Photoshop stelt je in staat om afbeeldingen met transparantie te creëren (transparante achtergronden, lagen en selecties) met behulp van verschillende opties zoals de “Opacity” (dekking) tool of de achtergrondopties die verschijnen bij het creëren van een nieuw document. Ook kan je de tools 'snelle selectie' of het gummetje gebruiken om delen van je afbeelding transparant te maken. Mensen voegen vaak transparantie toe in Photoshop wanneer ze printen op papier met textuur, of wanneer een afbeelding aan een achtergrond met textuur op een website wordt toegevoegd, omdat de textuur op die manier te zien is door de transparante gebieden. Met een beetje oefenen voeg je binnen een mum van tijd transparantie toe met behulp van Photoshop.
Stappen
-
Klik “Bestand” → “Nieuw”. Ga naar Bestand in de bovenste menubalk en selecteer Nieuw. Een nieuw venster zal verschijnen waarin je de eigenschappen van je nieuwe Photoshop document kan instellen.
-
Selecteer “Transparant”. Onderaan dit venster is een gedeelte dat “Achtergrond Opties” heet. Hier selecteer je transparant.
-
Druk op OK. Druk op de OK knop.
-
Controleer de lagen. Kijk naar het deelvenster Lagen of naar de tab Lagen in het eigenschappenpaneel (deze staat standaard open). De achtergrondlaag moet eruitzien als een geblokte grijze en witte box (wat aangeeft dat het transparant is).Advertentie
-
Selecteer de laag. Selecteer de laag die je transparant wilt maken door erop te klikken in de lijst in de tab Lagen.
-
Selecteer de doorzichtigheid (opacity). Klik op de numerieke box die naast de doorzichtigheidstool verschijnt bovenaan de tab Lagen. De standaard doorzichtigheid is 100 procent.
-
Verlaag de doorzichtigheid. Sleep de pijl op de balk van de doorzichtigheidstool om de doorzichtigheid aan te passen. Als je de laag volledig transparant wilt hebben, verander je de doorzichtigheid naar 0 procent.Advertentie
-
Selecteer je laag. Selecteer een laag die niet transparant is, maar zorg ervoor dat de onderliggende lagen, inclusief de achtergrondlaag, transparant zijn.
-
Selecteer het te veranderen gebied. Maak je selectie met behulp van een van de selectietools.
-
Kopieer de selectie. Klik kopieer.
-
Verwijder de selectie. Klik verwijder. Je moet nu een gat in de afbeelding hebben.
-
Creëer een nieuwe laag. Plak de gekopieerde selectie in een nieuwe laag.
-
Verlaag de doorzichtigheid. Het gebied in de eerder gemaakte selectie zal transparant worden.Advertentie
-
Creëer of selecteer een laag (met meer dan 0 procent doorzichtigheid, het liefste 100 procent ondoorzichtig). Alle onderliggende lagen moeten transparant zijn.
-
Klik op het gummetje. Selecteer het gummetje in de werkbalk.
-
Verander de instellingen. Kies de juiste vorm en grootte van de gum met behulp van de Opties balk die verschijnt wanneer je de gum hebt geselecteerd.
-
Teken met de gum. Eigenlijk verwijder je de delen die je “tekent”, zodat de onderliggende lagen zichtbaar worden.Advertentie
Tips
- Klik op het oogpictogram naast de laag om de achtergrond van de laag transparant te maken.
Waarschuwingen
- Wanneer je transparantie toevoegt in Photoshop met behulp van een van de transparantie opties, wordt de transparantie niet meegenomen wanneer je het bestand opslaat in JPEG formaat. Het is het beste om transparante afbeeldingen in een Photoshop Document (PSD) formaat op te slaan.