Pdf downloaden Pdf downloaden

Er zijn veel verschillende soorten wormen die honden kunnen infecteren. De meest zorgwekkende daarvan zijn rondwormen, lintwormen, hartwormen, haakwormen en zweepwormen. Hoewel elke soort worm een iets andere levenscyclus heeft kunnen de symptomen van de hond overeenkomen met verschillende soorten worminfecties. Daardoor is het niet mogelijk om alleen op symptomen gebaseerd te bepalen welke soort wormen je hond heeft, en tests kunnen dan nodig zijn. [1] Maar, het kennen van de algemene symptomen, risico's en eigenschappen van verschillende soorten wormen kan je helpen je hondenvriend te behandelen en te verzorgen.

Deel 1
Deel 1 van 3:

Een worminfectie herkennen

Pdf downloaden
  1. Wormen kunnen erg op elkaar lijken. Daarom is een van de beste manieren om het soort parasiet dat je hond teistert te bepalen, het begrijpen van de omgevings- of situationele factoren die het meest leiden tot een bepaald soort wormen. [2]
    • Rondwormen worden vaak door een met rondworm geïnfecteerde moeder overgedragen aan de pups doordat de eitjes en larven door de placenta dringen en de pup in de baarmoeder infecteren. Eitjes worden ook uitgescheiden in de moedermelk. Pups moeten routinematig ontwormd worden.
    • Lintwormen worden veroorzaakt doordat een hond ongedierte eet dat al geïnfecteerd is met lintworm, of door vlooien die lintwormeitjes bevatten. Daarom is de kans bij jachthonden en honden met een vlooienbesmetting groot dat ze lintwormen krijgen.
    • Haakwormen en zweepwormen gedijen in vochtige grond en de honden die het grootste risico lopen zijn degenen die op grasvelden gehouden worden, vooral in warme, vochtige omstandigheden. Deze infecties komen vaker voor bij honden die in kennels gehouden worden en toegang hebben tot gemeenschappelijke grasveldjes.
    • Hartwormen worden verspreid door insecten zoals muggen, en zijn daardoor plaatsgebonden aan bepaalde gebieden waar meer insecten voorkomen. Oorspronkelijk komt de hartworm uit Frankrijk, maar tegenwoordig komen ze ook in twee gebieden in Nederland voor, Den Haag en omstreken en de Noordwestelijke Veluwe.
    • Longwormen beginnen wijder verspreid te raken en worden verspreid via de ontlasting van vossen, naaktslakken en huisjesslakken. Contact hiermee wordt gezien als een risicofactor.
  2. Veel van de symptomen van worminfecties zijn algemeen en niet-specifiek. Daardoor is het niet mogelijk om alleen op symptomen te bepalen welke soort wormen je hond heeft. Maar, als je tekenen ziet bij een hond die niet recent ontwormd is zou je wel een vermoeden van een worminfectie kunnen krijgen en kunnen besluiten te onderzoeken om wat voor parasiet het kan gaan.
  3. Soms, zelfs bij een hond zonder symptomen, kun je fysiek bewijs van wormen vinden in de ontlasting van de hond. Als je weinig vertrouwen hebt in je vermogen om wormen te herkennen, bewaar de worm dan in een potje met een schroefdeksel en neem het mee naar de dierenarts voor identificatie.
    • Het bewaren van een worm is veel handiger voor je dierenarts dan het beschrijven, aangezien de meeste wormen met het blote oog dezelfde uiterlijke kenmerken hebben.
  4. Hoewel de levenscyclussen variëren, zullen alle wormen op gegeven moment door het darmkanaal reizen. Als de aantallen klein zijn zal de hond misschien geen tekenen laten zien. Maar wanneer grotere aantallen de darmen bewonen, kunnen ze irritatie aan de darmwand veroorzaken met als resultaat symptomen zoals ziekte, diarree (soms met slijm en/of bloed), slechte eetlust en gewichtsverlies. [3]
  5. Ofwel wormen leven in het darmstelsel, of ze trekken erdoorheen, in elk geval zal er in bepaalde stadia van hun levenscyclus bewijs van infectie naar buiten komen in de ontlasting van de hond. Bij een zware infectie kun je werkelijk wormen zien in de ontlasting, maar dit zal minder vaak het geval zijn bij lichte infecties. In plaats daarvan kunnen eieren of larven in de ontlasting zitten, wat moeilijker te zien is met het blote oog. [4]
    • Schep een beetje ontlasting met een ijsstokje of een weggooilepel en doe dit in een schoon potje met een stevig sluitend schroefdeksel (je dierenarts kan je een potje geven dat speciaal voor dit doel is, als je niets geschikts kunt vinden).
    • Bewaar het monster bij een temperatuur onder de 30 graden Celsius en geef het als het uitkomt af bij de dierenarts (het monster hoeft niet bijzonder vers te zijn om bewijs van wormen te bevatten).
    • Als je dierenarts vraagt om een verzamelmonster, dan moet je drie dagen achter elkaar, een keer per dag, een monster nemen van de ontlasting van de hond, en deze in hetzelfde potje doen. Dit kan belangrijk zijn als een vals negatief resultaat vermoed wordt. Het samengestelde monster verkleint het risico op onbetrouwbare resultaten.
    • De dierenarts kan zelf het onderzoek doen, wat inhoudt dat een beetje ontlasting onder de microscoop onderzocht wordt op wormeieren of larven, of ze kan het naar een extern laboratorium sturen voor beoordeling.
  6. Sommige wormen die ernstige ziekten kunnen veroorzaken zoals longworm of hartworm, kunnen met een bloedonderzoek gevonden worden. De dierenarts neemt een kleine hoeveelheid (1-2 ml) af van het huisdier om als testmonster te gebruiken. [5]
    • Er zijn diverse testen beschikbaar maar in de praktijk wordt een ELISA test het meest uitgevoerd. Met de test wordt gezocht naar de aanwezigheid van antilichamen tegen de hartworm en krijg je een kleurverandering als het resultaat positief is.
    • De meeste dierenartsen in de gebieden waar de hartworm voorkomt doen jaarlijks een test als onderdeel van het lichamelijke onderzoek van de hond voor ze een maandelijkse preventieve behandeling vernieuwen of voorschrijven.
  7. Sommige wormen, zoals de rondwormen, kunnen overgedragen worden van honden naar mensen. Jonge kinderen die geïnfecteerd raken met rondwormen kunnen beschadigingen aan hun gezichtsvermogen oplopen.
    • Wormen of ontlasting dat besmet is met wormen moeten verwijderd worden van kinderspeelplaatsen.
    • Trek handschoenen aan als je met geïnfecteerde ontlasting in aanraking komt of verzamelt.
    • Was altijd je handen met zeep en water nadat je met dierlijke ontlasting in aanraking gekomen bent.
Deel 2
Deel 2 van 3:

Soorten wormen onderscheiden

Pdf downloaden
  1. Soms is de beste manier om het soort worm te bepalen door de risicofactoren bij de hond te documenteren. Maak aantekeningen van de omgeving, het klimaat en de gewoontes van de hond. Zorg ervoor dat je ook de ernst en duur van eventuele ziektesymptomen bijhoudt en geef de informatie aan je dierenarts als je een infectie vermoedt.
  2. Als wormen of delen van wormen zichtbaar zijn in de ontlasting of braaksel van de hond, dan kun je in staat zijn om het soort wormen te herkennen. Hoewel veel wormen op elkaar lijken, hebben ze allemaal een paar onderscheidende eigenschappen die jou in staat kunnen stellen om het soort worm te bepalen. [6]
    • Rondwormen zien er erg uit als gekookte spaghettislierten. Ze zijn gemiddeld 8-10 cm lang, maar kunnen tot wel 18 cm lang worden. Ze hebben een ronde vorm en gladde lijven.
    • Lintwormen zijn opvallend met platte lijven die uit segmenten bestaan. De lengte varieert van het soort, maar gemiddeld zijn ze 50 cm tot 250 cm lang. Als je lintwormen in de ontlasting of het braaksel vindt, dan zijn het waarschijnlijk losse segmenten, niet de hele lintworm.
    • Haakwormen en zweepwormen zijn veel kleiner dan rondwormen of lintwormen. Ze zijn gewoonlijk tussen 0,5 - 2 cm lang en bijzonder dun, als een enkele draad of haar. Hun kleine formaat zorgt ervoor dat ze doorschijnend lijken, en met het blote oog kunnen ze veel moeilijker te zien zijn zonder grondig onderzoek.
  3. Longwormen en hartwormen parasiteren op bloedvaten en ofwel het hart of de longen. Dit kan symptomen veroorzaken zoals hoesten, zwaar of snel ademhalen, gebrek aan energie of zelfs neerstorten en sterven. [7]
    • Longwormen en hartwormen kunnen bloedstolling belemmeren en daardoor kunnen honden het alarmerende symptoom vertonen van oncontroleerbaar bloeden na een kleine verwonding.
    • Elk van deze tekenen moet oproepen tot direct naar de dierenarts gaan. Hoewel behandelingen duur kunnen zijn, geeft een directe behandeling meer kans op een positief resultaat.
  4. Een duidelijk teken van lintwormen is eipakketjes die aan de huid van de hond vastzitten rond zijn anus. Dit gebeurt wanneer de volwassen lintwormen eieren vrijgeven in de darmlumen, waarna de eieren uit de anus van de hond wriemelen, wat ook jeuk rond de anale ring kan veroorzaken. [8]
    • Deze eipakketjes zien eruit als sesamzaad of kleine rijstkorrels die vastzitten aan het haar in de buurt van de achterkant van de hond.
    • Als je goed kijkt, dan kun je soms die kleine, crèmekleurige zaadachtige objecten zien wriemelen.
  5. Omdat wormen, vooral lintwormen, voedingsstoffen opnemen uit het voer van de hond en minder beschikbaar stellen aan de gastheer, zullen honden met een wormeninfectie weinig vet op hun botten hebben, maar gezwollen buiken door de grote hoeveelheid wormen in hun darmenstelsel. De klassieke verschijning van een wormstekige pup is een hond waar je de botten en ribben van ziet, met een ronde buik en een doffe vacht.
  6. De beste manier om het soort worm te bepalen is door de professionals dat te laten doen. Zij zullen in staat zijn om de wormen of eieren te onderzoeken onder een microscoop, en ze hebben ervaring in het herkennen van minieme verschillen tussen wormsoorten. [9]
    • Bij wormeitjes kunnen de verschillen subtiel zijn, zoals de vorm die ovaal is in plaats van rond, of een stop hebben aan een of beide kanten.
Deel 3
Deel 3 van 3:

Wormen voorkomen of bestrijden

Pdf downloaden
  1. Worminfecties worden vaak ernstiger naarmate ze langer onbehandeld blijven. Een infectie met een groot aantal volwassen wormen, bekend als ernstige infectie, kan ongunstige effecten hebben op het algemene welzijn van een hond, daarom is het beter om wormen te ontdekken voordat de infectie ernstig wordt.
    • Sommige worminfecties bij hondachtigen kunnen ziekten aan het darmstelsel veroorzaken, zoals diarree.
    • Sommige worminfecties kunnen uiteindelijk leiden tot de dood van een hond, vooral bij hartwormen of longwormen.
  2. Vooral als je in een van de gebieden met een hoog risico woont, met veel muggen, moet je je hond preventief maandelijks behandelen tegen hartwormen. Preventieve middelen tegen hartwormen kun je alleen op recept krijgen.
    • De meeste dierenartsen schrijven pas een recept voor een preventief middel uit bij een negatieve hartwormtest.
    • Veel preventieve middelen tegen hartwormen hebben vleessmaak en zijn kauwbaar, wat het gemakkelijker maakt om ze in te laten nemen.
  3. Omdat sommige wormen overgedragen worden door vlooien, kan het helpen je hond vrij van wormen te houden als je je hond ook vrij van vlooien houdt met een algemeen vlooienmiddel.
    • Sommige bedrijven maken een combinatiebehandeling tegen hartwormen en vlooien in een kauwbare tablet.
    • Het is ook mogelijk om maandelijks een plaatselijke vlooienbehandeling uit te voeren. Die worden gewoonlijk op het nekvel van de hond geknepen, aan de achterkant van zijn nek.
  4. Het kan de noodzaak voor ontwormen verminderen als je ervoor zorgt dat je hond wegblijft van omgevingen waar de kans op wormen het hoogst is.
    • Houd je hond weg van warme, met gras begroeide plekken waar ook andere honden komen die niet ontwormd zijn.
    • Laat je hond niet in contact komen met wilde dieren of prooidieren.
    • Vermijd warme, vochtige klimaten waar veel insecten zijn zoals vlooien of muggen.
    • Laat je hond niet eten van de ontlasting van andere honden of wilde dieren, of zich erin rollen.
  5. Als je hond wormen heeft, dan kan het zijn dat je een ontwormingsmiddel moet toepassen. Een exact ontwormingsschema hangt af van de risicofactoren van het individuele huisdier, en kan het best besproken worden met je dierenarts. [10]
    • De meeste ontwormingsmiddelen zijn een poederachtige substantie dat gemengd kan worden in het voer van de hond, of een andere drager zoals pure yoghurt (overleg met je dierenarts voor je je hond iets voert dat voor mensen bedoeld is).
    • De meeste ontwormingsmiddelen hoeven maar een keer toegediend te worden, maar als je dierenarts fenbendazol voorschrijft, dan zul je dat meerdere keren moeten toedienen in de loop van een aantal dagen. Fenbendazol is een bijzonder zacht ontwormingsmiddel dat veel gebruikt wordt bij jonge pups.
    • Zorg ervoor dat je de aanwijzingen op de verpakking van het ontwormingsmiddel leest en overleg met je dierenarts voor je enige medicatie aan je hond geeft.
  6. Je zult je hond in goede algemene gezondheid houden door haar regelmatig te laten onderzoeken door een dierenarts. De dierenarts zal de mogelijkheid hebben om problemen te ontdekken voordat ze ernstig worden en blijvende schade veroorzaken bij je hondenmaatje.

Tips

  • Ruim de ontlasting van je hond op als je hem uitlaat.
  • Vlooienonderhoud is altijd, het hele jaar door noodzakelijk.
  • Zorg ervoor dat je hond niet ruikt of eet van ontlasting en ander vuil. Dit gebeurt veel bij pups en is een zekere manier om ongewenste parasieten over te dragen.

Waarschuwingen

  • Als een worminfectie te lang onbehandeld blijft, dan kan de infectie uiteindelijk de dood als resultaat hebben.
  • Hartwormen zullen je hond een hartaanval geven als ze niet op tijd ontdekt en behandeld worden.
  • Rondwormen en haakwormen kunnen overgedragen worden van hond naar mens, dus je moet voorzichtig zijn en weten hoe je op de juiste manier met de ontlasting van je hond moet omgaan. Praat met je huisarts als je bezorgd bent dat jij of een van je gezinsleden wormen hebt.
  • Als je hond tekenen van vermoeidheid of diarree en braken vertoont, ga dan direct naar de dierenarts.

Bronnen

  1. Prevalence of canine parasites based on fecal flotation. Iagburn, Lindsay, Vaughan et al. Comp Cont Ed Pract Vet 18, 483-509
  2. Diagnostic Parasitology. Conboy. Can. Vet J 37 (3), 181-182
  3. Veterinary Parasitology. Taylor, Coop, and Wall. Publisher: Wiley-Blackwell
  4. Prevalence of canine parasites based on fecal flotation. Iagburn, Lindsay, Vaughan et al. Comp Cont Ed Pract Vet 18, 483-509
  5. Veterinary Parasitology. Taylor, Coop, and Wall. Publisher: Wiley-Blackwell
  6. Veterinary Parasitology. Taylor, Coop, and Wall. Publisher: Wiley-Blackwell
  7. Veterinary Parasitology. Taylor, Coop, and Wall. Publisher: Wiley-Blackwell
  8. Diagnostic Parasitology. Conboy. Can. Vet J 37 (3), 181-182
  9. Prevalence of canine parasites based on fecal flotation. Iagburn, Lindsay, Vaughan et al. Comp Cont Ed Pract Vet 18, 483-509
  1. Veterinary Parasitology. Taylor, Coop, and Wall. Publisher: Wiley-Blackwell

Over dit artikel

Deze pagina is 17.958 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?