Pdf downloaden Pdf downloaden

Landbouwgewassen lijken vaak weinig op de producten die je in de winkel koopt. Zo zijn de belangrijkste gewassen die op grote boerderijen worden verbouwd, handelsgewassen zoals granen en katoen. Op de meeste grote boerderijen zie je bijvoorbeeld geen tomatenvelden. Er zijn manieren om de gewassen in te delen en te identificeren, en de beste manier om een idee te krijgen, is door te leren wat er vooral in je regio wordt verbouwd.

Methode 1
Methode 1 van 3:

De belangrijkste gewassen in je omgeving leren kennen

Pdf downloaden
  1. De meeste overheden publiceren de belangrijkste gewassen in hun regio. De meeste staten in de VS hebben bijvoorbeeld websites over de belangrijkste gewassen die in die staat worden verbouwd. Weten wat je kunt verwachten in het gebied waar je woont of bent, zal je helpen bij het identificeren van de belangrijkste gewassen. [1]
  2. Wanneer je langs landbouwgrond rijdt, is de kans het grootst dat je 'handelsgewassen' ziet, die niet-bederfelijke gewassen zijn die worden opgekweekt voor verwerkte voedingsmiddelen, diervoeding en kleding. [2] 'Speciale gewassen' zijn echter groente- en fruitgewassen, en ze vormen in vergelijking een klein percentage van de belangrijkste landbouwgrond in Nederland.
    • In de Verenigde Staten zijn de belangrijkste gewassen die je ziet maïs, katoen, tarwe, soja en rijst, omdat deze het zwaarst gesubsidieerd worden. [3]
    • Daarom is de kans veel groter dat je daar een veld met maïs, katoen, tarwe, sojabonen of rijst ziet dan velden met iets als tomaten, uien, wortelen, aardappelen, enzovoort.
  3. De meeste gewassen worden geteeld van de lente tot de late herfst, maar verschillende gewassen groeien beter in verschillende perioden van het jaar. Bijvoorbeeld: sommige foerageergrassen zoals timotheegras groeien beter bij koel weer, zodat je die eerder in de lente en herfst zult zien. [4]
    • Andere gewassen geven de voorkeur aan de hitte van de zomer en een paar gewassen kunnen zelfs in de winter worden geteeld. Wintertarwe kan bijvoorbeeld in de herfst worden geplant en halverwege de zomer worden geoogst.
  4. Boeren zijn goede informatiebronnen! Als je een foto van het gewas in kwestie kunt meenemen en het aan een lokale boer kunt laten zien, dan ben je er zeker van dat je een antwoord krijgt op de vraag wat voor soort gewas het is.
    • De meeste boeren zijn meer dan blij om te praten over de soorten gewassen die in het gebied worden verbouwd.
    Advertentie
Methode 2
Methode 2 van 3:

De kenmerken van handelsgewassen kennen

Pdf downloaden
  1. Maïs is een hoge plant, die 1,5 tot drie meter kan worden. De dunne, golvende bladeren zitten tegenover elkaar op de stengel en ze wisselen elkaar af met een kwart slag naar boven. Wanneer de maïs ongeveer halverwege de rijping is, zie je bovenop elke kolf een dot zijdeachtig, bleek haar. [5]
    • Je zult het graan van de maïs niet zien totdat je het gepeld hebt. In plaats daarvan zie je alleen maar lange aren bedekt met groen kaf en gele zijde.
  2. Deze planten bereiken ongeveer een hoogte van 60 cm op het moment dat ze volwassen zijn, hoewel ze er vroeg in het groeiproces uitzien als ronde, kleine struiken. Sojabonen, katoen en pinda's kunnen van een afstand op elkaar lijken. Sojabonen hebben echter de neiging om dieper groen te zijn; de onderkant van de bladeren zijn zilvergroen. [6]
    • In de nazomer zie je misschien kleine witte of paarse bloemetjes op de planten.
    • Deze planten groeien van mei tot oktober. [7]
    • Deze planten worden achtergelaten om te rijpen in het veld. De bladeren zullen bruin worden en vallen voordat de peulen klaar zijn om in oktober geoogst te worden.
  3. Deze plant wordt meestal zo'n 90 cm hoog. Het is een slanke plant met dunne, smalle bladeren. Bovenaan de bladeren zie je een sprietige kop, waar het graan groeit. [8]
    • Deze plant wordt vaak in de winter gekweekt, van de herfst tot het midden van de zomer. Je ziet echter ook zomertarwe die in het voorjaar wordt geplant en in de herfst wordt geoogst. [9]
    • De bladeren van deze plant zijn dunner dan gerst, die er hetzelfde uitziet.
    • Deze plant begint groen en groeit met een witte sprietige kop. Deze wordt echter bruin tegen de tijd dat ze geoogst wordt.
  4. Katoen groeit op dezelfde manier als sojabonen. Naarmate het groeit, zal het echter bloemen gaan produceren vanaf de hoofdstam. Deze bloemen gaan de witte ronde 'bollen' produceren, die worden geoogst voor de vezels. [10]
    • Deze plant begint klein en vol, met driepuntige bladeren. Hij is lichter groen dan sojabonen.
    • Als de plant klaar is om geoogst te worden, is hij volledig bruin en bedekt met witte bollen. De plant wordt gemiddeld ongeveer 60 cm hoog.
  5. Deze plant bereikt een hoogte van ongeveer 90 cm. Een groot deel van zijn groei zal het veld onder water staan tot een diepte van 8-13 cm, dus is de plant gemakkelijk te herkennen. De bladeren zijn meestal dikker dan tarwe, en heeft gele bloemen vooraleer lange draden rijstkorrels te produceren aan de bovenkant van de bladeren. [11]
    • Als de plant volgroeid is, zullen de koppen bruinachtig worden in plaats van groen. De boer zal het veld vervolgens draineren om het graan te kunnen oogsten.
    Advertentie
Methode 3
Methode 3 van 3:

Andere gewassen herkennen

Pdf downloaden
  1. Veel graangewassen groeien op dezelfde manier als tarwe met lange, grasachtige stengels. Ze hebben echter de neiging om te verschillen in de manier waarop het graan wordt geteeld. Haverplanten hebben bijvoorbeeld een open vertakking aan de bovenkant wanneer ze granen produceren. Ook wintergerst onderscheidt zich van andere planten door zijn hoofd: het heeft een knuppelvormige sprietig hoofd wanneer de plant is volgroeid. Soms zien de stengels aan gerst er blauwachtig uit. [12]
    • Sorghum lijkt aan de andere kant in sommige opzichten op maïs. In plaats van dat het graan onder de kaf verborgen wordt, zit het graan in kleine, veerachtge takjes aan de bovenkant. De plant kan tot 360 cm hoog worden.
  2. Deze plant groeit uit tot ongeveer 60 cm, en wanneer hij bloeit, produceert hij een prachtig geel veld. Dit gewas ruikt naar broccoli. [13]
    • Dit kan een wintergewas zijn, geplant in de herfst en halverwege de zomer geoogst.
  3. Voedergrassen zijn grassen die door vee en andere grazende dieren worden gegeten. Sommige voedergewassen, zoals alfalfa en klaver, zijn gemakkelijk te herkennen aan hun bloemen. Zowel rode klaver als alfalfa hebben bijvoorbeeld paarse bloemen, maar de bloemen van alfalfa zijn over het algemeen lichter en hebben langere bloemblaadjes, terwijl rode klaver veelal bolvormig is. Witte klaver heeft bloemen die de vorm hebben van kleine, witte bolletjes. [14]
    • Voor andere grassen, kijk je naar de hoofden. Timotheegras heeft bijvoorbeeld een lang, wit sprietig hoofd, terwijl rogge meestal korter is, 30 tot 60 cm, met kleine groeisels van graan die om en om langs het hoofd van de stengel groeien.
  4. Sommige groenten, zoals aardappelen, wortelen, bieten, radijs, zoete aardappelen, uien en knoflook, groeien onder de grond als wortels of bollen, zodat je ze alleen kunt herkennen aan de bladeren die boven de grond groeien. Wortelen, bijvoorbeeld, hebben dunne, veerachtige bladeren zoals peterselie, terwijl zoete aardappelen te herkennen zijn aan ofwel een paarse of lichtgroene rank. Knoflook en uien hebben dunne groene scheuten aan de bovenkant (denk aan groene uien!), terwijl bieten in wezen een versie van snijbiet als bladeren hebben, met heldere, kleurrijke stengels in oranje en rood, omgeven door groene bladeren. [15]
    • Andere groenten die je eet zijn de bladeren zelf, zoals spinazie, boerenkool en sla.
    • Enkele groenten bestaan uit stengels of stronken, zoals rabarber, selderij en asperges.
    • Sommige groenten zijn de vrucht van de plant, maar niet altijd 'volwassen' fruit. Deze groenten zijn onder andere tomaten, aubergine en paprika's, om er maar een paar te noemen, dus zodra deze planten beginnen te rijpen, zou je het fruit op de plant moeten zien. Courgettes, komkommers en gele pompoenen, vallen ook in deze categorie, hoewel deze groeien aan ranken in plaats van aan struikachtige planten.
    • Vruchten van planten zijn in sommige gevallen ook eetbaar, zoals broccoli en bloemkool, die vaak laag bij de grond groeien.
  5. Er groeit een grote verscheidenheid aan vruchten aan bomen, waaronder appels, kersen, mango's, perziken, peren, kokosnoten, pruimen en bananen. Avocado's groeien ook aan bomen, hoewel je deze als een groente kunt beschouwen. [16]
    • Andere vruchten groeien aan struiken, zoals bosbessen en bramen. Aardbeien groeien op ranken.
    • Sommige vruchten liggen op de grond terwijl ze groeien, zoals watermeloenen, meloenen en pompoenen.
    Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 7.646 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie