk en attent te zijn tegen iedereen; je kunt iemands situatie niet kennen door alleen maar naar hem te kijken.
    • Sommige handicaps verschillen van dag tot dag: iemand die gisteren een rolstoel nodig had, heeft vandaag misschien alleen een wandelstok nodig. Dit betekent niet dat ze doen alsof, of 'beter worden'. Het betekent alleen dat diegene goede en slechte dagen heeft, net als iedereen.
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 2:

Op de juiste manier ermee omgaan

PDF download Pdf downloaden
  1. Het kan gemakkelijker zijn te begrijpen hoe om te gaan met mensen die een handicap hebben als je je voorstelt zelf een handicap te hebben. Denk na over hoe je zou willen dat mensen tegen je praten of je behandelen. Waarschijnlijk zou je behandeld willen worden zoals je nu behandeld wordt.
    • Daarom moet je met mensen met een handicap praten zoals je dat met ieder ander zou doen. Verwelkom een nieuwe collega met een handicap zoals je dat met ieder ander zou doen die nieuw is op je werkplek. Staar nooit naar iemand met een handicap en doe nooit neerbuigend of neerbuigend.
    • Focus niet op de handicap. Het is niet belangrijk dat je achter de aard van iemands handicap komt. Het is alleen belangrijk dat je hem gelijk behandelt, met hem praat zoals je met ieder ander zou doen, en handelt zoals je normaal zou doen als je een nieuw persoon zou leren kennen.
  2. Sommige mensen aarzelen om hulp aan te bieden aan iemand met een handicap uit angst om hen te beledigen. Als je hulp aanbiedt omdat je ervan uitgaat dat iemand iets niet zelf kan, kan je aanbod inderdaad beledigend zijn. Er zijn echter maar weinig mensen die beledigd zouden zijn door een oprecht, specifiek aanbod van hulp.
    • Veel mensen met een handicap aarzelen om hulp te vragen, maar kunnen dankbaar zijn voor een aanbod.
    • Als je bijvoorbeeld gaat winkelen met een vriend die in een rolstoel zit, dan kun je vragen of die hulp nodig heeft bij het dragen van tassen of die vastmaken aan hun rolstoel. Aanbieden om een vriend te helpen is meestal niet beledigend.
    • Als je niet zeker bent van een specifieke manier om te helpen, kun je vragen: 'Is er iets dat ik kan doen om je hierbij te helpen?'
    • 'Help' iemand nooit zonder het eerst te vragen. Pak bijvoorbeeld niet ongevraagd iemands rolstoel om hem een steile helling op te duwen. Vraag in plaats daarvan of de persoon een duwtje nodig heeft of dat je iets anders kunt doen om het voor de ander gemakkelijker te maken over het terrein te navigeren. [14]
  3. Hulpdieren kunnen schattig en goed getraind zijn, waardoor ze perfecte kandidaten zijn voor knuffelen en speeltijd. Ze worden echter gebruikt om de persoon met de handicap te helpen, en zijn nodig voor het uitvoeren van veelvoorkomende taken. Als je de tijd neemt om met het dier te spelen zonder toestemming te vragen, kun je het dier afleiden van een belangrijke taak die het voor zijn eigenaar moet uitvoeren. Als je een hulpdier in actie ziet, mag je het niet afleiden door het te aaien. Als het dier geen taken uitvoert, kun je de eigenaar toestemming vragen om het te aaien of ermee te spelen. [15] Houd er echter rekening mee dat je kunt worden afgewezen, in welk geval je niet boos of teleurgesteld hoeft te zijn.
    • Geef een hulpdier geen voedsel of lekkernijen van welke aard dan ook zonder toestemming.
    • Probeer een hulpdier niet af te leiden door het koosnaampjes te geven, zelfs niet als je het niet aait of aanraakt.
  4. Een rolstoel lijkt misschien een goede plek om je arm te laten rusten, maar dat kan ongemakkelijk of vervelend zijn voor de persoon die erin zit. Tenzij je wordt gevraagd om iemand te helpen door zijn rolstoel te duwen of te verplaatsen, mag je er nooit aan zitten of mee spelen. Hetzelfde geldt voor rollators, scooters, krukken of andere apparaten die iemand gebruikt voor zijn dagelijks functioneren. Als je ooit de behoefte voelt om iemands rolstoel te verplaatsen, vraag dan eerst toestemming en wacht op het antwoord. Vraag niet of je met iemands rolstoel mag spelen, want dat is een kinderachtige vraag en kan ervoor zorgen dat de persoon zich ongemakkelijk voelt.
    • Behandel de uitrusting van iemand met een beperking als een verlengstuk van zijn of haar lichaam -- je zou ook niet zomaar iemands hand vastpakken en bewegen of besluiten tegen iemands schouder te leunen. Gedraag je op dezelfde manier tegenover de apparatuur van iemand met een handicap.
    • Hulpmiddelen of apparaten die iemand gebruikt om te helpen met zijn handicap, zoals een handbediende vertaler of een zuurstoftank, mogen nooit worden aangeraakt, tenzij je de opdracht krijgt om dat te doen.
  5. Sommige handicaps zijn aanwezig vanaf de geboorte, en andere komen later in het leven door ontwikkeling, ongeluk of ziekte. Hoe de handicap zich ook ontwikkeld heeft, de meeste mensen leren zich aan te passen en zelfstandig voor zichzelf te zorgen. De meesten zijn onafhankelijk in het dagelijkse leven en hebben weinig hulp van anderen nodig. [16] Als gevolg daarvan kan het beledigend of vervelend zijn om ervan uit te gaan dat iemand met een handicap veel dingen niet kan, of om voortdurend te proberen dingen voor de ander te doen. Als je vaak probeert te helpen en met een kinderlijke stem, dan kan dit vervelend zijn. Ga er vanuit dat de persoon taken ook zelf wel kan volbrengen.
    • Een persoon die op latere leeftijd een handicap krijgt als gevolg van een ongeluk kan meer hulp nodig hebben dan iemand met een levenslange handicap, maar je moet altijd wachten tot ze om je hulp vragen, voordat je aanneemt dat ze die nodig hebben.
    • Vermijd het niet om iemand met een handicap te vragen een bepaalde taak te doen, omdat je bang bent dat hij het niet kan.
    • Als je hulp aanbiedt, maak het aanbod dan oprecht en specifiek. Als je hulp aanbiedt vanuit oprechte vriendelijkheid, en niet vanuit de veronderstelling dat de persoon iets niet kan, is de kans kleiner dat je hem beledigt.
  6. Probeer hoffelijk te zijn rond mensen met een fysieke beperking door uit de weg te blijven. Ga aan de kant als je iemand ziet die probeert te navigeren in een rolstoel. Ga met je voeten uit de weg van iemand die een wandelstok of een rollator gebruikt. Als je merkt dat iemand niet sterk en stevig op zijn benen lijkt te staan, bied dan verbaal hulp aan. Verstoor iemands persoonlijke ruimte niet, net zoals je dat bij iemand anders niet zou doen. Maar als iemand je om hulp vraagt, wees dan bereid om die te geven.
    • Kom niet aan iemands uitrusting of dier zonder het te vragen. Onthoud dat een rolstoel of ander hulpmiddel persoonlijke ruimte is; het is een deel van de persoon. Respecteer dat alstublieft.
    Advertentie

Tips

  • Sommige mensen zullen hulp weigeren, en dat is oké. Sommige mensen hebben misschien geen hulp nodig, en anderen zijn misschien in verlegenheid gebracht dat je hun behoefte aan hulp hebt opgemerkt, of willen niet zwak overkomen. Misschien hebben ze in het verleden slechte ervaringen gehad met andere mensen die hen hielpen. Vat het niet persoonlijk op, maar wens hen alleen het beste.
  • Vermijd veronderstellingen. Het is onwetend om allerlei voorspellingen te doen op basis van iemands vermeende capaciteiten of handicaps, bijvoorbeeld door ervan uit te gaan dat mensen met een handicap of aandoening nooit iets zullen bereiken, een baan vinden, een relatie krijgen, getrouwd raken, kinderen krijgen etc.
  • Helaas worden sommige mensen met een handicap of aandoening het slachtoffer van pesten, misbruik, haatmisdrijven, oneerlijke behandeling en discriminatie. Pesten, misbruik en discriminatie van welke aard dan ook is verkeerd, oneerlijk en tegen de wet. Jij en anderen hebben het recht veilig te zijn en te allen tijde met respect, vriendelijkheid, eerlijkheid, rechtvaardigheid en waardigheid te worden behandeld. Niemand verdient pesterijen, misbruik, haatmisdrijven, oneerlijke behandeling van welke aard dan ook. Het zijn de pestkoppen en mishandelaars die een probleem hebben en fout zitten, niet jij.
  • Sommige mensen passen hun hulpmiddelen aan -- wandelstokken, rollators, rolstoelen etc. In sommige gevallen gaat het om het uiterlijk. Iemand complimenteren met een mooi ontworpen wandelstok is prima. Tenslotte hebben ze de stok deels gekozen omdat ze vonden dat hij er mooi uitzag. In andere gevallen gaat het om de functie. Iemand die een bekerhouder en een zaklamp aan zijn looprek heeft bevestigd, zal het waarschijnlijk niet erg vinden als je er commentaar op geeft of vraagt of je het even van dichtbij mag bekijken; het is in ieder geval beleefder dan van een afstandje staren.
  • Soms is het nodig om een stapje terug te doen en de dingen in perspectief te zien. Verpest dat kind je rust door te neuriën? Voordat je opvliegt, vraag jezelf af waarom. Vraag je af wat voor levensstijl dat kind heeft en met welke moeilijkheden het misschien te kampen heeft. Dan zal je het misschien gemakkelijker vinden om een offer te brengen, omdat je er meer begrip voor krijgt.
  • Interactie met meer verschillende mensen kan ervoor zorgen dat mensen zich meer op hun gemak voelen bij jou.
  • Als je school een programma aanbiedt om kinderen met een verstandelijke handicap te helpen, maak dan van de gelegenheid gebruik! Het is erg leuk.
Advertentie

Waarschuwingen

  • Bied alleen hulp aan als je fysiek in staat bent om de taak uit te voeren. Als je weet dat je een kinderwagen of rollator niet op de bus kunt tillen of een persoon niet veilig uit de trein of bus kunt laten stappen, zeg dan tegen de chauffeur of de andere mensen in de bus dat hulp nodig is, of bied de persoon die hulp nodig heeft het gebruik van een mobiele telefoon aan om iemand te bellen. Negeer de situatie niet omdat jij zelf niet in staat bent om te helpen.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 3.503 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie