Pdf downloaden
Pdf downloaden
Het plannen van effectieve lessen vergt tijd, toewijding en een begrip van de doelstellingen en capaciteiten van je leerlingen. Het doel, net als bij alle onderwijs, is het motiveren van de leerlingen om wat je hen leert in zich op te nemen en zo veel mogelijk te onthouden. Hier is een aantal ideeën om je te helpen om het meeste uit je klas te halen.
Stappen
-
Ken je doelen. Schrijf aan het begin van ieder lesplan het doel bovenaan. Dat moet heel erg simpel zijn. Bijvoorbeeld "De leerlingen kunnen verschillende lichaamsstructuren van dieren onderscheiden waarmee ze kunnen eten, ademen en bewegen". Het komt erop neer dat je beschrijft wat je leerlingen kunnen als jij klaar bent met de les. Als je nog wat extra wilt doen, voeg dan toe "hoe" ze dit moeten kunnen (met behulp van een filmpje, spelletje, flitskaarten, etc.).
- Als je met heel jonge kinderen werkt, kun je basisdoelen formuleren zoals "lees- of schrijfvaardigheden verbeteren". Je kunt het baseren op vaardigheden of op begrip.
-
Maak je overzicht. Gebruik grote lijnen om de belangrijkste ideeën voor de les te schetsen. Bijvoorbeeld, als je les gaat over Shakespeares Hamlet , kan je overzicht de informatie omvatten waar Hamlet in de Shakepeariaanse canon hoort, hoe feitelijk de beschreven geschiedenis zou kunnen zijn, en hoe thema’s van verlangen en uitvluchten betrekking kunnen hebben op actuele evenementen.
- Dit hangt af van de lengte van de les. We geven hier een paar basisstappen die op iedere les kunnen worden toegepast en die je in je overzicht zou moeten opnemen. Maar als je er meer stappen aan toe wilt voegen kan dat.
-
Maak een tijdsplanning. Als er een hoop te beschrijven is binnen een vaste tijdsspanne, breek je plan dan op in secties die je kunt versnellen of vertragen om mogelijke veranderingen te ondersteunen. We zullen een 1-uur durende les gebruiken als voorbeeld.
- 1:00-1:10: Warming-up . Breng de klas in concentratie en vat de discussie van gisteren over grote tragedies samen, en breng het in verband met Hamlet.
- 1:10-1:25: Geef informatie . Bespreek kort de geschiedenis van Shakespeare met de nadruk op zijn creatieve periode van 2 jaar voor en na Hamlet.
- 1:25-1:40: Geleide oefening . Hou een klassendiscussie over de belangrijkste thema’s in het toneelstuk.
- 1:40-1:55: Vrije oefening . Laat de klas een eenvoudige paragraaf over actuele gebeurtenissen in Shakespeariaanse stijl schrijven. Moedig intelligente leerlingen individueel aan om twee paragrafen te schrijven, en coach langzamere leerlingen.
- 1:55-2:00: Afsluiting. Verzamel de papieren, informeer de leerlingen over het huiswerk en laat de leerlingen gaan.
-
Leer je leerlingen kennen. Identificeer duidelijk wie je gaat onderwijzen. Wat is hun leerstijl (visueel, auditief, tactiel of een combinatie)? Wat zouden ze al kennen en waar komen ze misschien tekort? Stem je plan af op de totale groep leerlingen die in je klas zitten en breng vervolgens wijzigingen aan als dat nodig is voor de leerlingen met een gebrek, degenen die worstelen of ongemotiveerd zijn, en degenen die wat verder zijn.
- De kans is groot dat er een hoop extroverte en introverte kinderen zijn. Sommige leerlingen werken liever alleen, terwijl anderen het beter doen als ze mogen samenwerken. Als je dit weet kun je de activiteiten afstemmen op verschillende voorkeuren wat betreft interactie.
- Er zullen misschien wat leerlingen zijn die net zo veel weten als jij over het onderwerp, en anderen, hoewel ze slim zijn, zullen je aankijken alsof ze water zien branden. Als je weet wie die kinderen zijn, kun je ze verdelen of in groepjes zetten.
-
Gebruik verschillende interactiepatronen. Sommige leerlingen werken het beste alleen, anderen in paren of groepjes. Zo lang je ze laat samenwerken om van elkaar te leren, doe je het goed. Maar omdat elke leerling anders is, moet je verschillende mogelijkheden tot interactie geven. Je leerlingen (en de klas als geheel) zullen er beter van worden!
- Eigenlijk kan elke activiteit alleen, in tweetallen of in groepjes gedaan worden. Als je al ideeën hebt uitgewerkt, kijk dan eens of je het kunt veranderen. Vaak heb je alleen maar wat meer scharen nodig!
-
Spreek verschillende leerstijlen aan. Er zijn leerlingen die het niet volhouden om 25 minuten lang naar een filmpje te kijken, terwijl anderen het niet lukt om twee pagina's uit een boek te lezen. De een is niet dommer dan de ander, dus doe ze een plezier door je werkvormen te variëren zodat elke leerling de kans krijgt zijn vermogens te gebruiken.
- Elke leerling leert anders. Sommigen moeten de informatie voor zich zien, anderen moeten het horen, en weer anderen moeten het letterlijk in de vingers krijgen. Als je al een tijd hebt staan praten, stop dan en laat hen er over praten. Als ze hebben gelezen, doe dan daarna een activiteit waarbij ze met de handen bezig kunnen zijn om de kennis in praktijk te brengen. Zo raken ze ook minder snel verveeld!
Advertentie
-
Warm ze op. Aan het begin van elke les zijn de hersenen van de leerlingen nog niet voorbereid op de inhoud. Als iemand uit het niets gaat vertellen over een openhartoperatie zou jij waarschijnlijk ook roepen: "Ho, ho, ho! Rustig aan! Even terug naar "Pak de scalpel"". Begin rustig. Dat is waar de warming-up voor bedoeld is -- het peilt niet alleen het beginniveau, maar het brengt ze ook in de juiste stemming.
- De warming-up kan een eenvoudig spelletje zijn (misschien over woorden die met het onderwerp te maken hebben, zodat je de beginsituatie kunt inschatten of kunt zien wat ze van de vorige keer onthouden hebben!) of het kunnen vragen zijn, of je laat wat plaatjes zien. Als je ze maar aan het praten krijgt. Zorg dat ze over het onderwerp gaan nadenken (ook al zeg je het niet zo expliciet).
-
Breng de informatie over. Dat is duidelijk toch? Wat je werkvorm ook is, je moet de informatie overbrengen. Het kan een filmpje zijn, een liedje, een tekst of zelfs een concept. Het is de kern van je les. Zonder deze kern komen je leerlingen nergens.
- Afhankelijk van het niveau van je leerlingen, moet je misschien helemaal terug naar af. Bedenk hoe ver terug je moet gaan. De zin "Hij hangt de jas op de kapstok" slaat nergens op als je de woorden "jas" en "kapstok" niet kent. Geef ze het basisconcept en laat het tijdens de volgende les (of twee) ontwikkelen.
- Misschien vind je het nuttig om de leerlingen gewoon te vertellen wat ze gaan leren. Je vertelt hen de lesdoelen . Duidelijker kun je het niet maken! Op die manier lopen ze je klas uit en weten ze wat ze die dag geleerd hebben.
-
Doe een geleide oefening. Nu de studenten de informatie hebben gekregen, moet je een activiteit organiseren waarbij ze het in de praktijk kunnen brengen. Het is nog nieuw voor ze, dus begin met een geleide activiteit. Denk aan werkbladen, iets met plaatjes of waarbij ze dingen bij elkaar moeten zoeken. Laat ze nog niet meteen een essay schrijven voordat ze de lege plekken hebben mogen invullen!
- Als je tijd hebt voor twee activiteiten is dat nog beter. Het is goed om hun kennis op twee verschillende niveaus te testen -- bijvoorbeeld schrijven en spreken (twee heel verschillende vaardigheden). Probeer verschillende activiteiten in te plannen voor leerlingen van verschillende niveaus.
-
Controleer hun werk en hou de voortgang bij. Na de geleide oefening beoordeel je je leerlingen. Hebben ze begrepen wat jij ze tot nu toe hebt geleerd? Zo ja, geweldig. Dan kun je verder gaan, en misschien wat moeilijkere elementen aan het concept toevoegen, of wat moeilijkere vaardigheden gaan oefenen. Als ze het nog niet helemaal hebben begrepen, grijp dan terug naar de informatie. Hoe kun je het op een andere manier overbrengen?
- Als je al een tijd aan dezelfde groep lesgeeft, is de kans groot dat je al weet welke leerlingen met bepaalde concepten zullen worstelen. In dat geval kun je ze koppelen aan de sterkere leerlingen om de les draaiende te houden. Je wilt niet dat bepaalde leerlingen achterblijven, maar je wilt ook niet de hele les moeten stilleggen tot iedereen op hetzelfde niveau is.
-
Doe een vrije oefening. Nu de studenten de basiskennis hebben verworven kun je ze zelfstandig laten werken. Dat betekent niet dat jij de klas uit gaat! Het betekent alleen dat je ze een creatievere uitdaging geeft waardoor hun hersenen echt aan de slag moeten laten gaan met de informatie die je hebt gegeven. Hoe kun je hun hersenen tot volle bloei laten komen?
- Het is allemaal afhankelijk van het onderwerp en de vaardigheden die je wilt gebruiken. Het kan van alles zijn, van in 20 minuten een poppenkastvoorstelling in elkaar zetten, tot een project van twee weken lang stoeien met de opperziel in een verhit debat over transcendentalisme.
-
Laat tijd vrij om vragen te stellen. Als je voldoende lestijd hebt, geef dan de laatste tien minuten de gelegenheid om vragen te stellen. Dat kan beginnen als een discussie en uitlopen in meer prangende vragen over het onderwerp. Of het kan wat tijd zijn om dingen nog te verduidelijken -- beide zijn goed voor je leerlingen.
- Als je een groep leerlingen hebt die nooit hun hand op willen steken, laat ze dan samen praten. Geef ze een aspect van het onderwerp waarover ze 5 minuten lang in groepjes moeten discussiëren. Hou het daarna weer centraal en voer er een discussie over met de hele groep. Er kunnen interessante dingen naar boven komen!
-
Sluit de les concreet af. Een les is eigenlijk net als een gesprek. Je kunt niet zomaar stoppen, alsof het ergens in de lucht blijft hangen. Dat is niet slecht… maar wel een beetje raar en ongemakkelijk. Als je de tijd hebt, vat de dag of de les dan nog even samen. Het is een goed idee om letterlijk te laten zien wat ze vandaag geleerd hebben!
- Neem vijf minuten de tijd om het concept van de dag te bespreken. Stel vragen over het onderwerp (geen nieuwe informatie) om te herhalen wat jullie hebben gedaan en wat er geleerd is. Zo maak je de cirkel rond en sluit je het mooi af.
Advertentie
-
Als je nerveus bent, schrijf het dan uit. Nieuwe leerkrachten kunnen veel baat hebben bij het uitschrijven van hun lessen. Het kost wel meer tijd, maar als het helpt, doe het dan. Je bent dan meer op je gemak omdat je precies weet welke vragen je gaat stellen en omdat je weet waar je wilt dat het gesprek heen gaat.
- Als je meer ervaring krijgt zul je dit steeds minder doen. Uiteindelijk schrijf je haast niets meer op. Je moet niet meer tijd kwijt zijn met het plannen en uitschrijven dan met het geven van je lessen! Doe dit alleen in de beginfase.
-
Sta een beetje speling toe. Je hebt je tijdsplanning tot op de minuut voorbereid, toch? Dat is geweldig, maar het is alleen maar ter referentie. Je gaat niet zeggen: "Jongens, het is 13.15! Stop met wat je doet!". Zo werkt het niet als je lesgeeft. Je moet je wel aan je lesplan houden, maar er moet een beetje ruimte voor speling zijn.
- Als je in tijdsnood komt, weet dan wat je wel en wat je niet kunt schrappen. Wat moet er in elk geval gedaan worden zodat de leerlingen het meeste leren? Wat is meer voor de gezelligheid of om de tijd te vullen? Aan de andere kant, als je tijd over hebt, zorg dan dat je nog een leuke activiteit achter de hand hebt.
-
Plan iets te veel. Weten dat je voldoende te doen hebt is beter dan dat je niet meer weet wat je moet doen. Zelfs als je een tijdsplanning hebt, plan het dan wat te krap. Als je denkt dat iets 20 minuten zal duren, schrijf dan 15 minuten op. Je weet maar nooit waar je leerlingen plotseling heel snel doorheen zijn.
- Het makkelijkste is om nog een leuk afsluitend spelletje of gesprek te houden. Zet de leerlingen bij elkaar en laat ze hun mening over iets geven, of elkaar vragen stellen.
-
Maak je planning zo dat een vervanger het ook snapt. Stel dat je je ziek moet melden, dan is het handig als iemand anders je lesplan begrijpt. Het kan ook handig zijn voor jezelf, als je het lang van tevoren schrijft en dingen vergeet, dan kun je je geheugen makkelijker opfrissen.
- Op internet kun je allerlei voorbeeldlessen vinden -- of vraag collega's wat voor lesplannen zij gebruiken. Het is handig om het bij een bepaald format te houden.
-
Zorg voor een reserveplan. Je zult dagen hebben dat je leerlingen door de lesstof heengaan als een raket, waardoor je ineens met lege handen staat. Er zullen ook dagen zijn dat een proefwerk is verzet, dat je maar een halve klas voor je hebt, dat de tv niet werkt enz. Als dat gebeurt moet je een reserveplan hebben.
- De meeste ervaren leerkrachten hebben een handjevol lesplannen achter de hand die ze zo uit hun mouw kunnen schudden. Als jij een keer een heel leuke les over Rembrandt of over Beyoncé hebt gegeven, bewaar je materiaal dan voor later. Misschien komt het nog eens van pas, je weet maar nooit.
Advertentie
Tips
- Evalueer na de les je lesplan en kijk hoe het in het echt is gegaan. Wat ga je de volgende keer anders doen?
- Bekijk materiaal dat je aan je leerlingen uitdeelt altijd eerst zelf.
- Zorg dat wat je je leerlingen leert in overeenstemming is met de leerdoelen van de school waarop je werkt.
- Wees bereid om af te wijken van het lesplan. Bedenk hoe je de aandacht van de klas terug naar jou kunt leiden wanneer het afdwaalt.
- Zeg duidelijk dat je verwacht dat leerlingen antwoord geven op je vragen.
Advertentie
Bronnen
Advertentie