Pdf downloaden
Pdf downloaden
Het MLA-formaat is een van de belangrijkste schrijfstijlen die gebruikt wordt bij het schrijven van academische en professionele teksten. Bij het schrijven van een paper in MLA-stijl, hoor je de volgende stijlregels aan te houden.
Stappen
-
1Voeg er geen apart voorbeeld aan toe, behalve als dat expliciet van je wordt gevraagd. Volgens de standaard MLA-regels is een voorblad, of aparte titelpagina niet nodig en hoor je die aan de meeste papers niet toe te voegen.
- Met dat in gedachten, zal een docent soms van studenten vragen om een voorblad toe te voegen aan een MLA-scriptie, vooral bij lange documenten. Er zijn richtlijnen betreffende het soort informatie dat moet worden opgenomen in dit geval.
-
2Centreer de titel. Je titel hoort in het midden van het blad te staan en op een derde vanaf de bovenkant van de pagina. [1] X Bron
- De titel van de scriptie hoort informatief en toch creatief te zijn.
- Als je er een onderschrift bij plaatst, typ dit dan op dezelfde regel als de titel, gescheiden door een dubbele punt.
- De eerste letter van elk woord hoort met een hoofdletter te worden geschreven. Schrijf tussenvoegsels zoals “het,” “en,” of “om,” niet met een hoofdletter, behalve als eerste woord van de titel of van het onderschrift.
-
3Voeg je volledige naam eraan toe. In het midden van de pagina, gecentreerd, komt "Door:" en vervolgens je naam op de volgende regel.
- Vermeld je naam in de indeling Voornaam Achternaam .
-
4Rond het af met de vermelding van je klas, de naam van de docent de deadline. Plaats deze gegevens over de opdracht op tweederde van de bovenkant van de pagina.
- Typ de naam van de klas en de afdeling.
- Typ op de volgende regel de naam van de docent.
- Typ op de laatste regel de datum waarop de scriptie moet worden ingeleverd in de indeling Dag Maand Jaar , numeriek.
Advertentie
-
1Zorg ervoor dat alle marges 2 1/2 cm zijn.
- Bij de meeste tekstverwerkers kun je de marges veranderen door naar "Pagina-indeling" te gaan. Daar vind je waarschijnlijk wel een onderdeel "Marges". Pas de marges naar wens aan.
-
2Houd een dubbele regelafstand aan voor de hele scriptie. Merk op dat het niet nodig is om een extra regel toe te voegen aan het einde van een alinea.
- Bij de meeste tekstverwerkingsprogramma's, kunt je de afstand wijzigen door naar "Pagina-indeling" te gaan vanuit het hoofdmenu. Er hoort een groep "Regelafstand" in het dialoogvenster of het lint te zijn. Stel de afstand in op "2.0".
-
3Gebruik een 12-punts lettertype. Het gewenste lettertype en de tekengrootte voor MLA-scripties is 12-punts Times New Roman.
- Als je kiest voor het gebruik van een ander lettertype in plaats van Times New Roman, kies dan een lettertype dat eenvoudig is, gemakkelijk te lezen en niet overdreven groot.
-
4Maak een lopende koptekst. Een lopende koptekst verschijnt op elke pagina op dezelfde plek. Het moet je achternaam en het paginanummer bevatten, en moet worden geplaatst in de rechter bovenhoek van de pagina.
- Gebruik de tool "Koptekst en voettekst" van je tekstverwerker, vaak te vinden onder het menu "Invoegen". Typ je achternaam en gebruik de instelling om automatisch het huidige paginanummer op de bijbehorende pagina in te voegen.
Advertentie
-
1Typ de koptekst in de linkerbovenhoek. De koptekst bevat in wezen alle informatie die op het voorblad zou komen, als dat wordt gebruikt. Typ je volledige naam, docent, naam van de opleiding, en de uiterste inleverdatum in de linkerbovenhoek.
- Typ je volledig naam Voornaam Achternaam op de eerste regel.
- Op de volgende regel typ je de titel van je docent en zijn/haar naam.
- Op de derde regel typ je het vaknummer van de klas.
- Voeg als laatste regel de uiterste inleverdatum van de opdracht toe. Dit vermeld je als Dag Maand Jaar en numeriek.
-
2Centreer je titel. Typ de titel van de scriptie op de regel direct na de datum, gecentreerd.
- Maak de titel niet groter, cursief, onderstreept of dikgedrukt.
- De titel hoort informatief en toch creatief te zijn.
- Als je er een onderschrift bij plaatst, typ dit dan op dezelfde regel als de titel, gescheiden door een dubbele punt.
- De eerste letter van elk woord hoort met een hoofdletter te worden geschreven. Schrijf tussenvoegsels zoals “het,” “en,” of “om,” niet met een hoofdletter, behalve als eerste woord van de titel of van het onderschrift.
-
3Schrijf de body van je scriptie. Op de regel direct na de titel, begin je met de introductie van de scriptie. Lijn deze alinea links uit.Advertentie
-
1Laat de eerste regel van elke alinea inspringen. De eerste regel van elke alinea moet worden ingesprongen met 1,25 cm.
- Gebruik voor het inspringen de "Tab"-toets op je toetsenbord.
- Je hoeft alinea's niet te scheiden door een extra regelafstand. Deze inspringing alleen is genoeg om het begin van een nieuwe alinea te markeren.
-
2Deel de tekst van de scriptie eventueel op in hoofdstukken. Als je tekst lang is, dan kan je docent vragen om deze in hoofdstukken op te delen.
- Aanbevolen volgens de MLA-stijl is om de hoofdstukken te nummeren met een getal en een punt. Daarna volgt een spatie en vervolgens typ je de titel van het hoofdstuk. [2] X Bron
- De eerste letter van elk woord in de titel moet met een hoofdletter worden geschreven.
- Titels van hoofdstukken staan gecentreerd op de pagina, op een eigen regel.
-
3Geef grafieken en andere afbeeldingen een nummer. Centreer eventueel aanvullend beeldmateriaal en geef het een geschikt nummer, een naam en bronvermelding.
- Gebruik "Fig. 1," "Fig. 2," etc. voor illustraties en fotomateriaal. Gebruik "Tabel 1," "Tabel 2," etc. voor tabellen en grafieken.
- Geef de afbeelding een naam met een omschrijving als "strip" of "statistische tabel."
- Geef ook aan wie de maker is van de afbeelding, de bron waarin het figuur is gepubliceerd, de datum van publicatie en het paginanummer.
- Al deze informatie hoort op een enkele regel onder de afbeelding te staan.
Advertentie
-
1Plaats citaties tussen haakjes. Telkens als je een bron citeert met een citaat, parafrase of een samenvatting in je tekst, dan moet je de bron vermelden, tussen haakjes en direct na het gepresenteerde materiaal.
- Is dit beschikbaar, vermeld dan de achternaam van de auteur en het paginanummer.
- Als het materiaal afkomstig is van een online bron, en er is geen paginanummer, dan vermeld je alleen de naam van de auteur.
- Als er ook geen auteur bekend is, vermeld dat een verkorte titel van het bronmateriaal.
- Als je de naam van de auteur al eerder hebt vermeldt in de zin, dan hoef je deze niet nogmaals tussen haakjes achter het citaat te plaatsen
-
2De indeling van een verwijzing in de tekst. De meeste citaten worden opgenomen in de tekst, wat inhoudt dat er geen speciale indeling vereist is en dat je het als normale tekst kunt beschouwen.
- Zorg dat je een citaat altijd plaatst als onderdeel van een zin. Gebruik nooit een “hangend citaat,” een citatie waarbij alleen het citaat of de parafrase wordt vermeldt, zonder context.
- Komma's en punten worden direct achter het haakjespaar geplaatst, en de haakjes vallen buiten de aanhalingstekens.
-
3De indeling van een langer citaat. Citaten die langer zijn dan 3 regels horen van de rest van de tekst te worden gescheiden in de vorm van een tekstblok (een block quote). [3] X Bron
- Nadat je de het laatste woord voor je citaat hebt getypt, ga je naar een volgende regel.
- Elke regel van de block quote hoort met een extra 1,25 cm te worden ingesprongen.
- Het is niet nodig om aanhalingstekens toe te voegen aan een block quote, maar je moet nog steeds de bronvermelding tussen haakjes plaatsen.
Advertentie
-
1Centreer de titel van de "Noten". Schrijf deze niet cursief, vet of onderstreept. [4] X Bron
- Als je noten hebt toegevoegd in de tekst, dan voeg je deze ook toe als eindnoten, op een aparte pagina na de tekst van de scriptie. Maak hier geen voetnoten van, want die staan onderaan elke pagina waar ze worden gebruikt.
-
2Geen je eindnoten nummers. Als je de eindnoten hebt ingevoegd met een eindnoten-tool van je tekstverwerker, dan is die nummering al voor jou gedaan.
- Zorg er in de andere gevallen voor dat elke eindnoot wordt voorafgegaan door een getal dat correspondeert met het hoofdstuk waarin de noot voorkomt.
- De eerste regel vna elke eindnoot hoort met 1,25 cm te worden ingesprongen.
-
3Neem alleen beknopte maar belangrijke informatie op in je eindnoten. Eindnoten gebruik je om informatie te geven die niet goed past in de alinea waar de eindnoot mee te maken heeft.
- Je eindnoten mogen niet meer langer zijn dan 3 of 4 regels. Vermijd lange discussies. Eindnoten zijn niet bedoeld om volledig nieuwe punten naar voren te brengen.
Advertentie
-
1Centreer de kop "Bijlage" op de pagina. Gebruik geen cursief, vet of onderstreping van de koptekst.
- Als je meerdere bijlagen wilt toevoegen, label dan elke bijlage als “Bijlage A,” “Bijlage B,” en zo verder.
-
2Voeg er extra informatie aan toe. De informatie in een bijlage hoort gerelateerd te zijn aan de tekst, maar niet zo belangrijk dat het eigenlijk een onderdeel van de scriptie had moeten zijn.
- Een bijlage is een manier om extra informatie te geven zonder dat dit afleidend werkt voor het betoog van je scriptie.
Advertentie
-
1Centreer de koptekst "Referentielijst" op de pagina. Gebruik geen cursief, vet of onderstreping van de koptekst.
- Deze referentielijst hoort bronnen te vermelden waar je in de tekst aan hebt gerefereerd.
- Alle scripties die geschreven zijn in MLA-stijl horen een referentielijst te bevatten.
-
2Zet de lijst in alfabetische volgorde, op achternaam van de auteur.
- Als van een bron de auteur niet bekend is, gebruik voor het op volgorde zetten dan het eerste woord van het artikel of de titel van het boek.
-
3Het vermelden van een book. [5] X Bron De standaardindeling voor de vermelding van een boekcitaat omvat de naam van de auteur, de titel van het boek, de uitgavedatum en locatie en het medium.
- Vermeld de naam van de auteur volgens de indeling Achternaam, Voornaam", gevolgd door een punt.
- Schrijf de titel van het boek in cursief en gebruik hoofdletters voor elk woord van de titel. Sluit af met een punt.
- Schrijf de plaats van uitgave op, gevolgd door een dubbele punt en daarna de naam van de utgever, een komma en het jaar van uitgave. Sluit af met een punt.
- Typ het medium van publicatie, "Druk" of "e-book," aan het einde. Sluit af met een punt.
-
4Het vermelden van een tijdschriftartikel. Een standaard tijdschriftartikel omvat de naam van de auteur, titel van het artikel, titel van het tijdschrift, onderwerp en medium van publicatie.
- Schrijf de naam van de auteur in de indeling Achternaam, Voornaam , gevolgd door een punt.
- Vermeld de titel van het artikel tussen aanhalingstekens, gevolgd door een punt. De eerste letter van elk woord hoort in hoofdletters te worden geschreven.
- Schrijf de titel van het tijdschrift cursief, gevolgd door een punt. De eerste letter van elk woord in hoofdletters moet worden geschreven.
- Schrijf het nummer van de uitgave, gevolgd door het jaar van publicatie tussen haakjes. Plaats een dubbele punt na het jaar en de paginanummers. Sluit af met een punt.
- Sluit af met het publicatiemedium en een laatste punt.
Advertentie
Bronnen
- ↑ http://www.tcc.edu/students/resources/writcent/HANDOUTS/writing/MLA/cover.htm
- ↑ http://owl.english.purdue.edu/owl/resource/747/01/
- ↑ http://jerz.setonhill.edu/writing/academic1/mla-style-papers/
- ↑ http://owl.english.purdue.edu/owl/resource/747/13/
- ↑ http://owl.english.purdue.edu/owl/resource/747/06/
Over dit artikel
Deze pagina is 6.841 keer bekeken.
Advertentie