PDF download Pdf downloaden PDF download Pdf downloaden

Een sextant is een oud navigatie-instrument dat de hoogte meet aan de hand van hoekafstanden. Je kunt een sextant gebruiken om de hoogte aan de hemel te bepalen van de zon, de maan of andere hemellichamen ten opzichte van de horizon. Die informatie kun je vervolgens gebruiken om je breedtegraad te bepalen, of je positie op de wereldbol ten opzichte van de evenaar. Hoewel sextanten je zeer nauwkeurige informatie over je locatie kunnen geven, moet je meestal een paar correcties op je aflezing aanbrengen, op basis van factoren zoals de tijd van het jaar en het hemellichaam dat je als referentie gebruikt. Hoewel een sextant er ingewikkeld uitziet, kun je er met een beetje oefening en een goed begrip van de werking, betrouwbaar je positie mee bepalen!

Methode 1
Methode 1 van 3:

De elevatiehoek bepalen voor een waargenomen object

PDF download Pdf downloaden
  1. Als je de sextant niet aan boord van een schip op zee gebruikt, zal je je waarneming moeten corrigeren voor je hoogte boven zeeniveau. Kijk op een kaart die informatie over je hoogte bevat, of gebruik een app (zoals Google Maps) om je hoogte te controleren. Schrijf je hoogte op, zodat je die later kunt gebruiken om je metingen te corrigeren. [1]
    • Omdat de sextant de hoek tussen een object aan de hemel en de horizon meet, zal je meting minder nauwkeurig zijn als je geen meting doet vanaf de horizon (of zeeniveau). Je moet dat verschil corrigeren, om de ware hoogte te vinden van het object dat je observeert.
    • Het verschil tussen jouw hoogte en het niveau van de horizon wordt 'dip' genoemd.
    • Zelfs als je op zeeniveau bent, moet je nog steeds een dipcorrectie uitvoeren, om rekening te houden met het verschil tussen het niveau van de horizon en de hoogte van je oog. [3]

    Wist je dat? Sextanten bestaan meestal uit een vizierkijker, een paar spiegels waarmee je tegelijkertijd de horizon en een object aan de hemel (zoals de zon of een ster) kunt zien, en een beweegbare arm die hoeken meet langs een boog van 60°. Deze boog vertegenwoordigt 1/6 van een cirkel, waar de naam 'sextant' vandaan komt. [2]

  2. Kijk door de vizierkijker naar de horizonlijn, die je door de horizonspiegel ziet. [4] De horizonspiegel is slechts gedeeltelijk verzilverd, waardoor je door de spiegel en de vizierkijker naar de horizon daarachter kunt kijken. [5]
    • De horizonlijn vormt de basislijn voor de elevatiehoek van het object waarvan je de positie aan het bepalen bent.
    • Jouw sextant beschouwt de horizonlijn mogelijk niet als nul graden. Als dat niet het geval is, moet je de hoekmaat van het object dat je probeert te bepalen corrigeren met dezelfde waarde als de fout van de horizonlijn. Deze fout wordt de indexfout genoemd. [6]
  3. Een tweede spiegel, de indexspiegel, is gemonteerd op de bewegende arm. Beweeg de arm totdat je het object waarvan je de hoogte probeert te vinden (zoals de zon of de maan) gereflecteerd ziet op de horizonspiegel van de indexspiegel. [7]
    • Het bewegen van de arm roteert de indexspiegel tot het licht dat de indexspiegel raakt het reflecterende deel van de horizon spiegel raakt. Hierdoor lijkt het voorwerp in de indexspiegel op de horizon te rusten. [8]
    • Sextanten die ontworpen zijn om naar de zon te kijken, bevatten een schaduwbril om je ogen te beschermen tegen de zonnestralen.

    Waarschuwing: Als je de hoogte van de zon probeert te meten, zet dan altijd eerst de zonnekap op zijn plaats, zodat je je ogen niet verwondt.

  4. Zodra je het object dat je waarneemt op de horizonspiegel ziet, beweeg je de arm lichtjes heen en weer om de positie van de indexspiegel aan te passen. Beweeg de spiegel tot het voorwerp zich ter hoogte van de horizon bevindt als je door de telescoop kijkt. [9]
    • Als je sextant een klem heeft, gebruik die dan om de indexarm op zijn plaats te houden, zodat hij niet vrij kan ronddraaien als je het object eenmaal in positie hebt.
    • Sommige sextanten hebben een paar hendels die je inknijpt, om grotere aanpassingen met de arm te maken. Laat de hendels los zodra je de arm ongeveer hebt waar je hem hebben wilt. [10]
  5. Zoek de micrometerknop of schroef aan de onderkant van je sextant en draai eraan, om de positie van de indexspiegel nauwkeurig af te stellen. Doe de aanpassingen geleidelijk terwijl je de sextant van links naar rechts zwaait, totdat het object net de horizon raakt. [11]
    • Als je bijvoorbeeld de zon wilt bekijken, dan moet je fijne aanpassingen maken met de micrometerknop, totdat het lijkt alsof de onderste boog (of 'lower limb') van de zon net op de horizon rust.
  6. Zodra je het object in positie hebt, kijk je op je horloge of telefoon. Noteer de tijd in uren, minuten en seconden – begin met de seconden om fouten te voorkomen. [12]
    • Bijvoorbeeld: als je een meting doet van de hoogte van de zon om 7:35 en 16 seconden in de ochtend, dan kun je opschrijven: '7:35:16'.
    • Snel de tijd noteren is vooral belangrijk als je een sextant gebruikt voor navigatie op zee, omdat jouw positie en de positie van objecten aan de hemel beide veranderen.
  7. De sextant registreert de hoogte in graden en fracties van graden, die 'minuten' worden genoemd. Kijk naar het venster boven de sextantboog aan de onderkant van de indexarm om de meting in graden te vinden. Controleer vervolgens de positie van de micrometerknop of schroef om de minuten te vinden. Je sextant heeft mogelijk ook nog een kleinere schaal, de Vernier, die fracties van een minuut aangeeft. De Vernier bevindt zich naast de micrometerknop. Noteer deze getallen samen met de tijd. [13]
    • Bijvoorbeeld: je kunt een lezing krijgen van 25° 6,40', of 25 graden en 6,4 minuten.
    • De indexbalk kan over een klein vergrootglas beschikken om je te helpen de schaalverdeling op de sextantboog te lezen.
    • Een minuut is 1/60 van een graad, en een seconde is 1/60 van een minuut. De meeste sextanten maken een aflezing tot op 10 seconden nauwkeurig mogelijk. [14]
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 3:

Je metingen corrigeren

PDF download Pdf downloaden
  1. Soms staan sextanten een beetje verkeerd uitgelijnd, zodat je een getal krijgt dat groter of kleiner is dan 0°, als je een meting doet recht aan de horizon. Dit wordt 'indexfout' genoemd. Controleer op deze fout voordat je de hoogte van een object waarneemt. Als je sextant de horizonhoek afleest als groter dan nul (een positief getal), trek dan de horizonhoek af van de hoekmaat van het object. Als je sextant de horizonhoek afleest als kleiner dan 0 (een negatief getal), tel dan het aantal graden verschil op bij de hoekmaat van het object. [15]
    • Dit probleem doet zich voor wanneer de index- en horizonspiegels niet correct uitgelijnd zijn, wanneer de indexarm en de minutenschaal op 0 zijn ingesteld. Wanneer deze fout zich voordoet, zal de horizon er niet uitzien als een perfect rechte lijn over de twee spiegels wanneer je door de kijker kijkt.
    • Draai de micrometer totdat de lijn er recht uitziet om de hoek van de indexfout te vinden. Als deze groter is dan 1,5', moet je aanpassingen maken aan je sextant om dit te herstellen. Raadpleeg de handleiding van je sextant, als je die hebt.
  2. 'Dip' verwijst naar het verschil tussen je hoogte en het werkelijke niveau van de horizon. Om deze correctie uit te voeren, vermenigvuldig je 1,7725' met de vierkantswortel van je hoogte, inclusief de hoogte van je oog, in meters. Trek dit getal af van je waargenomen hoogte (de aflezing die je op de sextant kreeg toen je de hoogte van een object mat). [16]
    • Het aanhalingsteken (') in deze formule staat voor minuten (60e van een graad). 1,7725' is een wiskundige constante die een kleine fractie van een graad weergeeft.
    • Bijvoorbeeld: als je 25 m boven zeeniveau bent, en je ooghoogte is 1,7 m, dan zou je hoogte 26,7 meter boven zeeniveau zijn. Je dip zou dan 1,7725' x √26,7 = 9,16' zijn.
    • Als je een hoogtemeting hebt van 38° 10,60' voor de zon, krijg je na correctie voor dip 38° 10,60' – 9,16' = 38° 1,44'.
  3. Breking verwijst naar de manier waarop licht buigt wanneer het door de atmosfeer van de aarde gaat. Dit effect verandert de manier waarop objecten aan de hemel verschijnen en maakt dat ze er enigszins verplaatst uitzien, net zoals een rietje er verplaatst of gebogen uitziet door water in een glas. Omdat refractie varieert afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het hemellichaam dat je probeert waar te nemen, is het het gemakkelijkst om deze correctie uit te voeren met behulp van een correctietabel. Kijk op pagina A2 van de Nautische Almanak om refractiecorrectie-tabellen te vinden. [17]
    • Je kunt de nieuwste Nautische Almanak kopen bij een online boekhandel. Veel van de tabellen in de almanak zijn ook gratis beschikbaar op verschillende websites die te maken hebben met navigatie en zeilen.
    • Door breking lijken voorwerpen altijd hoger dan ze in werkelijkheid zijn, wat betekent dat de correctie altijd negatief is. Je moet het aftrekken van de schijnbare hoogte.
    • De juiste refractiewaarde zal afhangen van je schijnbare hoogtemeting.
  4. De schijnbare afmetingen van de zon en de maan veranderen afhankelijk van de tijd van het jaar (in het geval van de zon) of de maand (in het geval van de maan). Deze veranderingen kunnen je elevatie-aflezing beïnvloeden, zodat je aanpassingen moet doen voor de nauwkeurigheid. Kijk op de achterkant van je Nautische Almanak om uit te vinden welke correctie je moet toepassen op je hoogtemeting, afhankelijk van de tijd van het jaar of de maanfase. [18]
    • Voeg de semi-diametercorrectie toe aan je waargenomen hoogte, na correctie voor indexfout, dip en refractie (breking).
    • Als je bijvoorbeeld in april de hoogte van de zon zou meten, zou de semi-diametercorrectie 15,9' zijn. [19]
    • Deze correctie is alleen van toepassing op relatief nabije objecten die cirkelvormig lijken door de sextantkijker, zoals de zon en de maan. De semi-diametercorrectie past je aflezing aan van de onderste kromming van de cirkel (de onderste ledemaat) naar het middelpunt. Verder weg gelegen sterren en planeten zien er gewoon uit als lichtpuntjes, dus is deze correctie voor hen niet nodig.
  5. Parallax verwijst naar het schijnbare verschil in positie van een waargenomen object afhankelijk van je gezichtspunt. De juiste parallaxcorrectie hangt af van welk hemellichaam je waarneemt (d.w.z. de zon, de maan of een planeet) en de hoogte waarop je waarneemt. Raadpleeg de tabellen met parallaxcorrecties op pagina A2 van je Nautische Almanak . Voeg de parallaxcorrectie toe na correctie voor indexfout, dip, refractie, en semi-diameter, om de ware hoogte van je waargenomen object te krijgen. [20]
    • De parallaxcorrectie houdt rekening met het verschil tussen je gezichtspunt op het oppervlak van de aarde en wat je zou zien vanuit het centrum van de aarde.
    • De gecombineerde correctie voor parallax, semi-diameter en refractie, staat bekend als de 'derde correctie.'
    • Bijvoorbeeld: als je waargenomen hoogte voor de zon 38° 10,60' was en je deed je waarneming in april, dan zou je je correcties als volgt kunnen maken:
      • 38° 10,60' + 1,2' (indexfout) = 38° 11,8'
      • 38° 11,8' - 9,16' (dip) = 38° 2,64'
      • 38° 2,64' - 1,1' (refractie) = 38° 1,54'
      • 38° 1,54' + 15,9' (semi-diameter) = 38° 17,44'
      • 38° 17,44' + 0,1' (parallax) = 38° 17,45' (ware hoogte)
    Advertentie
Methode 3
Methode 3 van 3:

Je breedtegraad vinden bij daglicht

PDF download Pdf downloaden
  1. Meet om 12 uur 's middags (12:00 uur volgens je plaatselijke standaardtijd) met je sextant de hoogte van de zon. De hoogte van de zon op het middaguur varieert naargelang je breedtegraad en de tijd van het jaar. [21]
    • Als je bijvoorbeeld op de evenaar staat en je meting doet tijdens de lente- of herfstnachtevening, dan staat de zon op het middaguur precies 90° boven je hoofd. Als je op een van de polen zou staan, zou hij precies op 0° staan (aan de horizon).

    Tip: De lente- en herfstequinoxen vallen respectievelijk in de buurt van 20 maart en 23 september. De exacte datum verandert echter van jaar tot jaar. Controleer online of kijk in de Farmer's Almanac , om te bepalen wanneer de nachteveningen in een bepaald jaar vallen.

  2. Om een nauwkeurige breedtegraad te krijgen, moet je de standaardcorrecties toepassen op je aflezing van de hoogte van de zon. Als je sextant een indexfout heeft (verschil tussen een meting aan de horizon en 0°), houd daar dan rekening mee. Meet de hoogte van je oog, tel die op bij elke extra elevatie boven zeeniveau, en gebruik de formule 1,7725' x √ht (ht is hoogte) om te corrigeren voor de dip. Raadpleeg tenslotte de tabellen in je Nautische Almanak , om de correcties voor refractie, semi-diameter, en parallax te vinden. [22]
    • Pas de correcties als volgt toe:
      • Geobserveerde hoogte van de zon
      • +/- indexfout (+ als het verschil negatief is, - als het positief is)
      • - dip
      • - breking
      • + semi-diameter
      • + parallax
      • = ware hoogte van de zon
  3. Als je je getallen hebt, moet je rekening houden met het verschil tussen de hoogte van de zon op de evenaar en de hoogte op je eigenlijke breedtegraad. Gebruik 90° als uitgangspunt, omdat dit de hoogte van de zon is op de evenaar op het middaguur, tijdens de equinox. [23]
    • Als je bijvoorbeeld 82° 17,3' hebt afgelezen, trek dit dan af van 90° om 7° 42,7' te krijgen.
  4. De declinatie van de zon is het verschil in hoogte tussen de zon op een bepaald moment van het jaar en zijn positie tijdens de lente- en herfstequinoxen. Afhankelijk van de tijd van het jaar zal de zon hoger of lager aan de hemel staan. Controleer de juiste declinatie van de zon afhankelijk van de tijd van het jaar, in de tabellen in je Nautische Almanak . [24]
    • Bijvoorbeeld: op 1 februari is de declinatie 17° 12' ten zuiden van de evenaar. [25]
    • De declinatie van de zon is het hoogst (23° ten noorden van de evenaar) tijdens de zomerzonnewende en het laagst (23° ten zuiden) tijdens de winterzonnewende.
  5. Afhankelijk van de positie van de zon ten opzichte van de evenaar, moet je de declinatie optellen of aftrekken van je vorige berekening, om je breedtegraad te vinden. Als de zon ten noorden van de evenaar staat, tel je de declinatie erbij op. Als hij in het zuiden staat, trek je hem ervan af. [26]
    • Bijvoorbeeld: als je een meting hebt van 7° 42,7' nadat je de hoogte van de zon van 90° hebt afgetrokken, en het is op dit moment 13 april, dan staat de zon ten noorden van de evenaar en is haar declinatie 8° 54'. Tel 7° 42,7' + 8° 54' bij elkaar op en je krijgt 16° 36,57'. Dit is je breedtegraad!
    Advertentie

Benodigdheden

  • Sextant
  • Nautische Almanak (of gelijkwaardige tabellen)
  • Kaart of app met informatie over je hoogte boven zeeniveau
  • Horloge of smartphone
  • Potlood en papier om je metingen op te schrijven

Over dit artikel

Deze pagina is 10.545 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie