Pdf downloaden
Pdf downloaden
Meerdere kleuren zijn een goede manier om een patroon interessanter te maken, en het is zeer eenvoudig om te doen. Als je de basisprincipes van het haken nog niet kent, zal je die eerst moeten leren. Haak dan gewoon het patroon dat je wilt en verander de kleuren van het garen naar wens. Je kan dit doen door een basissteek te haken, of je kan een dubbele of driedubbele steek doen, waarbij je de instructies voor een basissteek volgt.
Stappen
-
Kies je kleuren. Voordat je begint met haken, kies je de kleuren die je wilt voor je patroon en bepaal je waar je deze kleuren wilt laten beginnen. Sommige patronen kunnen je specifiek vertellen waar je de kleuren moet veranderen, maar als je zonder patroon gaat haken, bepaal je gewoon hoeveel van elke kleur je in je werk wilt hebben.
- Het is het beste als je beslist hoeveel rijen en kettingen je in je patroon wilt hebben voordat je aan het werk gaat. Als je bijvoorbeeld een theedoek maakt, wil je misschien 28 rijen hebben met 28 steken overdwars. Dan moet je beslissen hoeveel rijen van elke kleur je wilt.
-
Creëer je kettingen en rijen. Neem je eerste kleur en maak je eerste ketting en dan je rijen van enkele haaksteken totdat je de gewenste grootte van die ene kleur hebt. Volg de stappen voor de basissteken om je patroon te maken. Of, als je een specifiek patroon volgt, maak dat patroon dan totdat je het punt hebt bereikt waar je de kleuren wilt veranderen. Rond bij de allerlaatste steek je enkele haaksteek niet af. Steek je haaknaald door de ketting, haal over en trek hem dan door om twee lussen te maken.
- Op dit punt zou je twee lussen rond je haaknaald moeten hebben. Laat deze lussen op je haaknaald zitten als je van kleur wisselt.
- Deze specifieke instructies zijn voor een 'vaste', wat de meest basale, gebruikelijke haaksteek is. De techniek die voor deze steek wordt gebruikt kan echter ook voor alle andere soorten steken worden gebruikt, zodat je de instructies kunt volgen en deze kunt afstemmen op het type steek dat je gebruikt.
-
Neem je nieuwe garen en trek het door je haaknaald. Leg het garen waarmee je werkt neer, met de haaknaald er nog in. Neem vervolgens je volgende kleur en vouw deze doormidden aan het einde, met een centimeter of vijf aan het einde van het garen aan één kant van de vouw. Plaats vervolgens je haaknaald door de zojuist gemaakte lus en trek de tweede kleur garen door de twee lussen op de haaknaald. [1] X Bron
- Zorg ervoor dat je geen lus in kleur twee vastlegt. Je wilt hem gewoon doormidden vouwen, zodat hij door de lussen van kleur één kan glijden. Als je kleur twee door kleur één trekt, dan moet je het losse uiteinde ervan misschien vasthouden om ervoor te zorgen dat je het garen vasthoudt.
-
Knip en trek kleur één. Nu je kleur twee vast hebt, knip je de vastzittende draad van kleur één af. Laat ongeveer 10 cm zitten en knip het garen dat aan de kluwen garen vastzit. Trek dan de draad die je net hebt afgeknipt aan, om kleur twee op zijn plaats te houden. [2] X Bron
- Je moet mogelijk kleur twee vastzetten door aan het einde van het garen te trekken met het uiteinde van kleur één. Neem het garen van kleur één dat nog aan je werk vastzit. Pak dan het uiteinde van kleur twee vast en trek beide draden bij elkaar. Hiermee kun je het garen zo aanpassen dat de uiteinden ongeveer even lang zijn.
-
Creëer de eerste ketting met je nieuwe kleur. Plaats het garen onder en dan over je haak, en trek het door de lus op je haak. Op dit punt begint je zoals gewoonlijk te haken, met enkelvoudige steken over losse draden en ga je dan verder met het vormen van rijen en kettingen tot je de gewenste afmeting hebt bereikt.
-
Maak een vaste over losse strengen garen. Neem kleur één en kleur twee die je net hebt aangetrokken om je haakwerk aan te passen en strak te trekken, en houd ze achteraan je werk, dicht bij de bovenkant van je hoogste rij. Draai nu je werk om en maak vasten over beide kleuren. Plaats je haaknaald door de tweede ketting. Pak vervolgens je werkgaren (kleur twee bevestigd aan het grootste deel van het garen) en plaats het over de haak. Trek vervolgens kleur twee door de lus. [3] X Bron
-
Haak de strengen tot ze vast zitten. Bij het maken van de steken worden de enkele draden in je werkstuk gehaakt. Ga door met het maken van haaksteken totdat het garen goed zit, waarbij je minimaal zes tot acht vasten over de draden heen haakt. Knip vervolgens de uiteinden van het garen dichtbij je laatste vaste af. [4] X Bron
-
Ga door met haken. Nu moet je alleen nog met kleur twee werken. Ga door met het inhaken van kleur twee tot je de gewenste hoeveelheid hebt. Op dit punt kun je teruggaan naar kleur één, een andere kleur toevoegen, of doorgaan met haken met kleur twee. Als je weer van kleur gaat wisselen, herhaal dan gewoon de stappen die je hiervoor hebt gebruikt, om van kleur één naar kleur twee te wisselen. Zo gemakkelijk is het!
-
Rond je project af. Nadat je de gewenste afmeting hebt, moet je iets doen met je losse draaduiteinden. Werk je laatste vaste af, de haaknaald door je laatste steek duwend, sla om en trek het garen dan door de twee lussen. Knip vervolgens het garen af, zodat er een halve centimeter overblijft. Sla om en trek het garen met de haaknaald door de laatste lus. Trek het strak en weef je losse eindjes door je werk. [5] X Bron
- Om je losse eindjes door je werk te weven, haal je de haaknaald door je laatste steek, sla je om met je losse garen en trek je het dan door de steek. Blijf dit doen door elke lus, totdat je ongeveer de helft van je garen hebt ingeweven. Draai dan om en werk terug in dezelfde richting als je kwam, je haaknaald door de steek die je net hebt gebruikt halend en je garen naar het begin toe wevend.
Advertentie
-
Haak je rijen tot de gewenste lengte. Begin je haakproject zoals je normaal met één kleur zou doen. Haak zoveel rijen als je wilt. Als je weet waar de volgende kleur moet beginnen, stop dan met haken. Je kunt je nieuwe kleur in het midden van de rij beginnen, naar het einde toe, of naar het begin toe. Het is aan jou.
-
Steek de haaknaald door de volgende lus. Steek zoals je normaal gesproken zou doen, de haaknaald door de volgende steek met kleur één nog op je haaknaald. Wikkel vervolgens het garen waarmee je op dit moment werkt om de haaknaald en haal deze zoals gebruikelijk door de steek (de eerste lus op je haaknaald). Laat het garen los. [6] X Bron
-
Pak het nieuwe garen op. Bij de laatste omslag wordt het garen met de nieuwe kleur toegevoegd. Laat de lussen van het vorige kleur garen op je haaknaald en wikkel je tweede gekleurde garen om de haaknaald. Trek hem dan door de lussen die al op je haaknaald zitten. Nadat je het garen erdoorheen hebt getrokken, trek je het nieuwe garen van de achterkant aan om het strak te trekken en te schikken. [7] X Bron
-
Haak zoals je normaal zou doen. Op dit punt zou je met de tweede kleur garen moeten haken. Haak dat garen gewoon in je project zoals je normaal zou doen tot je het punt in je project bereikt waarop je weer van kleur wilt veranderen. Verander het garen dan weer op dezelfde manier van kleur.
- Als je van plan bent om terug te gaan naar de eerste kleur garen waarmee je werkte, dan 'draag' je het garen. Doe dit eenvoudigweg door de kleuren te veranderen op de beschreven manier, maar houd de streng van je oude garen tegen de lussen waar je mee werkt. Als je vervolgens met je nieuwe garen haakt, wordt je oude garen in je werk overgedragen, want het zit tegen de lussen aan die je aan het haken bent. Wanneer je besluit om terug te gaan naar je vorige kleur, zal het al in je werk aanwezig zijn, zodat dit wat gemakkelijker is. [8] X Bron
Advertentie
-
Koop de spullen die je nodig hebt. Om te haken heb je gewoon een haaknaald en garen nodig. Je kunt beide artikelen vinden in je plaatselijke handwerkwinkel of online. Het beste type garen dat je kunt gebruiken als je voor het eerst begint, is 100 procent acrylgaren in kamgaren. De beste haaknaald om te gebruiken wanneer je net begint is een aluminium haaknaald nummer 5 (vijf millimeter). Als je een expert bent op het gebied van haken, gebruik dan wat je al hebt.
-
Maak de eerste lus in je garen. Houd de haaknaald in je rechterhand en wikkel het garen om je linker wijsvinger, plaats het garen over je vinger en lus het vervolgens met de klok mee om je vinger. Wanneer het garen weer de top van je vinger bereikt (waar je begon te wikkelen), plaats je het over de lus. Plaats vervolgens het garen op je vinger over dat garen en trek dat deel van het garen omhoog en erdoor, om een lus te vormen.
- Houd je haaknaald in je rechterhand (zelfs als je linkshandig bent) en plaats je duim en wijsvinger op het afgeplatte deel van je haaknaald.
-
Steek de haaknaald door de lus. Steek de haaknaald door de lus en neem vervolgens het losse uiteinde van het garen en trek het aan, totdat de lus strak om de haaknaald wordt getrokken.
-
Begin de ketting. Houd de haaknaald in je rechterhand, neem het garen en plaats het over je linker wijsvinger. Neem vervolgens je duim en middelvinger en leg deze op de knoop van het garen dat om je haaknaald zit. Houd die knoop vast terwijl je haakt. Haak de haaknaald vervolgens onder en over het garen in je linkerhand. Vang het garen met de haaknaald en trek het garen erdoorheen. Dit creëert je eerste ketting.
-
Ga door met het maken van een ketting van lossen. In een eenvoudig haakpatroon maak je eenentwintig steken of 'lossen'. Herhaal de vorige stap en plaats de haaknaald onder en over het garen. Vang vervolgens het garen met de haaknaald en trek het door. Doe dit totdat je 21 steken hebt gemaakt.
- Het is belangrijk bij het haken dat je je steken bijhoudt. Je wilt dat je haakwerk gelijkmatig is, en als je de tel kwijtraakt kan het moeilijk zijn om de volgende kettingen te haken en op dezelfde lengte te houden.
-
Maak je eerste haaksteek. Nadat je je eerste ketting hebt gemaakt, neem je de haaknaald en steek je deze in de tweede ketting naast de haaknaald. De kop van de haaknaald zal zich aan het einde van je steken bevinden, dus plaats deze niet in de ketting direct ernaast. Steek het in de ketting een steek verder. Steek de kop van de haaknaald door de ketting. Plaats je werkgaren over je haaknaald en trek het garen door om een lus te vormen.
- Deze stap wordt een 'vaste' genoemd. Het is nuttig om deze terminologie te onthouden, want als je doorgaat met haken, zal het makkelijker voor je zijn om de aanwijzingen te volgen. De kettingen zijn de aaneengeschakelde eerste lussen die je maakt, en van daaruit ga je verder met het maken van 'vasten' totdat je je definitieve haakpatroon hebt.
-
Haal het garen door beide lussen. Op dit punt moet je twee lussen aan je haaknaald hebben. Plaats nu het garen over de haaknaald (omslag), en trek het garen door beide lussen. Ga dan naar de volgende ketting en doe precies hetzelfde. Steek de kop van de haaknaald door de ketting, sla om, en trek het door de ketting. Sla weer om en trek het garen door beide lussen.
- Blijf deze stap voortzetten totdat er in totaal 20 vasten zijn, wat betekent dat je je garen door 20 van de kettingen hebt gelust.
-
Voeg een nieuwe rij toe. Herhaal de vorige stappen totdat je de hele rij kettingen hebt doorlopen. Maak nu de volgende set van kettingen door het werkgaren over de haaknaald te leggen en het door de lus om je haaknaald te trekken. Draai dan je werk tot nu toe om en sla de eerste ketting over. Plaats de haaknaald door de tweede ketting. Doe een omslag en trek het garen door beide lussen. Blijf dit doen totdat je alle kettingen hebt gehad.
-
Herhaal deze stappen tot je klaar bent. Je doet 20 vasten voor elke rij en dan 20 rijen. Herhaal deze stappen -- plaats de kop van de haaknaald door je ketting, trek het garen door de twee lussen, ga verder met de ketting, draai je werk om en begin opnieuw met de volgende reeks kettingen -- totdat je 20 rijen hebt voltooid.
- Als je het verknalt, is dat oké! Haal gewoon je haaknaald uit het garen en haal je werk uit, totdat je je fout hebt bereikt. Steek dan je haaknaald terug door je garen en ga door met haken.
- Als dit de eerste keer is dat je haakwerk doet en je werk ziet is een grote puinhoop geworden, maak je dan niet druk. Haken is een kunst die oefening vergt, dus blijf oefenen tot je het onder de knie hebt.
Advertentie
Benodigdheden
- Verschillende kleuren garen
- Haaknaald
- Schaar
Bronnen
- ↑ http://www.crochetguru.com/change-color-in-crochet.html
- ↑ http://www.crochetguru.com/change-color-in-crochet.html
- ↑ http://www.crochetguru.com/change-color-in-crochet.html
- ↑ http://www.crochetguru.com/change-color-in-crochet.html
- ↑ http://www.crochetguru.com/finish-a-crochet-project.html
- ↑ http://www.crochetspot.com/how-to-change-colors-in-crochet/
- ↑ http://www.crochetspot.com/how-to-change-colors-in-crochet/
- ↑ http://www.crochetspot.com/how-to-change-colors-in-crochet/
- Videos provided by ExpressionFiberArts
Over dit artikel
Deze pagina is 2.773 keer bekeken.
Advertentie