Alles draait om winst bij het runnen van een bedrijf. Winst, ofwel totale omzet minus totale kosten , is de hoeveelheid geld die een bedrijf maakt tijdens een bepaalde periode. Over het algemeen geldt dat hoe meer winst je maakt, hoe beter, aangezien winst opnieuw kan worden geïnvesteerd in het bedrijf of kan worden uitgekeerd aan de aandeelhouders. Het is erg belangrijk om in staat te zijn de winst van een bedrijf nauwkeurig te kunnen vaststellen als je de financiële gezondheid van een bedrijf wil beoordelen. Ook kan het je helpen te beslissen wat voor prijzen je voor je producten moet vragen, hoeveel je aan loon kan besteden en nog veel meer. Vanaf stap 1 wordt uitgelegd hoe je de winst van jouw bedrijf kan berekenen.
Stappen
-
Begin met het totale inkomen van jouw business. Om de winst te berekenen, zal je eerst alle inkomsten uit een bepaalde periode moeten optellen (bijvoorbeeld voor een maand, een kwartaal of een jaar). Inkomsten kunnen afkomstig zijn uit meerdere bronnen, zoals de verkoop van producten, verleende diensten, lidmaatschapsinkomsten, of in het geval van overheidsinstanties, belastingen en de verkoop van bepaalde rechten.
- Let erop dat je terugbetalingen weer van de omzet af moet halen.
- Laten we voor het gemak een voorbeeld geven. Wij hebben een eigen bedrijf, een uitgeverij. Afgelopen maand hebben we € 20.000 aan boeken verkocht aan retailers in de omgeving. Ook hebben we intellectuele eigendomsrechten verkocht voor € 7.000 en hebben we € 3.000 ontvangen van retailers voor officieel promotiemateriaal. Als dit al onze inkomstenbronnen zijn, dan is onze totale omzet: € 20.000 + € 7.000 + € 3.000= €30.000 .
-
Bereken de totale kosten uit dezelfde periode. Kosten kunnen erg uiteenlopend zijn, afhankelijk van het type business. Over het algemeen omvatten de totale kosten al het geld dat het bedrijf besteedt in de betreffende periode. Hieronder zal een gedetailleerde uitleg worden gegeven van typen kosten die een bedrijf kan maken.
- Het voorbeeld: We hebben afgelopen maand € 13.000 aan kosten gemaakt en € 30.000 omgezet. In dit geval hebben we dus € 13.000 aan totale kosten gemaakt.
-
Haal de totale kosten van de totale omzet af. Zodra je nauwkeurige waarden van de totale omzet en kosten hebt gevonden, is het niet moeilijk meer om je winst te berekenen. Haal de kosten van je omzet af om de winst te vinden. De winst is dus wat het bedrijf in de betreffende periode heeft verdiend. Het is aan de eigenaren hoe dit geld wordt besteed. Ze kunnen een lening afbetalen, herinvesteren, dividend uitkeren of het zelf houden.
- Het voorbeeld: De winst is in dit geval gemakkelijk te berekenen: € 30.000 omzet minus € 13.000 kosten is € 17.000 winst . Wij zijn de eigenaren van het bedrijf en kunnen ervoor kiezen dit bedrag opnieuw te investeren om bijvoorbeeld een nieuwe printer te kopen, zodat we ons productielimiet kunnen oprekken en op de lange termijn meer zullen verdienen.
-
Wanneer de winst negatief is noem je dat geen ‘negatieve nettowinst’ maar een ‘nettoverlies’. Wanneer je in een bepaalde periode meer kosten dan opbrengsten hebt, zal je verlies lijden. Uiteraard willen bedrijven dit voorkomen, maar soms is een verlies ingecalculeerd en is het dus niet zozeer slecht. Wanneer je bijvoorbeeld investeert in een nieuw bedrijf, dan is de kans groot dat je in het begin veel meer uitgaven hebt gemaakt dan inkomsten hebt verkregen.
- Een nettoverlies betekent niet meteen dat het heel erg slecht gaat met een bedrijf (alhoewel dit wel zo kan zijn). Een eenmalig nettoverlies is heel normaal wanneer je in één keer een hoop eenmalige kosten maakt, wanneer je bijvoorbeeld investeert in materiële activa zoals een kantoor. Het doel van een investering is om op de korte termijn een hoop kosten te maken, die er op de langere termijn weer worden uitgehaald, waarbij er ook nog winst overblijft. Denk bijvoorbeeld aan de website Amazon.com die negen jaar lang verlies heeft geleden (1994 - 2003) voordat het winstgevend werd. [1] X Bron
-
Raadpleeg een winst –en verliesrekening voor omzet en kosten. De berekening van de nettowinst zelf is niet zo ingewikkeld, maar het vinden van de cijfers die in de berekening worden gebruikt kan een stuk lastiger zijn. Gelukkig zijn de meeste bedrijven verplicht om cijfers bij te houden die worden gepubliceerd als winst –en verliesrekeningen. Hierop zal je een gedetailleerde uitwerking van alle inkomsten en kosten kunnen vinden van een bepaalde periode. Door deze informatie te gebruiken, zal je de nettowinst nauwkeurig kunnen berekenen.
- In de volgende sectie zullen we een uitwerking van inkomsten en kosten, net als op een echte winst –en verliesrekening, stap voor stap uitleggen.
Advertentie
-
Begin met de netto omzet van jouw bedrijf. De omzet en kosten zijn vaak afkomstig uit meerdere inkomsten –en uitgavenbronnen. Als je helemaal vanaf het begin moet rekenen, zal je dus eerst meerdere aparte inkomsten en aparte kosten bij elkaar op moeten tellen. In deze sectie zullen we stap voor stap uitleggen hoe je dit kan doen om vervolgens de nettowinst te kunnen berekenen. Begin met de netto omzet — de hoeveelheid geld gegenereerd door het verkopen van goederen en diensten, minus terugzendingen, kortingen en vergoedingen van bijvoorbeeld beschadigde producten.
- Een voorbeeld: We hebben een klein eigen bedrijf dat relatief dure sneakers produceert. Dit kwartaal hebben we voor € 350.000 aan sneakers verkocht. Door terugzendingen hebben we € 10.000 moeten terugbetalen. Ook hebben we € 2.000 betaald voor ongerelateerde terugzendingen en kortingen. In dit geval is onze netto omzet € 350.000-€ 10.000 - € 2.000= € 338.000 .
-
Om de brutowinst te berekenen moet de inkoopwaarde van de netto omzet worden afgehaald. Om geld te verdienen moet je geld uitgeven. Producten moeten ergens van worden gemaakt en moeten door iemand worden gemaakt: grondstoffen moeten worden ingekocht en arbeid moet worden betaald. Dit noemen we de inkoopwaarde. De inkoopwaarde omvat dus alleen directe kosten en geen indirecte kosten zoals distributie, verzending en kosten van een verkoopteam. [2] X Bron . Door de inkoopwaarde van de netto omzet af te halen, krijg je de brutowinst.
- In het voorbeeld van ons sneakerbedrijf moeten we materialen zoals stof en rubber kopen om sneakers te produceren en daarnaast moeten we fabrieksmedewerkers betalen om de schoenen samen te stellen. Als we € 30.000 aan materiaal hebben besteed en we hebben onze fabrieksmedewerkers € 35.000 betaald, dan is onze brutowinst € 338.000 - € 30.000-€ 35.000= € 273.000 .
- Let erop dat er bij dienstverlenende bedrijven ook gewoon een soort van inkoopwaarde wordt gebruikt, alleen wordt dit de kostprijs van de omzet genoemd. De kostprijs van de omzet omvat alle kosten die direct gerelateerd zijn aan het maken van omzet, oftewel het verlenen van de dienst, zoals arbeid en verkoopcommissies. Indirecte kosten zoals huur staan hier dus los van. [3] X Bron
-
Haal alle bedrijfskosten ervan af. Bedrijven hoeven niet alleen geld uit te geven om hun producten te verkopen. Ook moeten ze werknemers betalen. Dit zijn bedrijfskosten. Bedrijfskosten zijn de kosten die nodig zijn om het bedrijf te kunnen laten opereren, zonder dat die direct gerelateerd zijn aan het produceren van producten.
- Het voorbeeld: We hebben onze werknemers buiten de fabriek, zoals het verkoopteam en verschillende managers, € 120.000 betaald. Ook hebben we € 10.000 aan huur en voorzieningen betaald en hebben we € 5.000 uitgegeven om onze advertenties in vaktijdschriften te laten plaatsen. Dit zijn al onze bedrijfskosten en dus krijgen we € 273.000 - € 120.000 - € 10.000 - € 5.000= € 138.000 .
-
Haal de afschrijvingskosten ervan af. Nadat je alle bedrijfskosten eraf hebt gehaald, moet je de afschrijvingskosten ervan afhalen. Afschrijvingskosten zijn de kosten van het verouderen van materiële activa zoals een machine, een gebouw of een auto, die verdeeld zijn over de levensduur van deze activa. Naast afschrijvingskosten heb je nog een variant daarop, namelijk amortisatie. Dit zijn ook afschrijvingskosten, maar dan van immateriële activa zoals patenten en auteursrechten, verdeeld over de levensduur hiervan. Door deze kosten af te trekken zal je het bedrijfsresultaat krijgen.
- Het voorbeeld: De machines die we nodig hebben om sneakers te produceren hebben € 100.000 gekost en hebben een levensduur van 10 jaar. De afschrijvingen zijn lineair. Dit betekent dat er elk jaar één tiende deel wordt afgeschreven, oftewel € 10.000. Per kwartaal is dat dus € 2.500. Dit zijn al onze afschrijvingskosten en dus doen we € 138.000-€ 2.500= € 135.500 .
-
Haal alle overige kosten ervan af. Nu haal je alle overige kosten ervan af die niet kunnen worden gerekend tot kosten van de normale bedrijfsoperaties. Dit zijn kosten zoals rente, afbetalingen van schulden, investeringen in nieuwe activa, etc. Deze kosten zullen per periode erg kunnen verschillen, zeker wanneer het bedrijf strategische veranderingen maakt.
- Het voorbeeld: Ons sneakerbedrijf is nog steeds bezig met het afbetalen van de lening die we hebben afgesloten om dit bedrijf te kunnen beginnen. In het afgelopen kwartaal hebben we € 10.000 afbetaald. Ook hebben we een nieuwe machine aangeschaft voor € 20.000. Als dit al onze overige kosten zijn van het afgelopen kwartaal, dan doen we € 135.000 - € 10.000 - € 20.000= € 105.500 .
-
Tel eenmalige inkomsten op. Naast overige kosten, kunnen bedrijven ook eenmalige inkomsten hebben. Een voorbeeld is de verkoop van materiële en immateriële activa.
- Het voorbeeld: In het afgelopen kwartaal hebben we een oude machine tegen € 5.000 verkocht en hebben we het recht verkocht om ons logo te laten gebruiken in de advertenties van een ander bedrijf voor € 10.000. In dit geval tellen we deze eenmalige inkomsten op: € 105.500 + € 5.000 + € 10.000= € 120.500 .
-
Trek belastingen af om je nettowinst te krijgen. Uiteindelijk kunnen we de allerlaatste kosten, de belastingen, ervan afhalen. Ook op een winst –en verliesrekening worden belastingen pas op het eind afgetrokken. Er bestaan verschillende belastingen, zoals inkomstenbelasting, omzetbelasting (btw), dividendbelasting en loonbelasting. Hoeveel belasting je moet betalen, hangt af van zaken zoals waar het bedrijf opereert en hoeveel winst het maakt. Zodra je de belastingen hebt afgetrokken, krijg je de nettowinst. Dit bedrag kan door de eigenaren naar wens worden besteed.
- Het voorbeeld: We hebben € 30.000 aan belastingen moeten betalen. We doen dus € 120.500 - € 30.000= € 90.500 . Dit is onze nettowinst van het afgelopen kwartaal. Niet slecht!
Advertentie
Tips
- Vergeet geen bedrijfskosten mee te rekenen. De kosten van adverteren, visitekaartjes en bellen lijken misschien niet veel, maar gezamenlijk kom je al gauw aan grote bedragen.
- Let erop dat je jouw nettowinst marge kan bepalen door het percentage van de verkoopprijs te berekenen dat uiteindelijk winst wordt. Met andere woorden, deel de nettowinst door de netto omzet en zet dit om in een percentage. Als de netto omzet € 1.000 is, de inkoopwaarde € 300 en de totale bedrijfskosten € 200, dan is je nettowinst marge (€ 1.000 - € 300 - € 200)/€ 1.000 = 0,5 = 50% .
Waarschuwingen
- Als je een klein bedrijfje runt, let er dan op dat je persoonlijke kosten en bedrijfskosten goed onderscheidt. De kans is aanwezig dat je telefoonkosten maakt door persoonlijk gebruik, maar ook door gebruik voor je bedrijf. Niet al deze telefoonkosten zijn dan aan te rekenen als bedrijfskosten.