Pdf downloaden
Pdf downloaden
Deze wikiHow leert je een computernetwerk op te zetten voor een groep Windows of Mac-computers. Je kunt een draadloos netwerk opzetten voor een paar computers, of een bekabeld netwerk als je een groot aantal computers aan een netwerk toevoegt.
Stappen
-
Klik op het wifi-symbool . Het staat in de rechterbenedenhoek van het scherm. Er verschijnt een pop-upvenster.
- Als wifi momenteel is uitgeschakeld, klik dan op de wifi -knop linksonder in het pop-upvenster voordat je verder gaat.
- In sommige gevallen moet je rechtsonder in het scherm op de knop ^ klikken om het wifi-pictogram te zien.
-
Selecteer een netwerk. Klik op het netwerk waarop je elk van je netwerkcomputers wilt aansluiten.
-
Klik op Verbinden . Het staat rechtsonder in het vak van het netwerk.
-
Voer het wachtwoord van het netwerk in. Voer het wachtwoord van het netwerk in wanneer daarom wordt gevraagd.
-
Klik op Volgende . Dit staat onder het netwerk. Zolang het wachtwoord correct is, word je hiermee verbonden met het netwerk.
-
Verbind andere computers in het netwerk met internet. Voor elke computer die je in je netwerk wilt opnemen, herhaal je het wifi-verbindingsproces. Zodra elke computer is verbonden met het wifi-netwerk, kun je doorgaan met het instellen van het delen van bestanden.
-
Open Start . Klik op het Windows-logo in de linkerbenedenhoek van het scherm.
-
Typ configuratiescherm . Het Configuratiescherm wordt geopend.
-
Klik op Configuratiescherm . Dit is een blauw rechthoekpictogram bovenaan het Start-menu.
-
Klik op Netwerkcentrum . Deze optie lijkt op een set blauwe monitoren.
- Als je 'Categorie' rechtsboven op de pagina ziet, klik dan eerst op het kopje 'Netwerk en internet' in het hoofdvenster van Configuratiescherm.
-
Klik op Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen . Dit is een koppeling in de linkerbovenhoek van de pagina.
-
Vink het vakje 'Netwerkdetectie inschakelen' aan. Dit zorgt ervoor dat je computer kan communiceren met andere computers die zijn aangesloten op de internetbron.
- Je kunt ook de opties 'Bestands- en printerdeling inschakelen' en 'Verbindingen met de thuisgroep door Windows laten beheren' inschakelen, als die niet automatisch zijn geselecteerd.
-
Klik op Wijzigingen opslaan . Het staat onderaan de pagina.
-
Schakel netwerkherkenning in op de andere netwerkcomputers. Zodra elke computer in de netwerkgroep is ingeschakeld in het Configuratiescherm, is je bekabelde netwerk klaar voor gebruik.Advertentie
-
Klik op het wifi-symbool . Het staat rechtsboven in het scherm. Er verschijnt een vervolgkeuzemenu.
- Als je wifi niet is ingeschakeld, klik dan op en daarna op Schakel wifi in bovenin het menu.
-
Selecteer een netwerk. Klik op het wifi-netwerk waarmee je elke computer in je netwerk wilt verbinden.
-
Voer het wachtwoord van het netwerk in. Typ het wachtwoord voor het netwerk in het veld 'Wachtwoord'.
-
Klik op Verbind . Deze staat onderaan het venster. Hiermee kan je computer verbinding maken met het internet.
-
Verbind andere netwerkcomputers met het internet. Voor elke computer die je in je netwerk wilt gebruiken, herhaal je het wifi-verbindingsproces. Zodra elke computer is verbonden met het wifi-netwerk, kun je verdergaan met het instellen van bestandsdeling.
-
Open het Apple-menu . Klik op het Apple-logo in de linkerbovenhoek van het scherm. Er verschijnt een vervolgkeuzemenu.
-
Klik op Systeemvoorkeuren… . Dit staat bovenaan het vervolgkeuzemenu.
-
Klik op Delen . Je vindt dit blauwe, mapvormige pictogram in het midden van het venster Systeemvoorkeuren.
-
Vink het vakje 'Bestandsdeling' aan. Dit staat aan de linkerkant van de pagina. Dit zorgt ervoor dat je bestanden vanaf je computer kunt delen met andere computers in het netwerk.
- Je kunt hier ook alle andere opties voor het delen van bestanden controleren die je voor je netwerk wilt gebruiken.
-
Sluit het venster Systeemvoorkeuren. Je wijzigingen worden opgeslagen. De huidige computer is nu ingesteld op delen via het netwerk.
-
Schakel bestandsdeling ook in op de andere netwerkcomputers. Elke computer die verbonden is met je internetbron moet worden ingeschakeld om bestanden te kunnen delen. Zodra je dit proces hebt voltooid, is je draadloze netwerk klaar voor gebruik.Advertentie
-
Zorg dat je de benodigde hardware hebt. Je hebt een internetbron (bijv. een modem) nodig waarop je elke computer afzonderlijk kunt aansluiten, evenals ethernetkabels om de computers aan te sluiten op de internetbron.
- De meeste modems hebben slechts een paar ethernetpoorten, maar je kunt netwerkhubs kopen die meer dan 10 verbindingen ondersteunen.
- Zorg dat je de afstand van elke computer tot de internetbron bij benadering kent. je hebt ethernetkabels nodig die deze afstand kunnen overbruggen.
-
Stel de internetbron in. Steek het ene uiteinde van een ethernetkabel in de 'Internet'-poort aan de achterkant van de modem en sluit het andere uiteinde van de kabel vervolgens aan op de 'Internet'- of 'Ethernet'-poort van je internetbron.
- Je moet ook de stroomkabel van de internetbron aansluiten voordat je verdergaat.
-
Sluit elke computer aan op de internetbron. Sluit het ene uiteinde van een ethernetkabel aan op de vierkante ethernetpoort van je computer en sluit vervolgens het andere uiteinde van de kabel aan op de internetbron.
- Meestal gebruik je desktopcomputers binnen een bekabeld netwerk, wat betekent dat de ethernetpoorten aan de achterkant van elke computerkast zitten.
-
Open Start . Klik op het Windows-logo in de linkerbenedenhoek van het scherm.
-
Typ configuratiescherm . Hiermee zoek je op je computer naar het Configuratiescherm.
-
Klik op Configuratiescherm . Dit is een blauwe rechthoek bovenin het Start-menu.
-
Klik op Netwerkcentrum . Deze optie lijkt op twee blauwe beeldschermen.
- Als je 'Categorie' rechtsboven op de pagina ziet, klik dan eerst op het kopje Netwerk en internet in het hoofdvenster van het Configuratiescherm.
-
Klik op Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen . Dit is een link in de linkerbovenhoek van de pagina.
-
Vink het vakje 'Netwerkdetectie inschakelen' aan. Dit zorgt ervoor dat je computer kan communiceren met andere computers die zijn aangesloten op de internetbron.
- Je kunt ook de optie 'Bestands- en printerdeling inschakelen' en 'Verbindingen met de thuisgroep door Windows laten beheren' inschakelen, als die niet automatisch zijn geselecteerd.
-
Klik op Wijzigingen opslaan . Deze knop staat onderaan de pagina.
-
Schakel netwerkherkenning in op de andere netwerkcomputers. Zodra elke computer in de netwerkgroep is ingeschakeld in het Configuratiescherm, is je bekabelde netwerk klaar voor gebruik.Advertentie
-
Zorg dat je beschikt over de vereiste hardware. Je hebt een internetbron (bijv. een modem) nodig waarop je elke computer afzonderlijk kunt aansluiten, evenals ethernetkabels om de computers aan te sluiten op de internetbron.
- De meeste modems hebben slechts een paar ethernetpoorten, maar je kunt netwerkhubs kopen die meer dan 10 verbindingen ondersteunen.
- Zorg dat je de afstand van elke computer tot de internetbron bij benadering kent. je hebt ethernetkabels nodig die deze afstand kunnen overbruggen.
-
Stel de internetbron in. Steek het ene uiteinde van een ethernetkabel in de 'Internet'-poort aan de achterkant van de modem en sluit het andere uiteinde van de kabel vervolgens aan op de 'Internet'- of 'Ethernet'-poort van je internetbron.
- Je moet ook de stroomkabel van de internetbron aansluiten voordat je verder gaat.
-
Sluit elke computer aan op de internetbron. Sluit het ene uiteinde van een ethernetkabel aan op de vierkante ethernetpoort van je computer en sluit vervolgens het andere uiteinde van de kabel aan op de internetbron.
- Meestal gebruik je iMac-computers voor een bekabeld netwerk. Dit betekent dat de ethernetpoort zich aan de achterkant van de monitor van de iMac bevindt.
- Als je Mac-laptops voor dit netwerk gebruikt, moet je een usb-C-netwerkadapter voor je computer kopen en deze vervolgens aansluiten op een van de usb-C-sloten aan de zijkant van je Mac, omdat Mac-laptops geen ethernetpoorten meer hebben.
-
Open het Apple-menu . Klik op het Apple-logo in de linkerbovenhoek van het scherm. Een vervolgkeuzemenu verschijnt.
-
Klik op Systeemvoorkeuren… . Het staat bovenaan het vervolgkeuzemenu.
-
Klik op Delen . Je vindt dit blauwe, mapvormige pictogram in het midden van het venster Systeemvoorkeuren.
-
Vink het vakje 'Bestandsdeling' aan. Het staat aan de linkerkant van de pagina. Dit zorgt ervoor dat je bestanden vanaf je computer kunt delen met andere computers in het netwerk.
- Je kunt hier ook alle andere opties voor het delen van bestanden aanvinken die je voor je netwerk wilt gebruiken.
-
Sluit het venster Systeemvoorkeuren. Je wijzigingen worden opgeslagen; de huidige computer is nu ingesteld op delen via het netwerk.
-
Schakel bestandsdeling op de andere netwerkcomputers in. Op elke computer die verbonden is met je internetbron moet bestandsdeling worden ingeschakeld. Zodra je dit hebt gedaan, is je bekabelde netwerk klaar voor gebruik.Advertentie
Tips
- Bij de aanschaf van ethernetkabels voor een bekabeld netwerk moet je ervoor zorgen dat deze kabels afgeschermd zijn. Afgeschermde kabels hebben een beschermingslaag aan de binnenkant van de mantel rond de kabel, waardoor de kabel zelf minder snel beschadigd raakt.
- Nadat je bestandsdeling op je computer hebt ingeschakeld, kun je een gedeelde map maken die fungeert als een gezamenlijke opslagplaats voor bestanden.
- Om meer geavanceerde functies van je netwerk te gebruiken, kun je meer leren over computernetwerken.
Advertentie
Waarschuwingen
- Mogelijk moet je een sneller internetabonnement afsluiten, om meerdere computers te kunnen gebruiken, vooral als je verbinding maakt via wifi.
Advertentie
Advertentie