Pdf downloaden
Pdf downloaden
Het aansteken van een vuur is slechts een onderdeel van het maken van een vuur. Voor het moment van aansteken kun je al bepalen hoe lang het vuur zal branden en hoeveel hitte het gaat afgeven door middel van de juiste opbouw van de brandstof - het hout. Dit artikel geeft een overzicht van manieren waarop je het maken van een vuur goed kunt voorbereiden.
Stappen
-
Zorg voor iets om het vuur mee aan te steken. Het meest voor de hand ligt een aansteker of lucifers, maar als je dat niet hebt kun je één van de volgende dingen proberen:
- Gebruik een vergrootglas
- Zoek naar vuursteen, zodat je een vuur kunt aansteken met vuursteen en magnesium. [1] X Bron
- Je kunt droge takjes en boomschors met een mes tot poeder maken, dat kun je gebruiken als tondel (tondel is licht ontvlambaar materiaal).
- Andere bronnen van tondel zijn:
- dode droge planten en grassen
- textiel
- berkenbast
- mos
- houtschaafsel
- papier
- hars van dennenbomen
- droge naalden van naaldbomen
-
Verzamel aanmaakhout . Aanmaakhout moet verhoudingsgewijs veel oppervlakte hebben ten opzichte van het volume, maar meer massa dan tondel zodat het makkelijk ontvlamt en geconcentreerde hitte produceert. Op die manier krijg je het hout goed aan. [1] X Bron
- Goed aanmaakhout: droge takjes, karton, in kleine stukjes gehakt hout of stokjes met stukjes houtschaafsel er nog aan bevestigd.
- Als je grotere stukken hout klein wilt hakken kun je het als volgt doen:
- Hou het stuk hout dat je wilt hakken parallel aan het handvat van de bijl, de bovenkant van het hout moet het lemmet van de bijl raken. Beide handen zijn dichtbij de onderkant van het handvat van de bijl; met één hou je de bijl vast, met de ander het stuk hout. Zet de bijl op de plek waar je wilt dat het hout breekt, zwaai hout en bijl naar boven en laat het landen op het hakblok. Als het stuk hout gespleten is draai je de bijl een beetje zodat het hout in tweeën breekt.
- Om een klein stukje hout te splijten: hou het hout recht door het ofwel in de grond te steken of het tussen je voeten te houden. Neem een steen die wat groter dan je vuist en ram het stuk steen op het uiteinden van het hout totdat een breuk te zien is. Pel de lagen af met je vingers om het hout in kleinere stukjes te breken.
-
Verzamel houtblokken of andere brandstofbronnen met veel massa. Goede brandstoffen voor een langdurig vuur zijn bijvoorbeeld droog hout met een diameter van 2,5 tot 12,5 cm, gevlochten gedroogde grassen, gedroogde uitwerpselen van dieren en houtskool. Verzamel meer brandstof dan je denkt nodig te hebben, zeker als je van plan bent te gaan slapen bij het vuur.
- Groene of vochtige brandstof kan ook worden gebruikt, maar pas als het vuur goed aan is, want het brandt langzamer dan droge brandstof. [1] X Bron
- Naaldbomen hebben bladeren in de vorm van naalden. Ze verbranden snel en heel heet en bevatten ontvlambare harsen die zeer heet verbranden. Hierdoor zijn naalden zeer geschikt om een vuur op te starten. Ze worden ook vaak gebruikt als aanmaakhout, omdat ze makkelijker ontvlammen dan harde houtsoorten. Als het hars in het vuur terecht komt hoor je het sissen en kraken. [1] X Bron
- Loofbomen hebben brede platte bladeren, het hout van loofbomen vat minder makkelijk vlam. Maar als het eenmaal brandt branden ze langer en geven ze meer hitte.
- Je kunt ook brandstof maken door kranten samen te persen.
Advertentie
-
Maak een cirkelvormig stuk grond vrij van 1,2 meter in doorsnede. Leg een ring van stenen neer of graaf een kuil van 10 cm diep met een schep. De stenen zorgen ervoor dat de hitte bewaard blijft. Je kunt ook aan één kant een muurtje bouwen van stenen of hout, dat reflecteert de hitte, waardoor je minder kostbare warmte verliest.
- Als de grond nat is of bedekt met sneeuw kun je een platform bouwen met stukken hout, bedekt met een laag aarde of stenen.
-
Stapel het aanmaakhout losjes op in je vuurring of vuurkuil. Het moet vrij dicht op elkaar zitten zodat het goed kan ontbranden, maar losjes genoeg voor de luchttoevoer.
- Plaats de tondel op de stapel met aanmaakhout. Steek het vuur aan en voeg langzaam meer aanmaakhout toe.
- Blaas wat lucht op het vuur om hitte op te bouwen.
-
Voeg de blokken hout toe, beginnend met de kleinste stukken, langzaam opbouwend naar grotere stukken. De volgorde die je kiest bepaalt de grootte van het vuur, de snelheid van verbranding en de duur van het vuur.
- Bouw een wigwam.
Leg de tondel en het aanmaakhout in de vorm van een wigwam en steek het in het midden aan. Het hout aan de buitenkant zal naar binnen vallen en daardoor brandstof opleveren. Dit is de meest effectieve opstelling om een vuur te beginnen.
- Een vlam is het heetst aan het uiteinde van de vlam (waar de zuurstof wordt omgezet in vuur om koolstofdioxide te creëren), de bovenkant van de wigwam zal het heetst zijn, dus plaats het hout met de dikke kant naar boven.
- Met een wigwamopstelling zal vochtig hout en loofbomenhout goed branden. Maar omdat deze opstelling veel hitte genereert zal de brandstof snel opbranden. [2] X Bron
- Bouw een blokhut.
Stapel lagen hout op zodat je 4 muren krijgt in een vierkant. Laat genoeg ruimte over voor een wigwamopstelling in het midden en zorg ervoor dat de lucht goed kan circuleren tussen de stukken hout van de muren.
- Het "schoorsteeneffect" zuigt lucht naar binnen van onderen en komt aan de bovenkant naar buiten in de vorm van een sterke vlam. Als het lijkt alsof het vuur niet genoeg zuurstof krijgt kun je kleine gaten onder de muren maken zodat er meer zuurstof wordt aangezogen, of je kunt blazen op het vuur zodat het beter gaat branden.
- Deze opstelling is zeer gunstig om voedsel te bereiden, want de vierkante vorm zorgt voor consequente hitte. Je kunt voedsel een tijdje bovenop de stapel plaatsen als je eerst een plafond hebt geconstrueerd van grotere blokken hout.
- Bouw een piramide.
Plaats 2 kleine houtblokken of takken op de grond, naast elkaar. Leg vervolgens een stevige laag houtblokken of takken haaks op de twee onderste blokken.
- Voeg nog 3 of 4 lagen toe, elke keer haaks op de laag eronder en elke keer kleiner dan de laag eronder.
- Steek het topje van de piramide aan, het vuur zal nu vanzelf langzaam naar beneden gaan.
- Bouw een afdak Steek een tak in de grond onder een hoek van 30 graden, de bovenpunt moet in de richting van de wind wijzen. Leg er aanmaakhout onder en wat tondel tegen de eerste tak. Steek de tondel aan en voeg meer toe indien nodig.
- Graaf een greppel in een kruisvorm. Graaf een kruisvormige greppel in de grond van 7,5 cm diep en met een diameter van 30 cm. Plaats veel tondel in het midden. Bouw een piramide van aanmaakhout over de tondel. De greppel zorgt ervoor dat er voldoende luchttoevoer is om het vuur te kunnen voeden.
- Maak een ster. Met deze opstelling kun je de houtblokken naar binnen duwen om hitte op te bouwen en naar buiten trekken om hitte te verminderen. Deze methode kan zeer nuttig zijn als je niet veel brandhout hebt. [2] X Bron
- Bouw een wigwam.
Leg de tondel en het aanmaakhout in de vorm van een wigwam en steek het in het midden aan. Het hout aan de buitenkant zal naar binnen vallen en daardoor brandstof opleveren. Dit is de meest effectieve opstelling om een vuur te beginnen.
-
Klaar.
-
Klaar!Advertentie
Tips
- Bouw het vuur naast een grote rots, zodat de hitte reflecteert. Op deze manier krijg je twee keer zoveel warmte, het houdt je dus warmer.
- Gebruik geen stenen in je vuurkuil die in of naast water gelegen hebben. Stenen zuigen water op en als je ze verhit kunnen ze exploderen.
- In een noodsituatie kun je het hout 's nachts laten smeulen zodat je het later weer kunt opstoken. Hark het smeulende hout en de as op een stapel. De as zorgt ervoor dat er niet teveel zuurstof bij komt en het behoudt de hitte. De houtresten blijven heel erg heet en zullen langzaam opbranden.
- Stook nooit een vuurtje onder een boom of laag hangende boomtakken.
- Gebruik een kleine tak zonder bast als tussenstap tussen tondel en aanmaakhout.
- Als je een aantal dagen op dezelfde plek kampeert kun je wat hout opbergen op een droge plek voor als het gaat regenen.
- Blijf altijd bij een brandend vuur. Haal de brandende stukken hout bij elkaar weg zodat ze kunnen afkoelen en gooi water over het vuur om het af te koelen. Een verlaten vuur kan leiden tot bosbrand.
- Als je brandende stukken hout wilt bewegen steek je het uiteinde van een stevige stok eerst even in een emmer water zodat je daar mee kunt porren. Het verplaatsen van stukken hout kan soms heel goed zijn om een vuur weer aan de gang te krijgen.
- Bewaar stukken brandhout niet op een stapel, maar los van elkaar. Als een stapel brandhout vlam vat heb je ineens een groot ongewenst tweede vuur.
- Zoek altijd eerst uit of je wel een vuur mag stoken op de plek waar je bent.
- Zorg dat alles droog is voordat je het aansteekt anders krijg je veel rookontwikkeling.
- Zoek altijd naar droog hout. In levende takken zit teveel vocht en het afhakken van takken is nooit goed voor een boom.
Waarschuwingen
- Hou een paar emmers water bij de hand, voor als het uit de hand loopt. Als er weinig water in de buurt is kun je de emmers vullen met zand of aarde. Hoe groter het vuur, hoe meer emmers je nodig hebt.
- Koken boven open vuur is leuk, maar erg efficiënt. Je kunt beter een oventje fabriceren van een groot blik, daarmee controleer je de luchttoevoer en kun je voedsel efficiënter bereiden.
- Stook geen vuur dichtbij een tent of andere slaapplekken.
Advertentie
Benodigdheden
- Iets om het vuur mee aan te steken
- Tondel
- Aanmaakhout
- Brandhout of andere brandstof
- Stenen
- Schep
Bronnen
Advertentie