Pdf downloaden
Pdf downloaden
Voetbal is een leuke sport met meer dan 200 miljoen spelers uit meer dan 200 landen. Het wordt ook wel 'het mooie spel' genoemd vanwege de combinatie aan technische vaardigheden, het benodigde samenspel met teamgenoten en de individuele klasse van spelers. Als je graag wilt voetballen moet je veel trainen en sneller dan je tegenstanders worden en altijd een bal in de buurt hebben (misschien slaap je zelfs wel met een bal in plaats van een kussen). Waar wacht je nog op? Lees dit artikel en leer hoe je deze sport moet spelen.
Stappen
-
Leer dribbelen zoals Messi. Dribbelen is het onder controle houden van de bal terwijl je rent, als je de bal niet wil verliezen moet je ook kunnen dribbelen. Dribbelen is het aanraken van de bal zodat deze blijft rollen maar op een zachte manier zodat de bal dicht bij je in de buurt blijft en uit de buurt van je tegenstanders.
- Je kunt dribbelen met de binnenkant van je schoen, met je teen (als je voet naar beneden wijst) of zelfs met de buitenkant van je schoen. De veiligste manier van dribbelen is met de binnenkant van je schoen maar in verschillende situaties gebruik je verschillende manieren van dribbelen.
- Je moet leren dribbelen en het liefst zo snel mogelijk. Als je langs de zijlijn rent en je je man voorbij bent, ziet je dribbelen er heel anders uit dan als je tegenover een verdediger staat.
- Als je langzamer dribbelt hou je de bal vaak aan je zijkant zodat de verdediger geen kans heeft de bal weg te tikken.
- Als je sneller dribbelt speel je de bal soms te ver voor je uit, meestal nadat je jouw tegenstander hebt gepasseerd, dit doe je zodat je sneller naar voren kan rennen, dit gaat namelijk langzamer als je telkens de bal moet aantikken terwijl je rent.
-
Leer hoe je moet passen. Passen draait om het spelen van de bal naar wie en waar jij hem wilt hebben. Om de bal te passen raak je deze meestal met de binnenkant van je voet, op deze manier schiet je minder hard maar wel gerichter. Als je de standaardversie onder de knie hebt kan je met andere delen van je schoen gaan passen.
- Let op waar het standbeen zich bevindt, het standbeen moet je naast de bal zetten met de teen in de richting waar je de bal heen wil schieten.
- Anticipeer waar je medespeler heen rent. Omdat je vaak het spel stuur met je pass schop je de bal meestal naar de plek waar je je teamgenoot heen wilt sturen. Als je teamgenoot rent moet je de bal altijd voor hem spelen zodat ze naar de bal toe rennen.
-
Je moet leren hoe je moet schieten. Als je in de buurt van de goal bent moet je scherp kunnen schieten. In dat geval gebruik je vaak de binnenkant van je schoen, net als wanneer je past, alleen schiet je dan harder en het liefst ook gerichter.
- Plaats je standbeen en richt de teen op het doel, terwijl je naar het doel kijkt en vervolgens schiet met je andere been.
- Je hoeft niet hard te rennen maar je moet je voet wel naar achter trekken en iets buigen om harder te kunnen schieten.
- Raak de bal met het midden van je schoen terwijl deze naar beneden gericht is. Je schoen moet naar beneden blijven wijzen als je de bal hebt geraakt.
- Gebruik je heupen om de bal in een bepaalde richting te laten zweven. Plaats je voet naast je lichaam om zo nog harder te kunnen schieten, na je schot zweef je dus in de lucht.
-
Denk aan het bewegen van de bal. Sommige schattingen stellen dat sommige professionele voetballers 8-10 kilometer rennen tijdens een gemiddelde wedstrijd. [1] X Bron Het grootste deel van deze afstand ren je als je team de bal niet heeft. Je moet dus leren om de vrije ruimte te vinden en in deze ruimte te duiken zodat je teamgenoten je de bal kunnen passen.
-
Je moet ook leren verdedigen. Verdedigen wordt vaak onderschat maar het is toch verdraaid moeilijk om de bal van je tegenstander af te pakken en je man niet kwijt te raken bij vrije trappen en corners. Er zijn drie dingen die elke verdediger moet weten:
- Laat je niet afleiden door allerlei trucjes die aanvallers gebruiken om je te misleiden. Blijf altijd naar de bal kijken! Een goede voetballer probeert met schijnbewegingen en trucjes langs een verdediger te komen. Zij hopen dat ze je kunnen misleiden. Dit moet je niet laten gebeuren, kijk altijd naar de bal en nooit naar de speler.
- Blijf tussen de bal en de goal staan. Laat de bal nooit achter je komen. Dit is moeilijker dan het lijkt. Het is namelijk moeilijk druk op de bal te geven en tevens de aanvaller niet genoeg ruimte te geven om de bal achter je te krijgen.
- Let op de dribbel. Als een aanvaller gaat dribbelen moet je gelijk proberen de bal van hem af te pakken. Je moet alleen de bal wel te pakken krijgen als je uitstapt want als je langs de bal maait is de aanvaller zo goed als langs je.
-
Je moet leren koppen. Probeer de bal altijd met je haarlijn te raken. Gebruik nooit de bovenkant van je hoofd. Als je wil gaan koppen moet je ook nooit je achterhoofd gebruiken, gebruik liever je borst om naar achter te leunen en zo alsnog naar voren te koppen. Dit geeft je meer kracht en vermindert de druk op je nek.
-
Je moet ook kunnen hooghouden. In een wedstrijd hoef je dit bijna nooit te doen, maar als je het kan heeft dat de volgende voordelen:
- Als je de bal kan hooghouden heb je meer controle over de bal en kan je een lange bal die door de lucht wordt aangespeeld makkelijk controleren. Vaak wordt je niet over de grond aangespeeld.
- Hooghouden verbetert je balcontrole. Als je weet hoe je moet hooghouden kan je een bal beter controleren. Je eerste balcontact is erg belangrijk bij voetballen.
- Hooghouden verbetert je beide benen. Als je kan hooghouden kan je ook je mindere been ontwikkelen. De beste voetballers kunnen beide benen goed gebruiken, ook al hebben ze meestal wel een favoriet been.
-
Ontwikkel je mindere been. Het is belangrijk dat je ook met je mindere been kunt dribbelen, passen en schieten. Goede verdedigers proberen je altijd naar je mindere kant te dwingen zodat ze gebruik kunnen maken van je zwakheden en de bal kunnen pakken. Als je een slecht been hebt speel je met een handicap.
- Oefen met je mindere been door in je eentje te schieten en hoog te houden. Een groot deel van verbeteren is het trainen van je spiergeheugen en dat doe je door te blijven oefenen.
-
Oefen het nemen van vrije trappen en corners (ook wel hoekschoppen). De bedoeling van een hoekschop is dat je de bal in het strafschopgebied weet te krijgen zodat een teamgenoot de bal in het doel kan koppen. Vrije trappen neem je van een afstandje en pass je meestal naar een teamgenoot, ook al gebruiken sommige teams allerlei varianten om de tegenstander in de war te brengen en zo het maximale rendement uit een vrije trap te halen. Je kunt natuurlijk ook gewoon zelf op doel schieten uit en vrije trap in de hoop dat de bal in het doel vliegt of een teamgenoot de bal in het doel kopt.
-
Ontwikkel een originele speelstijl. Probeer je eigen stijl te ontwikkelen. Ben jij een speler die graag trucjes uitvoert of ren je op snelheid langs elke verdediger heen? Misschien gebruik je liever je lichaam en kracht om hard te schieten en zo te scoren? Probeer je sterke punten te vinden en stel vervolgens doelen voor jezelf om zo een betere speler te worden, en onthoud vooral dat je lol moet hebben. Voetbal is niet zomaar de populairste sport ter wereld.Advertentie
-
Het doel van het spel is dat je meer goals scoort dan de tegenstander. Je scoort een goal door de bal in het doel van de tegenstander te schieten. Keepers mogen als enige spelers, en alleen in het strafschopgebied, de bal met hun handen pakken. Alle andere spelers mogen alleen hun handen niet gebruiken.
-
Aan elke wedstrijd doen elf spelers per team mee. De coach zet elke speler neer waar hij wil, behalve de keeper want die staat altijd op doel. Normaal gesproken bestaat een team uit een keeper, vier verdedigers, vier middenvelders en twee aanvallers.
- De keeper moet zorgen dat de bal nooit in zijn goal komt. Dit is de enige speler die de bal met zijn handen mag pakken. De keeper moet flexibel zijn en snel kunnen anticiperen en vooral goed kunnen communiceren met zijn verdedigers.
- De verdedigers moeten meestal op eigen helft blijven en zorgen dat de tegenstanders geen goals scoren. Meestal zijn verdedigers (en de keeper) spelers die wat langer zijn en vooral fysiek imposant zijn.
- De middenvelders moeten de grootste afstanden afleggen omdat ze zowel moeten aanvallen als verdedigen. Ze zijn vooral goed in het vasthouden van de bal en het passen naar teamgenoten.
- Aanvallers, ook wel spitsen, moeten uiteindelijk de goals scoren. Zij moeten vooral snel en lenig zijn en met name goed kunnen schieten en koppen.
-
Elke wedstrijd heeft twee aftrappen, één aan het begin van de wedstrijd en één aan het begin van de tweede helft. Elk team mag maar één keer aftrappen, dus of aan het begin van de wedstrijd of aan het begin van de tweede helft. Op het moment van de aftrap moeten alle spelers van beide teams op hun eigen helft van het veld staan. Als de scheidsrechter fluit en de bal is aangeraakt mogen alle spelers over het veld gaan bewegen, als ze maar niets buitenspel staan.
-
Buitenspel is één van de belangrijkste regels van dit spel en is bedoeld om te ervoor te zorgen dat spelers niet de hele wedstrijd in de buurt van het doel van de tegenstander kunnen gaan staan.
- Een speler staat buitenspel als hij:
- Voor de bal staat, en
- Op de helft van de tegenstander staat, en
- achter de laatste verdediger staat op het moment dat de bal naar hem toe wordt geschoten
- Buitenspel geldt niet bij:
- Inworpen
- Corners
- Doeltrappen
- Een speler staat buitenspel als hij:
-
Elke keer dat de bal buiten het veld rolt mag het team dat de bal niet uitschoot de bal ingooien. De bal wordt vanaf de plek waar deze het veld uitvloog ingegooid.
- Een speler kan een aanloop nemen maar moet uiteindelijk stoppen op de plek waar de bal het veld verliet.
- Een speler moet de bal met beide handen achter het hoofd brengen en vervolgens in het veld gooien.
- Een speler moet tijdens een inworp met beide benen op de grond blijven staan.
-
Een scheidsrechter geeft gele kaarten aan spelers om ze te waarschuwen, twee gele kaarten staan gelijk aan één rode kaart. Een rode kaart betekent dat de speler van het veld af moet. De volgende zaken kunnen je een gele kaart opleveren:
- Gevaarlijk spel. Dit kan door bijvoorbeeld te hoog schoppen (op ooghoogte).
- Obstructie. Dit is het blokkeren van een speler door tussen de bal en de speler te gaan staan terwijl de speler niet in de buurt van de bal is.
- Op de keeper afrennen in het strafschopgebied.
- Terugspeelbal. Het oppakken van de bal door de keeper nadat een medespeler de bal naar de keeper heeft toegespeeld.
- Onveilig spel oftewel dingen als op de keeper afrennen.
- Als de keeper de bal te lang bij zich houdt krijgt hij ook een gele kaart.
- Expres tijdrekken, meestal door de keeper, om zo de wedstrijd uit te kunnen spelen.
-
Een scheidsrechter geeft rode kaarten voor zware overtredingen. Meestal is een rode kaart het gevolg van twee gele kaarten. Je kunt voor de volgende overtredingen een rode kaart krijgen:
- Een speler expres schoppen.
- Tegen een speler aanspringen.
- Hard inkomen, vooral als hierbij de handen worden gebruikt (om in het gezicht te slaan bijvoorbeeld).
- Als een speler een andere speler van achter tackelt.
- Een speler doen struikelen door die op zijn hielen te trappen.
- Duwen, vasthouden of spugen naar een speler.
- Hands. Als een veldspeler, dus niet de keeper, de bal met zijn handen aanraakt is dit hands en dus een gele kaart.
-
Er is een verschil tussen een directe en een indirecte vrije trap. Een directe vrije trap is het op doel schieten vanuit een vrije trap zonder hierbij te proberen een teamgenoot te betrekken. Een indirecte vrije trap is de bal richting strafschopgebied schieten in de hoop dat een teamgenoot de bal kan inkoppen.
-
Een overtreding in het strafschopgebied levert vaak een penalty op. Een penalty is het resultaat van een overtreding door een verdediger op een aanvaller in het strafschopgebied van de verdediger. Alle spelers behalve de keeper en de strafschopnemer moeten het strafschopgebied verlaten zodat de strafschop kan worden genomen. De keeper moet op de doellijn gaan staan en mag pas bewegen als de bal is geschoten. De bal wordt op de penaltystip gelegd, die zich op elf meter van de doellijn bevindt. Als de bal geraakt is mogen alle spelers de bal weer aanraken. Dit levert met name spanning op als de bal tegen de lat of de paal gaat en vervolgens terug komt.
-
Er is ook een verschil tussen een doeltrap en een corner of hoekschop. Als de bal over de achterlijn rolt en het laatste werd aangeraakt door de verdedigende ploeg is het een hoekschop, als de aanvallende ploeg de bal het laatst raakte is het een doeltrap. In dat geval moet de bal vanuit het strafschopgebied weer naar voren worden geschoten, meestal doet de keeper dit.Advertentie
Tips
- Om dit spel te kunnen spelen moet je fit zijn, je rent namelijk 90 minuten rond en dat kost veel energie!
- Als een bal laag inkomt en je een keeper bent moet je knielen om te voorkomen dat de bal door je benen gaat en zo een goal wordt.
- Als je verdedigt moet je jezelf tussen de bal en het doel plaatsen. Laat de aanvaller niet richting het doel gaan, rek tijd zodat de andere verdedigers terug kunnen komen en je kunnen helpen verdedigen.
- Spring nooit met beide benen want anders krijg je vaak een vrije trap tegen.
- Leer de tactiek uit je hoofd.
- Leer trucjes en oefen deze zo vaak mogelijk zodat je verdedigers makkelijk kan passeren en op het doel af kan rennen. De meeste spelers hebben maar twee of drie trucs die ze kunnen gebruiken dus je hoeft er niet al te veel te leren, als je jouw truc maar goed kan uitvoeren.
- Als je op de keeper schiet moet je schijnbewegingen gebruiken. De keeper beweegt dan te vroeg waarna je de bal makkelijk in kan schieten.
- Oefen eerst langzaam en vervolgens steeds sneller om steeds beter te worden.
- Vergroot je uithoudingsvermogen zodat je geen problemen krijgt met kramp tijdens verlengingen.
- Vraag vrienden, die vaak voetballen of voetbalden, je het spel uit te leggen.
- Als je de bal schiet moet je iets naar achter leunen op het moment dat je schiet, hiermee kan je de bal ver schieten.
Advertentie
Waarschuwingen
- Maak nooit ruzie met de scheidsrechter, want je kan hier ook geel voor krijgen.
- Dit artikel bevat niet alle spelregels dus zoek deze zelf op als je geïnteresseerd bent.
- Als je duizelig wordt moet je dit aangeven. Je moet niet langer spelen dan fysiek mogelijk.
- Als je het niet eens bent met een beslissing moet je niet zeuren of vechten. De scheidsrechter komt toch niet op zijn besluit terug, dus het heeft geen enkele zin.
Advertentie
Benodigdheden
- Voetbal
- Voetbalschoenen
- Scheenbeschermers
- Voetbalsokken
- Korte broek of een trainings- of joggingsbroek waarin je makkelijk kan rennen
- Flesje water
- Veel ruimte, het liefst een grasveld, zonder fragiele objecten in de buurt zoals ramen
Advertentie
Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief van wikiHow!
Je vindt dan elke week handige handleidingen in je inbox.
Meld me aan!
