Pdf downloaden
Pdf downloaden
Zonnebloemen zijn eenjarige, winterharde planten. Ze zijn helemaal niet moeilijk te kweken en met hun lange stelen en opvallende gele bloemen fleuren ze elke tuin op; afhankelijk van de soort kunnen zonnebloemen van ruim een halve meter tot wel 4,5 meter hoog worden. De zaadjes, die beter bekend staan als zonnebloempitten, kun je oogsten en ze daarna bijvoorbeeld geroosterd eten in salades of als tussendoortje. Volg onderstaande instructies om te leren hoe je zonnebloemen moet zaaien, verzorgen en oogsten.
Stappen
-
Kies een soort zonnebloem die past bij de mogelijkheden binnen je tuin. De meeste zonnebloemsoorten worden wel een paar meter hoog, maar er bestaan ook miniatuurvariëteiten die tot hooguit een meter groeien. Hieronder hebben we een aantal populaire grotere en kleinere variëteiten voor je op een rijtje gezet:
- Mammoetzonnebloemen: Hun wollige naamgenoten mogen dan uitgestorven zijn, maar mammoetzonnebloemen worden net zo hoog als de prehistorische dieren en kunnen een lengte van wel 2,5 tot ruim 3,5 meter bereiken.
- Herfstschoonheid: Deze variëteit produceert grote bloemen die uitgroeien tot een diameter van wel zes centimeter. De soort ontleent zijn naam aan het herfstachtige kleurenspectrum van de bloemen. Het is niet ongewoon om brons- en mahonie-achtige bloemen te zien op hun grote stengels die soms wel zeven meter lang kunnen worden.
- De zogenaamde zonnestraal is een middelgrote variëteit die zo’n vijf meter hoog wordt en waarvan de bloemen een doorsnede van ongeveer vijf centimeter hebben. De zonnestraal heeft lange, asymmetrische bloemblaadjes en het hart van de bloem is vaak geel, waarmee deze bloem een opvallende aanvulling vormt voor boeketten.
- Dwergzonnebloemen, die ook wel bekend staan als teddiebeertjes . Deze miniatuurvariant is met name geschikt voor mensen met een kleine tuin.
-
Kies een stukje grond in de volle zon en uit de wind. Zonnebloemen gedijen goed in warme tot hete klimaten waarop de zon overdag volop schijnt. Klimaten met lange, hete zomers zijn voor het kweken van zonnebloemen het meest geschikt.
- Je kunt zonnebloemen als dat kan het beste ook tegen de wind beschermen. Plant de zaadjes langs een hek, aan de zijkant van een huis, of achter een rij stevige bomen. Plant de zonnebloemen als het kan aan de noordkant van de tuin. Daarmee voorkom je dat de grote zonnebloemstelen andere planten in je tuin in de schaduw laten staan.
-
Bepaal de pH-waarde oftewel de zuurtegraad van de grond . Zonnebloemen geven de voorkeur aan een licht zure tot een ietwat alkalische grond met een pH waarde tussen de 6,0 en de 7,5. Wel is het zo dat zonnebloemen relatief sterke planten zijn die het in de meeste grondsoorten goed doen.
- Bij een tuincentrum kunnen ze je waarschijnlijk wel helpen aan de materialen die je nodig hebt om de pH-waarde van de grond bij jou in de tuin te meten. Meet de pH-waarde nadat je de grond hebt aangepast nog een keer.
- Verrijk bij een pH-waarde die lager is dan 6,0 de bodem met zure compost of potgrond.
- Als de pH-waarde van de grond hoger is dan 7,5, meng er dan wat zwavelkorrels door om de zuurtegraad te verlagen.
-
Zorg ervoor dat het water via de grond goed kan worden afgevoerd. Zonnebloemen zijn bijzonder sterke planten, maar ze kunnen niet tegen te natte aarde.
- Zorg voor een goed afvoersysteem op de plek waar je de zonnebloemen wilt zaaien, of plant de zaadjes in plaats daarvan in een eenvoudige plantenbak.
- Bouw zo nodig een verhoogde tuinbak met planken van cederhout, die verkrijgbaar zijn in lengtes van ongeveer 2,5 meter. Ceder is een goede keuze voor een tuinbed omdat het niet gaat rotten als het nat wordt. [1] X Bron
-
Laat de grond voordat je de zaadjes plant eerst goed opwarmen. Plant zonnebloemzaadjes aan het begin van de zomer als de grond volledig is opgewarmd. Dit is, afhankelijk van waar je woont, meestal het geval vanaf half april of eind mei.Advertentie
-
Maak de grond los met je handen of met een tuinschepje. Voor het zaaien van zonnebloemzaadjes moet de grond los en luchtig zijn. Als de aarde niet veel voedingsstoffen bevat of het water slecht afvoert, meng er dan zeven tot tien cm compost doorheen.
-
Maak in de aarde kuiltjes van 2,5 cm diep, op 15 tot 45 cm afstand van elkaar, afhankelijk van de grootte van het soort zonnebloemen dat je gaat planten. Je kunt deze kleine gaatjes gewoon met je handen graven. Als je de zaadjes in rijen gaat zaaien, zorg dan voor een afstand van ongeveer 75 cm grond tussen de rijen. Om goed te kunnen groeien hebben zonnebloemen veel ruimte nodig.
- Laat voor grote soorten zonnebloemen 45 cm ruimte vrij tussen de zaadjes.
- Laat voor middelgrote soorten zonnebloemen 30 cm ruimte vrij tussen de zaden.
-
Doe in elk kuiltje een paar zaadjes en bedek de zaadjes vervolgens met aarde. Je kunt het zaaien over een aantal weken verspreiden, zodat je tijdens de zomer op verschillende momenten van bloeiende zonnebloemen kunt genieten. Aangezien zonnebloemen eenjarige planten zijn, wat betekent dat ze maar één keer per jaar bloeien, kun je door het zaaien te spreiden langer van de bloemen genieten.
-
Meng nadat je de zaadjes geplant hebt een dun laagje mest. Kies als het kan voor organische meststof in plaats van kunstmest, en verdeel dit over het zaaigoed om ervoor te zorgen dat de zonnebloemen sterke stelen krijgen.
-
Geef de zaadjes na het planten en bemesten voldoende water. Maak de grond goed nat, maar zorg ervoor dat de zaadjes niet wegstromen of onder water komen te staan. [2] X BronAdvertentie
-
Geef de planten één tot twee keer per week flink wat water. Zonnebloemen hebben diepe wortels en krijgen liever af en toe heel veel water tegelijk, dan regelmatig een beetje. [3] X Bron Pas als het erg zonnig of juist erg bewolkt is, de hoeveelheid water die je geeft aan. Zonnebloemen bloeien als het goed is halverwege of tegen het einde van de zomer, zo’n twee tot drie maanden nadat je ze gezaaid hebt.
-
Mulch de aarde . Bedek zodra de zaailingen zo lang zijn dat je kunt mulchen zonder dat ze breken, de grond met een laagje zaadvrij stro of een ander beschermend laagje om vocht vast te houden en te voorkomen dat er onkruid gaat groeien. Vul de mulch als het hard geregend heeft aan. [4] X Bron
- Als je zonnebloemen kweekt als zaadgewas of om ze tentoon te stellen op een bloemenexpositie, mulch de planten dan zodra ze een halve meter lang zijn met 4 cm goed verteerde mest of compost.
-
Bind de zonnebloemen als het nodig is vast. Als je ergens woont waar het hard waait, of als de stelen niet zo sterk zijn, overweeg dan de plantestelen te verstevigen met stokjes van hout of met bamboestokken, om het gewicht van de plant te ondersteunen.
-
Geef ongedierte en schimmels geen kans. Hoewel zonnebloemen relatief goed bestand zijn tegen insecten, zijn er kleine grijze motjes die graag hun eitjes in de zonnebloemen leggen. Om ze te verwijderen kun je gewoon de larfjes eruit halen.
- Zonnebloemen kunnen ook meeldauw of andere schimmels en roestzwammen aantrekken. Als één van deze problemen zich voordoet, bespuit je bloemen dan met een schimmelbestrijdingsmiddel.
- Herten en vogels staan er ook om bekend dat ze zonnebloemplanten eten. Hang om te voorkomen dat deze dieren je planten vernielen netten over de zonnebloemen.
-
Snijd bloemen af voor decoratie. Snijd om de bloemen leuk in een vaas te zetten de stelen vroeg in de ochtend af, voordat de bloem helemaal open is, af. Ververs eens in de twee dagen het water in de vaas zodat de bloemen er fris uit blijven zien.
-
Oogst de pitten. Als je de zonnebloempitten wilt opeten, snijd dan de bloemhoofden van de planten zodra ze wat slapper beginnen te worden, of als de achterkant van de kop geel begint te worden. Hang ze ondersteboven aan de stengel op een droge, goed geventileerde plaats en bedek ze met een stuk kaasdoek of een papieren zak om de zaadjes in op te vangen wanneer ze uit de bloemen vallen.
- Voor heerlijke geroosterde zonnebloempitten moet je de zaadjes eerst een nacht laten weken in water met zout. Giet ze vervolgens af en leg ze op een bakplaat. Rooster ze in de oven bij een lage temperatuur (tussen de 90 en de 120ºC) tot ze lichtbruin van kleur zijn.
Advertentie
Tips
- Het soort grond is voor zonnebloemen meestal niet zo’n probleem. Zolang het water maar goed kan weglopen en de grond rijk is aan turf, compost of mest is de kans groot dat je lange en sterke zonnebloemen zult krijgen.
- Je kunt zonnebloemen het beste op de plek waar je ze gezaaid hebt laten staan. Zonnebloemen verplaatsen levert meestal geen goed resultaat op.
- Vergeet niet dat zonnebloemen heel lang kunnen worden en ervoor kunnen zorgen dat andere planten in de schaduw komen te staan, als je niet oplet. Zonnebloemen wijzen altijd naar de kant waar de zon opkomt, dus houd daar bij het zaaien rekening mee.
- Als je weinig ruimte hebt kun je beter minder zonnebloemen zaaien. Hoe meer zonnebloemen namelijk met elkaar moeten concurreren om voedingsstoffen, des te minder sterk iedere individuele plant zal worden.
- Houd het gebied in de buurt van de zonnebloemen onkruidvrij, gebruik geen bestrijdingsmiddelen en zaai geen gras in de buurt van de bloemen.
- Als je vervelende vogels in de tuin hebt die de zaadjes uit de bloemen proberen te pikken, bedek de hoofden van de zonnebloemen dan met speciaal vliesdoek voor gewasbescherming, zodat eventueel ongedierte niet bij de zaadjes kan. [5] X Bron
- Door wat grind in de plantenbakken te doen voorkom je dat de gaatjes in de bodem verstopt raken.
Advertentie
Waarschuwingen
- Herten zijn dol op zonnebloemen. Zaai je bloemen daarom op een afgeschermd stukje grond om te voorkomen dat onverwacht bezoek ze komt opeten.
- Zonnebloemen houden niet van kou! Zaai geen zonnebloemen zolang het nog vriest, maar wacht tot het buiten wat warmer wordt.
- Het kan zijn dat vogels na het zaaien de zaadjes oppikken. Bedek het bezaaide gebied met netten om te voorkomen dat je zonnebloempitten voortijdig worden opgegeten.
Advertentie
Bronnen
Over dit artikel
Deze pagina is 86.206 keer bekeken.
Advertentie