Pdf downloaden Pdf downloaden

Iedereen kan natuurlijk wel een leuk partijtje schaken, maar het kost meer moeite om een goede schaker te worden. Lees snel verder om te leren hoe je je schaakspel kunt ontwikkelen.

Deel 1
Deel 1 van 2:

Beter leren schaken

Pdf downloaden
  1. Leer schaken . Je kan niet echt beter worden als je de regels niet kent, of als je niet weet hoe je een schaakstuk mag bewegen.
  2. In een schaakclub kun je op een sociale en vrije manier schaken. Speel niet met mensen die duidelijk slechter zijn dan jij, alleen maar om je goed over jezelf te kunnen voelen. Een goede manier om jezelf op te peppen na een verlies is het plannen van een revanche.
    TIP VAN EEN DESKUNDIGE

    Vitaly Neimer

    Internationaal schaakmeester
    Vitaly Neimer is internationaal schaakmeester en gecertificeerd professioneel schaakcoach, en heeft meer dan 25 jaar ervaring als schaker. Hij heeft meer dan 15 jaar ervaring als trainer en heeft lesgegeven aan meer dan 3500 leerlingen.
    Vitaly Neimer
    Internationaal schaakmeester

    Onze deskundige is het ermee eens: als het je niet lukt om een coach in te schakelen, word dan lid van een schaakclub. Plaatselijke schaakclubs organiseren vaak toernooien waar je aan mee kunt doen. Als er geen club bij je in de buurt is, lees dan boeken, bekijk video's en ga online schaken om het spel te analyseren en te kijken welke fouten je maakt.

  3. Een pion is één punt waard. Paarden en lopers zijn elk drie punten waard. Een toren is vijf punten waard. Een koningin (of dame) is negen punten waard. Dit is slechts een richtlijn en geen rotsvaste strategie om te winnen, dus als je op jouw beurt een geforceerde winst in handen hebt, kan je de stukwaarden negeren.
    • Offer je stukken niet onnodig op. Hoewel een goed gepland offer je soms vooruit kan helpen, kan stukverlies door slechte planning precies het omgekeerde effect hebben. Verdedig je stukken goed en plan je offers verstandig.
    • Het is ongunstig om een loper (waarde 3) en een paard (waarde 3) in te ruilen voor een toren (waarde 5) en een pion (waarde 1), omdat het paard en de loper samen sterker zijn dan de toren, en de pion pas tegen het einde van de partij in het spel komt.
    • Deze waarden zijn relatief. In sommige posities is een loper of een paard sterker dan een toren.
    • Een 'kwaliteit' (een paard of loper voor een toren) is geen twee punten waard, hoewel dit misschien wel zo lijkt. Meestal is een kwaliteit 1 of 1,5 punten waard. Daarom zijn 1 of 2 (en soms 3) pionnen genoeg compensatie voor een kwaliteitsoffer.
  4. Pionnen worden overgebruikt en te veel naar voren gezet, waardoor de andere stukken vaak niet worden ontwikkeld. Je tegenstander zal dan waarschijnlijk met een loper door je pionstructuur breken.
    • Te veel pionnen verzetten verzwakt de gerokerde koningsvleugel en maakt je kwetsbaar voor aanvallen. Doorgaans verzwakt het verzetten van te veel pionnen je pionstructuur in het eindspel.
  5. Mensen spelen op allerlei verschillende manieren. Sommigen spelen agressief, vallen vroeg aan en offeren snel pionnen en stukken op. Anderen geven de voorkeur aan rustig positiespel, waarmee ze over veel beurten een sterke positie opbouwen voor ze de aanval inzetten. Probeer verschillende speelstijlen uit om erachter te komen waar jouw voorkeur ligt.
  6. Ga erin met het gevoel dat je in deze serie geweldig gaat doen. Let niet op de rating. Let niet op de scores. Ga ervoor en speel zo goed als je kunt, het is een selffulfilling prophecy.
  7. Vind iemand die beter is dan jij en daag hen uit. Ga naar dezelfde toernooien. Raak gewend aan zijn/haar speelstijl en gebruik het tegen hen en anderen. Zie je rivaal niet als iemand die je moet overtreffen. Maak jezelf geen verwijten als je verliest. Daag hen opnieuw uit. En opnieuw. En opnieuw. Doe dit totdat je leert wat zijn/haar stijl is en hoe je deze kunt pareren.
  8. Bestudeer, speel, bestudeer, speel. Leer hun technieken en hoe je ze kunt tegengaan.
  9. Hier zijn een paar goede suggesties:
    • ' Oordeel en Plan’ van Max Euwe. Een Nederlandse klassieker die uitlegt hoe je een positie kunt beoordelen op basis van ruimtevoordeel, combinaties, voordelen in het eindspel, koningsaanvallen en pionstructuren.
    • ‘Meester Tegen Amateur ‘ van Max Euwe en Walter Meiden. Dit boek legt uit hoe een meester een amateur verslaat door de juiste zetten te maken, gebaseerd op waar elke positie om vraagt.
    • ‘The Mammoth book of Chess’
    • ‘Logical Chess move by move’ van Irving Chernev. Het leert je hoe je de koning kunt aanvallen in de koningpionopening, en hoe je positiespel kunt spelen met de damepionopening.
    • ‘My System’ van Aaron Nimzovitch.
    • ‘Think Like a Grandmaster’ van Alexander Kotov. Dit boek legt uit hoe je variaties kunt analyseren, zodat je het middenspel op een veel hoger niveau kunt spelen.
    • ‘Bobby Fischer Teaches Chess’ van Bobby Fischer. Een klassieker met schaaktactieken voor beginners.
    • ‘Practical Chess Endings’ van Irving Chernev. 300 eindspellen die eenvoudig beginnen maar moeilijk eindigen.
    • ‘1001 Brilliant Ways to Checkmate’ van Fred Reinfeld. Een klassieker die je leert schaatmat te zien en de variaties te calculeren.
    • ‘The Ideas Behind the Chess Openings’ van Reuben Fine. Legt de strategieën achter de openingen uit zodat je ze beter kunt onthouden en spelen.
    • ‘Keur van mijn beste partijen ‘ van Botvinnik.
    • ‘Basic Chess Endings’ van Reuben Fine. Een dikke klassieker die alle typen eindes uitlegt.
    • ‘Point Count Chess’ van I. A. Horowitz. Een klassieker die 32 positiekenmerken beoordeelt en leert hoe je deze 32 voordelen kunt omzetten in winst.
    • ‘How to Win in the Chess Endings’ van I. A. Horowitz. Dit boek legt eindspelstrategieën uit zonder ingewikkelde variaties.
    • ‘Chess Fundamentals’ van José Raúl Capablanca. Dit boek leert openings-, middenspel- en eindspelstrategieën.
  10. Een goede algemene eindspelstrategie is: bij een voorsprong, ruil stukken en geen pionnen. Bij een achterstand, ruil pionnen om een remise te forceren.
    • Zonder pionnen moet je minstens een toren voorsprong hebben om mat te kunnen forceren. De enige uitzondering is dat twee paarden en een koning geen mat kunnen forceren tegen enkel een koning.
    • De koning is een sterk stuk, gebruik het om pionnen te blokkeren en aan te vallen.
    • Lopers van tegenovergestelde kleuren spelen meestal een remise, omdat geen van beide spelers met pionnen kunnen oprukken zonder ze te verliezen. Een toren, pion en loper spelen alleen een remise tegen een zwarte koning als de loper de tegenovergestelde kleur heeft van het promotieveld van de pion.
    • Lopers zijn waardevoller dan paarden, behalve als ze in een zwakke loperpositie (ingesloten door de eigen pionnen) staan.
    • Pionnen, lopers en torens worden waardevoller gedurende de partij, dus probeer deze te behouden.
    • De meeste partijen met alle pionnen aan één kant van het bord eindigen in een remise. 90% van de meesterpartijen eindigen in een remise waarbij alle pionnen aan één kant van het bord staan, omdat de meester met de minste pionnen pionnen zal ruilen en voor de laatste pionnen een paard of loper zal offeren. Met enkel een loper of paard kun je geen mat forceren.
    • Een toren met een paard of een toren met een loper kunnen vaak slechts een remise spelen tegen een toren.
    • In eindspellen met koninginnen is degene die als eerste de koningin in het midden krijgt de dominante speler.
    • Een ‘verre vrijpion’ lokt de vijandige koning naar de andere kant, waardoor jij de rest van de vijandige pionnen kan verorberen of je met je eigen pionnen kunt oprukken aan de andere kant van het bord.
    • Een ‘vrijpion’ kan niet worden tegengehouden door een andere pion en moet je altijd laten oprukken. Nimzovitch zei ooit: “Vrijpionnen moeten oprukken” (“ Passed pawns must be pushed ”).
    • Een ‘beschermde vrijpion’ is een vrijpion die wordt beschermd door een andere pion. Een beschermde vrijpion dwingt de tegenstander om zich voortdurend te verdedigen tegen een opmars.
    • Dubbelpionnen kunnen elkaar niet verdedigen en zijn kwetsbaar voor aanvallen.
    • Geïsoleerde pionnen zijn zwak en moeten door een stuk worden verdedigd.
    • Achtergebleven pionnen op een open lijn zijn zeer zwak en kwetsbaar voor torenaanvallen.
    • Een koning die de oppositie heeft kan een remise spelen tegen een koning en een pion.
    • Een loper op de zevende rij is een pionoffer waard.
    • Zetdwang is wanneer elke mogelijke zet van je tegenstander zijn positie slechter maakt (en hij/zij het liefst zijn beurt zou opgeven). Dit is een gebruikelijke situatie bij schaken.
    • Eindspellen met toren en pion zijn het ingewikkeldst, dus probeer deze te vermijden.
  11. Hiermee train je jezelf om niet telkens te vergeten en weer te kijken welke stukken welke velden aanvallen. Aangezien je brein toch al gedwongen wordt om zo veel informatie over de staat van het bord te onthouden, zal het relatief makkelijk zijn om te leren de bordinformatie op andere manieren te organiseren dan simpelweg welk stuk op welk vlak staat. Je traint jezelf hiermee langzaam maar zeker om het grote geheel te zien, zeer complexe inzichten te vinden over de staat van het bord, en patronen te vinden over welke van deze inzichten je moet uitvogelen om te bepalen welke zet je moet maken. Sterker nog, je zal uiteindelijk beter worden in blind schaken dan je zou zijn in niet-blind schaken als je dezelfde hoeveelheid tijd zou hebben besteed met niet-blind schaken. Je zal echter niet beter zijn in de huidige partij als je deze blind speelt, en het doel van doorgaan met blind spelen is om te trainen voor toekomstige schaakpartijen.
  12. Volg stap 3 niet blindelings, maar beoordeel de opstelling van de stukken en bepaal of een ruil echt waardevol is. Het is goed om sneller stukken te ruilen als je op voorsprong staat, zoals in de volgende zin wordt uitgelegd. Als je een geforceerde winst in handen hebt als je een pion naar een toren promoveert maar waarvoor je die toren later moet verliezen, dan heb je nog steeds een geforceerde winst in handen als je je pion promoveert tot koningin en niet uit alle macht probeert om te voorkomen dat deze wordt ingeruild voor een toren en een loper, aangezien de koningin alles kan wat een toren ook kan en dus dezelfde winstrategie kan gebruiken die de toren zou hebben gebruikt. Gebruik je getrainde vaardigheid om patronen te herkennen, zodat je een zet kan maken waarvan je verwacht dat deze zal zorgen voor een fout van je tegenstander, waardoor je kan winnen. Wat je voor deze strategie kan gebruiken is voorkennis over je tegenstander, de fouten die je tegenstander eerder in de partij heeft gemaakt, of algemene patronen in de fouten die spelers geneigd zijn te maken.
    Advertentie
Deel 2
Deel 2 van 2:

Oefenen als een meester

Pdf downloaden
  1. Je kan deze partijen makkelijk online vinden op websites zoals chessgames.com. Leer de eerste 10 zetten van zowel zwart als wit van buiten om een idee te krijgen van hoe echte meesters hun schaakpartijen beginnen. Hiermee krijg je niet alleen een idee van hoe je goed kunt spelen, maar juist ook van hoe je echt kunt uitblinken. Ook zal het onthouden van deze zetten je gedisciplineerder maken, omdat je traint de zetten in je op te nemen en tegelijkertijd te begrijpen wat ze zo goed maakt.
  2. Je kan websites gebruiken als Chesstempo of Chessity, of je kunt gebruik maken van puzzelboekjes. Malcom Gladwell veronderstelde ooit dat je expert kan worden door 10.000 uur ergens aan te werken, dus stel je eens voor wat voor expert je zult zijn na 10.000 puzzels! Uiteraard kan dit veel tijd in beslag nemen, maar als je je voorneemt om er minstens eentje per dag te doen zal je ver komen. Je kan ook beginnen met een realistischer doel, zoals 1000 puzzels, en daarna verder kijken.
  3. Je kunt ook de ‘world champs chess’-app gebruiken, of andere apps die gericht zijn op schakers. Hoewel oefenen om een schaakmeester te worden volledige concentratie vergt, kan het helpen een schaak-app op je telefoon te hebben zodat je kunt trainen als je ineens onverwacht wat vrije tijd hebt.
  4. Schrijf je in voor zoveel toernooien als je kan en speel er minstens eentje per week, hoe moe of gefrustreerd je ook bent. Lokale toernooien zijn dé manier om te leren spelen tegen echte spelers en om je techniek en strategie te verbeteren.
  5. Een schaak-coach mag dan niet goedkoop zijn, maar hij/zij kan je zeker helpen je spel te verbeteren en de discipline te ontwikkelen om buiten het boekje te denken. Je kan online ook schaaksoftware vinden die je kan helpen je eigen zetten te analyseren, waardoor je een idee kan krijgen van wat je goed en fout doet. Het herkennen van je zwakke en sterke kanten is de beste manier om een goede schaker te worden.
  6. Weet je nog wat we zeiden over het worden van een expert na 10.000 uur? Hoewel alle bovenstaande oefenmethoden je zeker zullen helpen, komt het uiteindelijk neer op het spelen van zo veel mogelijk partijen. Als je echt vastbesloten bent een betere schaker te worden is dit het juiste pad.
  7. Een van de beste dingen die je kunt doen om beter te worden in wat dan ook, is praten met iemand die het spel kent en er goed in is. Dit kan een familielid zijn, een grootmeester, of zelfs iemand die jou heeft verslagen.
    Advertentie

Tips

  • Oefening baart kunst. Het kost jaren om een goede schaker te worden, maar raak niet ontmoedigd.
  • Het is een goed idee om in het begin van het spel met je paard te zetten. Je paard kan vijandige pionnen bedreigen en sommige spelers brengen ook hun lopers naar buiten. Het paard kan ook de vijandige lopers slaan en de pionstructuur, die je tegenstander nodig heeft voor het eindspel, verzwakken.
  • Richt je op oefenen in plaats van op je rating. Die hoge rating komt vanzelf wel.
  • Als je onder de 1700 USCF zit, zal je het meeste profiteren van dagelijks minstens 30 minuten tactiekoefeningen doen (met chesstempo, chess.com, chess.emerald, enz.).
  • Vind een paar goede boeken over het eindspel (Dvoretsky’s ‘endgame manual’ is een klassieker).
  • Geloof niet in tactieken die gaan over ‘oogcontact’ of ‘mensen voor de gek houden’. Focus op het bord, schaken is geen poker.
  • Chessfriend.com heeft uitstekende zet-voor-zet analysevideo’s van moderne grootmeesterpartijen.
  • Chess.com is een uitstekend hulpmiddel; 'chessmentor', hun database en hun video’s (vooral IM Rensch’s 'live session' video’s) zijn allemaal erg leerzaam en nuttig.
  • Speel niet meer dan 3 - 5 snelschaakpartijen per dag. Speel liever langzame partijen om jezelf de tijd te geven voor nadenken en calculeren. Als je te veel snelschaak speelt zal je niet goed kunnen calculeren of ideeën uit je training toepassen, en zal je meer moeite hebben met sterke tegenstanders.
Advertentie

Waarschuwingen

  • De koningin is het meest waardevolle stuk. Als je tegenstander zijn/haar koningin op een kwetsbare positie zet, wees dan op je hoede voor vallen.
  • Tenzij je speelt tegen een zeer zwakke tegenstander, vermijd openingen zoals de Sokolsky (1. b4) en andere openingen die moeilijker zijn om te spelen en ermee in het voordeel te blijven.
  • Probeer niet te winnen met een herdersmat (mat na vier zetten); iedereen die ook maar een beetje kan schaken zal dit tegen je gebruiken.
  • Probeer geen openingen uit die je niet kent. Je kan hiermee wegkomen als je onder de 800 USCF zit, maar erboven zal je tegenstander hier zijn voordeel uit slaan.
  • Als gevorderde speler, na het leren van een paar ontwikkelingsopeningen (Londens Systeem, Collesysteem, Vierpaardenspel), probeer dan ook eens scherpe tactische openingen zoals het Koningsgambiet, de Schotse opening, het Göringgambiet en het Olifantgambiet. Voor deze openingen moet je goed zijn in aanvallen, en ze helpen om je tactiek te verbeteren.
  • Wacht totdat je zeer gevorderd bent voor je positie-openingen gaat spelen (zoals het Engels, het Damegambiet, de Birdopening, de Giuoco pianissimo en de Weense opening).
  • Niet elke opening zal even goed voor je uitpakken. Als je een agressieve speler bent, probeer dan eens het Koningsgambiet, het Evansgambiet, de Max Lange aanval, de Siciliaanse Sveshnikov, de Grünfeld-Indische verdediging of het Lettisch gambiet. Als je een passieve speler of positiespeler bent, probeer dan eens het Engels, de fianchetto, de Damegambiet, het Nimzowitschgambiet, de Dame-Indische verdediging of de Russische verdediging.
  • Niet elke opening is goed. Verspil geen tijd met openingen als de hippopotamus, de grobopening, de Ware-opening en de Basman-verdediging.
  • Kies als beginner één of twee openingen. Voor wit, probeer de Italiaanse opening, de Stonewall-aanval, het Londens systeem of de Weense opening. Voor zwart, leer spelen met open spel (1. e4 e5) en het Koningsfianchetto. Als je beter wordt, probeer dan eens het Damegambiet of de Schotse opening, en voor zwart de Siciliaanse draak, de Franse verdediging of het Nimzowitschgambiet. Als je gevorderd raakt, probeer dan eens de Spaanse opening, het koningsgambiet, de Max Lange aanval, het Engels of de Birdopening, en voor zwart de Pircverdediging, de moderne Benoni, de Russische verdediging, de Najdorfvariant of klassiek Siciliaans.
Advertentie

Over dit artikel

Deze pagina is 8.374 keer bekeken.

Was dit artikel nuttig?

Advertentie